Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD1673

Datum uitspraak2008-05-09
Datum gepubliceerd2008-05-15
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureRaadkamer
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers01/083005-03
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bezwaarschrift tegen de weigering van de rechter-commissaris om in het kader van het gerechtelijk vooronderzoek op verzoek van de verdediging getuigen te horen. Op grond van het tweede lid van artikel 208 van het Wetboek van Strafvordering kan de rechter-commissaris bezwaar hebben tegen het horen van (bepaalde) getuigen en deskundigen, hetgeen de rechter-commissaris dient te motiveren in zijn beschikking. De wet geeft geen nadere invulling van de criteria waaraan de rechter-commissaris zijn eventuele bezwaar moet toetsen; de rechter-commissaris komt bij het al dan niet toelaten tot het horen van getuigen en deskundigen discretionaire bevoegdheid toe. Het noodzaaks- of verdedigingscriterium, waaraan de zittingsrechter gebonden is, is voor de rechter- commissaris niet van toepassing. Ongegrondverklaring van het bezwaarschrift.


Uitspraak

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector strafrecht Kenmerken: 06/1568 Parketnummer: 01/083005-03 BESLISSING OP BEZWAARSCHRIFT Deze beslissing betreft een op 14 november 2006 ingediend bezwaarschrift als bedoeld in artikel 208, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. Het bezwaarschrift is ingediend door: [verdachte] geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1963, wonende te [woonplaats] [adres] Het bezwaarschrift strekt tot vernietiging van de beslissing van 31 oktober 2006 van de rechter-commissaris, inhoudende de afwijzing van het verzoek om een aantal getuigen te horen. Inleiding. De rechtbank heeft onder meer kennis genomen van: - het verzoek van de raadsman om 163 getuigen te horen (d.d. 12 september 2005 en 22 november 2005); - de bestreden beslissing van de rechter-commissaris (d.d. 31 oktober 2006); - het onderhavige bezwaarschrift; - de schriftelijke reactie van de officier van justitie op dit bezwaarschrift (d.d. 19 februari 2007); - het strafdossier met bovengenoemd parketnummer. Van de 163 verzochte getuigen zijn door de rechter-commissaris inmiddels twintig getuigen gehoord. Onderzoek in raadkamer. Het bezwaarschrift is op 28 februari 2007 en op 28 april 2008 in raadkamer behandeld. Daarbij zijn de raadslieden en de officier van justitie gehoord. De raadslieden hebben het bezwaarschrift toegelicht. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het bezwaarschrift. De beoordeling. Het bezwaarschrift is tijdig ingediend. Bij de beoordeling van de beslissing van de rechter-commissaris heeft de rechtbank het volgende overwogen. De verdediging kan het verzoek doen getuigen en deskundigen te horen bij de rechter-commissaris. Dit verzoek dient vergezeld te gaan van een korte aanduiding van hetgeen de getuigen en deskundigen zouden kunnen verklaren. Op grond van het tweede lid van artikel 208 van het Wetboek van Strafvordering kan de rechter-commissaris bezwaar hebben tegen het horen van (bepaalde) getuigen en deskundigen, hetgeen de rechter-commissaris dient te motiveren in zijn beschikking. De wet geeft geen nadere invulling van de criteria waaraan de rechter-commissaris zijn eventuele bezwaar moet toetsen; de rechter-commissaris komt bij het al dan niet toelaten tot het horen van getuigen en deskundigen discretionaire bevoegdheid toe. Het noodzaaks- of verdedigingscriterium, waaraan de zittingsrechter gebonden is, is voor de rechter- commissaris niet van toepassing. De rechter-commissaris heeft nagenoeg alle getuigen gehoord die belastend hebben verklaard over verdachte. De rechtbank ziet zich gesteld voor de vraag of de rechter-commissaris tot zijn beslissing van 31 oktober 2006 heeft kunnen komen. De rechter-commissaris heeft aangegeven dat door het horen van een twintigtal getuigen, een voldoende beeld wordt verkregen ten aanzien van de feiten zoals deze in de vordering gerechtelijk vooronderzoek (inclusief nadere omschrijving) zijn weergegeven. De overige getuigen en deskundigen heeft de rechter-commissaris afgewezen omdat de verdediging naar het oordeel van de rechter-commissaris onvoldoende concreet heeft aangegeven wat het belang is van het horen van deze getuigen en deskundigen in het kader van het lopende gerechtelijke vooronderzoek. De rechtbank acht deze beslissing niet onbegrijpelijk en zal daarom het bezwaar ongegrond verklaren. De beslissing. De rechtbank: Verklaart het bezwaarschrift ongegrond. Deze beslissing is op 9 mei 2008 gegeven door: mr. W.A.F. Damen, voorzitter, en mr. C.B.M. Bruens en mr. G.J. Holtkamp, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.K.J. Kooij, griffier.