Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BC9478

Datum uitspraak2008-04-11
Datum gepubliceerd2008-04-17
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHerziening
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers06/2431 WAO
Statusgepubliceerd


Indicatie

Geen toepassing geven aan bijzondere rechtsmiddel van herziening. Geen nieuwe feiten of omstandigheden.


Uitspraak

06/2431 WAO Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer U I T S P R A A K op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 21 februari 2006, 04/970 WAO, in het geding tussen: [Verzoeker] (hierna: verzoeker) en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv) Datum uitspraak: 11 april 2008 I. PROCESVERLOOP Mr. W.C. de Jonge, advocaat te Vlaardingen, heeft namens verzoeker verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 21 februari 2006, 04/970 WAO. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 februari 2008. Mr. De Jonge is verschenen namens verzoeker. Het Uwv was vertegenwoordigd door drs. J. Hut. II. OVERWEGINGEN Verzoeker heeft verzocht om een hersteluitspraak. De uitspraak van 21 februari 2006 berust naar zijn overtuiging op een kennelijke (medische) misslag. Het Uwv heeft in het verweerschrift uiteengezet waarom er naar zijn mening geen sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden die tot herziening van de bestreden uitspraak zouden kunnen leiden. De Raad overweegt dat de door de gemachtigde van verzoeker gewenste hernieuwde discussie over de betrokken zaak en de juistheid van de bestreden uitspraak niet kan worden gevoerd, tenzij sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft echter in het verzoekschrift geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb kunnen onderkennen. Daarom dient het verzoek om herziening te worden afgewezen. Er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep, Recht doende: Wijst het verzoek om herziening af. Deze uitspraak is gedaan door J. Janssen. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M. Lochs als griffier, uitgesproken in het openbaar op 11 april 2008. (get.) J. Janssen. (get.) M. Lochs. JL