Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD0107

Datum uitspraak2008-04-23
Datum gepubliceerd2008-04-23
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers241389/ HA ZA 07-2324
Statusgepubliceerd


Indicatie

Zekerheid stellen proceskosten, partij uit Verenigde Staten van Amerika.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK UTRECHT Sector handels- en familierecht zaaknummer / rolnummer: 241389 / HA ZA 07-2324 Vonnis in incident van 23 april 2008 in de zaak van [eiser], wonende te [woonplaats], eiser in de hoofdzaak, verweerder in reconventie, verweerder in het incident, procureur mr. B.G. Eldermans, tegen 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BIOCOP INTERNATIONAL B.V., gevestigd te Soest, 2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [gedaagde sub 2], gevestigd te [woonplaats], 3. [gedaagde sub 3], wonende te [woonplaats], gedaagden in de hoofdzaak, eisers in reconventie, eisers in het incident, procureur mr. M.F.H. van Delft. Partijen zullen hierna [eiser] en Biocop c.s. genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding - de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie tevens houdende de incidentele vordering tot zekerheidsstelling proceskosten ex artikel 224 Rv - de incidentele conclusie van antwoord. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident. 2. De beoordeling in het incident 2.1. Biocop c.s. vordert dat [eiser] wordt veroordeeld tot het stellen van zekerheid voor de proceskosten en de daarmee verband houdende executie-kosten. [eiser] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 2.2. De rechtbank is van oordeel dat de incidentele vordering moet worden afgewezen, omdat de aangevoerde gronden die vordering niet kunnen dragen. Door [eiser] is niet betwist dat hij woonachtig is in de Verenigde Staten van Amerika. [eiser] zal mitsdien als inwoner van de Verenigde Staten van Amerika ingevolge het Verdrag van vriendschap, handel en scheepvaart tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika (1956) nationale behandeling dienen te genieten als omschreven in de artikelen V lid 1 en XXIII van dat verdrag. Om die reden zal van [eiser] het stellen van zekerheid als door Biocop c.s. gevorderd, niet gevergd kunnen worden. 2.3. Biocop c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld. 3. De beoordeling in de hoofdzaak 3.1. De rechtbank zal een comparitie bevelen om inlichtingen over de zaak te vragen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden. Daarbij kan de mogelijkheid van doorverwijzing naar een mediator aan de orde komen. 3.2. Verweerder in reconventie heeft de gelegenheid de conclusie van antwoord in reconventie ter comparitie te nemen. Verweerder in reconventie moet de conclusie uiterlijk twee weken voor aanvang van de comparitie toezenden. Na de comparitie kan deze conclusie niet meer genomen worden. 3.3. De rechtbank wijst erop dat zij uit een niet verschijnen van een partij ter comparitie de gevolgtrekkingen - ook in het nadeel van die partij - kan maken die zij geraden zal achten. 3.4. De behandeling van de zaak ter comparitie zal in beginsel de volgende onderwerpen bevatten. De rechter zal beginnen met een aantal formaliteiten. Vervolgens zal de rechter zo nodig vragen stellen over de feiten en over de standpunten van partijen waarin inzicht moet bestaan om tot een oordeel te kunnen komen. 3.5. In beginsel zal ter comparitie niet de gelegenheid worden geboden om te pleiten, waarbij onder pleiten wordt verstaan het juridisch beargumenteren van de zaak aan de hand van een voorbereide, uitgeschreven pleitnotitie. 3.6. Op de comparitie zal, eventueel aan de hand van een voorlopig oordeel over de zaak, worden nagegaan hoe de verdere gang van de procedure moet zijn. Daarbij kan ook aan de orde komen of een schikking (al dan niet op onderdelen) mogelijk is. De zitting eindigt met een aantal formaliteiten. 4. De beslissing De rechtbank in het incident 4.1. wijst het gevorderde af, 4.2. veroordeelt Biocop c.s. in de kosten van het incident, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op EUR 452,00, in de hoofdzaak 4.3. beveelt een verschijning van partijen, bijgestaan door hun advocaten, voor het geven van inlichtingen en ter beproeving van een minnelijke regeling op de terechtzitting van mr D.J. van Maanen van deze rechtbank in het gerechtsgebouw te Utrecht aan Vrouwe Justitiaplein 1 op vrijdag 8 augustus 2008 van 11.00 uur tot 13.00 uur, 4.4. bepaalt dat [eiser] en Witterland dan in persoon aanwezig moeten zijn en dat Biocop International B.V. en Witterland Holding B.V. dan vertegenwoordigd moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen, 4.5. bepaalt dat de partij die op genoemd tijdstip niet kan verschijnen, binnen twee weken na de datum van dit vonnis schriftelijk en gemotiveerd aan de rechtbank ter attentie van de secretaresse (mevrouw H. Alberts kamer A.2.16) - om een nadere dag- en uurbepaling dient te vragen onder opgave van de verhinderdata van alle partijen in de drie maanden volgend op genoemde datum. Dit vonnis is gewezen door mr. P.W.M. de Wolf en in het openbaar uitgesproken op 23 april 2008. w.g. griffier w.g. rechter