Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD1697

Datum uitspraak2008-05-13
Datum gepubliceerd2008-05-15
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers19/830018-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte heeft een sjaal om de hals van het slachtoffer gedaan en hard aangetrokken. Vervolgens heeft hij de keel van het slachtoffer gegrepen en dichtgeknepen, waardoor het slachtoffer weinig lucht kreeg. Verdachte sprak hierbij met de dreigende woorden 'Ik had je al eerder moeten afmaken, je van het leven moeten beroven'. Het slachtoffer was in grote angst dat zij ook daadwerkelijk dood zou gaan.


Uitspraak

RECHTBANK ASSEN Sector strafrecht Parketnummer: 19.830018-08 vonnis van de Meervoudige kamer d.d. 13 mei 2008 in de zaak van het openbaar ministerie tegen: [verdachte] geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969, thans verblijvende te [plaats van detentie]. Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 29 april 2008. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M.J. Buitenhuis, advocaat te Eelde. Tenlastelegging De verdachte is ingevolge de ter terechtzitting gewijzigde tenlastelegging bij dagvaarding tenlastegelegd, dat 1. hij op of omstreeks 12 januari 2008 te Assen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet - een sjaal, althans een voor verwurging geschikt voorwerp, om de keel/hals van die [slachtoffer] heeft gedaan en die sjaal/dat voorwerp hard heeft aangetrokken en/of - met zijn hand(en) de keel/hals van die [slachtoffer] heeft dichtgeknepen/dichtgedrukt en/of enige tijd dichtgeknepen/dichtgedrukt heeft gehouden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat hij op of omstreeks 12 januari 2008 te Assen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet - een sjaal, althans een voor verwurging geschikt voorwerp, om de keel/hals van die [slachtoffer] heeft gedaan en die sjaal/dat voorwerp hard heeft aangetrokken en/of - met zijn hand(en) de keel/hals van die [slachtoffer] heeft dichtgeknepen/dichtgedrukt en/of enige tijd dichtgeknepen/dichtgedrukt heeft gehouden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 2. hij op of omstreeks 12 januari 2008 te Assen [slachtoffer] (meermalen) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte - opzettelijk dreigend tegen die [slachtoffer] gezegd: "Ik had je al eerder moeten afmaken; van het leven moeten beroven. Je roept bij mij iets gewelddadigs op", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of - toen hij bezig was die [slachtoffer] te wurgen en zij riep dat ze geen lucht meer kreeg, opzettelijk dreigend tegen die [slachtoffer] gezegd dat dit ook de bedoeling was, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of - opzettelijk dreigend tegen die [slachtoffer] gezegd: "Zie je die vensterbank, ga daarheen met je hoofd en met je hoofd daar tegenaan", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking; 3. hij op of omstreeks 12 januari 2008 te Assen aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, hebbende hij opzettelijk - die [slachtoffer] (meermalen) tegen het hoofd gestompt en/of geslagen en/of - (met zijn geschoeide voeten) op die [slachtoffer] gestaan en/of - met een knie op de rug van die [slachtoffer] gezeten en/of - het hoofd van die [slachtoffer] aan haar haren omhoog getrokken en/of - (later) die [slachtoffer] (opnieuw) tegen haar hoofd gestompt en/of geslagen en/of - met die [slachtoffer] gegooid en/of - die [slachtoffer] tegen de vloer gewerkt en/of een trommel op die [slachtoffer] gegooid; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat hij op of omstreeks 12 januari 2008 te Assen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet - die [slachtoffer] (meermalen) tegen het hoofd heeft gestompt en/of geslagen en/of - (met zijn geschoeide voeten) op die [slachtoffer] is gaan staan en/of - met een knie op de rug van die [slachtoffer] is gaan zitten en/of - het hoofd van die [slachtoffer] aan haar haren omhoog heeft getrokken en/of - (later) die [slachtoffer] (opnieuw) tegen haar hoofd heeft gestompt en/of geslagen en/of - met die [slachtoffer] is gaan gooien en/of - die [slachtoffer] tegen de vloer heeft gewerkt en/of een trommel op die [slachtoffer] heeft gegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; en/of dat hij op of omstreeks 12 januari 2008 te Assen opzettelijk mishandeld [slachtoffer] - meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd heeft geslagen en/of gestompt en/of - met zijn, verdachtes, geschoeide voet(en) op de rug is gaan staan en/of - een knie op de rug heeft gezet en/of - aan