
Jurisprudentie
BC9489
Datum uitspraak2008-04-15
Datum gepubliceerd2008-04-15
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/580401-07 (ontneming)
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-04-15
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/580401-07 (ontneming)
Statusgepubliceerd
Indicatie
Ontnemingvordering niet-ontvankelijk wegens vrijspraak in strafzaak (uitspraak LJN BC9479).
Uitspraak
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/580401-07 (ontneming)
Uitspraak d.d.: 15 april 2008
tegenspraak / oip
VERKORT VONNIS
Beslissing op de vordering ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht van de officier van justitie, strekkende tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel, betreffende:
[verdachte]
geboren te [plaats] op [1980],
wonende te [adres en plaats].
Onderzoek van de zaak
Deze beslissing is genomen naar aanleiding van de in het openbaar gehouden terechtzitting van 1 april 2008 waarbij zijn gehoord de officier van justitie, de verdachte en zijn raadsman.
Vordering van het Openbaar Ministerie
De vordering van het Openbaar Ministerie houdt in dat aan verdachte zal worden opgelegd de maatregel van ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel tot een bedrag van € 33.480,00.
Ter terechtzitting heeft de officier van justitie geconcludeerd tot toewijzing van de vordering.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijk verklaring van de ontnemingsvordering, ervan uitgaande dat verdachte in de strafzaak moet/zal worden vrijgesproken.
Beoordeling van vordering
Gelet op de inhoud van het betrokken strafdossier en van het vonnis van deze rechtbank van 15 april 2008 waarbij de verdachte is vrijgesproken van het hem ten laste gelegde, dient de officier van justitie niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn vordering.
Beslissing
De rechtbank:
Verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Aldus gewezen door mrs. Van de Wetering, voorzitter, Van Harreveld en Draisma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Soest, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 15 april 2008.