Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD7609

Datum uitspraak2008-06-20
Datum gepubliceerd2008-07-18
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Maastricht
Zaaknummers03/700059-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte wegens poging tot afpersing en meerdere bedreigingen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 11 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Voorts is daarbij de bijzondere voorwaarde opgelegd dat de verdachte zich gedurende die proeftijd laat begeleiden door het Bureau Psychosociale Hulpverlening Humany te Heerlen.


Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT Sector Strafrecht Parketnummer: 03/700059-08 Datum uitspraak: 20 juni 2008 Dit vonnis is naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 25 april 2008 en 20 juni 2008 op tegenspraak gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken in de zaak tegen [Naam verdachte], geboren te [Geboortegegevens verdachte], wonende te [Adresgegevens verdachte], thans gedetineerd in het Huis van Bewaring Roermond te Roermond. De tenlastelegging Aan de verdachte is ten laste gelegd dat 1. hij, verdachte, op of omstreeks 28 januari 2008 in de gemeente Landgraaf, op de openbare weg(en), de Karel Doormanstraat en/of de Burgemeester Hermansstraat en/of de Markt (te Waubach), in elk geval op een of meer openbare weg(en), ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [Naam slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van geld, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [Naam slachtoffer], in elk geval toebehorende aan een ander of aan anderen dan aan hem, verdachte, met voornoemd oogmerk voornoemde [Naam slachtoffer] opzettelijk een mes, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp, heeft getoond/voorgehouden en/of voornoemde [Naam slachtoffer] heeft gedwongen met een door voornoemde [Naam slachtoffer] bestuurde personenauto met hem, verdachte, te rijden naar een geldautomaat teneinde daar geld op te nemen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat: hij, verdachte, op of omstreeks 28 januari 2008 in de gemeente Landgraaf, op de openbare weg(en), de Karel Doormanstraat en/of de Burgemeester Hermansstraat en/of de Markt (te Waubach), in elk geval op een of meer openbare weg(en), ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld, geheel of ten dele toebehorende aan [Naam slachtoffer], in elk geval toebehorende aan een ander of aan anderen dan aan hem, verdachte, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [Naam slachtoffer], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met voornoemd oogmerk voornoemde [Naam slachtoffer] opzettelijk een mes heeft getoond/voorgehouden en/of voornoemde [Naam slachtoffer] heeft gedwongen met een door voornoemde [Naam slachtoffer] bestuurde personenauto met hem, verdachte, te rijden naar een geldautomaat teneinde daar geld op te nemen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat: hij, verdachte, op of omstreeks 28 januari 2008 in de gemeente Landgraaf [Naam slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft hij, verdachte, opzettelijk voornoemde [Naam slachtoffer] dreigend een mes, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp heeft getoond en/of voorgehouden, terwijl hij, verdachte, voornoemde [Naam slachtoffer], die toen aldaar als bestuurder optrad van een personenauto, waarin hij, verdachte, zich als passagier bevond, heeft gezegd dat zij met die personenauto moest rijden naar een geldautomaat teneinde daar geld op te nemen; 2. hij, verdachte, op of omstreeks 28 januari 2008 in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht en/of elders in Nederland, [Naam slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft hij, verdachte, opzettelijk dreigend een of meer SMS-bericht(en) gezonden naar de mobiele telefoon van voornoemde [Naam slachtoffer] met de tekst: "Vertel het niemand en je bent dood" en/of "je ruiten zijn al ingegooid hoer wacht jij maar jij gaat bloeden mijn leven ruineren mij als straatvuil buiten zetten en mij alles in de schoenen schuiven je gaat kapot valse kankerbitch"; 3. hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 21 