Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD6974

Datum uitspraak2008-07-11
Datum gepubliceerd2008-07-11
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers08/963010-07A
Statusgepubliceerd


Indicatie

Sneep-zaak, zes verdachten. Allen schuldig aan vrouwenhandel ten aanzien van een of meer vrouwen. Gedeeltelijke vrijspraak op dit punt mede als gevolg van de formulering van de tenlaste¬leggingen. Vijf verdachten tevens schuldig aan deelneming en/of leiding geven aan een criminele organisatie. “Kenmerkend voor de organisatie was de nietsontziende en gewelddadige wijze waarop werd gehandeld. (…) Het dossier staat bol van geweld en intimidaties.” Deze vijf verdachten hebben “geen enkel respect (…) voor de lichamelijke en geestelijke integriteit en het zelfbeschikkingsrecht van deze vrouwen”. Voorts schuldigverklaringen voor onder meer mishandeling van individuele vrouwen. Voor de strafmaat heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij veroordelingen door andere rechterlijke colleges in het land. De rechtbank heeft verkrachting en dwang tot borstvergroting of tot abortus als strafverzwarende omstandigheden aangemerkt. Straffen variërend van acht maanden tot zeven jaar en zes maanden. Gedeeltelijke toekenning van door slachtoffers gevorderde schadevergoedingen. Voorschotbedragen oplopend tot € 50.000,--. Zie ook BD5967


Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT NEVENZITTINGSPLAATS ALMELO Parketnummer: 08/963010-07 STRAFVONNIS Uitspraak: 11 juli 2008 De rechtbank te Utrecht, zitting houdende te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie bij het Landelijk Parket, tegen: [verdachte 6], geboren te [Duitsland] op [geboortedatum], zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande, thans verblijvende in het huis van bewaring te Zwolle terechtstaande - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting en nadat de feiten sub 4a primair, subsidiair en meer subsidiair en sub 4b primair, subsidiair en meer subsidiair van de tenlastelegging zijn afgesplitst - ter zake dat: 1A. hij in of omstreeks de periode 01 januari 2002 tot en met 31 december 2004 te Utrecht en/of te Amsterdam en/of te Den Haag en/of te Alkmaar en/of Haarlem en/of Vinkeveen en/of Assendelft en/of elders in Nederland en/of België en/of Duitsland en/of Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, - [vrouw 24] en/of [vrouw 25], (telkens) door geweld en/of een andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met een andere feitelijkhe(i)d(en) heeft gedwongen en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding heeft/hebben bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met (of voor) een derde tegen betaling en/of onder voornoemde omstandigheid/heden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist/wisten, althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [vrouw 24] en/of die [vrouw 25] zich daardoor tot het verrichten van die seksuele handelingen beschikbaar stelde(n); en/of - [vrouw 24] en/of [vrouw 25], (telkens) heeft/hebben mede genomen en/of heeft/hebben aangeworven met het oogmerk die [vrouw 24] en/of die [vrouw 25], in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met (of voor) een derde tegen betaling; en/of - (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [vrouw 24] en/of [vrouw 25] met (of voor) een derde tegen betaling, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist/wisten , althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [vrouw 24] en/of die [vrouw 25] door geweld en/of een andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met een andere feitelijkhe(i)d(en) werd(en) gedwongen en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding werd(en) bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die handelingen; en/of [vrouw 24] en/of [vrouw 25], (telkens) door geweld en/of een andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben gedwongen dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding heeft/hebben bewogen, uit de opbrengst van de seksuele handelingen van [vrouw 24] en/of [vrouw 25] met (of voor) een derde, verdachte en/of zijn mededader(s) te bevoordelen terwijl dat/die feit(en) zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft / hebben gehad; immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (met betrekking tot die [vrouw 24]) (in voornoemde periode) - met die [vrouw 24] een liefdesrelatie aangegaan en/of die [vrouw 24] ingepalmd en/of (emotioneel) van hem verdachte en/of zijn mededader(s) afhankelijk gemaakt door / met het geven van veel aandacht en/of het geven van cadeau’s en/of van alles voor haar te betalen en/of - die [vrouw 24] als prostituee laten werken en/of - die [vrouw 24] haar verblijfspapieren / paspoort / identiteitsdocumenten laten verscheuren en/of - voor die [vrouw 24] een kamer(s) geregeld en/of laten regelen alwaar zij zich kon prostitueren en/of - die [vrouw 24] naar / van haar werkplek gebracht / opgehaald en/of laten brengen en/of laten ophalen en/of - die [vrouw 24] gedwongen, althans bewogen, om vele uren achter elkaar en/of bij ongesteldheid en/of bij ziekte te werken in de prostitutie en/of - die [vrouw 24] tijdens het uitvoeren van haar werkzaamheden als prostituee in de gaten gehouden / in de gaten laten houden en/of - die [vrouw 24] gedwongen, althans bewogen, om (een (groot) deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem verdachte en/of zijn mededader(s) af te staan en/of af te dragen en/of - die [vrouw 24] de huur van de (gezamenlijke) woonruimte laten betalen en/of - die [vrouw 24] de inboedel van de (gezamenlijke) woonruimte laten betalen en/of - die [vrouw 24] één of meerdere malen (met een (ijzeren / metalen) honkbalknuppel / slagwapen) geslagen en/of - die [vrouw 24] gedreigd te slaan en/of - die [vrouw 24] gezegd in het (koude) (buiten)water te springen / te gaan staan / te gaan liggen en/of - die [vrouw 24] 5 minuten, althans enige minuten, (in de maand maart) in het (koude) (buiten)water laten liggen / laten staan (omdat ze meer moest verdienen) en/of - die [vrouw 24] bedreigd en/of - die [vrouw 24] mishandeld en/of - die [vrouw 24] verkracht en/of - die [vrouw 24] tegen haar wil, anaal en/of vaginaal gepenetreerd en/of - met [vrouw 24] tegen haar wil seksuele handelingen verricht en/of - die [vrouw 24] anale sex met klanten liet(en) hebben (omdat dat meer zou verdienen) en/of - die [vrouw 24] gedwongen, althans bewogen, een abortus te ondergaan (teneinde het prostitutiewerk te kunnen (blijven) vervullen) en/of - die [vrouw 24] gedwongen, althans bewogen, een borstvergrotende operatie te ondergaan (zodat die [vrouw 24] als prostituee meer geld zou gaan verdienen), terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) bepaalde(n) welke omvang die borstvergroting moest hebben en/of - die [vrouw 24] gedwongen, althans bewogen, een tatoeage met verdachtes (bij)naam ([(bij)naam]) op haar lichaam te laten zetten en/of - die [vrouw 24] (voortdurend) gecontroleerd en/of - die [vrouw 24] meegenomen, althans laten meenemen, vanuit Duitsland naar Nederland en/of die [vrouw 24] vanuit Duitsland naar Nederland laten komen teneinde die [vrouw 24] als prostituee te laten werken; en/of (met betrekking tot die [vrouw 25]) (in voornoemde periode) - met die [vrouw 25] een liefdesrelatie is aangegaan en/of die [vrouw 25] ingepalmd en/of (emotioneel) van hem verdachte en/of zijn mededader(s) afhankelijk gemaakt door / met het geven van veel aandacht en/of het geven van cadeau’s en/of van alles voor haar te betalen en/of - die [vrouw 25] als prostituee laten werken en/of - voor die [vrouw 25] (een) kamer(s) geregeld en/of laten regelen alwaar zij zich kon prostitueren en/of - die [vrouw 25] naar / van haar werkplek gebracht / opgehaald en/of laten brengen en/of laten ophalen en/of - die [vrouw 25] gedwongen, althans bewogen, om vele uren achter elkaar en/of bij ongesteldheid en/of bij ziekte te werken in de prostitutie en/of - die [vrouw 25] tijdens het uitvoeren van haar werkzaamheden als prostituee in de gaten gehouden / in de gaten laten houden en/of - die [vrouw 25] gedwongen, althans bewogen, om (een (groot) deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem verdachte en/of zijn mededader(s) af te staan en/of af te dragen en/of - die [vrouw 25] de huur van de (gezamenlijke) woonruimte laten betalen en/of - die [vrouw 25] één of meerdere malen geslagen en/of - die [vrouw 25] één of meerdere malen met een ijzeren / metalen honkbalknuppel / slagwapen geslagen en/of - die [vrouw 25] gedreigd te slaan en/of - die [vrouw 25] gedwongen, althans bewogen, een borstvergrotende operatie te ondergaan (zodat die [vrouw 25] als prostituee meer geld zou gaan verdienen), terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) bepaalde(n) welke omvang die borstvergroting moest hebben en/of - die [vrouw 25] (voortdurend) gecontroleerd en/of - die [vrouw 25] meegenomen, althans laten meenemen, vanuit Duitsland naar Nederland en/of die [vrouw 25] vanuit Duitsland naar Nederland laten komen teneinde die [vrouw 25] als prostituee te laten werken; 1B. hij in of omstreeks de periode 01 januari 2005 tot en met 07 februari 2007 te Utrecht en/of te Amsterdam en/of te Den Haag en/of te Alkmaar en/of Haarlem en/of Vinkeveen en/of Assendelft en/of elders in Nederland en/of Duitsland en/of België en/of Turkije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, - [vrouw 24] en/of [vrouw 25] en/of [vrouw 26] en/of [vrouw 27] en/of [vrouw 28] en/of [vrouw 29] en/of [vrouw 30] en/of [vrouw 31] en/of [vrouw 32], (telkens) door dwang en/of geweld en/of een andere feitelijkheid en/of door dreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen en/of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [vrouw 24] en/of die [vrouw 25] en/of die [vrouw 26] en/of die [vrouw 27] en/of die [vrouw 28] en/of die [vrouw 29] en/of die [vrouw 30] en/of die [vrouw 31] en/of die [vrouw 32] heeft, heeft/hebben geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [vrouw 24] en/of die [vrouw 25] en/of die [vrouw 26] en/of die [vrouw 27] en/of die [vrouw 28] en/of die [vrouw 29] en/of die [vrouw 30] en/of die [vrouw 31] en/of die [vrouw 32]; en/of - [vrouw 24] en/of [vrouw 25] en/of [vrouw 26] en/of [vrouw 27] en/of [vrouw 28] en/of [vrouw 29] en/of [vrouw 30] en/of [vrouw 31] en/of [vrouw 32], heeft/hebben mede genomen en/of heeft/hebben aangeworven met het oogmerk die [vrouw 24] en/of die [vrouw 25] en/of die [vrouw 26] en/of die [vrouw 27] en/of die [vrouw 28] en/of die [vrouw 29] en/of die [vrouw 30] en/of die [vrouw 31] en/of die [vrouw 32], in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling; en/of - [vrouw 24] en/of [vrouw 25] en/of [vrouw 26] en/of [vrouw 27] en/of [vrouw 28] en/of [vrouw 29] en/of [vrouw 30] en/of [vrouw 31] en/of [vrouw 32], (telkens) door dwang en/of geweld en/of een andere feitelijkheid en/of door dreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven en/of ontvangen van betalingen en/of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [vrouw 24] en/of [vrouw 25] en/of [vrouw 26] en/of [vrouw 27] en/of [vrouw 28] en/of [vrouw 29] en/of [vrouw 30] en/of [vrouw 31] en/of [vrouw 32] heeft /hebben gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten dan wel door voornoemde middelen enige handeling heeft/hebben ondernomen waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) en/of redelijkerwijze moest(en) vermoeden dat die [vrouw 24] en/of die [vrouw 25] en/of die [vrouw 26] en/of die [vrouw 27] en/of die [vrouw 28] en/of die [vrouw 29] en/of die [vrouw 30] en/of die [vrouw 31] en/of die [vrouw 32], zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van die arbeid en/of diensten; en/of - (telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de uitbuiting van [vrouw 24] en/of [vrouw 25] en/of [vrouw 26] en/of [vrouw 27] en/of [vrouw 28] en/of [vrouw 29] en/of [vrouw 30] en/of [vrouw 31] en/of [vrouw 32]; en/of - (telkens) die [vrouw 24] en/of [vrouw 25] en/of [vrouw 26] en/of [vrouw 27] en/of [vrouw 28] en/of [vrouw 29] en/of [vrouw 30] en/of [vrouw 31] en/of [vrouw 32] door dwang en/of geweld en/of een andere feitelijkheid en/of door dreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven en/of ontvangen van betalingen en/of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [vrouw 24] en/of [vrouw 25] en/of [vrouw 26] en/of [vrouw 27] en/of [vrouw 28] en/of [vrouw 29] en/of [vrouw 30] en/of [vrouw 31] en/of [vrouw 32] heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen hem, verdachte