Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD1086

Datum uitspraak2008-05-07
Datum gepubliceerd2008-05-07
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200706145/1
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij brief van 30 november 2005 heeft het college van burgemeester en wethouders van Weststellingwerf (hierna: het college) aan appellante (hierna: de stichting) meegedeeld dat haar € 384.297,00 aan subsidie voor het jaar 2006 wordt verleend.


Uitspraak

200706145/1. Datum uitspraak: 7 mei 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de stichting Stichting Bibliotheken Zuidoost Fryslân, gevestigd te Wolvega, appellante, tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen van 9 juli 2007 in zaak nr. 06/1516 in het geding tussen: appellante en het college van burgemeester en wethouders van Weststellingwerf. 1. Procesverloop Bij brief van 30 november 2005 heeft het college van burgemeester en wethouders van Weststellingwerf (hierna: het college) aan appellante (hierna: de stichting) meegedeeld dat haar € 384.297,00 aan subsidie voor het jaar 2006 wordt verleend. Bij besluit van 12 juni 2006 heeft het college het door de stichting daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 9 juli 2007, verzonden op 17 juli 2007, heeft de rechtbank Groningen (hierna: de rechtbank) het door de stichting daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft de stichting bij faxbericht, bij de Raad van State ingekomen op 27 augustus 2007, hoger beroep ingesteld. De gronden van het beroep zijn aangevuld bij brief van 27 september 2007. Het college heeft een verweerschrift en nadere stukken ingediend. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 27 maart 2008, waar de stichting, vertegenwoordigd door haar [directeur], en het college, vertegenwoordigd door J. van Weperen, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Ingevolge artikel 1, aanhef en onder 1, van de Algemene subsidieverordening van de gemeente Weststellingwerf 2001 (hierna: de Verordening) wordt daarin onder gemeentebestuur verstaan het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van beslissingen. Ingevolge artikel 2, eerste lid, voor zover thans van belang, worden besluiten betreffende de verlening van subsidie door de gemeenteraad genomen. Ingevolge het tweede lid, aanhef en onder a, zijn burgemeester en wethouders bevoegd, indien zij daartoe bij of naar aanleiding van de vaststelling of de herziening van de gemeentelijke begroting, dan wel anderszins krachtens delegatie of mandaat bevoegd zijn verklaard. Ingevolge het derde lid zijn burgemeester en wethouders eveneens bevoegd ter zake van het verlenen van voorschotten, de betaling van voorschotten en subsidiebedragen, betaling van subsidiebedragen in gedeelten, opschorting van de verplichting tot betaling van voorschotten of subsidiebedragen, terugvordering van onverschuldigd betaalde voorschotten en subsidiebedragen en alle overige ter zake van subsidiëring te nemen uitvoeringsbeslissingen. Ingevolge artikel 13, eerste lid, voor zover thans van belang, stelt het gemeentebestuur bij beleidsregel een subsidieplafond vast, gespecificeerd naar de desbetreffende subsidievormen. 2.2. Ambtshalve dient te worden onderzocht of het college over de aan de stichting voor het jaar 2006 verleende subsidie kon beslissen. 2.2.1. Het college heeft met de brief van 30 november 2005, zoals ter zitting is bevestigd, beoogd een besluit te nemen over de aan de stichting voor het jaar 2006 te verlenen subsidie. Het heeft betoogd dat het daartoe bevoegd was ingevolge artikel 160 van de Gemeentewet, gelezen in verbinding met artikel 2, tweede lid, aanhef en onder a, en artikel 13 van de Verordening. Ter zitting heeft het nog gewezen op het door hem bij brief van 14 maart 2008 overgelegde deel van het delegatie- en mandaatregister 2004. 2.2.2. Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Verordening is de raad van de gemeente Weststellingwerf (hierna: de gemeenteraad) bevoegd om besluiten betreffende de verlening van subsidie te nemen. Ingevolge het tweede lid komt deze bevoegdheid aan het college toe, indien die bevoegdheid aan hem is gedelegeerd, dan wel gemandateerd. De bevoegdheid om het subsidiebesluit te nemen, kan in dit geval niet worden ontleend aan het overgelegde deel van het delegatie- en mandaatregister 2004, aangezien het college hierin, voor zover thans van belang, bevoegd is verklaard te besluiten over het verlenen van subsidie in het kader van de Verordening tot ten hoogste € 5.000,00 en de aan de stichting voor het jaar 2006 verleende subsidie dit bedrag overschrijdt. Voorts is niet gebleken dat het college bij de door de gemeenteraad vastgestelde begroting 2006-2009 of anderszins daartoe bevoegd is verklaard. De conclusie is dat het college niet over de aan de stichting voor het jaar 2006 verleende subsidie kon beslissen, als het heeft gedaan. 2.3. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. De Afdeling zal, doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, het beroep van de stichting tegen het besluit van 12 juni 2006 alsnog gegrond verklaren, dat besluit vernietigen en het besluit van 30 november 2005, onder gegrondverklaring van het daartegen gemaakte bezwaar, herroepen. 2.4. Van voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten is niet gebleken. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: I. verklaart het hoger beroep gegrond; II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Groningen van 9 juli 2007 in zaak nr. 06/1516; III. verklaart het bij de rechtbank in die zaak ingestelde beroep gegrond; IV. vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Weststellingwerf van 12 juni 2006, kenmerk 2006-000887/u/BZ; V. verklaart het tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Weststellingwerf van 30 november 2005, kenmerk WOS/0508835, gemaakte bezwaar gegrond; VI. herroept dat besluit; VII. gelast dat de gemeente Weststellingwerf aan de stichting Stichting Bibliotheken Zuidoost Fryslân het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 709,00 (zegge: zevenhonderdnegen euro) voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, voorzitter, en mr. B. van Wagtendonk en mr. Ch.W. Mouton, leden, in tegenwoordigheid van mr. R.H.L. Dallinga, ambtenaar van Staat. w.g. Loeb w.g. Dallinga voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 7 mei 2008 18-506.