Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD0153

Datum uitspraak2008-04-18
Datum gepubliceerd2008-04-22
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers06/3188
Statusgepubliceerd


Indicatie

Rondvaartvluchten Ziestienhoven. Bij besluit van 10 februari 2006 heeft verweerder - voor zover hier van belang - aan eiser een last onder dwangsom opgelegd ter voorkoming van verdere overtredingen van de aan eiser verleende rondvluchtenvergunning en/of de Luchtvaartwet. Zie de uitspraak van gelijke datum (06/2906) met betrekking tot de nadere vergunningvoorwaarden waarop de last ziet. De last is opgelegd voor de duur van één jaar. Deze periode van één jaar is inmiddels verstreken. Gedurende deze periode zijn geen overtredingen geconstateerd en heeft eiser dus ook geen dwangsommen verbeurd. Nu gesteld noch gebleken is dat eiser schade heeft geleden als gevolg van het bestreden besluit en hij evenmin heeft gesteld enig ander belang te hebben bij inhoudelijke beoordeling door de rechtbank van de rechtmatigheid van het bestreden besluit, dient het beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard wegens het ontbreken van procesbelang.


Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM Sector Bestuursrecht Meervoudige kamer Reg.nr.: WET 06/3188 FRC Uitspraak in het geding tussen [Eiser], h.o.d.n. Lion Air, wonende te [woonplaats], eiser, gemachtigde mr. E. den Hartog, advocaat te Capelle aan den IJssel, en de minister van Verkeer en Waterstaat (als rechtsopvolger van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat), verweerder, met als derde partij: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Kroonduif Air B.V., gevestigd te Rotterdam, gemachtigde mr. Q.J. van Riet, advocaat te Venlo. 1 Ontstaan en loop van de procedure Bij besluit van 10 februari 2006, verzonden op 24 februari 2006, heeft verweerder – voor zover thans van belang - aan eiser een last onder dwangsom opgelegd. Eiser heeft bij brief van 14 maart 2006 bezwaar tegen dit besluit gemaakt . Bij besluit van 4 juli 2006 (hierna: het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar deels gegrond en deels ongegrond verklaard. Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 3 augustus 2006 beroep ingesteld. Bij brief van 5 september 2006 heeft hij dit beroep nader aangevuld. Kroonduif Air B.V. heeft op 31 mei 2007 nadere stukken ingediend. Op 13 juni 2007 heeft het onderzoek ter zitting plaatsgevonden. Bij beslissing van 20 juni 2007 heeft de rechtbank het onderzoek in deze procedure heropend, waarbij zij heeft bepaald dat eiser en verweerder in de gelegenheid worden gesteld binnen een termijn van drie weken schriftelijk te reageren op de inhoud van de door Kroonduif Air B.V. ingediende nadere stukken. Verweerder heeft bij brief van 28 juni 2007 schriftelijk gereageerd op deze door Kroonduif Air B.V. ingediende stukken. Eiser heeft dit bij brief van 6 juli 2007 gedaan. Op 10 maart 2008 heeft wederom een onderzoek ter zitting plaatsgevonden. Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. I.M. Kops en S.M. Krone. Kroonduif Air B.V. heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. 2 Overwegingen Bij besluit van 10 februari 2006 heeft verweerder - voor zover hier van belang - aan eiser een last onder dwangsom opgelegd ter voorkoming van verdere overtredingen van de aan eiser verleende rondvluchtenvergunning en/of de Luchtvaartwet. De dwangsom is vastgesteld op € 4.500,- per overtreding van de last, met een maximum van € 45.000,-. De last is opgelegd voor de duur van één jaar. Deze periode van één jaar is inmiddels verstreken. Gedurende deze periode zijn geen overtredingen geconstateerd en heeft eiser dus ook geen dwangsommen verbeurd. Nu gesteld noch gebleken is dat eiser schade heeft geleden als gevolg van het bestreden besluit en hij evenmin heeft gesteld enig ander belang te hebben bij inhoudelijke beoordeling door de rechtbank van de rechtmatigheid van het bestreden besluit, dient het beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. Voor een veroordeling in de proceskosten ziet de rechtbank geen aanleiding. 3 Beslissing De rechtbank, recht doende: verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F.C. Francken, voorzitter, en mr. J.S. Holthuis en mr. S.G. Groenhof, leden, en door de voorzitter en A.M.P. Meijer, griffier, ondertekend. De griffier: De voorzitter: Uitgesproken in het openbaar op 18 april 2008. Afschrift verzonden op: Een belanghebbende - onder wie in elk geval eiser en Kroonduif Air B.V. worden begrepen - en verweerder kunnen tegen deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage. De termijn voor het indienen van het beroepschrift bedraagt zes weken en vangt aan met ingang van de dag na die waarop het afschrift van deze uitspraak is verzonden.