en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van die [vrouw 24] en/of die [vrouw 25] en/of die [vrouw 26] en/of die [vrouw 27] en/of die [vrouw 28] en/of die [vrouw 29] en/of die [vrouw 30] en/of die. [Vrouw 31] en/of die [vrouw 32], met of voor een derde; terwijl dat/die feit(en) zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft/hebben gehad; immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (met betrekking tot die [vrouw 24]) (in voornoemde periode) - met die [vrouw 24] een liefdesrelatie aangegaan en/of die [vrouw 24] ingepalmd en/of (emotioneel) van hem verdachte en/of zijn mededader(s) afhankelijk gemaakt door / met het geven van veel aandacht en/of het geven van cadeau’s en/of van alles voor haar te betalen en/of - die [vrouw 24] als prostituee laten werken en/of - die [vrouw 24] haar verblijfspapieren / paspoort / identiteitsdocumenten laten verscheuren en/of - voor die [vrouw 24] een kamer(s) geregeld en/of laten regelen alwaar zij zich kon prostitueren en/of - die [vrouw 24] naar / van haar werkplek gebracht / opgehaald en/of laten brengen en/of laten ophalen en/of - die [vrouw 24] gedwongen, althans bewogen, om vele uren achter elkaar en/of bij ongesteldheid en/of bij ziekte te werken in de prostitutie en/of - die [vrouw 24] tijdens het uitvoeren van haar werkzaamheden als prostituee in de gaten gehouden / in de gaten laten houden en/of - die [vrouw 24] gedwongen, althans bewogen, om (een (groot) deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem verdachte en/of zijn mededader(s) af te staan en/of af te dragen en/of - die [vrouw 24] de huur van de (gezamenlijke) woonruimte laten betalen en/of - die [vrouw 24] de inboedel van de (gezamenlijke) woonruimte laten betalen en/of - die [vrouw 24] één of meerdere malen (met een (ijzeren / metalen) honkbalknuppel / slagwapen) geslagen en/of - die [vrouw 24] gedreigd te slaan en/of - die [vrouw 24] gezegd in het (koude) (buiten)water te springen / te gaan staan / te gaan liggen en/of - die [vrouw 24] 5 minuten, althans enige minuten, (in de maand maart) in het (koude) (buiten)water laten liggen / laten staan (omdat ze meer moest verdienen) en/of - die [vrouw 24] bedreigd en/of - die [vrouw 24] mishandeld en/of - die [vrouw 24] verkracht en/of - die [vrouw 24] tegen haar wil, anaal en/of vaginaal gepenetreerd en/of - met [vrouw 24] tegen haar wil seksuele handelingen verricht en/of - die [vrouw 24] anale sex met klanten liet(en) hebben (omdat dat meer zou verdienen) en/of - die [vrouw 24] gedwongen, althans bewogen, een abortus te ondergaan (teneinde het prostitutiewerk te kunnen (blijven) vervullen) en/of - die [vrouw 24] gedwongen, althans bewogen, een borstvergrotende operatie te ondergaan (zodat die [vrouw 24] als prostituee meer geld zou gaan verdienen), terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) bepaalde(n) welke omvang die borstvergroting moest hebben en/of - die [vrouw 24] gedwongen, althans bewogen, een tatoeage met verdachtes (bij)naam ([(bij)naam]) op haar lichaam te laten zetten en/of - die [vrouw 24] (voortdurend) gecontroleerd en/of - die [vrouw 24] meegenomen, althans laten meenemen, vanuit Duitsland naar Nederland en/of die [vrouw 24] vanuit Duitsland naar Nederland laten komen teneinde die [vrouw 24] als prostituee te laten werken; en/of (met betrekking tot die [vrouw 25]) (in voornoemde periode) - met die [vrouw 25] een liefdesrelatie is aangegaan en/of die [vrouw 25] ingepalmd en/of (emotioneel) van hem verdachte en/of zijn mededader(s) afhankelijk gemaakt door / met het geven van veel aandacht en/of het geven van cadeau’s en/of van alles voor haar te betalen en/of - die [vrouw 25] als prostituee laten werken en/of - voor die [vrouw 25] (een) kamer(s) geregeld en/of laten regelen alwaar zij zich kon prostitueren en/of - die [vrouw 25] naar / van haar werkplek gebracht / opgehaald en/of laten brengen en/of laten ophalen en/of - die [vrouw 25] gedwongen, althans bewogen, om vele uren achter elkaar en/of bij ongesteldheid en/of bij ziekte te werken in de prostitutie en/of - die [vrouw 25] tijdens het uitvoeren van haar werkzaamheden als prostituee in de gaten gehouden / in de gaten laten houden en/of - die [vrouw 25] gedwongen, althans bewogen, om (een (groot) deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem verdachte en/of zijn mededader(s) af te staan en/of af te dragen en/of - die [vrouw 25] de huur van de (gezamenlijke) woonruimte laten betalen en/of - die [vrouw 25] één of meerdere malen geslagen en/of - die [vrouw 25] één of meerdere malen met een ijzeren / metalen honkbalknuppel / slagwapen geslagen en/of - die [vrouw 25] gedreigd te slaan en/of - die [vrouw 25] gedwongen, althans bewogen, een borstvergrotende operatie te ondergaan (zodat die [vrouw 25] als prostituee meer geld zou gaan verdienen), terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) bepaalde(n) welke omvang die borstvergroting moest hebben en/of - die [vrouw 25] (voortdurend) gecontroleerd en/of - die [vrouw 25] meegenomen, althans laten meenemen, vanuit Duitsland naar Nederland en/of die [vrouw 25] vanuit Duitsland naar Nederland laten komen teneinde die [vrouw 25] als prostituee te laten werken; - en/of (met betrekking tot die [vrouw 26]) (in voornoemde periode) - met die [vrouw 26] een liefdesrelatie is aangegaan en/of die [vrouw 26] ingepalmd en/of (emotioneel) van hem verdachte en/of zijn mededader(s) afhankelijk gemaakt door / met het geven van veel aandacht en/of het geven van cadeau’s en/of van alles voor haar te betalen en/of - die [vrouw 26] als prostituee laten werken en/of - voor die [vrouw 26] (een) kamer(s) geregeld en/of laten regelen alwaar zij zich kon prostitueren en/of - die [vrouw 26] naar / van haar werkplek gebracht / opgehaald en/of laten brengen en/of laten ophalen en/of - die [vrouw 26] gedwongen, althans bewogen, om vele uren achter elkaar en/of bij ongesteldheid en/of bij ziekte te werken in de prostitutie en/of - die [vrouw 26] tijdens het uitvoeren van haar werkzaamheden als prostituee in de gaten gehouden / in de gaten laten houden en/of - die [vrouw 26] gedwongen, althans bewogen, om (een (groot) deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem verdachte en/of zijn mededader(s) af te staan en/of af te dragen en/of - die [vrouw 26] de huur van de (gezamenlijke) woonruimte laten betalen en/of - die [vrouw 26] één of meerdere malen bedreigd en/of - die [vrouw 26] gedwongen, althans bewogen, een borstvergrotende operatie te ondergaan (zodat die [vrouw 26] als prostituee meer geld zou gaan verdienen), terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) bepaalde(n) welke omvang die borstvergroting moest hebben en/of - die [vrouw 26] (voortdurend) gecontroleerd en/of - die [vrouw 26] meegenomen, althans laten meenemen, vanuit Duitsland naar Nederland en/of die [vrouw 26] vanuit Duitsland naar Nederland laten komen teneinde die [vrouw 26] als prostituee te laten werken; en/of (met betrekking tot die [vrouw 27]) (in voornoemde periode) - met die [vrouw 27] een liefdesrelatie is aangegaan en/of die [vrouw 27] ingepalmd en/of (emotioneel) van hem verdachte en/of zijn mededader(s) afhankelijk gemaakt door / met het geven van veel aandacht en/of het geven van cadeau’s en/of van alles voor haar te betalen en/of - die [vrouw 27] als prostituee laten werken en/of - voor die [vrouw 27] (een) kamer(s) geregeld en/of laten regelen alwaar zij zich kon prostitueren en/of - die [vrouw 27] naar / van haar werkplek gebracht / opgehaald en/of laten brengen en/of laten ophalen en/of - die [vrouw 27] gedwongen, althans bewogen, om vele uren achter elkaar en/of bij ongesteldheid en/of bij ziekte te werken in de prostitutie en/of - die [vrouw 27] tijdens het uitvoeren van haar werkzaamheden als prostituee in de gaten gehouden / in de gaten laten houden en/of - die [vrouw 27] gedwongen, althans bewogen, om (een (groot) deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem verdachte en/of zijn mededader(s) af te staan en/of af te dragen en/of - die [vrouw 27] de huur van de (gezamenlijke) woonruimte laten betalen en/of - die [vrouw 27] gedwongen, althans bewogen, een borstvergrotende operatie te ondergaan (zodat die [vrouw 27] als prostituee meer geld zou gaan verdienen), terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) bepaalde(n) welke omvang die borstvergroting moest hebben en/of - die [vrouw 27] (voortdurend) gecontroleerd en/of - die [vrouw 27] meegenomen, althans laten meenemen, vanuit Duitsland naar Nederland en/of die [vrouw 27] vanuit Duitsland naar Nederland laten komen teneinde die [vrouw 27] als prostituee te laten werken; en/of (met betrekking tot die [vrouw 28]) (in voornoemde periode) - met die [vrouw 28] een liefdesrelatie is aangegaan en/of die [vrouw 28] ingepalmd en/of (emotioneel) van hem verdachte en/of zijn mededader(s) afhankelijk gemaakt door / met het geven van veel aandacht en/of het geven van cadeau’s en/of van alles voor haar te betalen en/of - die [vrouw 28] als prostituee laten werken en/of - voor die [vrouw 28] (een) kamer(s) geregeld en/of laten regelen alwaar zij zich kon prostitueren en/of - die [vrouw 28] naar / van haar werkplek gebracht / opgehaald en/of laten brengen en/of laten ophalen en/of - die [vrouw 28] gedwongen, althans bewogen, om vele uren achter elkaar en/of bij ongesteldheid en/of bij ziekte te werken in de prostitutie en/of - die [vrouw 28] tijdens het uitvoeren van haar werkzaamheden als prostituee in de gaten gehouden / in de gaten laten houden en/of - die [vrouw 28] gedwongen, althans bewogen, om (een (groot) deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem verdachte en/of zijn mededader(s) af te staan en/of af te dragen en/of - die [vrouw 28] de huur van de (gezamenlijke) woonruimte laten betalen en/of - die [vrouw 28] gedwongen, althans bewogen, een borstvergrotende operatie te ondergaan (zodat die [vrouw 28] als prostituee meer geld zou gaan verdienen), terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) bepaalde(n) welke omvang die borstvergroting moest hebben en/of - die [vrouw 28] (voortdurend) gecontroleerd en/of - die [vrouw 28] meegenomen, althans laten meenemen, vanuit Duitsland naar Nederland en/of die [vrouw 28] vanuit Duitsland naar Nederland laten komen teneinde die [vrouw 28] als prostituee te laten werken; en/of (met betrekking tot die [vrouw 29]) (in voornoemde periode) - met die [vrouw 29] een liefdesrelatie is aangegaan en/of die [vrouw 29] ingepalmd en/of (emotioneel) van hem verdachte en/of zijn mededader(s) afhankelijk gemaakt door / met het geven van veel aandacht en/of het geven van cadeau’s en/of van alles voor haar te betalen en/of - die [vrouw 29] als prostituee laten werken en/of - voor die [vrouw 29] (een) kamer(s) geregeld en/of laten regelen alwaar zij zich kon prostitueren en/of - die [vrouw 29] naar / van haar werkplek gebracht / opgehaald en/of laten brengen en/of laten ophalen en/of - die [vrouw 29] gedwongen, althans bewogen, om vele uren achter elkaar en/of bij ongesteldheid en/of bij ziekte te werken in de prostitutie en/of - die [vrouw 29] tijdens het uitvoeren van haar werkzaamheden als prostituee in de gaten gehouden / in de gaten laten houden en/of - die [vrouw 29] gedwongen, althans bewogen, om (een (groot) deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem verdachte en/of zijn mededader(s) af te staan en/of af te dragen en/of - die [vrouw 29] de huur van de (gezamenlijke) woonruimte laten betalen en/of - die [vrouw 29] gedwongen, althans bewogen, een borstvergrotende operatie te ondergaan (zodat die [vrouw 29] als prostituee meer geld zou gaan verdienen), terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) bepaalde(n) welke omvang die borstvergroting moest hebben en/of - die [vrouw 29] (voortdurend) gecontroleerd en/of - die [vrouw 29] meegenomen, althans laten meenemen, vanuit Duitsland naar Nederland en/of die [vrouw 29] vanuit Duitsland naar Nederland laten komen teneinde die [vrouw 29] als prostituee te laten werken; en/of (met betrekking tot die [vrouw 30]) (in voornoemde periode) - met die [vrouw 30] een liefdesrelatie is aangegaan en/of die [vrouw 30] ingepalmd en/of (emotioneel) van hem verdachte en/of zijn mededader(s) afhankelijk gemaakt door / met het geven van veel aandacht en/of het geven van cadeau’s en/of van alles voor haar te betalen en/of - die [vrouw 30] als prostituee laten werken en/of - voor die [vrouw 30] (een) kamer(s) geregeld en/of laten regelen alwaar zij zich kon prostitueren en/of - die [vrouw 30] naar / van haar werkplek gebracht / opgehaald en/of laten