Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD0936

Datum uitspraak2008-04-28
Datum gepubliceerd2008-05-06
RechtsgebiedFaillissement
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers245321/ FT-RK 08.231
Statusgepubliceerd


Indicatie

Twee weken termijn in art. 3 Fw in beginsel fatale termijn.


Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT Sector handels- en familierecht zaaknummer: 245321/FT-RK 08.231 nummer verklaring: EEM9010800016 uitspraakdatum: 28 april 2008 afwijzing toepassing schuldsanering enkelvoudige kamer [verzoeker], geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats], wonende te [adres], voorheen vennoot van de vennootschap onder firma [VOF], gevestigd aan de [adres], ingeschreven bij de Kamer van Koophandel voor Gooi- Eem- en Flevoland, onder nummer [nr], tevens voorheen handelend onder de naam [naam], gevestigd aan het [adres], correspondentieadres: [adres], ingeschreven bij de Kamer van Koophandel voor Gooi- Eem- en Flevoland, onder nummer [nr], en [naam], gevestigd aan de [adres], ingeschreven bij de Kamer van Koophandel voor Gooi- Eem- en Flevoland, onder nummer [nr], hierna te noemen: verzoeker. Verloop van de procedure De vennootschap naar Duits recht FORTIS COMMERCIAL FINANCE GMBH, hierna te noemen: FORTIS, heeft op 28 januari 2008 een verzoekschrift tot faillietverklaring van verzoeker ter griffie van deze rechtbank ingediend. De griffier van deze rechtbank heeft verzoeker bij brief van 29 januari 2008 kennis gegeven dat hij op grond van artikel 3 van de Faillissementswet (Fw) binnen veertien dagen na de dag van dagtekening van die brief een verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling kan indienen. Verzoeker heeft binnen de termijn van veertien dagen geen verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling ingediend. Het verzoekschrift tot faillietverklaring is behandeld in raadkamer van deze rechtbank van 20 februari 2008. Verzoeker is verschenen en gehoord. Ter zitting heeft de rechter verzoeker gewezen op de mogelijkheid van toepassing van de schuldsaneringsregeling. De behandeling van het verzoek tot faillietverklaring is vervolgens door de rechtbank aangehouden tot 4 maart 2008 teneinde verzoeker in de gelegenheid te stellen om tot een regeling te komen met FORTIS en na te denken over de mogelijkheid van de schuldsaneringsregeling. Op 3 maart 2008 heeft verzoeker een verzoek gedaan tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De behandeling van het verzoek tot faillietverklaring is geschorst. Verzoeker is opgeroepen om te worden gehoord op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling ter terechtzitting van 14 april 2008. Verzoeker is wel verschenen in het gerechtsgebouw, maar per abuis niet bij de zaal van de terechtzitting terechtgekomen. Verzoeker is vervolgens opgeroepen om te verschijnen ter zitting van 21 april 2008. Op deze zitting is verzoeker verschenen en gehoord. Beoordeling van het verzoek Op de voet van artikel 3 Fw heeft een schuldenaar wiens faillissement door een schuldeiser is aangevraagd een termijn van veertien dagen na dagtekening van de brief van de griffier van de rechtbank om een verzoek te doen tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Indien de schuldenaar het verzoek niet binnen deze termijn heeft ingediend, dient hij aan te tonen dat hij dit heeft nagelaten vanwege hem niet toe te rekenen omstandigheden binnen de bedoelde termijn van veertien dagen. Verzoeker heeft erkend de betreffende brief ontvangen te hebben. Hij heeft in dit kader aangevoerd dat hij dacht dat zijn situatie nog wel op een andere manier opgelost kon worden. Daarnaast heeft hij aangegeven dat de procedure voor hem niet duidelijk was. Deze omstandigheden zijn er de oorzaak van dat verzoeker binnen de termijn van veertien dagen geen verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft gedaan. De rechtbank acht hetgeen is aangevoerd onvoldoende om te oordelen dat het verzoeker niet is toe te rekenen dat hij binnen die termijn van veertien dagen geen verzoek heeft gedaan. Indien het verzoeker niet duidelijk was wat de procedure inhield had het op de weg van verzoeker gelegen om (juridische) hulp in te schakelen en navraag te doen naar het verloop van de procedure. Het feit dat de rechter verzoeker op de faillissementszitting heeft gewezen op de mogelijkheid van de schuldsaneringsregeling maakt dit niet anders, nu het verzoek om toepassing van de schuldsaneringsregeling pas in dit kader inhoudelijk wordt beoordeeld. Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling dient derhalve te worden afgewezen. Het verzoek tot faillietverklaring herleeft en zal worden behandeld ter terechtzitting van deze rechtbank op 20 mei 2008 om 09.00 uur. Beslissing De rechtbank wijst het verzoek af. Dit vonnis is gewezen door mr. T. Pavicevic en in het openbaar uitgesproken op 28 april 2008 .