
Jurisprudentie
BD2026
Datum uitspraak2008-05-07
Datum gepubliceerd2008-05-26
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers148004/ FA RK 02-3593
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-05-26
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers148004/ FA RK 02-3593
Statusgepubliceerd
Indicatie
Verbeterbeschikking.
Uitspraak
beschikking
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 148004 / FA RK 02-3593
Herstelbeschikking
Beschikking van 7 mei 2008
in de zaak van
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen de vrouw,
procureur voorheen mr. R.R. Katerberg, daarna mr. J.C. Herweijer,
nu mr. E.H. de Jonge-Wiemans,
tegen
[belanghebbende],
wonende te [woonplaats],
belanghebbende,
procureur mr. B.M.E. Drykoningen.
1. Het verzoek tot verbetering
De man heeft bij brief van zijn huidige raadsvrouwe mr. M.W. Riezebosch, advocaat te Ede, van 15 februari 2008 de rechtbank verzocht om verbetering van de op 7 november 2007 in deze zaak gegeven beschikking, omdat daarin een fout gemaakt is.
Bij fax van 4 maart 2008 heeft mr. M.M. Weijand, eveneens advocaat te Ede, namens de vrouw aan de rechtbank bericht tegen inwilliging van dat verzoek bezwaar te maken.
2. De beoordeling
De man voert aan dat in de beschikking van 7 november 2007 een fout gemaakt is, omdat het saldo van een bepaalde rekening ten onrechte niet als debetsaldo maar als creditsaldo is opgevat.
De rechtbank is van oordeel dat de man hierin gelijk heeft. Op het indertijd door hem overgelegde overzicht van die rekening is met een letter D aangegeven dat het saldo negatief was. De rechtbank heeft dit over het hoofd gezien. Daarbij mag worden opgemerkt dat de man indertijd geen volledig overzicht heeft overgelegd (en overigens nog steeds niet). Wanneer hij dat wel gedaan had, zou de rechtbank bij het narekenen van het saldo op de peildatum de fout zeker ontdekt hebben. Dat neemt niet weg dat de rechtbank inderdaad een fout gemaakt heeft.
De volgende vraag is of deze fout zich voor eenvoudig herstel leent. De rechtbank neemt daarbij het volgende in overweging. De beschikking in kwestie vormde de afsluiting van een lange en complexe procedure. Partijen zijn ongetwijfeld allebei ongelukkig geweest met onderdelen van die beschikking, maar zij hebben op basis van de beslissing als geheel besloten om daarvan geen hoger beroep in te stellen. De termijn voor dat hoger beroep was verstreken toen de man zijn verzoek om verbetering deed, en van een herstelbeschikking is geen afzonderlijk hoger beroep mogelijk. De rechtbank acht het daarom in strijd met de eisen van een goede procesorde om de beslissing nu nog te wijzigen. De fout leent zich daarom niet voor eenvoudig herstel, zodat het verzoek moet worden afgewezen.
3. De beslissing
De rechtbank wijst het verzoek om verbetering van de op 7 november 2007 tussen partijen gegeven beschikking af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.A.A. van Kalveen, rechter, in aanwezigheid van mr. N.I. Ganzevoort, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 mei 2008.
De griffier is buiten staat deze herstelbeschikking mede te ondertekenen.