brengen en/of laten ophalen en/of - die [vrouw 30] gedwongen, althans bewogen, om vele uren achter elkaar en/of bij ongesteldheid en/of bij ziekte te werken in de prostitutie en/of - die [vrouw 30] tijdens het uitvoeren van haar werkzaamheden als prostituee in de gaten gehouden / in de gaten laten houden en/of - die [vrouw 30] gedwongen, althans bewogen, om (een (groot) deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem verdachte en/of zijn mededader(s) af te staan en/of af te dragen en/of - die [vrouw 30] de huur van de (gezamenlijke) woonruimte laten betalen en/of - die [vrouw 30] één of meerdere malen geslagen en/of - die [vrouw 30] gedwongen, althans bewogen, een borstvergrotende operatie te ondergaan (zodat die [vrouw 30] als prostituee meer geld zou gaan verdienen), terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) bepaalde(n) welke omvang die borstvergroting moest hebben en/of - die [vrouw 30] (voortdurend) gecontroleerd en/of - die [vrouw 30] meegenomen, althans laten meenemen, vanuit Duitsland naar Nederland en/of die [vrouw 30] vanuit Duitsland naar Nederland laten komen teneinde die [vrouw 30] als prostituee te laten werken; en/of (met betrekking tot die [vrouw 31]) (in voornoemde periode) - met die [vrouw 31] een liefdesrelatie is aangegaan en/of die [vrouw 31] ingepalmd en/of (emotioneel) van hem verdachte en/of zijn mededader(s) afhankelijk gemaakt door / met het geven van veel aandacht en/of het geven van cadeau’s en/of van alles voor haar te betalen en/of - die [vrouw 31] als prostituee laten werken en/of - voor die [vrouw 31] (een) kamer(s) geregeld en/of laten regelen alwaar zij zich kon prostitueren en/of - die [vrouw 31] naar / van haar werkplek gebracht / opgehaald en/of laten brengen en/of laten ophalen en/of - die [vrouw 31] gedwongen, althans bewogen, om vele uren achter elkaar en/of bij ongesteldheid en/of bij ziekte te werken in de prostitutie en/of - die [vrouw 31] tijdens het uitvoeren van haar werkzaamheden als prostituee in de gaten gehouden / in de gaten laten houden en/of - die [vrouw 31] gedwongen, althans bewogen, om (een (groot) deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem verdachte en/of zijn mededader(s) af te staan en/of af te dragen en/of - die [vrouw 31] de huur van de (gezamenlijke) woonruimte laten betalen en/of - die [vrouw 31] gedwongen, althans bewogen, een borstvergrotende operatie te ondergaan (zodat die [vrouw 31] als prostituee meer geld zou gaan verdienen), terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) bepaalde(n) welke omvang die borstvergroting moest hebben en/of - die [vrouw 31] (voortdurend) gecontroleerd en/of - die [vrouw 31] meegenomen, althans laten meenemen, vanuit Duitsland naar Nederland en/of die [vrouw 31] vanuit Duitsland naar Nederland laten komen teneinde die [vrouw 31] als prostituee te laten werken; en/of (met betrekking tot die [vrouw 32]) (in voornoemde periode) - met die [vrouw 32] een liefdesrelatie is aangegaan en/of die [vrouw 32] ingepalmd en/of (emotioneel) van hem verdachte en/of zijn mededader(s) afhankelijk gemaakt door / met het geven van veel aandacht en/of het geven van cadeau’s en/of van alles voor haar te betalen en/of - die [vrouw 32] als prostituee laten werken en/of - voor die [vrouw 32] (een) kamer(s) geregeld en/of laten regelen alwaar zij zich kon prostitueren en/of - die [vrouw 32] naar / van haar werkplek gebracht / opgehaald en/of laten brengen en/of laten ophalen en/of - die [vrouw 32] gedwongen, althans bewogen, om vele uren achter elkaar en/of bij ongesteldheid en/of bij ziekte te werken in de prostitutie en/of - die [vrouw 32] tijdens het uitvoeren van haar werkzaamheden als prostituee in de gaten gehouden / in de gaten laten houden en/of - die [vrouw 32] gedwongen, althans bewogen, om (een (groot) deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem verdachte en/of zijn mededader(s) af te staan en/of af te dragen en/of - die [vrouw 32] de huur van de (gezamenlijke) woonruimte laten betalen en/of - die [vrouw 32] gedwongen, althans bewogen, een borstvergrotende operatie te ondergaan (zodat die [vrouw 32] als prostituee meer geld zou gaan verdienen), terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) bepaalde(n) welke omvang die borstvergroting moest hebben en/of - die [vrouw 32] (voortdurend) gecontroleerd en/of - die [vrouw 32] meegenomen, althans laten meenemen, vanuit Duitsland naar Nederland en/of die [vrouw 32] vanuit Duitsland naar Nederland laten komen teneinde die [vrouw 32] als prostituee te laten werken; 2. dat hij, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of omstreeks de periode van 1 oktober 2004 tot en met 31 mei 2005 te Utrecht en/of te Amsterdam en/of te Den Haag en/of te Alkmaar en/of Haarlem en/of elders in Nederland, (telkens) opzettelijk en met voorbedachten rade [vrouw 24] zwaar lichamelijk letsel heeft/hebben toegebracht door opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg die - [vrouw 24] te dwingen tot het ondergaan van een borstvergrotende operatie te weten een borstvergroting die zonder haar instemming/tegen haar wil anders is uitgevoerd dan zij had beoogd en/of - [vrouw 24] te dwingen tot het ondergaan van een abortus, tengevolge waarvan die [vrouw 24] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen, te weten de afdrijving en/of dood van de vrucht van die [vrouw 24] en/of - [vrouw 24] te dwingen / bewegen een tatoeage (met de (bij)naam van verdachte ([(bij)naam])) op haar lichaam te nemen / laten plaatsen; 3. dat hij in of omstreeks de periode 01 oktober 2004 tot en met 31 mei 2005 te Utrecht en/of te Amsterdam en/of te Den Haag en/of te Alkmaar en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [vrouw 24], geboren [geboortedatum], heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van die [vrouw 24], hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) de penis in de vagina en/of anus van die [vrouw 24] gestopt en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s) die [vrouw 24] bij de keel heeft gepakt en/of (in het gezicht) heeft / hebben geslagen en/of (aldus) voor die [vrouw 24] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan; 4a. hij op of omstreeks 11 mei 2006 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade een persoon genaamd [naam 06] van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, met een mes en/of puntig (scherp) voorwerp in het lichaam van die [naam 06] heeft gestoken en/of stekende bewegingen in de richting van het lichaam heeft gemaakt en/of (met kracht) tegen het lichaam en/of hoofd van die [naam 06] heeft geslagen en/of geschopt, zijnde de verdere uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid; subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, hij op of omstreeks 11 mei 2006 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk een persoon genaamd [naam 06] van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met een mes en/of puntig (scherp) voorwerp in het lichaam van die [naam 06] heeft gestoken en/of stekende bewegingen in de richting van het lichaam heeft gemaakt en/of (met kracht) tegen het lichaam en van die [naam 06] heeft geslagen en/of geschopt, zijnde de verdere uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid; meer subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden hij op of omstreeks 11 mei 2006 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een persoon genaamd [naam 06], opzettelijk (zwaar) lichamelijk letsel heeft toegebracht, immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk met een mes en/of puntig (scherp) voorwerp in het lichaam van die [naam 06] gestoken en/of met kracht tegen het lichaam van die [naam 06] geschopt en/of geslagen, tengevolge waarvan die [naam 06] een steekwond in de buik heeft bekomen en/of letsel aan (een van) zijn nier(en) en/of intern letsel heeft bekomen, althans (zwaar) lichamelijk letsel opliep; b. hij op of omstreeks 11 mei 2006 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade een persoon zich noemende [alias], werkelijk genaamd [naam 07], althans een NN-man van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, met een mes en/of puntig (scherp) voorwerp in het lichaam van een persoon zich noemende [alias], werkelijk genaamd [naam 07], althans een NN-man heeft gestoken en/of stekende bewegingen in de richting van het lichaam heeft gemaakt en/of (met kracht) tegen het lichaam en/of hoofd van een persoon zich noemende [alias], werkelijk genaamd [naam 07], althans een NN-man heeft geslagen en/of geschopt, zijnde de verdere uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid; subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, hij op of omstreeks 11 mei 2006 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk een persoon zich noemende [alias], werkelijk genaamd [naam 07], althans een NN-man van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met een mes en/of puntig (scherp) voorwerp in het lichaam van een persoon zich noemende [alias], werkelijk genaamd [naam 07], althans een NN-man heeft gestoken en/of stekende bewegingen in de richting van het lichaam heeft gemaakt en/of (met kracht) tegen het lichaam en van een persoon zich noemende [alias], werkelijk genaamd [naam 07], althans een NN-man heeft geslagen en/of geschopt, zijnde de verdere uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid; meer subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden hij op of omstreeks 11 mei 2006 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een persoon zich noemende [alias], werkelijk genaamd [naam 07], althans een NN-man, opzettelijk (zwaar) lichamelijk letsel heeft toegebracht, immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk met een mes en/of puntig (scherp) voorwerp in het lichaam van een persoon zich noemende [alias], werkelijk genaamd [naam 07], althans een NN-man gestoken en/of met kracht tegen het lichaam van een persoon zich noemende [alias], werkelijk genaamd [naam 07], althans een NN-man geschopt en/of geslagen, tengevolge waarvan een persoon zich noemende [alias], werkelijk genaamd [naam 07], althans een NN-man een (steek)wond in de (rechter) elleboog) en/of een of meer (open) wond(en) op het hoofd en/of letsel aan zijn rug heeft bekomen, althans (zwaar) lichamelijk letsel opliep; 5. hij in of omstreeks de periode augustus 2006 tot en met 7 februari 2007 te Amsterdam en/of elders in Nederland in het bezit was van een reisdocument, te weten een (Duits) paspoort, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument vals of vervalst was, bestaande de valsheid of vervalsing hieruit dat het betreffende paspoort ten name was gesteld op [naam 05], geboren op [geboortedatum], welk paspoort was voorzien van een (goedgelijkende) foto van verdachte [verdachte] en/of hij op of omstreeks de periode augustus 2006 tot en met 07 februari 2007 te Amsterdam en/of elders in Nederland opzettelijk in het bezit heeft gehad en/of gebruik heeft gemaakt van een niet op zijn naam gesteld reisdocument, te weten een (Duits) paspoort (voorzien van nummer [nummer] ten name van [naam 05]), welke gebruik hierin bestond dat verdachte zich legitimeerde met genoemd paspoort bij zijn aanhouding door de politie op 07 februari 2007 in Amsterdam en/of dat verdachte zich legitimeerde met genoemd paspoort bij een medewerker van Holland Casino op 06 januari 2007; en/of hij op of omstreeks de periode augustus 2006 tot en met 07 februari 2007 te Amsterdam en/of elders in Nederland opzettelijk in het bezit heeft gehad en/of gebruik heeft gemaakt van een niet op zijn naam gesteld reisdocument, te weten een (Duits) paspoort (voorzien van nummer [...] ten name van [naam 05]), welk gebruik hierin bestond dat verdachte zich legitimeerde met genoemd paspoort bij zijn aanhouding door de politie op 07 februari 2007 in Amsterdam en/of dat verdachte zich legitimeerde met genoemd paspoort bij een medewerker van Holland Casino op 06 januari 2007; 6. hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2002 tot en met 07 februari 2007 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Alkmaar en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland en/of België, heeft deelgenomen aan een organisatie, onder meer bestaande uit verdachte en/of een of meer van de volgende personen [verdachte 1] en/of [verdachte 2] en/of [verdachte A] en/of [verdachte 3] en/of [verdachte B] en/of [verdachte C] en/of [verdachte E] en/of [verdachte D] en/of [verdachte 4] en/of [verdachte 5] en/of [verdachte F] en/of een of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het (telkens) plegen van - mensenhandel, als bedoeld in artikel 250a Wetboek van Strafrecht(oud) en/of 273a Wetboek van Strafrecht (oud) en/of 273 f van het Wetboek van Strafrecht, waarbij die mensenhandel onder andere bestond uit het sexueel uitbuiten van vrouwen (prostituees) - (zware) mishandeling, als bedoeld in artikel 300 en/of 302 van het Wetboek van Strafrecht, waarbij die zware mishandeling onder ander bestond uit het slaan, stompen, schoppen van (meerdere) personen (prostituees, klanten van prostituees en pooiers) en het laten uitvoeren van borstvergrotingen en laten aanbrengen van tatoeages - handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, strafbaar gesteld bij artikel 55, eerste lid van de Wet wapens en munitie (onder andere het voorhanden hebben van steek- en/of vuurwapens) - bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht/bedreiging met zware mishandeling als bedoeld in artikel 285 Wetboek van Strafrecht (onder andere het bedreigen van prostituees en klanten van prostituees) - afpersing als bedoeld in artikel 317 Wetboek van Strafrecht (onder andere het afhandig maken van geld van prostituees) terwijl hij, verdachte, aan deze organisatie (mede) leiding heeft gegeven. Gezien de stukken; Gelet op het onderzoek ter terechtzitting; Gehoord de vordering van de officier van justitie; Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd; De rechtbank heeft de in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd, in de bewezenverklaring. Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad. 1. Voorvraag: bevoegdheid rechtbank Ten aanzien van haar relatieve bevoegdheid overweegt de rechtbank het volgende. De onderhavige zaak is bij dagvaarding aangebracht bij de rechtbank Utrecht, zitting houdende te Almelo. In de dagvaarding is onder andere als pleegplaats opgenomen: “Utrecht”. Op grond van artikel 2 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering komt de rechtbank Utrecht als “die binnen welker rechtsgebied het feit is begaan” bevoegdheid toe. De rechtbank kan in het midden laten of in het verleden in het onderzoek Sneep of daarmee al dan niet samenhangende onderzoeken tapmachtigingen zijn afgegeven door de rechter-commissaris in de rechtbank Rotterdam of de rechter-commissaris in de rechtbank Groningen. Ook indien dit het geval mocht zijn en indien het verlenen van deze machtigingen als een daad waarmee vervolging is aangevangen zou moeten worden aangemerkt, stelt dit niet de bevoegdheid van de rechtbank Utrecht terzijde. Immers is in dat geval op grond van lid 2 van vorenbedoeld artikel uitsluitend bevoegd de rechtbank die in de rangschikking van lid 1 eerder is geplaatst, zijnde die van de pleegplaats. Dat de bevoegdheid van Rotterdam of Groningen in het verleden uit de pleegplaats is afgeleid is niet gebleken, zodat van rechtbanken welke in rangschikking dezelfde plaats innemen geen sprake is en de vraag bij welke rechtbank de vervolging het eerste is aangevangen onbesproken kan worden gelaten. 2. Bewijsoverwegingen algemeen 2.1. Toevoeging stukken gedurende onderzoek ter terechtzitting In deze zaak zijn door het openbaar ministerie gedurende de procedure met enige regelmaat nieuwe stukken aan het dossier toegevoegd en vorderingen wijziging tenlastelegging gedaan. Zelfs na requisitoir zijn door het openbaar ministerie nog 2 nieuwe ordners en een cd-rom met tekstbestanden toegevoegd. Weliswaar betrof het hier uitwerkingen van tapgesprekken waarvan de geluidsopnames en de samenvattingen al in het dossier voorkwamen, maar de uitwerkingen waren nieuw en het beginsel van hoor en wederhoor brengt met zich mee dat de verdediging zich moet kunnen uitlaten over nieuwe stukken. De raadslieden in alle thans voorliggende zaken hebben hierover geklaagd en met uitzondering van de raadsman van [verdachte 2], de rechtbank verzocht de stukken buiten beschouwing te laten. In de zaak van [verdachte 6] heeft de raadsvrouw de rechtbank gevraagd hieraan op grond van artikel 359a Sv de consequentie van bewijsuitsluiting, dan wel strafvermindering te verbinden. De officier van justitie heeft als reden opgegeven dat het om een zeer groot onderzoek gaat, dat te vroeg is “geklapt”, waardoor het openbaar ministerie moeite had het dossier tijdig gereed te krijgen. De rechtbank stelt vast dat de meeste verdachten zich vanaf februari 2007 in voorlopige hechtenis bevinden. Het definitieve dossier is in september 2007 gepresenteerd. In februari 2008 heeft de officier van justitie de rechtbank verzocht zo spoedig mogelijk een zitting te plannen voor de inhoudelijke behandeling aangezien het openbaar ministerie hecht aan grote voortvarendheid. Hierna heeft de rechtbank op 3 maart 2008 de planning voor de inhoudelijke behandeling in juni 2008 bepaald. De rechtbank is van oordeel dat niet gezegd kan worden dat het openbaar ministerie is overvallen door een snelle inhoudelijke behandeling. Daar komt nog bij dat de officier van justitie bij de behandelingen ter terechtzitting vrijwel voortdurend is bijgestaan door 2 andere officieren van justitie, een aantal parketsecretarissen en een paar politiemensen, waaruit de rechtbank afleidt dat de officier ondersteund werd door een team. De rechtbank heeft zich met de verdediging gestoord aan deze gang van zaken, die een inhoudelijke planning ernstig heeft bemoeilijkt en acht de door de officier van justitie aangevoerde reden daarvoor niet valide. Zowel de rechtbank als de verdediging is hierdoor in tijdnood gebracht, aangezien de rechtbank de pleidooien een week heeft uit moeten stellen, om de verdediging de gelegenheid te geven de nieuwe ordners te bekijken en met hun cliënten te bespreken. De rechtbank is echter van oordeel dat deze wijze van procederen, alhoewel onwenselijk, niet met zich meebrengt dat er stukken voor het bewijs moeten worden uitgesloten. Ook al omdat de stukken in het kader van de waarheidsvinding relevant kunnen zijn. De verdediging heeft bovendien uiteindelijk – soms met kunst en vliegwerk – toch steeds de gelegenheid gekregen om zich over de nieuwe stukken uit te laten. In reactie op het beroep van de raadsvrouw op artikel 359a Sv overweegt de rechtbank dat van vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek geen sprake is. 2.2 Gebruik van tapgesprekken als bewijsmiddel Aan het dossier is een groot aantal, volgens de officier van justitie ongeveer 85.000, tapgesprekken toegevoegd. De schriftelijke en/of audioweergave daarvan staat op ruim 80 DVD’s/CD-roms. Niet alle tapgesprekken zijn hierop weergegeven. Met name de gesprekken uit het Caravan onderzoek ontbreken. Een deel van deze tapgesprekken is letterlijk, een deel slechts als samenvatting op papier gezet. Bovendien zijn sommige samenvattingen of uitgewerkte gesprekken in de loop van het (opsporings)onderzoek herbeluisterd en alsnog integraal schriftelijk aan het dossier toegevoegd (ordners 59 en 60, overgelegd na requisitoir). . Ter terechtzitting is in diverse zaken aan de orde geweest dat de samenvattingen van de tapgesprekken niet altijd de lading van de volledige gesprekken dekken omdat de context van het bewuste gesprek of van daarom heen gevoerde gesprekken ontbreekt. Ter terechtzitting zijn onder andere in verband daarmee tapgesprekken beluisterd. De rechtbank heeft ook in raadkamer gesprekken beluisterd. Een tapgesprek kan echter alleen tot het bewijs meewerken wanneer het in de vorm van een proces-verbaal aan het dossier is toegevoegd of, wanneer het ter terechtzitting is beluisterd, als eigen waarneming van de rechtbank. De rechtbank heeft daarop ter terechtzitting meermalen gewezen en daaraan toegevoegd dat van de tapgesprekken voor het bewijs slechts gebruik kan worden gemaakt, hetzij wanneer gesprekken zich in volledig uitgewerkte schriftelijke vorm in het dossier bevinden, hetzij wanneer er samenvattingen in het dossier zitten van in het Nederlands gevoerde gesprekken die de rechtbank in raadkamer heeft kunnen beluisteren. Als bewijsmiddelen vallen dus af gesprekken waarvan geen audiomateriaal beschikbaar is (alle gesprekken uit het Caravanonderzoek) en gesprekken waarvan slechts een samenvatting is, terwijl het gesprek in een vreemde taal is gevoerd. In een incidenteel geval wijkt de rechtbank van dit uitgangspunt af omdat bijzondere overwegingen daartoe aanleiding geven. 2.3 Verweer bewijsuitsluiting tapgesprekken (subsidiair strafvermindering) De raadsvrouwe heeft aangevoerd dat de officier van justitie op grond van art 126aa jo 152 Sv alle tapgesprekken had moeten uitwerken. Hierbij merkt de raadsvrouw op dat de mogelijkheid om de DVD’s met tapgesprekken te beluisteren, dit probleem onvoldoende kan ondervangen nu het integraal afluisteren van die DVD’s praktisch onmogelijk is vanwege de hoeveelheid tapgesprekken en vanwege het feit dat een groot deel ervan in de Turkse taal is. Dit zou naar het oordeel van de verdediging moeten leiden tot bewijsuitsluiting van de tapgesprekken, dan wel tot strafvermindering. De rechtbank overweegt daaromtrent het volgende. Artikel 126aa, eerste lid, Sv draagt de officier van justitie op om de processen-verbaal voor zover die voor het onderzoek van de zaak van betekenis zijn toe te voegen aan het dossier. Het is dus aan de officier van justitie om het dossier samen te stellen. De officier van justitie kon in deze zaak niet alle 85.000 gesprekken laten uitwerken. De enkele omstandigheid dat het openbaar ministerie een selectie heeft gemaakt van gesprekken die op papier zijn uitgewerkt leidt niet tot het oordeel dat het openbaar ministerie welbewust ontlastend bewijsmateriaal heeft achtergehouden. Dat de controlemogelijkheid via het afluisteren van tapgesprekken tijdrovend en lastig is, maakt dit oordeel niet anders. De rechtbank is aldus van oordeel dat geen sprake is van een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a Sv en verwerpt het verweer. 2.4 Gebondenheid rechtbank aan grondslag van de tenlastelegging Uit het dossier komt het beeld naar voren van verdachten die zich in georganiseerd verband bezig hebben gehouden met mensenhandel. Er zijn observaties, mutaties, tapgesprekken waarin over werktijden, geldbedragen, en vervoer van en naar de Wallen en het Zandpad gesproken wordt en er zijn ook verklaringen van getuigen die vertellen dat zich daar een groep mannen bevindt die intimiderend en gewelddadig is en vrouwen voor zich heeft werken in de prostitutie. Slechts een beperkt aantal van die vrouwen heeft aangifte gedaan tegen een specifieke verdachte. De officier van justitie heeft in haar requisitoir de rechtbank uitgenodigd om in deze zaak jurisprudentie te maken en daar waar de vrouwen zelf aangeven vrijwillig in de prostitutie te werken en vrijwillig een groot deel van hun geld af te staan aan verdachten, toch dwang bewezen te achten en tot een veroordeling van mensenhandel te komen. De rechtbank is voor een bewezenverklaring echter afhankelijk van de wijze waarop het openbaar ministerie de feiten heeft tenlastegelegd. In gevallen waar de dwang niet volgt uit geweld maar uit andere feitelijkheden, misleiding of uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, zullen de feiten en omstandigheden waaruit dat blijkt ook in de tenlastelegging moeten worden opgenomen. De rechtbank is immers gebonden aan de grondslag van de tenlastelegging. In deze zaak zijn niet altijd die feiten en omstandigheden in de tenlastelegging opgenomen waaruit de rechtbank de dwangmiddelen kan afleiden, terwijl de feiten en omstandigheden die wel zijn opgenomen niet steeds te bewijzen zijn, ofwel in onderlinge samenhang bezien onvoldoende zijn om bewijs te geven voor het bestaan van een dwangmiddel, zodat de rechtbank om die reden in een aantal zaken tot vrijspraken komt. Het openbaar ministerie heeft ervoor gekozen steeds ten aanzien van de verschillende vrouwen min of meer dezelfde reeks van feitelijkheden tenlaste te leggen en heeft de feitelijkheden niet per zaak op het slachtoffer toegespitst. Zo blijkt bijvoorbeeld in een aantal gevallen uit het dossier wel dat de verdachten het slachtoffer hebben misleid door haar te vertellen dat ze een mooi leven zou krijgen en dat zij haar geld voor haar zouden sparen of dat de verdachten overwicht hadden op het slachtoffer omdat zij geen papieren of geen huis had, of op de vlucht was voor een gewelddadige pooier of grote schulden had, maar zijn die omstandigheden niet in de tenlastelegging opgenomen. In enkele gevallen blijkt uit de stukken ook van geweld tegen de vrouwen en heeft de officier van justitie dat ook genoemd in haar bewijsmiddelenoverzicht, terwijl het geweld niet is opgenomen in de tenlastelegging. Zoals gezegd is de rechtbank gebonden aan de tenlastelegging zoals die in eerste aanleg luidt. De rechtbank merkt nog op dat het bevreemding wekt dat het openbaar ministerie, mede gelet op het feit dat deze zaak in de publiciteit is gebracht als de grootste mensenhandelzaak in Nederland ooit, aan de tenlastelegging niet meer zorg heeft besteed. 