november 2007 tot en met 27 januari 2008 in de gemeente Landgraaf, in elk geval in het arrondissement Maastricht en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk [Naam slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft hij, verdachte, (telkens) opzettelijk dreigend een of meer SMS-berichten met (be)dreigende tekst, onder meer: -op of omstreeks 21 november 2007 de tekst: "Ik hoop dat je kapotgaat hoer"en/of -op of omstreeks 21 november 2007 de tekst: "vals gemeen kutwijf" en/of -op of omstreeks 21 november 2007 de tekest: "vuile hoer ik heb echt zin om je te slaan" en/of -op of omstreeks 21 november 2007 de tekst: "als ik je tegenkom, trap ik je keihard onder je kut" en/of -op of omstreeks 21 november 2007 de tekst: "bel me ouwe maar op dan kun je zeggen dat ik zit te provoceren hoer" en/of -op of omstreeks 23 november 2007 de tekst: "stronthoer" en/of -op of omstreeks 23 november 2007 de tekst: "sterf valse kankerteef" en/of -op of omstreeks 7 januari 2008 de tekst: "Ik ga je totaal vernederen en pijnigen valse hoer ik wil je horen schreeuwen en dood zien bloeden hoertje je zal boeten voor dat je van mij een vuilniszak heb gemaakt smerig kankerwijf" en/of -op of omstreeks 7 januari 2008 de tekst: "Je gaat dood valse teringslet" en/of -op of omstreeks 4 januari 2008 de tekst: "Ik ga jou echt 12 keer neersteken hoer ik haat je ik wil je zien bloeden ik wil je voor mijn ogen zien sterven vals secreet", in elk geval (telkens) een tekst inhoudende woorden van dreigende aard en/of strekking, gezonden naar de mobiele telefoon van voornoemde [Naam slachtoffer]. Verbeterde schrijffout Tengevolge van een kennelijke schrijffout staat in de dagvaarding in regel 11 van het onder 3 ten laste gelegde vermeld ‘tekest’ in plaats van ‘tekst’. De rechtbank herstelt deze fout, aangezien dit mogelijk is zonder dat verdachte daardoor in zijn verdediging wordt geschaad. De bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat 1. primair hij op 28 januari 2008 in de gemeente Landgraaf op de openbare wegen de Karel Doormanstraat en de Burgemeester Hermansstraat en de Markt te Waubach, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [Naam slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van geld, toebehorende aan voornoemde [Naam slachtoffer], met voornoemd oogmerk voornoemde [Naam slachtoffer] opzettelijk een mes heeft getoond en voornoemde [Naam slachtoffer] heeft gedwongen met een door voornoemde [Naam slachtoffer] bestuurde personenauto met hem, verdachte, te rijden naar een geldautomaat teneinde daar geld op te nemen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 2. hij op 28 januari 2008 in de gemeente Landgraaf [Naam slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft hij opzettelijk dreigend SMS-berichten gezonden naar de mobiele telefoon van voornoemde [Naam slachtoffer] met de tekst: "Vertel het niemand en je bent dood" en "je ruiten zijn al ingegooid hoer wacht jij maar jij gaat bloeden mijn leven ruineren mij als straatvuil buiten zetten en mij alles in de schoenen schuiven je gaat kapot valse kankerbitch"; 3. hij in de periode van 21 november 2007 tot en met 7 januari 2008 in de gemeente Landgraaf, meermalen, opzettelijk [Naam slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft hij opzettelijk dreigend SMS-berichten met bedreigende tekst: -op 21 november 2007 de tekst: "Ik hoop dat je kapotgaat hoer" en -op 21 november 2007 de tekst: "vuile hoer ik heb echt zin om je te slaan" en -op 21 november 2007 de tekst: "als ik je tegenkom, trap ik je keihard onder je kut" en -op 23 november 2007 de tekst: "sterf valse kankerteef" en -op 7 januari 2008 de tekst: "Ik ga je totaal vernederen en pijnigen valse hoer ik wil je horen schreeuwen en dood zien bloeden hoertje je zal boeten voor dat je van mij een vuilniszak heb gemaakt smerig kankerwijf" en -op 7 januari 2008 de tekst: "Je gaat dood valse teringslet" en -op 4 januari 2008 de tekst: "Ik ga jou echt 12 keer neersteken hoer ik haat je ik wil je zien bloeden ik wil je voor mijn ogen zien sterven vals secreet", gezonden naar de mobiele telefoon van voornoemde [Naam slachtoffer]. De partiële vrijspraak De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken. De