Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD0575

Datum uitspraak2008-04-23
Datum gepubliceerd2008-04-25
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers80177 / HA ZA 06-1069
Statusgepubliceerd


Indicatie

Auteursrecht. Script voor de theatervoorstelling 'De Kameleon Ontvoerd'. DVD uitgebracht van theatervoorstelling, zonder vergoeding te betalen aan scriptschrijver. Aan laatstgenoemde komt auteursrechtelijke bescherming toe.


Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 80177 / HA ZA 06-1069 Vonnis van 23 april 2008 in de zaak van [a], wonende te [woonplaats], eiser in conventie, gedaagde in reconventie, procureur mr. P. Tuinman, advocaat mr. N.P. Klein tegen de besloten vennootschap KAMELEON II B.V., gevestigd te Joure, gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, procureur mr. J.B. Dijkema, advocaat mr. J.V. van Balen, en de besloten vennootschap FMG/BRIDGE ENTERTAINMENT B.V., gevestigd te Leeuwarden, gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, procureur mr. J.B. Dijkema, advocaat mr. J.V. van Balen. Eiser in conventie/verweerder in reconventie wordt hierna als "[a]", gedaagde in conventie/eiseres in reconventie sub 1 als "Kameleon II", gedaagde in conventie/eiseres in reconventie sub 2 als "Bridge Entertainment" en gedaagden in conventie/eiseressen in reconventie tezamen als "Kameleon II c.s." aangeduid. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding - de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie - de conclusie van antwoord in reconventie - de akte overlegging producties, alsmede wijziging van eis in conventie, van [a] - de akte overlegging producties van Kameleon II c.s. - de comparitie van 26 november 2007 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. RECHTSOVERWEGINGEN IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE 2. De feiten 2.1. [a] heeft in 2004 in opdracht van Kameleon II een script geschreven voor een theatervoorstelling met de naam 'De Kameleon Ontvoerd'. In de theatervoorstelling komen stukjes film voor en er worden diverse liedjes gezongen. [a] heeft ook de teksten van de filmscènes geschreven en onder meer de thema's van de liedjes bedacht. Voor het schrijven van het script, alsmede voor de uitvoering in de vorm van een theatervoorstelling zijn partijen een bedrag van EUR 6.000,00 overeengekomen. 2.2. In het (concept) productieboekje en in de aankondiging van de theatervoorstelling wordt [a] als maker van het theaterstuk vermeld en bij de aankondiging van de DVD op de website van Bridge Entertainment als schrijver. 2.3. In een e-mailbericht van [b], regisseur, aan [a] van 23 oktober 2004 staat onder meer het volgende vermeld: "(..) Het script is zeer inspirerend en een hoop scenes werken m.i. uitstekend. Hier en daar wordt wel eens iets gewijzigd of veranderd of bij/af geïmproviseerd maar de algehele toon is goed bewaard gebleven.(..) Het gaat allemaal goed komen en ik wil nogmaals benadrukken, dat het script WERKT. (..)" 2.4. Productieleider [c] heeft in een e-mailbericht aan [a] onder meer het volgende vermeld: "(..) Voor vergoeding hebben wij een bedrag van EUR 6.000,00 exclusief BTW afgesproken. Dit is inclusief een auteursrechtvergoeding voor de voorstellingen. De betaling gebeurt in drie termijnen van 3 gelijke delen: 1/3 deel bij inlevering (..) van de scenische synopsis. 1/3 deel bij inlevering (..) van het script in eerste versie. 1/3 deel bij inlevering (..) van het script in definitieve versie. Verder heb ik vanmiddag een eerste bespreking met [d] in verband met de muziek in de Kameleon versie. Ook het script voor de filmbeelden zal door jou worden aangeleverd. (..)" 2.5. De theatervoorstelling is vanaf 3 november 2004 in het land opgevoerd. 2.6. De Kameleon II heeft de theatervoorstelling opgenomen en uitgebracht op een gelijknamige DVD. Deze DVD wordt door Bridge Entertainment gedistribueerd. [a] heeft hiervoor geen vergoeding ontvangen. 3. Het geschil in conventie 3.1. [a] vordert samengevat - na eiswijziging te verklaren voor recht dat [a] auteursrechthebbende is op het script van de theatervoorstelling 'De Kameleon Ontvoerd' en dat gedaagden toestemming van hem behoeven om het script anders dan in de vorm van een theatervoorstelling te verveelvoudigen en/of openbaar te maken. [a] heeft voorts gevorderd Kameleon II c.s. te bevelen diverse bewijsstukken te overleggen en schriftelijke opgave te doen van onder meer gegevens, onder straffe van verbeurte van een dwangsom. Tot slot heeft [a] veroordeling gevorderd van Kameleon II tot vergoeding van schade, nader op te maken bij staat, alsmede tot betaling van de volledige proceskosten. 3.2. Kameleon II c.s. voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. in reconventie 3.3. Kameleon II c.s. vorderen samengevat - veroordeling van [a] tot betaling van de volledige proceskosten. 