3. Bewijsoverwegingen 250a/273f Sr 3.1 Algemeen In de zaken van alle verdachten waartegen vandaag vonnis wordt gewezen: [verdachte 2] en [verdachte 1], [verdachte 4], [verdachte 6], [verdachte 3] en [verdachte 5], zijn vrijspraakverweren met betrekking tot de tenlastegelegde mensenhandel gevoerd. Daartoe is over het algemeen aangevoerd, samengevat, dat: - de betrokken vrouwen al als prostituee werkzaam waren toen zij met verdachte in contact kwamen; - zij altijd vrijwillig als prostituee hebben gewerkt; - voor zover de vrouwen hun verdiensten met de verdachte deelden of hem betalingen deden, dit was omdat zij ofwel een affectieve relatie met hem hadden, ofwel hem betaalden voor door hem verrichte (bodyguard) diensten ofwel omdat zij van hem geleende gelden terugbetaalden. De rechtbank overweegt in reactie op deze verweren het volgende over de reikwijdte van artikel 250a (oud) Sr (in de zaken van ([verdachte 1], [verdachte 2], [verdachte 6] en [verdachte 5]) en 273f Sr (alle zaken). De tenlastelegging is toegesneden op art. 250a, eerste lid (oud) Sr en/of 273f eerste lid Sr. Deze bepalingen bevatten verboden gedragingen. In artikel 250a (oud) Sr zijn dat: dwingen tot prostitutie (door geweld of een andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid), dan wel bewegen tot prostitutie (door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of misleiding). In artikel 273f Sr worden als dwangmiddelen onder meer genoemd: dwang, geweld of een andere feitelijkheid, dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, misleiding en misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht of van een kwetsbare positie. In de wetsgeschiedenis van zowel het huidige als de vroegere mensenhandelartikel(en) en in de daarop gevormde jurisprudentie is het bestanddeel misbruik van uit feitelijke verhoudingen/omstandigheden voortvloeiend overwicht geobjectiveerd: dergelijk misbruik kan in het algemeen worden verondersteld: "indien de prostitué(e) in een situatie verkeert of komt te verkeren die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige prostitué(e) in Nederland pleegt te verkeren”, hetgeen als een uitbuitingssituatie wordt aangemerkt. Daarbij heeft de wetgever het oog gehad op het brengen van een ander in een afhankelijke situatie waarin diens keuzevrijheid wordt beperkt. Als factoren die daarbij van belang kunnen zijn, heeft de wetgever ondermeer gedacht aan: het niet kunnen beschikken over eigen financiële middelen, het niet kunnen beschikken over een paspoort, geen geldig visum hebben en schulden met een zodanige aflossingsverplichting dat de betrokkene gedwongen is zich te blijven prostitueren. Een eventuele instemming van het slachtoffer met zijn/haar uitbuiting is niet bepalend. Verder is van vrijwilligheid geen sprake indien de prostitué(e) niet of slechts in verminderde mate de mogelijkheid heeft een bewuste keuze te maken met betrekking tot het al dan niet voortzetten van zijn of haar relatie met de exploitant. Dat die relatie aanvankelijk op vrijwillige basis werd aangegaan en/of dat de prostitué(e) reeds eerder bij prostitutie betrokken was vormt op zich geen aanwijzing voor vrijwilligheid. 3.2 Periodes voor en na wetswijziging De tenlastelegging onder 1A is toegesneden op artikel 250a (oud) Sr en die onder 1B op 273f (273a (oud)) Sr, maar bestrijkt een aaneengesloten periode. Deze kunstmatige splitsing is het gevolg van de wetswijziging waarbij artikel 273a Sr, later zonder inhoudelijke verandering vernummerd tot 273f Sr, werd ingevoerd. Voorzover de rechtbank uit de bewijsmiddelen heeft kunnen afleiden in welke periode bepaalde feiten hebben plaatsgevonden zijn deze in de betreffende periode bewezenverklaard. Als slechts vast te stellen is dát een feit zich heeft voorgedaan in de gehele aaneengesloten periode terwijl niet nauwkeurig is aan te wijzen wanneer, heeft de rechtbank dat feit in beide afzonderlijke periodes, maar in wezen in de gehele periode van 250a tot en met 273 f Sr bewezenverklaard. 3.3 Bewijsoverweging [vrouw 24] De raadsvrouwe heeft in haar pleidooi onder verwijzing naar diverse passages uit de verschillende verhoren gewezen op inconsistenties en heeft getracht de betrouwbaarheid van de getuige [vrouw 24] in twijfel te trekken. De raadsvrouw heeft geconcludeerd dat de verklaringen in zijn geheel als ongeloofwaardig terzijde gesteld moeten worden en niet bruikbaar zijn voor het bewijs. De rechtbank volgt de raadsvrouwe niet in dit betoog. De omstandigheid dat [vrouw 24] in de opeenvolgende verklaringen haar levensverhaal met nieuwe gegevens heeft aangevuld maakt haar verklaring niet ongeloofwaardig. Daarnaast is er sprake van (schijnbare) inconsistenties op ondergeschikte punten, die de verklaring in zijn geheel niet zonder meer ongeloofwaardig maken. De rechtbank merkt nog op dat de meest in het oog springende tegenstrijdigheid inmiddels is opgehelderd. Daar waar [vrouw 24] in haar oorspronkelijke aangifte gedetailleerd verklaart over het in de haast ophalen van haar spullen in Vinkeveen (waarbij zij zegt bijna van de trap te zijn gevallen) leek deze verklaring lijnrecht in strijd met het proces-verbaal van de politie van 18 september 2007. Daarin wordt gerelateerd dat [getuige 08] zou hebben verklaard dat niet [vrouw 24] maar [getuige 08] de spullen uit Vinkeveen heeft opgehaald. Uit de onder ede afgelegde verklaring van [getuige 08] bij de rechter-commissaris moet worden afgeleid dat de politie dit kennelijk verkeerd heeft begrepen en dit in dit proces-verbaal (dat niet door [getuige 08] is ondertekend) onjuist heeft opgetekend. [Getuige 08] heeft onder ede verklaard dat [vrouw 24] is meegereden naar Vinkeveen en de spullen zelf uit het huisje heeft opgehaald. Daarbij heeft zij een verklaring gegeven waaruit volgt dat het relaas van de verbalisanten niet kan kloppen, namelijk omdat zij immers zelf niet wist hoe ze bij het huisje moest komen. De rechtbank volgt de raadsvrouwe niet in haar bewering dat, daar waar [vrouw 24] in haar oorspronkelijke aangifte spreekt over het verscheuren van documenten, deze verklaring onjuist moet zijn. De enkele omstandigheid dat een advocaat uit Duitsland in zijn algemeenheid verklaart dat een verblijfsvergunning wordt verstrekt in de vorm van een stempel in een paspoort kan die conclusie niet dragen. In de verklaring spreekt [vrouw 24] slechts over documenten die kennelijk verband hielden met haar verblijfsvergunning. De verklaring is op dit punt niet erg duidelijk maar dit wekt bij de rechtbank geen twijfel op omtrent het waarheidsgehalte. Indien de verdediging op dit punt twijfelt had het op haar weg gelegen de getuige daarover concrete vragen te stellen bij de rechter-commissaris. De rechtbank acht dit voor de beoordeling van het waarheidsgehalte van de verklaring niet noodzakelijk. In het oog springen enige tegenstrijdigheden in de verklaringen van 2005 en 2007. [vrouw 24] verklaart in haar oorspronkelijke aangifte na de eerste keer dat zij gevlucht is in december 2004 niet te zijn geslagen door verdachte, terwijl zij in haar latere verhoor op 14 augustus 2007 verklaart dat dit wel is gebeurd. Bij de rechter-commissaris heeft [vrouw 24] hierover onder ede verklaard dat zij in het tweede verhoor op dit punt gelogen heeft omdat zij boos was, maar dat dit niet wil zeggen dat zij op andere punten waar zij ook spreekt over op haar uitgeoefend geweld ook heeft gelogen . Daarnaast verklaart zij in 2005, na haar (tweede) vlucht, samen met [vrouw 35] weer terug te zijn gekeerd naar Nederland, terwijl zij in 2007 zegt dat [vrouw 35] toen in Duitsland is gebleven. Daarnaar gevraagd bij de rechter-commissaris heeft [vrouw 24] gezegd dat [vrouw 35] op dat moment inderdaad nog in Duitsland is gebleven. De rechtbank is van oordeel dat de oorzaak voor deze tegenstrijdigheid is gelegen in de te algemene bewoordingen waarin de eerste aangifte op dit punt is opgesteld. Voorts is een tegenstrijdigheid gelegen in de omstandigheid dat [vrouw 24] in de oorspronkelijke aangifte heeft verklaard dat zij, toen zij naar Nederland is gekomen rechtstreeks door [verdachte D] naar het Zandpad is gebracht. Bij de rechter-commissaris heeft zij onder ede verklaard dat zij op dit punt gelogen heeft, omdat zij aanvankelijk dacht dat de politie niet zou geloven dat zij uiteindelijk gedwongen werd te werken, indien zij zou hebben verklaard dat zij aanvankelijk vrijwillig naar Nederland was gekomen om in de prostitutie te werken. De rechtbank is van oordeel dat vorenbedoelde afwijkingen in de verklaringen als tegenstrijdigheden geduid moeten worden, maar dat, gelet op de uitleg die daaraan gegeven is, geen sprake is van zodanige inconsistenties dat de verklaring van de getuige in zijn geheel als ongeloofwaardig terzijde gesteld moet worden. De rechtbank komt tot de slotsom dat de verklaring van [vrouw 24] op essentiële punten consistent is en op de rechtbank authentiek en betrouwbaar over komt. Deze verklaring is onder ede bevestigd bij de rechter-commissaris en wordt voor wat betreft haar vlucht uit machtssfeer van verdachte en de angst die daarbij is ondervonden in belangrijke mate ondersteund door de onder ede afgelegde verklaring van [getuige 08]. De rechtbank heeft bij de beoordeling van de verklaring van [vrouw 24] gelet op hetgeen prof. dr. Bullens ter terechtzitting in zijn algemeenheid over borderline heeft verklaard en acht zich op dit punt voldoende voorgelicht. Met betrekking tot de wijze waarop de verhoren tot stand zijn gekomen oordeelt de rechtbank dat niet is gebleken van een zodanige sturing door de verhorende ambtenaren dat de verklaring niet als een authentieke verklaring uit eigen wetenschap van de getuige kan worden aangemerkt. Al het voorgaande in ogenschouw genomen komt de rechtbank tot het oordeel dat de verklaringen van [vrouw 24] voor het bewijs gebruikt kunnen worden. Het verzoek om prof. dr. Bullens alsnog onderzoek te laten doen naar de betrouwbaarheid van de verklaringen en de wijze waarop de verhoren tot stand zijn gekomen wordt - gelet op vorenstaande - afgewezen. 3.4 Vrijspraakoverweging [vrouw 25] [vrouw 25] verklaart dat zij met verdachte heeft samengewoond, dat zij leefden van haar en zijn geld en dat ze 500 à 1000 euro per week verdiende. Ze zegt dat ze met de taxi naar het werk ging, zelf besliste wanneer ze stopte. Dat ze nooit is geslagen of bedreigd en zelf heeft besloten tot borstvergroting. Getuige [vrouw 34] verklaart dat verdachte [vrouw 25] in de gaten hield tijdens haar werk en dat [vrouw 25] haar geld aan hem afstond. Hieruit kan de rechtbank vast stellen dat verdachte - zoals is tenlastegelegd - met [vrouw 25] een liefdesrelatie is aangegaan en dat [vrouw 25] door verdachte werd gecontroleerd of in de gaten gehouden. Uit deze enkele omstandigheden volgt echter geen dwang, misleiding of uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht. De verklaring van [vrouw 24], inhoudende dat zij van [vrouw 35] hoorde dat [vrouw 25] zo door verdachte werd geschopt dat haar hairextensions op de grond lagen geven aanwijzingen voor dwang door geweld tegen [vrouw 25]. Nog daargelaten of deze enkele de-audituverklaring, die door [vrouw 35] noch [vrouw 25] wordt bevestigd, voldoende overtuigingskracht heeft, is het schoppen niet opgenomen als feitelijkheid in de tenlastelegging. De rechtbank zal verdachte op dit onderdeel vrijspreken. 3.5 Vrijspraakoverweging [vrouw 26] [vrouw 26] verklaart bij de politie dat zij verdachte van het Zandpad kent en dat zij 2 maanden een relatie met hem heeft gehad. De zich in het dossier bevindende SMS-gesprekken van [vrouw 26] aan verdachte d.d. 24 november 2006 (ordner 41, p. 18705), houden in: “Wees blij dat je in de tijd dat we samen waren mijn geld hebt gehad, je hebt gewonnen, daardoor heb ik niets.” en “Ik bedoel gewonnen in de tijd dat ik zo gek was dat ik mijn geld heb afgegeven en nu heb ik niets. Begrijp je afperser.” Bij de rechter-commissaris wil zij niets meer verklaren. Hieruit rijst het vermoeden dat verdachte [vrouw 26] geld afhandig heeft gemaakt, maar het bewijs voor hetgeen tenlaste is gelegd is hiermee niet geleverd. De rechtbank zal verdachte op dit onderdeel vrijspreken. 