Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD6322

Datum uitspraak2008-07-04
Datum gepubliceerd2008-07-04
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers15/996509-05
Statusgepubliceerd


Indicatie

Beleggingsfraude. Bewezenverklaring: medeplichtigheid aan oplichting, meermalen gepleegd; medeplichtigheid aan overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 7 van de Wet Toezicht Effectenverkeer 1995; medeplichtigheid aan overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 82 van de Wet Toezicht Kredietwezen 1992. Gevoerde verweren: 1. OMNO vanwege undue delay (overschrijden redelijke termijn) en verjaring feiten 2 en 3; 2. Geen sprake van medeplegen/medeplichtigheid want vereiste dubbele opzet ontbreekt, ook geen sprake van voorwaardelijk opzet. Rechtbank verwerpt de ze verweren: 1. Undue delay leidt niet tot niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie maar tot compensatie in de strafmaat. Feiten 2 en 3 zijn voortdurende delicten, waarbij de verjaring i.c. pas begint te lopen als verdachte niet langer zonder vergunning handelt; 2. Door de in de uitspraak omschreven handelingen te verrichten heeft verdachte op zijn minst genomen willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat zij zich schuldig maakt aan het geven van essentiële hulp aan oplichting. Strafmotivering Verdachte is als medeplichtige betrokken geraakt bij grootschalige oplichting, waarbij op doortrapte wijze grote geldbedragen afhandig zijn gemaakt van een aanzienlijk aantal personen. Hoewel de rol van verdachte relatief gering is gebleven, was haar hulpverlening essentieel. Zie voor echtgenoot/medeverdachte LJN: BD6293.


Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM Sector Strafrecht Locatie Haarlem Meervoudige economische strafkamer Parketnummer: 15/996509-05 Uitspraakdatum: 4 juli 2008 Tegenspraak verkort strafvonnis (art. 138b Sv) Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 20 juni 2008 in de zaak tegen: [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1957 te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats]. 1. Tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd dat: Feit 1 Primair zij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 april 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort en/of Zwolle en/of Wijhe en/of Rolde, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels: - [slachtoffer1] (ongeveer EUR 43.000,-) en/of - [slachtoffer2] (ongeveer EUR 30.000,-) en/of - [slachtoffer3] (ongeveer EUR 46.000,-) en/of - [slachtoffer4] (ongeveer EUR 41.690,-) en/of - [slachtoffer5] (ongeveer EUR 23.700,-) en/of - [slachtoffer6] (ongeveer EUR 150.000,-) en/of - [slachtoffer7] (ongeveer EUR 147.500,-) en/of - [slachtoffer8] (ongeveer EUR 29.496,-) en/of - [slachtoffer9] (ongeveer EUR 110.000,-) en/of - [slachtoffer10] (ongeveer EUR 80.000,-) en/of - [slachtoffer11] (ongeveer 30.000,-) en/of - [slachtoffer12] (ongeveer EUR 30.000,-) en/of - [slachtoffer13] (ongveeer EUR 35.000,-) en/of - [slachtoffer14] (ongeveer EUR 22.689,-) en/of - [slachtoffer15] (ongeveer EUR 20.000,-) en/of - [slachtoffer16] (ongeveer EUR 40.000,-) en/of - [slachtoffer17] (ongeveer EUR 22.689,-) en/of - [slachtoffer18] (ongeveer EUR 100.000,-) en/of - [slachtoffer19] (ongeveer EUR 28.000,-) en/of (een) ander(en) heeft bewogen tot de afgifte van voornoemde geldbedragen, in elk geval van enig goed, immers heeft verdachtes mededader [medeverdachte1] met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid: - voorgewend en/of gesteld dat hij "investmentbanker" was en/of meer dan 35 jaar ervaring in de (internationale) beurshandel had (in Londen en/of New York en/of Chicago en/of Singapore en/of Hong Kong en/of Tokio) en/of - aan inleggers rendementen van tussen de 12% en de 24% per jaar beloofd, in ieder geval enig minimumrendement en/of - voorgewend dat voor rekening en risico van verdachte en/of Apollo Garant Inc. en/of Apollo Garant AG zou worden gehandeld en/of - voorgewend dat de investering tegen koersfluctuaties was/zou (worden) ingedekt en/of - voorgewend dat er voor investeerders effectenrekeningen/’Security Accounts’ (bij “een van de bekendste Amerikaanse Investmentbanken”) zouden worden geopend, waarop ingelegde gelden op eigen naam van de investeerders zouden worden geregistreerd en/of - aan inleggers beloofd dat ze hun inleg altijd terug konden krijgen, waardoor die bovengenoemde perso(o)n(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte; Subsidiair [medeverdachte1] op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 april 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort en/of Zwolle en/of Wijhe en/of Rolde, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels: - [slachtoffer1] (ongeveer EUR 43.000,-) en/of - [slachtoffer2] (ongeveer EUR 30.000,-) en/of - [slachtoffer3] (ongeveer EUR 46.000,-) en/of - [slachtoffer4] (ongeveer EUR 41.690,-) en/of - [slachtoffer5] (ongeveer EUR 23.700,-) en/of - [slachtoffer6] (ongeveer EUR 150.000,-) en/of - [slachtoffer7] (ongeveer EUR 147.500,-) en/of - [slachtoffer8] (ongeveer EUR 29.496,-) en/of - [slachtoffer9] (ongeveer EUR 110.000,-) en/of - [slachtoffer10] (ongeveer EUR 80.000,-) en/of - [slachtoffer11] (ongeveer 30.000,-) en/of - [slachtoffer12] (ongeveer EUR 30.000,-) en/of - [slachtoffer13] (ongveeer EUR 35.000,-) en/of - [slachtoffer14] (ongeveer EUR 22.689,-) en/of - [slachtoffer15] (ongeveer EUR 20.000,-) en/of - [slachtoffer16] (ongeveer EUR 40.000,-) en/of - [slachtoffer17] (ongeveer EUR 22.689,-) en/of - [slachtoffer18] (ongeveer EUR 100.000,-) en/of - [slachtoffer19] (ongeveer EUR 28.000,-) en/of (een) ander(en) heeft bewogen tot de afgifte van voornoemde geldbedragen, in elk geval van enig goed, immers heeft verdachtes mededader [medeverdachte1] met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid: - voorgewend en/of gesteld dat hij "investmentbanker" was en/of meer dan 35 jaar ervaring in de (internationale) beurshandel had (in Londen en/of New York