Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD0015

Datum uitspraak2008-03-07
Datum gepubliceerd2008-04-21
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Breda
Zaaknummers185796 KG ZA 08-84
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

verwijdering HAVO-4-scholier van middelbare school nadat deze hackpoging heeft ondernomen ten aan zien van de gegevens/systemen van een buitenlandse organisatie vanaf een computer van de school. School heeft in redelijkheid niet tot het besluit tot definitieve verwijdering kunnen komen, nu zij niet heeft kunnen aangeven waarom gekozen is voor de meest zware sanctie terwijl ook een lichter sanctie (schorsing) opgelegd had kunnen worden, terwijl voorts door de school geen redelijk alternatief is aangeboden.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK BREDA Sector civiel recht Team handelsrecht zaaknummer / rolnummer: 185796 / KG ZA 08-84 Vonnis in kort geding van 7 maart 2008 in de zaak van [eisers], in hun hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordigers van [A.], wonende te Gennep, eisers, procureur mr. W.R.M. Voorvaart, advocaat mr. J.A.N. Lap te Gennep, tegen de vereniging ONS MIDDELBAAR ONDERWIJS HODN MERLET COLLEGE, gevestigd te Tilburg, gedaagde, procureur mr. drs. B.F.J. Bollen. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding, - de beschikking machtiging inzake minderjarigenbewind van de rechtbank Roermond van 26 februari 2008, - het herstelexploit van 22 februari 2008, - de mondelinge behandeling, - de pleitnota van gedaagde, - de door partijen in het geding gebrachte producties. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. Het geschil 2.1. Eisers vorderen als voorlopige voorziening bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad primair: 1. gedaagde te ver[A.]len [A.] weer toe te laten tot het reguliere HAVO onderwijs op haar school, vestiging Cuijk, aan de Grotestraat 144, 2. met veroordeling van gedaagde in de kosten van deze procedure en de tenuitvoerlegging van het vonnis. 2.2. Gedaagde voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 3. De beoordeling. 3.1. Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen en de overgelegde producties wordt uitgegaan van de navolgende feiten: Het Merlet College is een middelbare school met een vestiging te Cuijck. Het Merlet College hanteert een gedragscode internet en emailgebruik. Ingevolge de gedragsregels internet is het -onder meer- niet toegestaan om onbevoegde toegang te krijgen tot systemen en gegevens van de school of enige andere organisatie. Voorts is niet toegestaan materiaal te downloaden en binnen de school aan te wenden, welk materiaal een zodanige inhoud heeft dat men redelijkerwijze kan begrijpen dat de school zich daarmee niet kan verenigen. ?Het schoolstatuut van het Merlet College bevat, voor zover van belang, de navolgende bepalingen: SCHORSING Artikel 27 27.1. Wanneer een leerling zich schuldig maakt aan wangedrag of in strijd handelt met de voorschriften die op hem van toepassing zijn, kan hem door de schorsing voor een periode van ten hoogste één week de toegang tot de lessen worden ontzegd. (…) DEFINITIEVE VERWIJDERING Artikel 28 28.1 Wanneer een leerling zich schuldig maakt aan wangedrag of in strijd handelt met de voorschriften die op hem van toepassing zijn, kan hij door de deelschooldirecteur definitief worden verwijderd. 28.2 De deelschooldirecteur kan besluiten tot definitieve verwijdering van leerlingen nadat deze (en indien de leerling nog niet de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt, ook diens ouders, voogden of verzorgers) in de gelegenheid is gesteld hierover te worden gehoord. Een besluit door de deelschooldirecteur over definitieve verwijdering wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de leerling (en indien deze nog niet de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt, ook aan diens ouders, voogden of verzorgers), kenbaar gemaakt. 28.3 Indien een leerplichtige leerling definitief wordt verwijderd, zal –gedurende de periode dat de leerling nog niet is toegelaten tot een andere school – hij worden geschorst in afwachting van plaatsing van de betrokken leerling op een andere school. 