3.6 Vrijspraakoverweging [vrouw 27] Uit het dossier leidt de rechtbank slechts af dat verdachte met [vrouw 27] een liefdesrelatie is aangegaan en dat [vrouw 27] in de prostitutie werkte. Hieruit volgt geen bewijs voor dwang om voor verdachte in de prostitutie te werken. Uit het proces-verbaal van bevindingen van politie d.d. 8 december 2007 (p. 2669, ordner 6B) blijkt dat [vrouw 27] tegen de politie gezegd heeft dat ze bang is voor verdachte, niet zozeer voor zichzelf als wel voor haar familie. In het dossier zijn ook aanwijzingen voor geweld te vinden. [Vrouw 34] verklaart dat ze van [vrouw 27] heeft gehoord dat die geslagen werd door verdachte met een plank met een spijker erin en met een riem. [Vrouw 34] zegt dat ze de blauwe plek, dikke lippen en dikke neus heeft gezien. Deze feitelijkheden zijn door de officier van justitie echter niet tenlastegelegd. De rechtbank zal verdachte ook op dit onderdeel vrijspreken. 3.7 Vrijspraakoverweging [vrouw 28] Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is vast te stellen dat [vrouw 28] verdachte gesmeekt heeft haar vanuit Duitsland mee te nemen naar Nederland. [Vrouw 28] is op 27 december 2006 in Nederland aangekomen en heeft van 28 december tot 31 januari 2006 een relatie gehad met verdachte. [Vrouw 28] heeft in Nederland in de prostitutie gewerkt en in de beginperiode vrijwillig geld gegeven aan de mensen die haar naar Nederland hadden gehaald. Na een maand is ze naar Den Haag gegaan waar ze zelfstandig als prostituee heeft gewerkt. Ze zegt nergens toe te zijn gedwongen. Hieruit kan de rechtbank het tenlastegelegde niet bewezen verklaren, zodat vrijspraak ter zake moet volgen. 3.8 Vrijspraakoverweging [vrouw 29] Zowel [vrouw 29] als verdachte verklaren in het dossier dat zij een liefdesrelatie hebben gehad. [Vrouw 29] verklaart verder dat ze vanaf april 2005 op het Zandpad in de prostitutie heeft gewerkt en van zichzelf verlangde dat ze 1.500 euro per dag verdiende. Ze zegt niet te zijn gedwongen en nooit te zijn mishandeld door verdachte. Uit verschillende zich in het dossier bevindende tapgesprekken blijkt dat verdachte en [vrouw 29] spreken over haar werktijden en over wanneer ze thuiskomt. Hieruit kan echter niet worden afgeleid dat het verdachte was die haar dwong om te gaan werken of haar controleerde. De rechtbank heeft dan ook onvoldoende bewijs voor het tenlastegelegde in het dossier aangetroffen en zal verdachte op dit onderdeel eveneens vrijspreken. 3.9 Vrijspraakoverweging [vrouw 30] [vrouw 30] heeft nooit een verklaring afgelegd in deze zaak. Uit tapgesprekken die door de rechtbank ook zijn afgeluisterd en uit SMSjes blijkt dat [vrouw 30] belt met verdachte terwijl zij in een saunaclub in Gilze-Rijen is. Verder blijkt dat verdachte bij haar langs wil komen om met haar te spreken, maar dat zij niet met hem wil praten en niet van plan is naar buiten te komen. Ze wil alleen haar tas terug, die blijkbaar bij verdachte is. Ze verwijt verdachte dat hij in Duitsland heel anders tegen haar deed dan nu en dat ze hem gelukkig op tijd door had. Ze wil hem niet meer zien. In de gesprekken bedreigt verdachte haar dat hij met zijn groep langs zal komen en dat hij wil zien wie haar dan beschermt. Er wordt in de gesprekken ook gesproken over geld dat van haar is afgepakt of dat zij moet betalen aan verdachte. De gastvrouw van de saunaclub [getuige 09] herkent verdachte als een man die wilde dat ze een klein vrouwtje uit de zaak zou zetten. Ze verklaart ook dat er een meisje genaamd [voornaam] in de club gewerkt heeft en dat het meisje haar verteld heeft dat ze door een man uit Leibzig was gehaald. Dit meisje was op een dag ineens weg. Uit bovengenoemde omstandigheden zou nog kunnen worden afgeleid dat verdachte [vrouw 30] heeft bedreigd of dat er sprake was van een poging mensenhandel, maar dat is niet tenlastegelegd. Het tenlastegelegde kan hieruit niet worden bewezen en de rechtbank spreekt verdachte hiervan vrij. 3.10 Vrijspraakoverweging [vrouw 31] [vrouw 31] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat zij een paar dagen in Nederland is geweest. Zij was met verdachte meegereden vanuit Duitsland. Hij heeft aan een vrouw gevraagd haar daar de buurt te laten zien. Ze heeft in Nederland niet gewerkt. Na een paar dagen is ze weer met de auto van verdachte naar Duitsland teruggereden. Ze heeft zijn auto aan de grens laten staan. Verdachte was daar kwaad over. Dit laatste wordt bevestigd uit tapgesprekken die zich in het dossier bevinden. De rechtbank heeft onvoldoende bewijs voor het tenlastegelegde in het dossier aangetroffen, zodat vrijspraak op dit onderdeel moet volgen. 3.11 Vrijspraakoverweging [vrouw 32] [Vrouw 32] is door de politie niet gehoord. Ze heeft wel een verklaring ter terechtzitting afgelegd. Ze verklaart dat ze een liefdesrelatie met verdachte heeft gehad, dat ze zelfstandig in de prostitutie heeft gewerkt en alles, zoals de kamer en de taxi, zelf regelde. Verdachte heeft zich er nooit mee bemoeid. De officier van justitie wijst nog op een observatie van de politie waaruit blijkt dat [vrouw 32] wordt afgezet op het Zandpad door een man met lang haar en een snor in een Audi. Niet blijkt dat verdachte hiermee iets te maken heeft. Het is mogelijk dat [vrouw 32], zoals ze zegt, zelf vervoer regelde. In het dossier bevindt zich een gesprek tussen [naam 09.4] en een NN-man, waarin [naam 09.4] zegt dat verdachte [vrouw 32] in de kamer van [naam 14] wil plaatsen. Dit zou erop kunnen duiden dat verdachte de kamers regelde. Nu het een gesprek is waaraan verdachte niet zelf deelneemt, heeft de rechtbank uit dit enkele gesprek niet de overtuiging bekomen dat dit zo was. [Vrouw 34] verklaart wel dat [vrouw 32] door verdachte werd geslagen, maar die feitelijkheid is door de officier van justitie niet tenlastegelegd. Hoewel er wel aanwijzingen zijn voor bemoeienis van verdachte, heeft de rechtbank onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor het tenlastegelegde, met als gevolg dat een vrijspraak moet volgen. 4. Vrijspraakoverweging 302 en 242 Sr [vrouw 24] Op grond van artikel 342, tweede lid Sv zal de rechtbank de verdachte van deze feiten vrijspreken nu het dossier hiervoor slechts één bewijsmiddel bevat, te weten de aangifte van [vrouw 24]. Ten overvloede merkt de rechtbank nog op dat ten aanzien van de mishandelingen uit de stukken ook niet kan worden afgeleid dat verdachte [vrouw 24] zelf zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht en evenmin kan worden bewezen dat de persoon die de tatoeage, de borstvergroting en de abortus heeft uitgevoerd dit heeft gedaan in bewuste en nauwe samenwerking met verdachte, zoals vereist is voor medeplegen. Misschien moet degene die de ingreep heeft verricht aangemerkt worden als de straffeloze doen pleger, maar daarvoor is op dit punt onvoldoende uitgezocht en zo is het feit ook niet tenlastegelegd. De rechtbank merkt voorts nog op dat zij het seksueel binnendringen van het lichaam van [vrouw 24] als feitelijkheid bij de tenlastegelegde mensenhandel wel bewezen heeft geacht, nu voor de tenlastegelegde mensenhandel meer bewijsmiddelen voorhanden zijn en gelet op de jurisprudentie niet voor ieder onderdeel van de tenlastelegging meerdere bewijsmiddelen nodig zijn. 5. Vrijspraak- en bewijsoverweging 231 Sr Reisdocumenten 5.1 Vrijspraakoverweging De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 5 in de eerste plaats ten laste is gelegd. Ondanks verwijzingen naar een omvangrijk dossier (zaaksdossier identiteiten) is de officier van justitie er niet in geslaagd sluitend bewijs te leveren dat het paspoort -ten aanzien waarvan aan verdachte wordt verweten dat hij wist of moest vermoeden dat deze (ver)vals(t) was- daadwerkelijk (ver)vals(t) was. Ondanks het uitgebreide onderzoek dat aan dit verwijt ten grondslag ligt, ontbreekt een proces-verbaal met betrekking tot onderzoek naar afwijkingen van echtheidskenmerken van het betreffende paspoort. Dergelijke afwijkingen zijn ook niet in de tenlastelegging opgenomen. De valsheid bestaat in de ogen van de officier van justitie kennelijk slechts - gezien de tekst van de tenlastelegging - uit het aanbrengen van een foto van de verdachte op het paspoort dat niet op zijn naam is gesteld. Dat die foto een goedgelijkende van de verdachte is, kan niet zonder meer vastgesteld worden. De enkele omstandigheid dat verbalisanten dat zeggen is niet doorslaggevend. De rechtbank kan dit ook aan de hand van de naderhand door de officier van justitie overgelegde kleurenfoto’s niet zonder meer sluitend vaststellen. Verdachte wordt van dit feit vrijgesproken. 5.2 Bewijsoverweging Het onder 5 in de tweede plaats ten laste gelegde acht de rechtbank bewezen, met dien verstande dat is komen vast te staan dat verdachte zich bij zijn aanhouding in Amsterdam op 7 februari 2007 met het in beslaggenomen paspoort dat niet op zijn naam was gesteld heeft gelegitimeerd. Dat het verdachte is geweest die zich bij de andere gelegenheid in de dagvaarding genoemd (Holland Casino) met het betreffende paspoort heeft gelegitimeerd is niet komen vast te staan. Ook dat is op grond van het samenstel van documenten en foto’s, al dan niet in kleur, niet sluitend vast te stellen. De verdachte wordt op laatstgenoemd onderdeel vrijgesproken. 6. Bewijsoverweging 140 Sr 6.1 Omvang organisatie Aan de rechtbank is een omvangrijk dossier gepresenteerd waarvan vier ordners specifiek betrekking hebben op de deelneming aan een criminele organisatie. Dat deel van het dossier bevat een hypothese over het bestaan van twee organisaties met elk een eigen structuur, die waar nodig elkaar hielpen en taken waarnamen. Eén organisatie zou onder leiding van [verdachte A] staan, de andere onder leiding van [verdachte 2] en [verdachte 1]. Daarnaast zouden er zelfstandige pooiers zijn die voor deze organisatie(s) hand- en spandiensten zouden verrichten. In april 2006 zou een verwijdering tussen beide organisaties zijn ontstaan. De officier van justitie heeft in de tenlastelegging van artikel 140 Sr een organisatie omschreven waaraan niet alleen de nu terecht staande verdachten maar ook zes andere bij name genoemde personen en “een of meer anderen” zouden hebben deelgenomen. In die zin lijkt het standpunt van de officier te zijn dat er van één organisatie sprake is geweest. De officier van justitie requireert ook tot een bewezenverklaring waarin tussen de beide in het dossier beschreven organisaties geen onderscheid wordt gemaakt. Er wordt dus een veroordeling gevraagd voor deelneming aan één organisatie waarbij alle in het dossier genoemde verdachten zouden zijn aangesloten. Bij requisitoir wordt een totaal aantal deelnemers van 50 genoemd, daarna volgt een opsomming van betrokkenen die uitkomt op 34 personen en het door de officier geproduceerde bewijsmiddelenoverzicht spreekt over minstens 30 deelnemers. Waaruit de deelneming van de zes ándere verdachten heeft bestaan en waaruit dat blijkt heeft de officier van justitie niet geconcretiseerd. Het is steeds in relatie tot de verwijten die de thans terechtstaande verdachten worden gemaakt dat de andere namen opduiken Er is een discrepantie tussen het requisitoir (één organisatie) en de hypothese in het dossier (twee organisaties). Voor zover de officier van justitie uitgaat van twee organisaties blijft bovendien onduidelijk wie van de in de tenlastelegging genoemde personen tot welke organisatie(s) behoren. Bij de feitenbehandeling ter zitting is de aandacht vrijwel uitsluitend uitgegaan naar de terechtstaande verdachten. De rol van de andere in de tenlastelegging genoemde deelnemers is zijdelings aan de orde geweest. De rechtbank constateert dat in het dossier wel aanwijzingen te vinden zijn voor het deelnemen door veel meer dan de zes verdachten, maar aan wiens organisatie die anderen dan deelnamen en in welke periode is niet zonneklaar. De rechtbank heeft zich daarom beraden over de vraag of het onderzoek voldoende duidelijkheid heeft gebracht over omvang en samenstelling van één of meer organisaties en de rol van de andere deelnemers en is tot de slotsom gekomen dat zulks niet het geval is. De rechtbank ziet echter geen noodzaak voor heropening van het onderzoek. In de zes zaken waarin vandaag uitspraak wordt gedaan staat immers ter beoordeling of de “huidige” zes verdachten deelneming aan een criminele organisatie verweten kan worden, waarbij in het midden kan blijven uit welke andere leden die organisatie bestond. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat naar vaste rechtspraak de term “organisatie” tevens feitelijke betekenis heeft en dus niet nader omschreven had hoeven te worden (zie HR 31 mei 1994, DD 94.375 en NLR aant. 1 bij art. 140 Sr). In dat licht is het niet per se noodzakelijk in de bewezenverklaring de overige deelnemers aan de organisatie te noemen. Niet buiten gerede twijfel is vast te stellen of er één organisatie of twee af en toe samenwerkende organisaties bestonden. De rechtbank komt echter wel tot het oordeel dat van de zes thans te berechten verdachten, met uitzondering van [verdachte 4], vaststaat dat zij deel uitmaakten van dezelfde organisatie. Dat [verdachte 4] aan welke criminele organisatie dan ook deelnam, kan uit de inhoud van de bewijsmiddelen niet worden afgeleid. [Verdachte 4] zal van dat feit dan ook worden vrijgesproken. Omdat de rechtbank zoals gezegd in het midden zal laten uit welke andere leden dan [verdachte 1] en [verdachte 2], [verdachte 6], [verdachte 3] en [verdachte 5] de criminele organisatie waaraan zij deelnamen bestond, zal zij in de bewezenverklaring de andere zes met name genoemde personen uit de tenlastelegging niet opnemen, zonder daarmee een oordeel te geven over het wel of niet betrokken zijn van die andere zes bij welke criminele organisatie ook. 6.2 Organisatie en deelneming Ten aanzien van de bewezenverklaring van deelneming aan een criminele organisatie overweegt de rechtbank het volgende. Uit het dossier komt naar voren dat de thans terechtstaande verdachten met elkaar en met anderen veelvuldig telefonisch contact onderhouden. Veel van deze gesprekken hebben, gezien de context en hetgeen wordt besproken, betrekking op prostitutie. Zo worden aan bodyguards instructies gegeven, prostituees in de gaten gehouden en wordt vervoer van prostituees en werkkamers geregeld. Dit alles vindt plaats in georganiseerd verband, waarbij bodyguards bescherming bieden aan en letten op de vrouwen die behoren tot de groep, bodyguardgelden worden ingezameld, gezamenlijk vervoer van prostituees wordt verzorgd en wordt gezorgd dat de gehuurde werkkamers door prostituees van de groep doorlopend benut worden. Dat er sprake is van een groep blijkt ook uit de verklaring van [vrouw 01], waarin zij geconfronteerd met namen en foto’s spontaan meldt: “die hoort bij onze groep” en “die is niet van onze groep”. Daarnaast wordt in een tapgesprek tussen [verdachte 1] en [verdachte 3] gesproken over een “gemeenschap” waar een ander (ene [naam 09.2]), die met meisjes naar Nederland wil komen, niet zomaar in kan komen. Ook wordt er in gesprekken tussen [verdachte 3] met respectievelijk de bodyguard [naam 12] en [verdachte 1], daar waar het gaat om de aanschaf van kogelvrije vesten, gesproken over een deel van de kosten die “wij als bedrijf” gaan dragen. Deze groep is in verband te brengen met vele geweldsincidenten, waarbij geweld en intimidatie wordt toegepast in de richting van prostituees, klanten en concurrerende pooiers. Zo is onder andere sprake van mishandeling van de prostituee [vrouw 09], waarbij zij is geslagen door [verdachte 1] en [verdachte 3] om haar vriend/pooier duidelijk te maken dat zij van hem is afgepakt, en waarbij zij blijkens de daaropvolgende tapgesprekken als “cadeautje” aan een ander wordt toebedeeld. Daarnaast is sprake van de mishandeling van de prostituee [vrouw 17] door [verdachte 3] waarbij dit geweld, blijkens de onderlinge samenhang van de diverse tapgesprekken in verband staat met het feit dat [verdachte 3] wil dat [vrouw 17] een “tweede meisje” voor hem vindt. Uit een tapgesprek komt naar voren dat [verdachte 3] aan de bodyguard [naam 12] de opdracht geeft om “zijn meisje” te slaan. Illustratief voor de handelswijze van de groep is de mishandeling van prostituee [vrouw 18]. [Vrouw 18] verklaart in haar aangifte dat zij de laatste maanden veel problemen had met Turkse jongens en dat zij -nadat zij diverse malen was bedreigd omdat die Turkse jongens niet willen dat er Duitse meisjes op de wallen werken- door iemand die zich voordeed als klant in het gezicht is geslagen. Uit de telefoontaps die, gelet op de tijdstippen en de context, hierop betrekking hebben komt naar voren dat [verdachte 3] aan [verdachte 5] vraagt een persoon te regelen die deze mishandeling tegen betaling wil uitvoeren; dat deze mishandeling is uitgevoerd en de uitvoerder door de politie is opgepakt; dat een en ander wordt teruggekoppeld met [verdachte 1] en dat [verdachte 5] vervolgens wederom wordt ingeschakeld om een advocaat voor de uitvoerder te regelen, waarna de uitvoerder op vrije voeten komt. Deze handelswijze waarbij doelbewust geweld wordt ingezet omwille van markprotectie komt ook naar voren in de aangifte van [vrouw 33], waarbij deze melding maakt van mishandeling van haar en de broer van haar vriend door een groep Turkse pooiers, waaronder [verdachte 1], omdat zij als zelfstandig prostituee werkte en de groep haar hetzij het werk onmogelijk wilde maken, hetzij wilde dat zij voor hen ging werken. Ook gezien het laatste heeft het groepsgeweld tevens het oogmerk van mensenhandel in zich. Voorts volgt uit de verklaring van [vrouw 05] dat er een incident is geweest waarbij met vuurwapen(s) is geschoten, waarbij door [verdachte 1] en [verdachte 3] een vuurwapen ter hand is genomen ten opzichte van mannen die condooms en drugs aan prostituees wilden verkopen. Daarnaast verklaart zij dat zij vóór die schietpartij ook al wel eens wapens bij de groep had gezien die door [verdachte 1], [verdachte 3] of [verdachte 2] werden verstopt in de werkkamer op het Zandpad. Uit de verklaring van [vrouw 03], daarmee samenhangende verklaringen van haar familieleden en de verklaring van [getuige 03] komt naar voren dat de familie van deze prostituee tot in Polen door de groep is bedreigd onder andere met een bomaanslag, omdat verlangd werd dat [vrouw 03] haar aangifte ter zake van mensenhandel zou intrekken. Uit de verklaring van [getuige 02] komt naar voren dat hij geslagen werd door [naam 12] en bedreigd werd door [verdachte 3] omdat hij deed alsof hij een foto maakte van een prostituee. Hem is gevraagd zijn aangifte in te trekken en hem is aangeboden voor de groep te werken. Hij kreeg een telefoontje van [verdachte 1] als een prostituee problemen had met een klant. Daar moest hij dan naartoe om de klant in elkaar te slaan. Daarnaast verklaart [getuige 02] in niet mis te verstane woorden: “De groep ragt hier de boel af. Iedereen bedreigen en de boel in elkaar slaan, mensen bang maken. Dat is ook met mij gebeurd.” Dat verdachte als deelnemer van deze groep is aan te merken volgt onder andere uit het vorenstaande, de verklaring van [vrouw 05], de verklaring van [vrouw 34] en tapgesprekken. [vrouw 05] verklaart dat verdachte een pooier en een mensenhandelaar is en dat verdachte voor [verdachte 1] op het Zandpad rondreed om de voor [verdachte 1] werkende vrouwen in de gaten te houden. [vrouw 34] verklaart dat verdachte deel uitmaakt van de criminele groep van [verdachte 1] en een grote baas is. Uit een drietal tapgesprekken (30 september 2006, blz. 36014-36016) in samenhang met de verklaring van [vrouw 34] volgt dat verdachte samen met [verdachte 1] geweld heeft uitgeoefend ten opzichte van een persoon ([naam 15]) die door hen ervan verdacht werd prostitutiegeld te hebben verstopt. 7. Conclusie De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte sub 2, sub 3 en sub 5 in de eerste plaats is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken. De rechtbank is door de inhoud van wettige bewijsmiddelen - die in de gevallen waarin de wet aanvulling van dit (verkorte) vonnis met de bewijsmiddelen vereist, in een aan dit vonnis te hechten bijlage zullen worden opgenomen - waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het sub 1A, sub 1B, sub 5 in de tweede plaats en sub 6 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: 1A. hij in de periode 01 oktober 2002 tot en met 31 december 2004 in Nederland en/of Duitsland, - [vrouw 24] door geweld en andere feitelijkheden en door bedreiging met geweld heeft gedwongen en door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling; en - [vrouw 24] heeft aangeworven met het oogmerk die [vrouw 24] in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling; en - opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van een ander, genaamd [vrouw 24] met een derde tegen betaling, terwijl verdachte wist dat die [vrouw 24] door geweld en/of een andere feitelijkheden en/of door bedreiging met geweld werd gedwongen en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het plegen van die handelingen; en - [vrouw 24] door geweld en andere feitelijkheden en/of door bedreiging met geweld heeft gedwongen dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht heeft bewogen, uit de opbrengst van de seksuele handelingen van [vrouw 24] met een derde, verdachte te bevoordelen immers heeft hij, verdachte, - met die [vrouw 24] een liefdesrelatie aangegaan en die [vrouw 24] ingepalmd en (emotioneel) van hem verdachte afhankelijk gemaakt door / met het geven van veel aandacht en het geven van cadeaus en van alles voor haar te betalen en/of - die [vrouw 24] als prostituee laten werken en/of - die [vrouw 24] haar verblijfspapieren / paspoort / identiteitsdocumenten laten verscheuren en/of - die [vrouw 24] naar haar werkplek gebracht en/of - die [vrouw 24] gedwongen om vele uren achter elkaar en bij ongesteldheid en bij ziekte te werken in de prostitutie en/of - die [vrouw 24] tijdens het uitvoeren van haar werkzaamheden als prostituee in de gaten gehouden / in de gaten laten houden en/of - die [vrouw 24] gedwongen om (een groot deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem verdachte af te staan en/of af te dragen en/of - die [vrouw 24] meermalen geslagen en/of - die [vrouw 24] gedreigd te slaan en/of - die [vrouw 24] bedreigd en/of - die [vrouw 24] mishandeld en/of - die [vrouw 24] tegen haar wil anaal gepenetreerd en/of - die [vrouw 24] anale sex met klanten liet hebben (omdat dat meer zou verdienen) en/of - die [vrouw 24] (voortdurend) gecontroleerd en/of - die [vrouw 24] vanuit Duitsland naar Nederland laten komen teneinde die [vrouw 24] als prostituee te laten werken; 1B. hij in de periode 01 januari 2005 tot en met 31 mei 2005 in Nederland - [vrouw 24] door dwang en geweld en een andere feitelijkheid en door dreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht heeft vervoerd en gehuisvest, met het oogmerk van uitbuiting van die [vrouw 24]; en - [vrouw 24] door dwang en geweld en een andere feitelijkheid en door dreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht gedwongen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten; en - opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van [vrouw 24]; en - die [vrouw 24] door dwang en geweld en een andere feitelijkheid en door dreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht heeft gedwongen hem, verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen van die [vrouw 24] met een derde; terwijl die feiten zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebben gehad; immers heeft hij, verdachte - die [vrouw 24] als prostituee laten werken en/of - die [vrouw 24] naar haar werkplek gebracht en/of - die [vrouw 24] gedwongen om vele uren achter elkaar en bij ongesteldheid en bij ziekte te werken in de prostitutie en/of - die [vrouw 24] tijdens het uitvoeren van haar werkzaamheden als prostituee in de gaten gehouden / in de gaten laten houden en/of - die [vrouw 24] gedwongen om (een groot deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem, verdachte, af te staan en/of af te dragen en/of - die [vrouw 24] meermalen geslagen en/of - die [vrouw 24] gedreigd te slaan en/of - die [vrouw 24] (in de maand maart) in het (koude) (buiten)water laten liggen / laten staan (omdat ze meer moest verdienen) en/of - die [vrouw 24] bedreigd en/of - die [vrouw 24] mishandeld en/of - die [vrouw 24] tegen haar wil anaal gepenetreerd en/of - die [vrouw 24] anale sex met klanten liet hebben (omdat dat meer zou verdienen) en/of - die [vrouw 24] gedwongen een abortus te ondergaan en/of - die [vrouw 24] gedwongen een tatoeage met verdachtes (bij)naam ([(BIJ)NAAM]) op haar lichaam te laten zetten en/of - die [vrouw 24] gecontroleerd 5. hij op 07 februari 2007 te Amsterdam opzettelijk in het bezit heeft gehad en gebruik heeft gemaakt van een niet op zijn naam gesteld reisdocument, te weten een (Duits) paspoort (voorzien van nummer [...] ten name van [naam 05]), welk gebruik hierin bestond dat verdachte zich legitimeerde met genoemd paspoort bij zijn aanhouding door de politie op 07 februari 2007 in Amsterdam. 