Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD7546

Datum uitspraak2008-07-16
Datum gepubliceerd2008-07-22
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureVerzet
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/6732 WW
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verzet ongegrond. Beroepschrift niet binnen de termijn van zes weken per post bezorgd.


Uitspraak

07/6732 WW Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer U I T S P R A A K als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van: [Naam appellante], wonende te [woonplaats], Duitsland (hierna: appellante), tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 23 augustus 2007, 05/5442 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellante en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv). I. PROCESVERLOOP Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 27 februari 2008 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard. Tegen voornoemde uitspraak heeft appellante verzet gedaan. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 juni 2008. Partijen - het Uwv met bericht - zijn niet verschenen. II. OVERWEGINGEN De uitspraak van de Raad van 27 februari 2008 berust hierop, dat het hoger beroepschrift niet binnen de termijn van zes weken na de bekendmaking van de uitspraak van de rechtbank is ingediend en dat niet is gebleken van omstandigheden op grond waarvan redelijkerwijs niet kon worden geoordeeld dat appellante in verzuim is geweest. De vraag is aan de orde of het hoger beroep van appellante terecht niet-ontvankelijk is verklaard. De Raad is van oordeel dat de door appellante aangevoerde omstandigheden in het verzetschrift geen aanknopingspunten bevatten voor een ander oordeel dan waartoe hij bij zijn uitspraak van 27 februari 2008 is gekomen. Uit hetgeen is aangevoerd kan de Raad niet anders afleiden dan dat appellante het beroepschrift niet tijdig per post heeft bezorgd en dat er geen redenen zijn op grond waarvan redelijkerwijs kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest. Gelet op het voorgaande dient het verzet ongegrond te worden verklaard. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep; Recht doende: Verklaart het verzet ongegrond. Deze uitspraak is gedaan door M.A. Hoogeveen. De beslissing is, in tegenwoordigheid van P. Boer als griffier, uitgesproken in het openbaar op 16 juli 2008. (get.) M.A. Hoogeveen. (get.) P. Boer. RH