3.4. [a] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4. De beoordeling in conventie en in reconventie 4.1. Nu Kameleon II c.s. geen bezwaar hebben gemaakt tegen de door [a] gewijzigde eis, zal de rechtbank op basis van de gewijzigde eis recht doen. 4.2. [a] heeft de volgende stellingen aan zijn vordering ten grondslag gelegd. Kameleon II heeft een DVD uitgegeven waarop de theatervoorstelling 'De Kameleon Ontvoerd' wordt vertoond, zonder daarvoor toestemming te hebben verkregen van [a]. Deze DVD wordt, eveneens zonder toestemming van [a], door Bridge Entertainment gedistribueerd. [a] is auteursrechthebbende en deze toestemming was mitsdien wel vereist. Tijdens het gesprek op 17 december 2003 met [e] en [f], producenten van de familiefilm 'De schippers van de Kameleon', allebei enig aandeelhouder en bestuurder van een besloten vennootschap die bestuurder is van Kameleon II, in aanwezigheid van [g], is niet over opname op een DVD gesproken. [a] heeft het gehele theaterstuk bedacht en geschreven. Dit is niet onder leiding en toezicht van de producent geschied en van een beperkte bijdrage van zijn kant is volgens hem geen sprake. Het basisidee en de tekstuele uitwerking zijn afkomstig van [a]. De tekst van [a] beslaat 2/3 van de gehele duur van het theaterstuk. De teksten voor de in het theaterstuk verwerkte stukjes film zijn letterlijk te vinden in het door hem aangeleverde script. [a] heeft het treatment en de synopsis bij de belastingdienst laten registreren en [a] wordt - onder meer - in het concept productieboekje als maker van de theatervoorstelling vermeld. Dat het theaterstuk grotendeels zou zijn herschreven is onjuist. Dat blijkt uit het door hem overgelegde script, waarin precies is aangegeven op welke punten is afgeweken. Volgens [b], regisseur van het theaterstuk en de filmpjes, is het script juist inspirerend en werkt het goed. [a] betwist dat het van meet af aan de bedoeling was dat het theaterstuk op DVD zou worden uitgebracht. Een contract heeft hij nooit ontvangen. Volgens [a] handelen Kameleon II c.s. onrechtmatig en maakt zij inbreuk op het auteursrecht van [a]. 4.3. Kameleon II c.s. voeren verweer op de volgende gronden. [e] en [f] hebben tijdens een diner, dat volgens hen begin januari 2004 heeft plaatsgevonden, hun ideeën besproken en uitgewerkt ten aanzien van een theaterstuk over de Kameleon. De karakters en vaste gegevens zijn door Kameleon II aangeleverd. Te denken valt onder meer aan de tweeling Hielke en Sietse, maar ook hun ouders en anderen. [a] heeft hetgeen is besproken op papier gezet en kern van de opdracht was dat het stuk met name geschikt moest zijn voor uitgave op DVD. Het stuk is mitsdien onder leiding en toezicht van Kameleon II geschreven. Het auteursrecht komt, op grond van artikel 6 van de Auteurswet, dan ook toe aan Kameleon II. Verder stellen Kameleon II c.s. dat het hele stuk voor niet meer dan 30% uit tekst bestaat, welke tekst zich beperkt tot dialogen. De door [a] geschreven tekst is volledig herschreven door [f]. Volgens Kameleon II c.s. is het stuk gefinancierd met een voorschot van Bridge Entertainment. De vergoeding die [a] heeft ontvangen ten bedrage van EUR 6.000,--was een totale vergoeding, die ook zag op de opname en exploitatie van de DVD. Eerder had [a] EUR 1.800,-- ontvangen, voor een stuk dat veel uitgebreider was, zodat het ook uit de prijs volgt. Aan [a] is een standaard exploitatie overeenkomst toegestuurd, die echter niet getekend is geretourneerd. Subsidiair stellen Kameleon II c.s., voor zover geoordeeld moet worden dat het beroep op artikel 6 van de Auteurswet niet opgaat, dat Kameleon II mede auteur is. Het stond haar dan ook vrij om haar rechten ten aanzien van het script te exploiteren. 4.4. Allereerst dient geoordeeld te worden over de vraag of het script voor de theatervoorstelling 'De Kameleon Ontvoerd', onder leiding en toezicht van Kameleon II tot stand is gekomen. In dat geval dient niet [a], maar Kameleon II als maker van het werk in de zin van de Auteurswet te worden aangemerkt en dan komt aan [a] geen auteursrechtelijke bescherming toe. De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt. Als vaststaand kan worden aangenomen dat de heren [e en f] tijdens het gesprek dat in december 2003, of in januari 2004, heeft plaatsgevonden, hun ideeën en wensen hebben geuit ten aanzien van de betreffende theatervoorstelling. Voorts staat vast dat vervolgens aan [a] de opdracht is gegeven om met inachtneming van deze ideeën en wensen en een nadere uitwerking hiervan, het script voor deze theatervoorstelling te schrijven. Gesteld noch gebleken is evenwel, dat er na deze bespreking nog nadere contacten zijn geweest tussen betrokkenen over de inhoud