6. hij in de periode van 01 januari 2002 tot en met 07 februari 2007 in Nederland en/of Duitsland en/of België, heeft deelgenomen aan een organisatie, onder meer bestaande uit verdachte en een of meer van de volgende personen [verdachte 1] en [verdachte 2] en [verdachte 3] en [verdachte 5] en/of een of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het (telkens) plegen van - mensenhandel, als bedoeld in artikel 250a Wetboek van Strafrecht(oud) en/of 273a Wetboek van Strafrecht (oud) en/of 273 f van het Wetboek van Strafrecht, waarbij die mensenhandel onder andere bestond uit het seksueel uitbuiten van vrouwen (prostituees) - (zware) mishandeling, als bedoeld in artikel 300 en/of 302 van het Wetboek van Strafrecht, waarbij die zware mishandeling onder ander bestond uit het slaan, stompen, schoppen van (meerdere) personen (prostituees, klanten van prostituees en pooiers) - handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, strafbaar gesteld bij artikel 55, eerste lid van de Wet wapens en munitie (onder andere het voorhanden hebben van steek- en/of vuurwapens) - bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht/bedreiging met zware mishandeling als bedoeld in artikel 285 Wetboek van Strafrecht (onder andere het bedreigen van prostituees en klanten van prostituees) - afpersing als bedoeld in artikel 317 Wetboek van Strafrecht (onder andere het afhandig maken van geld van prostituees) Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het tenlastegelegde feit, waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft. De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte sub 1A, sub 1B, sub 5 in de tweede plaats en sub 6 meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken. Het bewezen verklaarde levert op: wat betreft sub 1A het misdrijf: "Een ander door geweld of een andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld dwingen en door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling, meermalen gepleegd", en "Een persoon aanwerven met het oogmerk die persoon in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling" en "Opzettelijk voordeel trekken uit seksuele handelingen van een ander met een derde tegen betaling, terwijl hij weet dat die ander zich door geweld of een andere feitelijkheid en door bedreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht beschikbaar stelt tot het plegen van die handelingen, meermalen gepleegd" en "Een ander door geweld of een andere feitelijkheid en door bedreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht bewegen hem uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met een derde te bevoordelen, meermalen gepleegd", telkens strafbaar gesteld bij artikel 250a (oud) van het Wetboek van Strafrecht; en wat betreft sub 1B het misdrijf: "Mensenhandel met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg", strafbaar gesteld bij artikel 273a (oud) van het Wetboek van Strafrecht; en wat betreft sub 5 in de tweede plaats het misdrijf: "Opzettelijk gebruik maken van een niet op zijn naam gesteld reisdocument", strafbaar gesteld bij artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht; en wat betreft sub 6 het misdrijf: "Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven", strafbaar gesteld bij artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht; De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid. De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, terzake sub 1A, sub 1B, sub 2, sub 3, sub 5 en sub 6 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaren, met aftrek van het voorarrest en met toewijzing van de civiele vordering van [vrouw 24] en oplegging daarbij van de zogenaamde Terwee-maatregel. De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf en maatregelen behoren te worden opgelegd, zoals deze hierna zullen worden bepaald, waarbij het volgende is overwogen. Verdachte heeft gedurende een aantal jaren deel uitgemaakt van een criminele organisatie die ondermeer tot doel had het exploiteren van vrouwen in het kader van de prostitutie. Verdachte vervulde binnen deze organisatie een centrale en leidinggevende rol. Kenmerkend voor de organisatie was de nietsontziende en gewelddadige wijze waarop werd gehandeld. Verdachte en zijn mededaders hebben de vrouwen door het aanwenden van fors en grof geweld, dan wel dreiging daarmee, gedwongen om voor hen in de prostitutie te gaan werken en vervolgens ook te blijven werken. In een aantal gevallen werden de vrouwen van verdachte of zijn mededaders afhankelijk gemaakt waarna er voor hen geen andere weg meer openstond dan als prostituee te gaan werken. Verdachte en de mededaders hebben op grove wijze misbruik gemaakt van de kwetsbare, geïsoleerde en afhankelijke positie waarin deze vrouwen zich bevonden. Mede hierdoor was het voor de vrouwen onmogelijk om als prostituee vrije keuzes te maken en zelfstandig te beslissen, zoals mondige prostituees in Nederland dat wel kunnen doen. Verdachte en de mededaders maakten de dienst uit. Zij verschaften de vrouwen onderdak, bepaalden waar, wanneer en hoelang zij moesten werken, zij zorgden (mede) voor de kamers, het vervoer van de vrouwen van en naar de werkplekken en zij zorgden ervoor dat de vrouwen tijdens hun werk werden gecontroleerd. Het geld dat door de vrouwen met de prostitutiewerkzaamheden werd verdiend moest nagenoeg geheel worden afgestaan aan verdachte en de mededaders. Het dossier staat bol van geweld en intimidaties. Andere prostituees die, of zelfstandig werkzaam waren, of voor een andere pooier werkten, werd het werk nagenoeg onmogelijk gemaakt, of zij moesten forse bedragen per week aan verdachte en/of de mededaders betalen, waarna zij door de groep van verdachte en/of zijn mededaders werden getolereerd in het gebied waar dezen de dienst uitmaakten. Een aantal vrouwen heeft het aanvankelijk aangedurfd om aangifte te doen, sommigen pas nadat bekend was geworden dat leden van de groep waren opgepakt. Diverse aangiftes zijn naderhand weer ingetrokken. Ook hebben getuigen ten overstaan van de rechter-commissaris verklaard dat hetgeen zij destijds hadden verklaard niet strookte met de waarheid. Als daarbij wordt bedacht dat van de zijde van de verdachten niet werd geschroomd om bedreigingen te uiten, waarbij alleen al te denken valt aan het dreigen om de woning van de familie van aangeefster [vrouw 03] met explosieven op te blazen, dan wel aangeefster zelf te vermoorden als zij haar aangifte niet zou intrekken, dan geeft dit een sprekend beeld van de werkwijze van de groep waartoe verdachte behoorde. Verdachte en zijn mededaders hebben gedurende lange tijd op gewelddadige wijze de dienst uitgemaakt binnen de prostitutiewereld en dan met name op de Amsterdamse Wallen. De rechtbank is zich bewust van het feit dat er binnen deze wereld mogelijk andere regels en normen gelden dan in de kring daarbuiten. De wijze waarop door verdachte en zijn mededaders gedurende lange tijd hun regels en normen werden gesteld, gehandhaafd en aan anderen opgedrongen, is onaanvaardbaar en verwerpelijk. Het onvrijwillig in de prostitutie houden van vrouwen en het financieel uitbuiten van deze vrouwen is niet alleen zeer ernstig, het geeft er ook blijk van dat verdachte op geen enkele wijze respect heeft voor de lichamelijke en geestelijke integriteit en het zelfbeschikkingsrecht van deze vrouwen. Door verdachte en de mededaders zijn de vrouwen gemaakt tot willoze individuen, met wie zeer veel geld kon worden verdiend. De in de bewezenverklaring van verdachte voorkomende vrouw is meermalen tegen haar wil anaal gepenetreerd. Ook is zij veelvuldig door verdachte mishandeld en moest zij, nadat zij was mishandeld, enige tijd in het koude buitenwater doorbrengen, om op die manier blauwe plekken zoveel mogelijk te voorkomen c.q. deze zo min mogelijk zichtbaar te laten zijn. Op het moment dat het slachtoffer zwanger was geraakt is verdachte degene geweest die haar gedwongen heeft een abortus te ondergaan. Verdachte heeft op die wijze beslist over het leven van een ander. Dit rekent de rechtbank hem in zeer ernstige mate aan. Voor wat betreft de op te leggen straf, heeft de rechtbank in het algemeen het volgende overwogen. Het behoeft geen betoog dat voor de afdoening van feiten als deze uitsluitend een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf in aanmerking komt. De rechtbank heeft gekeken naar veroordelingen door andere rechterlijke colleges in het land, waarbij is getracht om aansluiting te zoeken bij de feiten en omstandigheden zoals die zich in dit dossier hebben voorgedaan. Dit alles overwegend heeft de rechtbank in deze zaak als uitgangspunt genomen een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van acht tot tien maanden per slachtoffer, welk strafminimum door de rechtbank is verhoogd indien er ten opzichte van dit slachtoffer sprake is geweest van ernstig geweld. Daarnaast heeft de rechtbank als strafverzwarende respectievelijk strafverminderende omstandigheid aangemerkt de lengte van de periode waarin de feiten zich hebben afgespeeld meegewogen. Ook heeft de rechtbank in aanmerking genomen of sprake is geweest van verkrachting, gedwongen borstvergroting, abortus als wettelijke strafverzwaringsgrond, de rol die verdachte binnen het geheel heeft gehad en eventuele recidive. Verder heeft de rechtbank als uitgangspunt voor deelname aan de criminele organisatie een gevangenisstraf van 12 maanden genomen en voor de verdachten die een leidinggevende rol hebben vervuld een gevangenisstraf van 24 maanden. Concreet betekent dit voor deze verdachte dat mensenhandel ten opzichte van slechts één vrouw bewezen is verklaard, waarbij als strafverzwarende omstandigheid geldt dat hij daarbij veel geweld heeft gebruikt en haar ook gedwongen heeft een abortus te ondergaan. Ook dient verdachte te worden gestraft voor het gebruiken van een niet op zijn naam staand reisdocument. Alles in ogenschouw nemend komt de rechtbank tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur. Civiele vordering De rechtbank overweegt verder, dat [vrouw 24] zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier ter terechtzitting als benadeelde partij heeft gevoegd in het strafproces, en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave heeft gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van € 25.000,-, bestaande uit een bedrag van € 19.000,- ter zake materiële schade en een bedrag van € 6.000,- ter zake immateriële schade, beide als voorschot. Naar het oordeel van de rechtbank is deze vordering van de benadeelde partij geheel gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade is toegebracht. De schade bedraagt het gevorderde bedrag van € 25.000,-, zodat de vordering toewijsbaar is. De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht. De na te melden straf en maatregelen zijn gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen 10, 24, 27, 33, 33a, 36f en 57 van het Wetboek van Strafrecht. R E C H T D O E N D E: Verklaart niet bewezen wat aan verdachte sub 2, sub 3 en sub 5 in de eerste plaats is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij. Verklaart bewezen, dat het sub 1A, sub 1B, sub 5 in de tweede plaats en sub 6 tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan. Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld. Verklaart verdachte strafbaar. Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van drie jaren. Beveelt dat de tijd, die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. Veroordeelt verdachte, terzake van de bewezen feiten 1A en 1B tot betaling - bij wege van voorschot - aan de benadeelde partij [vrouw 24], p/a Advocatenkantoor Oudegracht, Postbus 3092, 1801 GB Alkmaar van een bedrag groot € 25.000,-. Veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering. Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten 1A en 1B tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot € 25.000,- ten behoeve van de benadeelde [vrouw 24], voornoemd, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 155 dagen zal worden toegepast. Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen. Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte sub 1A, sub 1B, sub 5 in de tweede plaats en sub 6 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij. Gelast de teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen tas met anabolen, 2 brieven, pas (hotel Breukelen) en handschoen. Verklaart verbeurd de inbeslaggenomen tas (kleur groen) met kogelwerende vesten. Aldus gewezen door mr. Geeve, voorzitter, mr. Wentink en mr. Ellenbroek, rechters, in tegenwoordigheid van Last, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 11 juli 2008.