haar haren omhoog heeft getrokken en/of - (later) (opnieuw) tegen het hoofd heeft gestomp en/of geslagen en/of - op de grond heeft gegooid en/of - tegen de vloer heeft gewerkt en/of - een trommel op het lichaam en/of hoofd heeft gegooid, tengevolge waarvan die [slachtoffer] enig lichamelijk letsel en/of pijn heeft ondervonden; 4. hij op of omstreeks 12 januari 2008 te Assen toen een of meer daar dienstdoende opsporingsambtena(a)r(en) van Regiopolitie Drenthe verdachte op verdenking van het overtreden van artikel 285-45 en/of 302 van het Wetboek van Strafrecht, in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit, op heterdaad ontdekt, had(den) aangehouden en vastgegrepen, althans vast had(den) teneinde hem ten spoedigste voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, te weten een politiebureau te Assen, zich met geweld heeft verzet tegen bovengenoemde opsporingsambtena(a)r(en), werkzaam in de rechtmatige uitoefening zijner/hunner bediening, door opzettelijk gewelddadig te rukken en/of te trekken en/of te duwen in een andere richting dan die waarin die ambtena(a)r(en) probeerde(n) verdachte met zich te voeren; Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging. Bewijsmiddelen Nu verdachte hetgeen de rechtbank bewezen zal verklaren heeft bekend en nadien niet anders heeft verklaard en hij noch zijn raadsvrouwe vrijspraak heeft bepleit zal de rechtbank volstaan met een opgave van bewijsmiddelen. - De verklaring van aangeefster [slachtoffer], opgenomen in het proces-verbaal met dossiernummer PL031E/08-500265, p. 16-21; - De verklaring van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant], beiden hoofdagent van politie Drenthe, district Zuidwest, opgenomen in het proces-verbaal met dossiernummer PL031E/08-500265, met name p. 9-10, waaruit blijkt dat voornoemde verbalisanten het slachtoffer om hulp hoorden roepen en haar even later aantroffen met zichtbaar aangezichtsletsel. - De medische verklaring met betrekking tot het slachtoffer, [slachtoffer], d.d. 14 januari 2008, opgenomen in het proces-verbaal met dossiernummer PL031E/08-500265. - De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 29 april 2008. Bewezenverklaring De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: 1. hij omstreeks 12 januari 2008 te Assen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet - een sjaal om de keel/hals van die [slachtoffer] heeft gedaan en die sjaal hard heeft aangetrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 2. hij omstreeks 12 januari 2008 te Assen [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte - opzettelijk dreigend tegen die [slachtoffer] gezegd: "Ik had je al eerder moeten afmaken; van het leven moeten beroven. Je roept bij mij iets gewelddadigs op"; 3. hij omstreeks 12 januari 2008 te Assen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet - die [slachtoffer] (meermalen) tegen het hoofd heeft gestompt en geslagen en - (met zijn geschoeide voeten) op die [slachtoffer] is gaan staan en - met een knie op de rug van die [slachtoffer] is gaan zitten en - het hoofd van die [slachtoffer] aan haar haren omhoog heeft getrokken en - (later) die [slachtoffer] (opnieuw) tegen haar hoofd heeft gestompt en/of geslagen en met die [slachtoffer] is gaan gooien en - die [slachtoffer] tegen de vloer heeft gewerkt en een trommel op die [slachtoffer] heeft gegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; en dat hij op of omstreeks 12 januari 2008 te Assen opzettelijk mishandeld [slachtoffer] - met zijn, verdachtes, geschoeide voet(en) op de rug is gaan staan en - een knie op de rug heeft gezet en - tegen de vloer heeft gewerkt en - een trommel op het lichaam of hoofd heeft gegooid, tengevolge waarvan die [slachtoffer] enig lichamelijk letsel en pijn heeft ondervonden; 4. hij omstreeks 12 januari 2008 te Assen toen daar dienstdoende opsporingsambtenaren van Regiopolitie Drenthe verdachte op verdenking van het overtreden van artikel 285-45 en 302 van het Wetboek van Strafrecht, op heterdaad ontdekt, hadden aangehouden en vastgegrepen, teneinde hem ten spoedigste voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, te weten een politiebureau te Assen, zich met geweld heeft verzet tegen bovengenoemde opsporingsambtenaren, werkzaam in de rechtmatige uitoefening hunner bediening, door opzettelijk gewelddadig te rukken en te trekken en te duwen in een andere richting dan die waarin die ambtenaren probeerden verdachte met zich te voeren; De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft. De verdachte zal van het onder 1, 2, 3 en 4 meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht. Kwalificatie Het onder 1 bewezen verklaarde levert op: poging tot doodslag, strafbaar gesteld bij artikel 287 juncto 45 van het Wetboek van Strafrecht; Het onder 2 bewezen verklaarde levert op: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht; Het onder 3 bewezen verklaarde levert op: poging tot zware mishandeling, strafbaar gesteld bij artikel 302 van het Wetboek van Strafrecht; en mishandeling, strafbaar gesteld bij artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht; Het onder 4 bewezen verklaarde levert op: wederspannigheid, strafbaar gesteld bij artikel 180 van het Wetboek van Strafrecht; Strafbaarheid De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht. Strafmotivering De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straffen in aanmerking: - de aard en de ernst van de gepleegde feiten; - de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan; - hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte; - de eis van de officier van justitie, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek, waarvan 10 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en met de bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen van de Stichting Reclassering Nederland, ook indien dit een klinische opname inhoudt bij de Forensische Psychiatrische Kliniek; - het pleidooi van de raadsvrouwe van de verdachte; - de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 3 april 2008, waaruit blijkt dat de verdachte eerder ter zake van een geweldsmisdrijf is veroordeeld; Verdachte heeft een sjaal om de hals van het slachtoffer gedaan en hard aangetrokken. Vervolgens heeft hij de keel van het slachtoffer gegrepen en dichtgeknepen, waardoor het slachtoffer weinig lucht kreeg. Verdachte sprak hierbij met de dreigende woorden 'Ik had je al eerder moeten afmaken, je van het leven moeten beroven'. Het slachtoffer was in grote angst dat zij ook daadwerkelijk dood zou gaan. Bovendien heeft verdachte het slachtoffer meermalen tegen het hoofd gestompt of geslagen, met zijn geschoeide voeten op het slachtoffer gestaan, met een knie op de rug van het slachtoffer gezeten, het hoofd van het slachtoffer aan de haren omhoog getrokken, tegen het hoofd gestompt of geslagen, met het slachtoffer gegooid, tegen de vloer gewerkt en een trommel op het slachtoffer gegooid. Daarmee heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan poging tot zware mishandeling en mishandeling van het slachtoffer, alsmede bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. Poging tot doodslag is een ernstig feit, waarop in beginsel moet worden gereageerd met oplegging van een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Verdachte heeft zich vervolgens met geweld verzet tegen opsporingsambtenaren die in de rechtmatige uitoefening van hun bediening werkzaam waren. Verdachte heeft opzettelijk gewelddadig te gerukt en getrokken en geduwd in een andere richting dan die waarin die ambtenaren probeerden verdachte met zich te voeren. De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor gegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf geboden is. De rechtbank acht daarnaast een forse voorwaardelijke gevangenisstraf als stok achter de deur passend. Toepassing van wetsartikelen De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d en 57 van het Wetboek van Strafrecht. Beslissing van de rechtbank De rechtbank verklaart bewezen dat het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar. De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot - gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden, waarvan een gedeelte groot 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De rechtbank beveelt, dat de voorwaardelijk opgelegde straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te vermelden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd. De rechtbank stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens de Stichting Reclassering Nederland, arrondissement Assen, zolang deze instelling zulks nodig oordeelt, ook indien dit een klinische opname bij de Forensische Psychiatrische Kliniek inhoudt, maximaal voor de duur van de proeftijd, met opdracht aan die instelling ingevolge art. 14d van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. Dit vonnis is gewezen door mr. J.E. Münzebrock, voorzitter en mr. O.J. Bosker en mr. B.I. Klaassens, rechters in tegenwoordigheid van mr. E.M. Harbers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 13 mei 2008, zijnde mr. O.J. Bosker buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.