en/of Chicago en/of Singapore en/of Hong Kong en/of Tokio) en/of - aan inleggers rendementen van tussen de 12% en de 24% per jaar beloofd, in ieder geval enig minimumrendement en/of - voorgewend dat voor rekening en risico van verdachte en/of Apollo Garant Inc. en/of Apollo Garant AG zou worden gehandeld en/of - voorgewend dat de investering tegen koersfluctuaties was/zou (worden) ingedekt en/of - voorgewend dat er voor investeerders effectenrekeningen/’Security Accounts’ (bij “een van de bekendste Amerikaanse Investmentbanken”) zouden worden geopend, waarop ingelegde gelden op eigen naam van de investeerders zouden worden geregistreerd en/of - aan inleggers beloofd dat ze hun inleg altijd terug konden krijgen, waardoor die bovengenoemde perso(o)n(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n), bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 april 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort en/of Zwolle en/of Wijhe en/of Rolde, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door: - bankrekening(en) ter beschikking te stellen aan [medeverdachte1] en/of [medeverdachte1] te machtigen tot beschikking over haar bankrekening(en) en/of - door als bestuurder op te treden en/of als bestuurder ingeschreven te staan van Apollo Garant Inc. en/of Apollo Garant AG en/of Stichting Beheer Derdengelden Apollo; Feit 2 Primair zij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 april 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort en/of Zwolle en/of Wijhe en/of Rolde, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), (telkens) opzettelijk zonder vergunning als effectenbemiddelaar of vermogensbeheerder in of vanuit Nederland diensten heeft/hebben aangeboden en/of doen aanbieden en/of verricht en/of doen verrichten door beroeps- of bedrijfsmatig (telkens) op grond van een overeenkomst het beheer te voeren over effecten die toebehoren aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon, danwel over middelen ter belegging in effecten, immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededader(s) in de voornoemde periode voor diverse personen, waaronder [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5] en/of [slachtoffer6] en/of [slachtoffer7] en/of [slachtoffer8] en/of [slachtoffer9] en/of [slachtoffer10] en/of (een) ander(en), aangeboden om Amerikaanse staatsobligaties te kopen en deze tegen koersverlies te laten verzekeren; Subsidiair [medeverdachte1] op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 april 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort en/of Zwolle en/of Wijhe en/of Rolde, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), (telkens) opzettelijk zonder vergunning als effectenbemiddelaar of vermogensbeheerder in of vanuit Nederland diensten heeft/hebben aangeboden en/of doen aanbieden en/of verricht en/of doen verrichten door beroeps- of bedrijfsmatig (telkens) op grond van een overeenkomst het beheer te voeren over effecten die toebehoren aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon, danwel over middelen ter belegging in effecten, immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededader(s) in de voornoemde periode voor diverse personen, waaronder [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5] en/of [slachtoffer6] en/of [slachtoffer7] en/of [slachtoffer8] en/of [slachtoffer9] en/of [slachtoffer10] en/of (een) ander(en), aangeboden om Amerikaanse staatsobligaties te kopen en deze tegen koersverlies te laten verzekeren, bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 april 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort en/of Zwolle en/of Wijhe en/of Rolde, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door: - bankrekening(en) ter beschikking te stellen aan [medeverdachte1] en/of [medeverdachte1] te machtigen tot beschikking over haar bankrekening(en) en/of - door als bestuurder op te treden en/of als bestuurder ingeschreven te staan van Apollo Garant Inc. en/of Apollo Garant AG en/of Stichting Beheer Derdengelden Apollo; Feit 3 Primair zij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 april 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort en/of Zwolle en/of Wijhe en/of Rolde, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), opzettelijk (telkens) bedrijfssmatig al dan niet op termijn opvorderbare gelden van het publiek heeft aangetrokken en/of ter beschikking heeft verkregen/gehad, te weten (onder andere) van de volgende personen de daarna genoemde bedragen: - [slachtoffer1] (ongeveer EUR 43.000,-) en/of - [slachtoffer2] (ongeveer EUR 30.000,-) en/of - [slachtoffer3] (ongeveer EUR 46.000,-) en/of - [slachtoffer4] (ongeveer EUR 41.690,-) en/of - [slachtoffer5] (ongeveer EUR 23.700,-) en/of - [slachtoffer6] (ongeveer EUR 150.000,-) en/of - [slachtoffer7] (ongeveer EUR 147.500,-) en/of - [slachtoffer8] (ongeveer EUR 29.496,-) en/of - [slachtoffer9] (ongeveer EUR 110.000,-) en/of - [slachtoffer10] (ongeveer EUR 80.000,-) en/of - [slachtoffer11] (ongeveer 30.000,-) en/of - [slachtoffer12] (ongeveer EUR 30.000,-) en/of - [slachtoffer13] (ongveeer EUR 35.000,-) en/of - [slachtoffer14] (ongeveer EUR 22.689,-) en/of - [slachtoffer15] (ongeveer EUR 20.000,-) en/of - [slachtoffer16] (ongeveer EUR 40.000,-) en/of - [slachtoffer17] (ongeveer EUR 22.689,-) en/of - [slachtoffer18] (ongeveer EUR 100.000,-) en/of - [slachtoffer19] (ongeveer EUR 28.000,-) en/of (een) ander(en) Subsidiair [medeverdachte1] op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 april 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort en/of Zwolle en/of Wijhe en/of Rolde, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), opzettelijk (telkens) bedrijfsmatig al dan niet op termijn opvorderbare gelden van het publiek heeft aangetrokken en/of ter beschikking heeft verkregen/gehad, te weten (onder andere) van de volgende personen de daarna genoemde bedragen: - [slachtoffer1] (ongeveer EUR 43.000,-) en/of - [slachtoffer2] (ongeveer EUR 30.000,-) en/of - [slachtoffer3] (ongeveer EUR 46.000,-) en/of - [slachtoffer4] (ongeveer EUR 41.690,-) en/of - [slachtoffer5] (ongeveer EUR 23.700,-) en/of - [slachtoffer6] (ongeveer EUR 150.000,-) en/of - [slachtoffer7] (ongeveer EUR 147.500,-) en/of - [slachtoffer8] (ongeveer EUR 29.496,-) en/of - [slachtoffer9] (ongeveer EUR 110.000,-) en/of - [slachtoffer10] (ongeveer EUR 80.000,-) en/of - [slachtoffer11] (ongeveer 30.000,-) en/of - [slachtoffer12] (ongeveer EUR 30.000,-) en/of - [slachtoffer13] (ongveeer EUR 35.000,-) en/of - [slachtoffer14] (ongeveer EUR 22.689,-) en/of - [slachtoffer15] (ongeveer EUR 20.000,-) en/of - [slachtoffer16] (ongeveer EUR 40.000,-) en/of - [slachtoffer17] (ongeveer EUR 22.689,-) en/of - [slachtoffer18] (ongeveer EUR 100.000,-) en/of - [slachtoffer19] (ongeveer EUR 28.000,-) en/of (een) ander(en) bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 april 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort en/of Zwolle en/of Wijhe en/of Rolde, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door: - bankrekening(en) ter beschikking te stellen aan [medeverdachte1] en/of [medeverdachte1] te machtigen tot beschikking over haar bankrekening(en) en/of - door als bestuurder op te treden en/of als bestuurder ingeschreven te staan van Apollo Garant Inc. en/of Apollo Garant AG en/of Stichting Beheer Derdengelden Apollo. 2. Voorvragen De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak. Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie De raadsvrouw van verdachte heeft ter terechtzitting aangevoerd dat het openbaar ministerie – in elk geval partieel – niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in zijn vervolging. Zij heeft daartoe gesteld dat de beginselen van een goede procesorde die geacht moeten worden te vallen onder de garanties van artikel 6 EVRM geschonden zijn omdat in deze zaak sprake is van undue delay. Met betrekking tot mogelijke partiële niet-ontvankelijkheid heeft zij aangevoerd dat de onder 2 en 3 aan haar cliënte ten laste gelegde feiten verjaard zijn voor zover het betreft de periode vóór 29 april 2002. Eerst op 29 april 2008 is de dagvaarding uitgegaan en ten aanzien van de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten geldt een termijn voor verjaring van het recht op vervolging van zes jaren. Dat moet betekenen dat ten aanzien van de beleggers [slachtoffer5], [slachtoffer6], [slachtoffer8], [slachtoffer7], [slachtoffer16], [slachtoffer9], [slachtoffer4], [slachtoffer3], [slachtoffer1], [slachtoffer14] en [slachtoffer17] het recht op vervolging ter zake van het opzettelijk overtreden van de voorschriften gesteld in de artikelen 82 Wet toezicht kredietwezen 1992 en 7 Wet toezicht effectenverkeer 1995, voor zover gepleegd vóór mei 2002, verjaard is. Het openbaar ministerie kan derhalve niet ontvangen worden in de vervolging ten aanzien van het aan verdachte onder feit 2 en 3 ten laste gelegde voor zover het betrekking heeft op de voornoemde beleggers, aldus de raadsvrouw. De rechtbank verwerpt dit verweer in beide onderdelen. Zij verwijst kortheidshalve naar het arrest van de Hoge Raad van 17 juni 2008 (LJN: BD2578) waarin de Hoge Raad als zijn opvatting uitspreekt dat een overschrijding van de redelijke termijn niet dient te leiden tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie, maar gecompenseerd zal worden in de strafmaat. Ten aanzien van het op partiële niet-ontvankelijkheid gerichte verweer heeft te gelden, dat de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten betrekking hebben op het zonder vergunning als effectenbemiddelaar aanbieden van diensten respectievelijk het zonder vergunning aantrekken van gelden. Deze feiten zijn derhalve aan te merken als voortdurende delicten. Dergelijke delicten zijn pas voltooid – en de termijn van verjaring vangt pas aan – op de dag dat de betrokken verdachte niet langer zonder vergunning opereert. De rechtbank concludeert dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging. 3. Bewijs 3.1. Vrijspraak Naar het oordeel van de rechtbank is niet bewezen hetgeen verdachte onder feit 1 primair, feit 2 primair en feit 3 primair ten laste is gelegd. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken. De door de raadsvrouw namens verdachte ten aanzien van het ten laste gelegde medeplegen gevoerde verweren behoeven derhalve geen bespreking. 3.2. Bespreking van verweren ten aanzien van het bewijs Namens verdachte heeft de raadsvrouwe ter terechtzitting aangevoerd, dat er niet alleen geen sprake is van medeplegen door haar cliënte maar evenmin van medeplichtigheid. Voor medeplichtigheid is immers dubbel opzet vereist, opzet op het verschaffen van gelegenheid en middelen en tevens opzet op het misdrijf. Haar cliënte, zo heeft de raadsvrouw gesteld, had geen enkele wetenschap van de vermeende oplichting. Zij heeft ook niet willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat het gevolg, de oplichting, zou intreden. Zij heeft slechts uit liefde voor haar man geopereerd. Ook medeplichtigheid aan de gedragingen die een overtreding opleveren van het bepaalde in de artikelen 7 Wet toezicht effectenverkeer 1995 en 82 Wet toezicht kredietwezen 1992 kan wegens het ontbreken van dubbel opzet niet bewezen worden, aldus de raadsvrouw; niet gezegd kan immers worden dat verdachte zowel opzet had op de door haar geboden hulp als op overtreding van het bepaalde in beide artikelen. Verdachte hield zich niet bezig met zaken die de beurs aangaan en heeft niemand hulp verleend. