Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD6459

Datum uitspraak2008-03-12
Datum gepubliceerd2008-07-08
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers244201/ HA RK 08-83
Statusgepubliceerd


Indicatie

Wraking van de wrakingskamer.


Uitspraak

beslissing RECHTBANK UTRECHT Wrakingskamer zaaknummer / rekestnummer: 244201 / HA RK 08-83 Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van 12 maart 2008 in de zaak van [verzoeker], wonende te [woonplaats], hierna te noemen: [verzoeker], tegen mr. [x], mr. [y], mr. [z], respectievelijk voorzitter en leden van de wrakingskamer, hierna te noemen: de wrakingskamer. 1. Het verloop van de procedure 1.1. Op 7 februari 2008 is ter griffie van deze rechtbank de eerste vier bladzijden van een faxbericht van 2 januari 2008 van [verzoeker] ontvangen, inhoudende een tegen de wrakingskamer gericht wrakingsverzoek. Naar aanleiding van een daartoe strekkend telefonisch verzoek van een medewerker van de griffie heeft [verzoeker] op 27 februari 2008 het volledige wrakingsverzoek aan de rechtbank doen toekomen. 1.2. De voorzitter en de leden van de wrakingskamer hebben niet in de wraking berust. 1.3. De uitspraak is zonder mondelinge behandeling bepaald op heden. 2. De vaststaande feiten 2.1. Onder registratienummer SBR 06/1193 is bij deze rechtbank, sector bestuursrecht, een procedure aanhangig tussen [verzoeker] en de gemeente Houten. 2.2. In deze procedure is op 20 november 2007 een zitting gehouden door mr. [A]. 2.3. Op 29 november 2007 is ter griffie van deze rechtbank een fax van [verzoeker] ontvangen, met een tegen mr. [A] gericht wrakingsverzoek. 2.4. Bij beslissing van 21 december 2007 heeft de wrakingskamer [verzoeker] niet-ontvankelijk verklaard in zijn tegen mr. [A] gerichte wrakingsverzoek. 3. De beoordeling van het verzoek 3.1. Artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat op verzoek van een partij de rechter die een zaak behandelt kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. 3.2. Vast staat dat de wrakingskamer bij beslissing van 21 december 2007 het door [verzoeker] tegen mr. [A] ingediende wrakingsverzoek niet-ontvankelijk heeft verklaard. 3.3. Nu mr. [y] op 29 februari 2008 is overleden moet het verzoek, voor zover het betrekking heeft op mr. [y], reeds op die grond niet-ontvankelijk worden verklaard. 3.4. De wet voorziet niet in de mogelijkheid om, wanneer de wrakingskamer een beslissing heeft gegeven op een wrakingsverzoek, de wraking te verzoeken van (de voorzitter en de leden van) die wrakingskamer. In artikel 8:18 lid 5 Awb is voorts bepaald dat tegen de beslissing van de wrakingskamer geen rechtsmiddel openstaat. In verband hiermede zal [verzoeker] niet ontvankelijk worden verklaard in zijn bij fax van 2 januari 2008 (gedane en op 7 februari 2008 ter griffie ingekomen wrakingsverzoek. 4. De beslissing De rechtbank: 4.1. verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek; 4.2. draagt de griffier op deze beslissing toe te zenden aan [verzoeker], aan de gemeente Houten, aan mrs. [x], mr. [z], aan mr. R.F.B. van Zutphen (sectorvoorzitter bestuursrecht van de rechtbank) en aan mr. H.AE. Uniken Venema (president van de rechtbank). Deze beschikking is gegeven door mr. M. van Delft-Baas, mr. P. Bender en mr. M. ter Brugge, in aanwezigheid van de griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2008.