van het script. De stelling van Kameleon II c.s. dat het script onder leiding en toezicht van Kameleon II tot stand is gekomen, kan dan ook niet als juist worden aanvaard. Op grond van het vorenstaande komt de rechtbank tot het oordeel dat aan [a] auteursrechtelijke bescherming toekomt. Dat het door [a] geschreven script slechts een deel van het gehele theaterstuk bedraagt, doet hier niet aan af. Ook is niet van belang dat er sprake was van het aanleveren van de karakters en vaste gegevens, zoals de tweeling Hielke en Sietse. De invulling van de ideeën van Kameleon II door de tekstuele uitwerking van [a] en het bedenken van de thema's van de liedjes, is van zodanige aard dat deze dient te worden aangemerkt als een persoonlijke stempel van [a]. Het script draagt een eigen oorspronkelijk karakter. 4.5. De rechtbank gaat voorbij aan de stelling van Kameleon II c.s. dat het door [a] gemaakte script grotendeels is herschreven door [f], nu deze stelling onvoldoende is onderbouwd. [a] heeft onweersproken aangegeven op welke punten is afgeweken van zijn script. Deze afwijkingen zijn naar het oordeel van de rechtbank niet van dien aard dat geoordeeld dient te worden dat het script grotendeels is herschreven. De rechtbank sluit zich in dit opzicht bij de - niet weersproken - verklaring van de regisseur [b] aan dat de algehele toon van het script goed bewaard is gebleven. Zo al geoordeeld moet worden dat ook aan [f], wegens zijn bewerking van het script, auteursrechtelijke bescherming toekomt, dan laat dit de auteursrechtelijke bescherming van [a] onverlet. De rechtbank komt dan ook tot de slotsom dat voor het uitgeven van de theatervoorstelling op DVD de toestemming van [a] was vereist. 4.6. Kameleon II c.s. leggen aan hun verweer ten grondslag dat [a] de vereiste toestemming om het betreffende theaterstuk op DVD uit te brengen uitdrukkelijk, althans stilzwijgend heeft verleend. Zij beroepen zich daarbij onder meer op een verklaring van [f] waarin hij onder meer aangeeft dat heel expliciet gesproken is over opname op DVD. Nu door de rechtbank als vaststaand is aangenomen dat aan [a] auteursrechtelijke bescherming toekomt en Kameleon II c.s. zich beroepen op feiten en omstandigheden die, indien zij komen vast te staan, tot gevolg hebben dat Kameleon II c.s. het recht hadden om de theatervoorstelling op DVD uit te brengen, is sprake van een bevrijdend verweer. Op grond van het bepaalde in artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, rust op Kameleon II c.s. de bewijslast van de door hen gestelde feiten en omstandigheden dat de door [a] vereiste toestemming is gegeven. De rechtbank zal Kameleon II c.s. in de gelegenheid stellen dit bewijs bij te brengen. 4.7. Wanneer Kameleon II c.s. in dit bewijs slagen, moeten de vorderingen in conventie worden afgewezen. Wanneer zij daarin niet slagen, zal moeten worden vastgesteld wat de omvang van de opbrengsten zijn die Kameleon II c.s. met de uitgave van de DVD hebben behaald. De tot dusver in het geding gebrachte overzichten lijken daaromtrent nog geen volledig beeld te geven. Om redenen van proceseconomie zal de rechtbank Kameleon II c.s. reeds nu opdragen de hiervoor relevante stukken, voorzien van een toelichting, bij akte in het geding te brengen. [a] zal dan nog in de gelegenheid worden gesteld antwoordakte te vragen. 4.8. Na het sluiten van de getuigenverhoren zal de rechtbank een comparitie van partijen gelasten - zo mogelijk direct in aansluiting op de contra-enquête - teneinde partijen in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over het bijgebrachte bewijs, en, zo daartoe aanleiding zal zijn mede naar aanleiding van de alsdan overgelegde stukken betreffende de opbrengsten van de DVD, om een minnelijke regeling te beproeven. 4.9. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan. 5. De beslissing De rechtbank, in conventie en in reconventie 5.1. laat Kameleon II c.s. toe tot het bewijs van de stelling dat [a] uitdrukkelijk of stilzwijgend toestemming heeft gegeven voor het uitbrengen van het theaterstuk 'De Kameleon Ontvoerd' op DVD; 5.2. indien Kameleon II c.s. dit bewijs willen leveren door het doen horen van getuigen, zullen deze worden gehoord door mr G. Tangenberg, hiertoe tot rechter-commissaris benoemd, in één van de zalen van het gerechtsgebouw aan het Zaailand 102 te Leeuwarden, op vrijdag 23 mei 2008 om 10.00 uur; 5.3. verwijst de zaak voorts naar de rolzitting van woensdag 21 mei 2008 voor akte aan de zijde van Kameleon II c.s. in voege als hiervoor onder rechtsoverweging 4.7. aangegeven, aanstonds ambtshalve peremptoir; 5.4. houdt iedere verdere beslissing aan. Dit vonnis is gewezen door mrs G. Tangenberg, H. Mol en J.A. Tromp en in het openbaar uitgesproken op 23 april 2008, in tegenwoordigheid van de griffier.