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt in dat verband het volgende. Verdachte heeft gefungeerd als bestuurder van Stichting Beheer Derdengelden Apollo en Apollo Garant Inc. Tevens was zij medebestuurder van Apollo Garant AG. De bankrekening die namens Apollo is geopend staat tevens op naam van verdachte. Haar man, medeverdachte [medeverdachte1], heeft haar dit gevraagd en zij heeft toegestemd. Op de rekeningen van Apollo kwamen grote geldbedragen binnen en deze bedragen gingen deels naar de rekening van de pleegdochter van verdachte. Verdachte heeft ook zelf opnames en betalingen verricht namens Apollo. Ook tekende zij, na een lijst van [medeverdachte1] gekregen te hebben met namen van beleggers, een blanco stuk zodat deze personen een geldbedrag konden inleggen. Een opgenomen telefoongesprek van 7 april 2005 tussen verdachte en [medeverdachte1] kan niet anders worden uitgelegd dan dat verdachte weet had van de handelingen die haar man verrichtte. In het dossier zit een visitekaartje van verdachte waarop vermeld staat zij directeur is van Apollo Garant AG en tevens international finance consultant. Verdachte heeft haar ondersteunende handelingen uit vrije wil verricht, er was geen sprake van enige vorm van dwang door haar echtgenoot. Door Apollo Garant en de Stichting Derdengelden Apollo op haar naam te zetten, haar handtekening te plaatsen onder beleggingscontracten en tevens opnames en betalingen te verrichten namens Apollo, heeft verdachte gelegenheid en middelen verschaft die het mogelijk maakten een groot aantal personen op te lichten. Verdachte heeft daarmee minst genomen willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat zij zich schuldig maakte aan essentiële hulp aan oplichting. Door als bestuurder van Apollo Garant Inc en AG en Stichting Derdengelden Apollo ingeschreven te staan en de bankrekening van Apollo op haar naam te laten zetten, betalingen en opnames te verrichten namens Apollo en handtekeningen te plaatsen onder beleggingscontracten, heeft verdachte tevens gelegenheid en middelen verschaft ten aanzien van de bedrijfsvoering van haar man en anderen welke strijd opleverde met het bepaalde in de artikelen 7 Wet toezicht effectenverkeer 1995 en 82 Wet toezicht kredietwezen 1992. 3.3. Bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat: Feit 1 subsidiair [medeverdachte1] op tijdstippen in de periode van 15 april 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort en/of Zwolle en/of Wijhe en/of Rolde, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels: - [slachtoffer1] 43.000,- euro en - [slachtoffer2] 30.000,- euro, en - [slachtoffer3] 46.000,- euro, en - [slachtoffer4] 41.690,69 euro, en - [slachtoffer5] 23.700,- euro, en - [slachtoffer6] 150.000,- euro, en - [slachtoffer7] 147.500,- euro, en - [slachtoffer8] 29.495,71 euro, en - [slachtoffer9] 109.999,94 euro, en - [slachtoffer10] 80.000,- euro, en - [slachtoffer11] 30.000,- euro, en - [slachtoffer12] 30.000,- euro, en - [slachtoffer13] 35.000,- euro, en - [slachtoffer14] 22.689,01 euro, en - [slachtoffer15] 20.000,- euro, en - [slachtoffer16] 40.000,- euro, en - [slachtoffer17] 22.689,01 euro, en - [slachtoffer18] 100.000,- euro, en - [slachtoffer19] 28.000,- euro, en anderen heeft bewogen tot de afgifte van voornoemde geldbedragen, immers heeft hij met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk: - voorgewend dat hij "investmentbanker" was en meer dan 35 jaar ervaring in de (internationale) beurshandel had (in Londen en New York en Chicago en Singapore en Hong Kong en Tokio) en - aan inleggers rendementen van tussen de 12% en de 24% per jaar beloofd, in ieder geval enig minimumrendement en - voorgewend dat de investering tegen koersfluctuaties was en zou worden ingedekt en - voorgewend dat er voor investeerders effectenrekeningen/’Security Accounts’ bij “een van de bekendste Amerikaanse Investmentbanken” zouden worden geopend, waarop ingelegde gelden op eigen naam van de investeerders zouden worden geregistreerd en - aan inleggers beloofd dat ze hun inleg altijd terug konden krijgen, waardoor die bovengenoemde personen werden bewogen tot bovenomschreven afgiften, bij het plegen van welk misdrijf verdachte op tijdstippen in de periode van 15 april 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort opzettelijk gelegenheid en middelen heeft verschaft door: - bankrekeningen ter beschikking te stellen aan [medeverdachte1] en [medeverdachte1] te machtigen tot beschikking over haar bankrekeningen en - door als bestuurder op te treden en als bestuurder ingeschreven te staan van Apollo Garant Inc. en Apollo Garant AG en Stichting Beheer Derdengelden Apollo. Feit 2 subsidiair [medeverdachte1] op tijdstippen in de periode van 15 april 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort en/of Zwolle en/of Wijhe en/of Rolde, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk zonder vergunning als effectenbemiddelaar in Nederland diensten heeft aangeboden of doen aanbieden en heeft verricht door bedrijfsmatig telkens op grond van een overeenkomst het beheer te voeren over effecten die toebehoren aan een natuurlijk persoon, dan wel over middelen ter belegging in effecten, immers hebben hij en zijn mededaders in de voornoemde periode voor diverse personen, waaronder [slachtoffer1] en [slachtoffer2] en [slachtoffer3] en [slachtoffer4] en [slachtoffer5] en [slachtoffer6] en [slachtoffer7] en [slachtoffer8] en [slachtoffer9] en [slachtoffer10], aangeboden om Amerikaanse staatsobligaties te kopen en deze tegen koersverlies te laten verzekeren, bij het plegen van welk misdrijf verdachte op tijdstippen in de periode van 15 april 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort opzettelijk gelegenheid en middelen heeft verschaft door: - bankrekeningen ter beschikking te stellen aan [medeverdachte1] en [medeverdachte1] te machtigen tot beschikking over haar bankrekeningen en - door als bestuurder op te treden en als bestuurder ingeschreven te staan van Apollo Garant Inc. en Apollo Garant AG en Stichting Beheer Derdengelden Apollo. Feit 3 subsidiair [medeverdachte1] op tijdstippen in de periode van 15 april 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort en/of Zwolle en/of Wijhe en/of Rolde, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk telkens bedrijfsmatig al dan niet op termijn opvorderbare gelden van het publiek heeft aangetrokken en ter beschikking heeft gehad, te weten (onder andere) van de volgende personen de daarna genoemde bedragen: - [slachtoffer1] 43.000,- euro en - [slachtoffer2] 30.000,- euro, en - [slachtoffer3] 46.000,- euro, en - [slachtoffer4] 41.690,69 euro, en - [slachtoffer5] 23.700,- euro, en - [slachtoffer6] 150.000,- euro, en - [slachtoffer7] 147.500,- euro, en - [slachtoffer8] 29.495,71 euro, en - [slachtoffer9] 109.999,94 euro, en - [slachtoffer10] 80.000,- euro, en - [slachtoffer11] 30.000,- euro, en - [slachtoffer12] 30.000,- euro, en - [slachtoffer13] 35.000,- euro, en - [slachtoffer14] 22.689,01 euro, en - [slachtoffer15] 20.000,- euro, en - [slachtoffer16] 40.000,- euro, en - [slachtoffer17] 22.689,01 euro, en - [slachtoffer18] 100.000,- euro, en - [slachtoffer19] 28.000,- euro, en anderen bij het plegen van welk misdrijf verdachte op tijdstippen in de periode van 15 april 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort opzettelijk gelegenheid en middelen heeft verschaft door: - bankrekeningen ter beschikking te stellen aan [medeverdachte1] en [medeverdachte1] te machtigen tot beschikking over haar bankrekeningen en - door als bestuurder op te treden en als bestuurder ingeschreven te staan van Apollo Garant Inc. en Apollo Garant AG en Stichting Beheer Derdengelden Apollo. Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank de tenlastelegging verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in haar verdediging. Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken. 4. Strafbaarheid van de feiten Het bewezen verklaarde levert op: Feit 1 Medeplichtigheid aan oplichting, meermalen gepleegd. Feit 2 Medeplichtigheid aan overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 7 van de Wet Toezicht Effectenverkeer 1995. Feit 3 Medeplichtigheid aan overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 82 van de Wet Toezicht Kredietwezen 1992. 5. Strafbaarheid van verdachte Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar. 6. Motivering van de sanctie en van overige beslissingen 6.1. De vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de in subsidiaire vorm ten laste gelegde feiten en gevorderd dat verdachte terzake daarvan zal worden veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaar. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de vorderingen van [slachtoffer5] te Zwolle, [slachtoffer6] te Zwolle, [slachtoffer7] te Oosterhout, [slachtoffer3] te IJsselstein, [slachtoffer8] te Zwolle, [slachtoffer4] te Zwolle, [slachtoffer1] te Voorst, [slachtoffer9] te Angerlo, [slachtoffer10] te Zwolle, [slachtoffer11] te ’s-Heerenbroek, [slachtoffer12] te Zutphen, [slachtoffer13] te Deventer, [slachtoffer14] te Dedemsvaart, [slachtoffer15] te Dronten, [slachtoffer16] te Zwolle, [slachtoffer2] te Zwolle, [slachtoffer17] te Zwolle, [slachtoffer18] te UK en [slachtoffer19] te Zwolle toegewezen dienen te worden tot telkens de hoogte van het ingelegde bedrag minus het retour ontvangen bedrag. 6.2. Hoofdstraf Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen. Verdachte is als medeplichtige betrokken geraakt bij grootschalige oplichting, waarbij op doortrapte wijze grote geldbedragen afhandig zijn gemaakt van een aanzienlijk aantal personen. Hoewel de rol van verdachte relatief gering is gebleven, was haar hulpverlening essentieel. Haar echtgenoot, medeverdachte [medeverdachte1], heeft middels twee tussenpersonen, medeverdachten [medeverdachte2] en [medeverdachte3], een groot aantal beleggingsovereenkomsten gesloten met een groot aantal personen. [medeverdachte1] heeft hiervoor het zogeheten Apollo Groeiprogramma opgezet en verdachte als bestuurder laten fungeren van Apollo Garant AG, Apollo Garant Inc. en Stichting Beheer Derdengelden Apollo. [medeverdachte1] heeft zichzelf gepresenteerd als ‘investmentbanker’. Met medewerking van [medeverdachte2] en [medeverdachte3] heeft [medeverdachte1] een brochure opgesteld om het programma te verduidelijken voor potentiële beleggers. Daarbij is als uitgangspunt genomen de door [medeverdachte1] reeds eerder in de Engelse en Duitse taal vervaardigde folder. Het geld dat werd ingelegd diende overgemaakt te worden op de derdengeldrekening van een advocaat, waardoor extra vertrouwen werd opgewekt. De inleg zou vervolgens worden overgemaakt naar een Amerikaanse investeringsbank (Bear Stearns) op eigen naam van de investeerders, maar de gelden zijn nimmer overgemaakt. De investering zou verzekerd worden tegen koersfluctuaties. Ook werd de potentiële beleggers voorgespiegeld dat ze altijd hun inleg konden terugkrijgen. De aan deze overeenkomsten verbonden hoge rendementen, van 12 of zelfs 24%, werden aanvankelijk wel uitbetaald aan de beleggers. Echter, vanaf januari 2004 werd, na een aantal haperingen in de betalingen aan de beleggers, helemaal niets meer uitbetaald. Daardoor zijn tientallen personen ernstig benadeeld voor een bedrag van in totaal bijna 2 miljoen euro. Verschillende slachtoffers hebben hierdoor betalingsproblemen gekregen. Het geld dat de beleggers hebben ingelegd is rondgepompt via verschillende bankrekeningen, onder andere de bankrekening van de pleegdochter van verdachte. De rechtbank meent dat onder bovengenoemde omstandigheden sprake is geweest van oplichting middels een samenweefsel van verdichtsels, waaraan verdachte onmisbare hulp heeft verschaft. Het handelen van verdachte levert eveneens strijd op met het bepaalde in de Wet Toezicht Effectenverkeer 1995 alsmede met hetgeen artikel 82 Wet Toezicht Kredietwezen 1992 voorschrijft. Doordat zonder vergunning werd geopereerd is het vertrouwen dat personen in het geld- en kredietwezen moeten kunnen hebben, geschonden. Ten voordele van verdachte neemt de rechtbank in aanmerking dat de rol die zij in het geheel heeft gehad, gering is. Op grond van het hiervoor overwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat deze vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van 2 jaar opdat verdachte er tijdens die proeftijd van wordt weerhouden strafbare feiten te begaan. 