28.4 Tegen een besluit tot definitieve verwijdering kunnen belanghebbenden –binnen zes weken na de bekendmaking schriftelijk beroep instellen bij de eindverantwoordelijke schoolleider. De eindverantwoordelijke schoolleider beslist binnen vier weken na ontvangst van het beroepschrift, doch niet eerder dan nadat de leerling (en indien deze de leeftijd van 18 jaar niet heeft bereikt, ook diens ouders, voogden of verzorgers) in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord en kennis heeft kunnen nemen van de op die besluiten betrekking hebbende adviezen of rapporten (…) (…)”. Op 10 december 2007 is de internetverbinding van het Merlet College uitgevallen. Op 11 december 2007 bleek dat op één bepaalde computer handelingen waren verricht die de problemen hadden veroorzaakt; het bij die computer behorende inlognummer was het nu[A.]van [A.] een 16-jarige HAVO-4 scholier van het Merlet College (hierna [A.]). De reden van de afsluiting van de internetverbinding was gelegen in de omstandigheid dat een derde partij aan de provider melding had gedaan dat er sprake is geweest van een hack c.q. een hackpoging, vanaf een door het Merlet College in gebruik zijnd IP-adres, bestaande uit het kraken van een wachtwoord van een forum op een Noorse website. Deze hack zou zijn gedaan door middel van een “URL-injection”. Op 12 december 2007 is de afdeling systeembeheer er in geslaagd het netwerk weer operationeel te hebben, met dien verstande dat het nog een week heeft geduurd voordat het emailverkeer weer optimaal werkte. ?Nadat de afdeling ICT had ontdekt dat op 10 december rond 16.34 uur vanaf het werkstation van [A.] de bewuste pagina, een pagina met hackinstructie alsmede een pagina met een beschrijving om de bewuste pagina te ontregelen, is bezocht, heeft [A.], nadat hij hiermee door het hoofd ICT en de teamleider HAVO van het Merlet College is geconfronteerd, ontkend dat hij degene was die de hack(poging) heeft ondernomen. Nadat op 14 december 2007 uit een tweetal video-opnamen is gebleken dat [A.] op het bewuste tijdstip de bewuste computer heeft bediend, heeft [A.] op 17 december 2007 in een emailbericht aan de teamleider HAVO, bericht de hack(poging) te hebben verricht. ?Op 18 december 2007 is de bekentenis van [A.] met de vestigingsleiding besproken, waarbij is besloten na de feestdagen, op de eerste schooldag in het nieuwe jaar, de zaak op te pakken. Op 7 januari 2008 is [A.] op de hoogte gesteld van de melding bij de politie van de hack(poging) en is hem medegedeeld dat hij per 14 januari 2008 van de vestiging van het Merlet College te Cuijk zal worden verwijderd. Bij brief van 9 januari 2008 is aan de ouders van [A.] onder meer bericht dat besloten is dat [A.] vanwege zijn handelen tegen de regels en het absoluut tegenwerken na de ontdekking ervan, het liegen over zijn handelen en zijn aan-/afwezigheid op school, de vestiging dient te verlaten. ?Op 11 januari 2008 heeft een gesprek plaatsgevonden met de ouders van [A.], in welk gesprek zij hebben aangegeven de straf veel te zwaar te vinden. Op 18 januari 2008 is de inspectie telefonisch op de hoogte gebracht van het verwijderingsbesluit. Op 19 februari 2008 heeft in het Merlet College een hoorzitting plaatsgevonden naar aanleiding van het tegen het verwijderingsbesluit ingediende beroep, dat namens [A.] door de advocaat van eisers op 21 januari 2008 is ingediend. Bij beslissing van 25 februari 2008 is het beroep tegen het verwijderingsbesluit ongegrond verklaard en is het verwijderingsbesluit gehandhaafd. Het Merlet College heeft getracht [A.] onder te brengen bij de stedelijke scholengemeenschap Nijmegen en het Elzendaal College te Boxmeer. Deze plaatsing is niet gelukt. Het Merlet College heeft [A.] aangeboden om hem te plaatsen op de vestiging te Grave. 3.2. Eisers leggen aan hun vordering ten grondslag dat gedaagde tekort schiet in de nakoming van de onderwijsovereenkomst nu zij zich niet heeft gehouden aan de regelgeving met betrekking tot schorsing en verwijdering, aangezien alleen [A.] en niet zijn ouders voorafgaand aan het besluit tot definitieve verwijdering is gehoord. Nu [A.] als gevolg van dit verwijderingsbesluit schade ondervindt, is het verwijderingsbesluit naar het oordeel van eisers onrechtmatig. Voorts stellen eisers dat gedaagde de onderwijsovereenkomst niet na behoren nakomt door [A.] zonder redelijke gronden niet meer op het Merlet College, vestiging te Cuijck, toe te laten en hem daardoor van het onderwijs af te houden. Volgens eisers is het verwijderings-besluit dan ook in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Zij stellen daartoe dat [A.] ernstig nadeel van de verwijdering en de schorsing ondervindt, nu hij vanaf 14 januari 2008 geen onderwijs meer krijgt, terwijl de school geen belang heeft bij verwijdering van [A.]. [A.] heeft, afgezien van dit incident, nooit problemen veroorzaakt en vertoont meer in het algemeen geen onwenselijk gedrag. Bovendien is het verwijderingsbesluit naar het oordeel van eisers disproportioneel. Eisers stellen dat slechts sprake is van een uit de hand gelopen experiment op de computer, waarbij geen sprake was van kwade opzet. De gevolgen van de verwijdering zijn voor [A.] aanzienlijk. Hij zal op een ander school moeten acclima¬tiseren en een nieuw sociaal netwerk moeten opbouwen. Hij zal nieuwe boeken moeten aanschaffen en moeten omschakelen naar een andere lesmethode. Bovendien zal de reistijd naar een andere school enorm toenemen, aldus eisers. 