Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD7270

Datum uitspraak2008-07-15
Datum gepubliceerd2009-03-13
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers08/700452/07
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte vernielt een autoband en steekt drie bedrijfswagens in brand omdat hij boos is op zijn voormalig werkgever. Deskundigen achten verdachte verminderd toerekeningsvatbaar. Hij wordt conform de eis van de officier van justitie veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met als bijzondere voorwaarde het volgen van een behandeling. De schade aan één van de auto's moet hij vergoeden aan de eigenaar, een leasemaatschappij.


Uitspraak

RECHTBANK ALMELO Parketnummer: 08/700452/07 STRAFVONNIS Uitspraak: 15 juli 2008 De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen: [verdachte] terechtstaande dat: 1. hij op of omstreeks 4 oktober 2007 te Enschede meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk brand heeft gesticht in/aan vier, althans een of meerdere auto('s) die geparkeerd stond(en) aan de Eeftinkweg en/of de Kuipersdijk, immers heeft verdachte toen aldaar (telkens) opzettelijk op/over de voorruit en/of onder het raam in een geultje onder de motorkap, althans aan/over de voorzijde van die auto('s) spiritus, althans een (vluchtige) vloeistof en/of (een) aanmaakblokje(s) gespoten/aangebracht en deze spiritus en/of vloeistof en/of dit/deze aanmaakblokje(s) aangestoken/in aanraking gebracht met (open) vuur, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met spiritus en/of een (vluchtige) vloeistof en/of met (een) aanmaakblokje(s), althans met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan die auto('s) geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor het in de nabijheid van die auto('s) staande straatmeubilair (lantaarnpa(a)l(en)) en/of bo(o)m(en) en/of perce(e)l(en) en/of auto('s), in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was; (parketnummer:700452-07) art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht art 157 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat hij op of omstreeks 04 oktober 2007 te Enschede meermalen, althans eenmaal, opzettelijk en wederrechtelijk vier, althans een of meerdere auto('s) die geparkeerd stond(en) aan de Eeftinkweg en/of de Kuipersdijk, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Post Point, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt immers heeft verdachte toen aldaar (telkens) opzettelijk op/over de voorruit en/of onder het raam in een geultje onder de motorkap, althans aan/over de voorzijde van die auto('s) spiritus, althans een (vluchtige) vloeistof en/of (een) aanmaakblokje(s) gespoten/aangebracht en deze spiritus en/of vloeistof en/of dit/deze aanmaakblokje(s) aangestoken/in aanraking gebracht met (open) vuur, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met spiritus en/of een (vluchtige) vloeistof en/of met (een) aanmaakblokje(s), althans met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan die auto('s) geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan; (parketnummer:700452-07) art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht 2. hij op of omstreeks 21 september 2007 te Enschede opzettelijk en wederrechtelijk een auto en/althans een autoband van een auto, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Post Point, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, immers heeft verdachte toen en aldaar met een mes, althans met een steekvoorwerp gestoken in de (linkervoor)band van een bestelbus toebehorende aan Post Point; art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht Gezien de stukken; Gelet op het onderzoek ter terechtzitting; Gehoord de vordering van de officier van justitie; Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd; De rechtbank heeft de in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad. De rechtbank is door de inhoud van wettige bewijsmiddelen -die in de gevallen waarin de wet aanvulling van dit (verkorte) vonnis met de bewijsmiddelen vereist, in een aan dit vonnis te hechten bijlage zullen worden opgenomen- waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het sub 1 primair en sub 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: 1. hij op 4 oktober 2007 te Enschede meermalen, telkens opzettelijk brand heeft gesticht in/aan drie auto's die geparkeerd stonden aan de Eeftinkweg, immers heeft verdachte toen aldaar telkens opzettelijk aan de voorzijde van die auto’s spiritus gespoten/aangebracht en deze spiritus aangestoken, ten gevolge waarvan die auto's gedeeltelijk zijn verbrand, terwijl daarvan gemeen gevaar voor het in de nabijheid van die auto's staande straatmeubilair (lantaarnpalen) en bomen, te duchten was; 2. hij op 21 september 2007 te Enschede opzettelijk en wederrechtelijk een autoband toebehorende aan Post Point, heeft beschadigd, immers heeft verdachte toen en aldaar met een mes, gestoken in de linkervoorband van een bestelbus toebehorende aan Post Point; Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het telastegelegde feit, waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft. De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte sub1 primair en sub 2 meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken. Het bewezen verklaarde levert op: wat betreft sub 1 primair, het misdrijf: "Opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is", meermalen gepleegd strafbaar gesteld bij artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht; en wat betreft sub 2, het misdrijf: "Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel aan een ander toebehoort beschadigen", strafbaar gesteld bij