6.3. Vorderingen benadeelde partijen De benadeelde partij [slachtoffer1] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 52.847, 86 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 30.100,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op € 2.403,97 exclusief BTW. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen. De benadeelde partij [slachtoffer6] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 150.000,- ingediend tegen verdachte wegens materië¬le schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 117.900,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen. De benadeelde partij [slachtoffer19] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 90.422,91 ingediend tegen verdachte wegens materië¬le schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 24.640,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen. De benadeelde partij [slachtoffer3] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 71.700,- ingediend tegen verdachte wegens materië¬le schade die zij als gevolg van onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 23.405,55 eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen. De benadeelde partij [slachtoffer12] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 45.700,- ingediend tegen verdachte wegens materië¬le schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank is van oordeel dat, nu [slachtoffer12] reeds bij de civiele rechter een procedure is gestart en een executoriale titel heeft verkregen, niet nogmaals een procedure bij de strafrechter gestart kan worden. De benadeelde partij zal dan ook niet in de vordering kunnen worden ontvangen. De benadeelde partij [slachtoffer15] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 42.496,- ingediend tegen verdachte wegens materië¬le schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 19.000,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op € 400,- exclusief BTW. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen. De benadeelde partij [slachtoffer8] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 30.197,80 ingediend tegen verdachte wegens materië¬le schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 17.107,46 eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op € 590,- exclusief BTW. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen. De benadeelde partij [slachtoffer5] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 35.076,- ingediend tegen verdachte wegens materië¬le schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 11.949,17 eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen. De benadeelde partij [slachtoffer7] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 147.500,- ingediend tegen verdachte wegens materië¬le schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 86.793,25 eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen. De benadeelde partij [slachtoffer4] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 41.727,27 ingediend tegen verdachte wegens materië¬le schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € [rekeningnummer] eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen. De benadeelde partij [slachtoffer9] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 156.200,- ingediend tegen verdachte wegens materië¬le schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 78.660,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen. De benadeelde partij [slachtoffer10] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 118.400,- ingediend tegen verdachte wegens materië¬le schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 65.600,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen. De benadeelde partij [slachtoffer11] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 31.200,- ingediend tegen verdachte wegens materië¬le schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 23.500,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen. De benadeelde partij [slachtoffer13] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 35.700,- ingediend tegen verdachte wegens materië¬le schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 32.900,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen. De benadeelde partij [slachtoffer14] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 63.615,45 ingediend tegen verdachte wegens materië¬le schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 13.613,31 eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op € 454,- exclusief BTW. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen. De benadeelde partij [slachtoffer2] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 30.350,- ingediend tegen verdachte wegens materië¬le schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 30.000,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen. De benadeelde partij [slachtoffer17] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 22.689,01 ingediend tegen verdachte wegens materië¬le schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 13.613,31 eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen. De benadeelde partij [slachtoffer18] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 100.000,-ingediend tegen verdachte wegens materië¬le schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 91.500,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen. De benadeelde partij [slachtoffer16] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 40.952,- ingediend tegen verdachte wegens materië¬le schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 17.879,87 eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op € 800,- exclusief BTW. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen. 6.4. Schadevergoedingsmaatregelen De rechtbank acht tevens termen aanwezig om schadevergoedingsmaatregelen aan verdachte op te leggen tot de bedragen waartoe de vorderingen van de respectievelijke benadeelde partijen zijn toegewezen, te weten: [slachtoffer1] € 30.100,- [slachtoffer6] € 117.900,- [slachtoffer19] € 24.640,- [slachtoffer3] € 23.405,55 [slachtoffer15] € 19.000,- [slachtoffer8] € 17.107,46 [slachtoffer5] € 11.949,17 [slachtoffer7] € 86.793,25 [slachtoffer4] € 32.578,97 [slachtoffer9] € 78.660,- [slachtoffer10] € 65.600,- [slachtoffer11] € 23.500,- [slachtoffer13] € 32.900,- [slachtoffer14] € 13.613,31 [slachtoffer2] € 30.000,- [slachtoffer17] € 13.613,31 [slachtoffer18] € 91.500,- [slachtoffer16] € 17.879,87 7. Toepasselijke wettelijke voorschriften De volgende wetsartikelen zijn van toepassing: 36f, 48, 57, 326 van het Wetboek van Strafrecht 82 van de Wet Toezicht Kredietwezen 1992 7 van de Wet Toezicht Effeectenverkeer 1995 1, 2, 6 van de Wet op de Economische Delicten 8. Beslissing De rechtbank: Spreekt verdachte vrij van de haar als feit 1 primair, feit 2 primair en feit 3 primair ten laste gelegde feiten. Verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.3. vermeld. Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij. Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren. Verklaart verdachte hiervoor strafbaar. Veroordeelt verdachte wegens deze feiten tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden en beveelt dat deze straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte zich voor het einde van de op twee jaar bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer12] niet-ontvankelijk in de vordering. Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer1] geleden schade tot een bedrag van € 30.100,- en veroor¬deelt verdach¬te tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer1] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vastgesteld op € 2.403,97 en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering. Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer1] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 30.100,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 14 dagen hechtenis. Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen. Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij. Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer6] geleden schade tot een bedrag van € 117.900,- en veroor¬deelt verdach¬te tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer6] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering. Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer6] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 117.900,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 56 dagen hechtenis. Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen. Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij. Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer19] geleden schade tot een bedrag van € 24.640,-en veroor¬deelt verdach¬te tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer19] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering. Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer19] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 24.640,- bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 12 dagen hechtenis. Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen. Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij. Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer3] geleden schade tot een bedrag van € 23.405,55 en veroor¬deelt verdach¬te tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer3] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering. Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer3] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 23.405, 55 bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 11 dagen hechtenis. Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen. Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij. Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer15] geleden schade tot een bedrag van € 19.000,- en veroor¬deelt verdach¬te tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer15] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 400,- en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering. Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer15] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 19.400,- bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 9 dagen hechtenis. Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen. Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij. Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer8] geleden schade tot een bedrag van € 17.107, 46 en veroor¬deelt verdach¬te tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer8] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 590,- en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering. Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer8] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 17.697,46,- bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 8 dagen hechtenis. Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen. Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij. Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer5] geleden schade tot een bedrag van € 11.949,17 en veroor¬deelt verdach¬te tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer5] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering. Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer5] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 11.949,17 bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 6 dagen hechtenis. Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen. Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij. Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer7] geleden schade tot een bedrag van € 86.793,25 en veroor¬deelt verdach¬te tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer7] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering. Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer7] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 86.793,25 bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 42 dagen hechtenis. Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen. Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij. Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer4] geleden schade tot een bedrag van € 32.578,97 en veroor¬deelt verdach¬te tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer4] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering. Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer4] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 32.578,97 bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 16 dagen hechtenis. Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen. Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij. Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer9] geleden schade tot een bedrag van € 78.660,- en veroor¬deelt verdach¬te tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer9] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering. Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer9] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 78.660,- bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 53 dagen hechtenis. Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen. Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij. Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer10] geleden schade tot een bedrag van € 65.600,- en veroor¬deelt verdach¬te tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer10] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering. Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer10] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 65.600,- bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 31 dagen hechtenis. Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen. Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij. Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer11] geleden schade tot een bedrag van € 23.500,- en veroor¬deelt verdach¬te tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer11] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering. Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer11] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 23.500,- bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 11 dagen hechtenis. Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen. Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij. Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer13] geleden schade tot een bedrag van € 32.900,- en veroor¬deelt verdach¬te tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer13] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering. Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer13] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 32.900,- bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 16 dagen hechtenis. Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen. Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij. Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer14] geleden schade tot een bedrag van € 13.613,31 en veroor¬deelt verdach¬te tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer14] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 454,- en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering. Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer14] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 13.613,31, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 6 dagen hechtenis. Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen. Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij. Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer2] geleden schade tot een bedrag van € 30.000,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer2] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering. Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer2] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 30.000,- bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 14 dagen hechtenis. Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen. Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij. Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer17] geleden schade tot een bedrag van € 13.613,31 en veroor¬deelt verdach¬te tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer17] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering. Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer17] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 13.613,31 bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 7 dagen hechtenis. Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen. Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij. Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer18] geleden schade tot een bedrag van € 91.500,- en veroor¬deelt verdach¬te tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer18] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering. Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer18] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 91.500,- bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 44 dagen hechtenis. Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen. Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij. Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer16] geleden schade tot een bedrag van € 17.879,87 en veroor¬deelt verdach¬te tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer16] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 800,- en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering. Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer16] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 17.879,87 bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 9 dagen hechtenis. Bepaalt dat, voorzover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen. Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij. 9. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.M. Verpalen, voorzitter, mr. A.C. Terwiel-Kuneman en mr. E.A. Minderhoud, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. E. de Witte, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 juli 2008. Mr. A.C. Terwiel-Kuneman en mr. E.A. Minderhoud zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.