Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD5724

Datum uitspraak2008-04-14
Datum gepubliceerd2008-06-30
RechtsgebiedFaillissement
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers395572
Statusgepubliceerd


Indicatie

afwijzing verzoek voorlopige voorziening


Uitspraak

beschikking RECHTBANK AMSTERDAM Sector civiel recht zaaknummer / rekestnummer: FT RK 08.560 uitspraakdatum: 14 april 2008 afwijzing verzoek voorlopige voorziening In de zaak van: A, geboren op … te …, wonende te … - hierna te noemen: verzoekster, is door verzoekster, tegelijk met het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, een verzoek ingediend tot het geven van een of meer voorlopige voorzieningen als bedoeld in artikel 287 lid 4 van de Faillissementswet. Kort weergeven, verzoekt verzoekster de rechtbank het deurwaarderskantoor Nijstad en Toonen te verbieden om schuldenares te gijzelen en om haar inboedel openbaar te verkopen. Verzoekster verzoekt tevens om opheffing van op haar inkomen/uitkering en/of goederen gelegde beslag(en). Er zijn geen schriftelijke stukken overgelegd, waaruit blijkt dat schuldenares gegijzeld zal worden of dat haar inboedel openbaar verkocht zal worden of dat er beslag is gelegd op haar inkomen/uitkering en/of goederen. De rechtbank is daarom van oordeel dat het verzoekschrift niet aan de daaraan gestelde eisen voldoet. Verzoekster dient daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard in het onderhavige verzoek. Ten overvloede overweegt de rechtbank het volgende. Verzoekster heeft, blijkens haar verklaring ex artikel 285 lid 1 onder g van de Faillissementswet, immers schulden aan het Centraal Justitieel Incasso Bureau van in totaal € 2.706,70. Gelet op de aard en omvang van deze schulden is voorshands onaannemelijk dat schuldenares te goeder trouw kan worden geacht ten aanzien van deze schulden, zodat niet te verwachten is dat zij tot de schuldsaneringsregeling zal worden toegelaten. Daarom zou het verzoek, ook als het met bewijsstukken zou zijn onderbouwd, worden afgewezen. Een definitief oordeel over de toelating tot de schuldsaneringsregeling zal worden gegeven na de mondelinge behandeling van het verzoek tot toelating, in een afzonderlijk vonnis. Dit leidt tot de volgende beslissing. BESLISSING De rechtbank: - verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek. Deze beschikking is gegeven door mr. R.H.C. Jongeneel en in raadkamer uitgesproken op 14 april 2008 om 14:06 uur.