3.3.De voorzieningenrechter passeert de stelling van eisers dat niet voldaan is aan de formele vereisten rond de totstandkoming van het besluit tot definitieve verwijdering. De ouders van [A.] zijn nadat voormeld besluit is genomen door de school geconsulteerd en zij zijn in het kader van het tegen het besluit ingediende beroepschrift door de schoolleiding gehoord. Aldus is niet aannemelijk geworden dat zij door deze omissie in hun belangen zouden zijn geschaad. 3.4. Gedaagde stelt zich op het standpunt dat [A.] welbewust heeft gekozen om vanaf het Merlet College onbevoegde toegang te krijgen tot systemen en gegevens van een buitenlandse organisatie/website, hetgeen op grond van het strafrecht een misdrijf is. Als gevolg van de handelwijze van [A.] is de school gedurende een dag verstoken geweest van internetvoorzieningen, zodat er geen les gegeven kon worden via de computers en het administratiesysteem van de school niet functioneerde. Het door [A.] gepleegde misdrijf, gecombineerd met de omstandigheid dat [A.] zijn betrokkenheid daarbij gedurende een week heeft ontkend en verzwegen, is door de schoolleiding dermate ernstig bevonden, dat zij heeft besloten tot definitieve verwijdering van [A.] van de school. Naar het oordeel van gedaagde is dit besluit gezien de feiten niet onevenredig of disproportioneel te noemen. [A.] heeft sedert 9 januari 2008 begeleiding gehad van de school bij zelfstudie en hij heeft toetsen afgelegd, zodat hij niet verstoken is geweest van onderwijs. Sedert 9 januari 2008 heeft gedaagde zich ingespannen om [A.] op een andere vestiging of school geplaatst te krijgen, hetgeen gelukt is op de HAVO te Grave. Aangezien daar hetzelfde onderwijssysteem wordt gehanteerd als in de vestiging van het Merlet College te Cuijk, kan [A.] met dezelfde boeken het onderwijsprogramma voortzetten. De extra reistijd naar Grave is volgens gedaagde redelijk. 3.5. Namens gedaagde is ter terechtzitting bij monde van haar raadsman desgevraagd verklaard dat het belang van gedaagde bij verwijdering van [A.] van het Merlet College gelegen is in de handhaving van de regels van de school en het voorkomen van verstoringen in het primaire proces van de school. De voorzieningenrechter heeft de overtuiging dat dit belang ook gediend zou worden als [A.] een andere straf, zoals schorsing, was opgelegd. Gedaagde heeft niet kunnen aangeven, ook niet nadat zulks ter terechtzitting uitdrukkelijk is gevraagd, waarom zij voor de meest zware sanctie heeft gekozen, terwijl blijkens het schoolstatuut voor een vergrijp als het onderhavige ook schorsing als sanctie had kunnen worden toegepast. Hierbij dient te worden opgemerkt dat [A.] niet eerder het reglement heeft overtreden of anderszins ongewenst gedrag heeft vertoond. De voorzieningenrechter acht aannemelijk de stelling van eisers dat [A.] de gevolgen van zijn handelwijze niet heeft voorzien. Niet te verwachten is derhalve dat [A.] de gewraakte handelingen nog zal herhalen. Daar komt bij dat het door gedaagde aangeboden alternatief (vestiging Grave) geen redelijk alternatief moet worden geoordeeld. Door eisers is onweersproken gesteld dat de reistijd van [A.], met bus van Gennep naar het Merlet College in Cuijck, 20 minuten bedraagt. Blijkens het door eisers ter terechtzitting als productie overgelegde reisadvies bedraagt de reistijd voor [A.] met de bus van Gennep naar de school in Grave 1 uur en 13 minuten. De door gedaagde aangedra-gen alternatieve bus is volgens eisers geen reguliere verbinding en rijdt niet altijd. Gedaagde heeft dit niet voldoende gemotiveerd betwist. 3.6. Op grond van het vorenstaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat gedaagde in redelijkheid niet tot het besluit tot definitieve verwijdering van [A.] van het Merlet College had kunnen komen. Dit leidt ertoe dat de gevraagde voorziening toewijsbaar is. 3.7. Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De door eisers gevorderde nakosten worden afgewezen omdat de wet hiervoor een bijzondere rechtsgang voorschrijft. 4. De beslissing De voorzieningenrechter 4.1. veroordeelt [A.]gde [A.] weer toe te laten tot het reguliere HAVO onderwijs op haar school, vestiging Cuijk, aan de Grotestraat 144, 4.2. veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eisers tot op heden begroot op EUR 1.155,44 4.3. bepaalt, nu die wederpartij met een toevoeging procedeert dat die kostenbetaling dient te geschieden door voldoening: A. aan de griffier van deze rechtbank, door middel van overschrijving op bankrekening-nummer 192325779, Rabobank Nederland N.V. ten name van DS 535 Breda - wegens het in debet gestelde deel vast recht euro 190,50 - wegens exploitkosten euro 85,44 - wegens procureurssalaris euro 816,00 - met welke bedragen de griffier zal dienen te handelen overeenkomstig het bepaalde bij artikel 243 Rv B aan eisers het voor rekening van die partij gekomen deel van het vast recht euro 63,50, verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad, weigert het meer of anders verzochte. Dit vonnis is gewezen door mr. Vincent en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. Van de Kar op 7 maart 2008.?