artikel 350 van het Wetboek van Strafrecht; De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid. De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, terzake het feit sub 1 primair en sub 2 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden en 6 dagen, waarvan 9 maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest, met oplegging van de bijzondere voorwaarde zijnde toezicht door de instelling voor verslavingszorg Tactus ook als dat zou inhouden het innemen van alcoholmedicatie en het volgen van de cursus leefstijltraining, met toewijzing van de civiele vordering van Huiskes Kokkeler BV en oplegging daarbij van de zogenaamde Terwee-maatregel De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf behoort te worden opgelegd, zoals deze hierna zal worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen: Brandstichting is een ernstig feit waarop in principe gereageerd dient te worden met vrijheidsstraf van aanmerkelijke duur. Het gevolg van de feiten zoals die door verdachte zijn gepleegd had nog veel ernstiger kunnen zijn dan in casu het geval is geweest. Het is niet aan verdachte te danken dat de schade beperkt is gebleven tot een forse materiële schade van de auto’s. Verdachte heeft er ter terechtzitting blijk van gegeven het laakbare van zijn handelen nu in te zien. Voor wat de strafbaarheid van verdachte betreft, heeft de rechtbank in aanmerking genomen de door de psychiater F. Harmanny-Wiersma en de psycholoog Dra. F. Rinia opgemaakte rapporten, gedateerd 19 en 20 juni 2008 inhoudende: dat betrokkene ten tijde van het plegen van de delicten leed aan een persoonlijkheidsstoornis met duidelijke antisociale en narcistische trekken en dat er sprake is van een alcoholverslaving. Het tenlastegelegde kan betrokkene slechts in verminderde mate worden toegerekend. De rechtbank is van oordeel dat uit deze rapportages met de conclusie en het advies, waarvan de inhoud als hier ingelast moet worden beschouwd, blijkt dat verdachte moet worden behandeld voor zijn alcoholverslaving en zijn persoonlijkheidsstoornis. Gelet op de gevolgen die de brandstichtingen voor de betrokken firma, Post Point, hebben gehad zal de rechtbank verdachte veroordelen tot de vrijheidsstraf en de bijzondere voorwaarde zoals die door de officier van justitie is voorgesteld. Civiele vordering De rechtbank overweegt verder, dat Huiskes Kokkeler Autolease BV., ter zake van feit 1 primair, zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier als benadeelde partij heeft gevoegd in het strafproces, en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave heeft gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van € 18.565,= vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 4 oktober 2007 tot aan de dag van algehele voldoening. Naar het oordeel van de rechtbank is deze vordering van de benadeelde partij, voornoemd geheel gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade is toegebracht. De schade bedraagt het gevorderde bedrag van € 18.565,= vermeerderd met de wettelijke rente zodat de vordering toewijsbaar is. De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door feit sub 1 primair is toegebracht. De na te melden straf en maatregel zijn gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27 en 57 van het Wetboek van Strafrecht. R E C H T D O E N D E: Verklaart bewezen, dat het sub 1 primair en sub 2 tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan. Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld. Verklaart verdachte strafbaar. Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van twaalf (12) maanden en zes (6) dagen. Beveelt dat van de gevangenisstraf een gedeelte groot negen (9) maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, op de grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij op twee jaren wordt bepaald, aan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt of gedurende de proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd. Stelt als bijzondere voorwaarde: De veroordeelde moet zich gedurende de proeftijd gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens de instelling voor verslavingszorg Tactus, arrondissement Almelo, ook wanneer de aanwijzingen ook als dat zou inhouden het innemen van alcoholmedicatie en het volgen van de cursus leefstijltraining, met opdracht aan die instelling ingevolge artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht. Beveelt dat de tijd, die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. Veroordeelt verdachte, terzake van het bewezen feit 1 primair tot betaling aan de benadeelde partij Huiskes Kokkeler Autolease BV, Goudstraat 65, 7554 NG Hengelo van een bedrag groot: € 18565,= (zegge: achttienduizend vijfhonderd en vijfenzestig Euro), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 4 oktober 2007 tot aan de dag van algehele voldoening. Veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering. Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit 1 primair tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot € 18565,= ten behoeve van de benadeelde, voornoemd, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 122 dagen zal worden toegepast. Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen. Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte sub 1 primair en sub 2 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij; Heft op het tegen verdachte verleende (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis, met ingang van heden. Aldus gewezen door mr. Caminada, voorzitter, mr. Bückmann-Timmer en mr. Van Wees, rechters, in tegenwoordigheid van Veldhuis, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 15 juli 2008.