bewijsmiddelen De beslissing van de rechtbank, dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, steunt op de inhoud van de bewijsmiddelen, houdende de daartoe redengevende feiten en omstandigheden. De kwalificatie Het bewezenverklaarde levert op strafbare feiten welke moeten worden gekwalificeerd als volgt. Feit 1 primair: poging tot afpersing Feit 2: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht Feit 3: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd De strafbaarheid van de verdachte Ten aanzien van verdachte is door drs. J.F.G.M. van Nunen, klinisch psycholoog, een psychologisch onderzoek omtrent de persoon van verdachte ingesteld en van dat onderzoek heeft genoemde psycholoog een rapport, gedateerd 9 mei 2008, opgemaakt, welk rapport vermeldt -zakelijk weergegeven- als conclusie: - dat betrokkene lijdende is aan een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een zich ontwikkelende lichte persoonlijkheidsstoornis. Verder was/is sprake van een ernstige ouder-kind relatieproblematiek die betrokkene’s ontwikkeling negatief stagneert en fixeert en een overheersende invloed op zijn persoonlijkheid dan wel zijn gedrag heeft; - dat hiervan sprake was ten tijde van het tenlastegelegde; - dat betrokkene voor het tenlastegelegde als licht verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd kan worden. De rechtbank verenigt zich, gelet op de daarvoor gegeven gronden, geheel met de in het rapport gegeven conclusie en maakt deze mitsdien tot de hare. Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar. De redengeving van de op te leggen straffen De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat de verdachte ter zake van de feiten onder 1 primair, 2 en 3 zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek conform het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan 11 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren met als bijzondere voorwaarde toezicht door psychosociaal werker de heer [Naam psychosociaal werker] van het Bureau Psychosociale Hulpverlening Humany te Heerlen. De raadsman heeft aangevoerd dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden, met dien verstande dat - kort en zakelijk weergegeven - bij feit 3 de periode van 21 november 2007 tot en met 7 januari 2008 bewezen kan worden en dat niet alle in de tenlastegelegde opgenomen SMS-teksten als bedreigend kunnen worden aangemerkt. Ten aanzien van de straf heeft de raadsman naar voren gebracht zich te kunnen vinden in de vordering van de officier van justitie met betrekking tot het opleggen van een gevangenisstraf, waarvan het onvoorwaardelijk deel gelijk is aan de duur van de voorlopige hechtenis, en begeleiding door de heer [Naam psychosociaal werker] van Bureau Psychosociale Hulpverlening Humany. Mede gelet op hetgeen door de officier van justitie en namens de verdachte ter terechtzitting naar voren is gebracht, overweegt de rechtbank in verband met de op te leggen straffen het volgende. De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke een deels onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt. Daarbij is rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, alsmede het belang van een juiste normhandhaving. De rechtbank heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot afpersing en meerdere bedreigingen jegens zijn moeder. De verdachte heeft de onder 1 primair bewezen verklaarde poging tot afpersing begaan om geld te krijgen van zijn eigen moeder. Moeder heeft verklaard dat dit feit een grote impact op haar heeft gehad en dat zij heeft gevreesd voor haar leven. De rechtbank houdt bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen straf rekening met de persoon - de door klinisch psycholoog Van Nunen geconstateerde licht verminderde toerekenings-vatbaarheid - en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals die zijn gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting, alsmede uit het op 25 april 2008 uitgebrachte reclasserings-rapport en het op 17 juni 2008 door de heer [Naam psychosociaal werker], psychosociaal werker bij Bureau Psychosociale Hulpverlening Humany te Heerlen, uitgebrachte begeleidingsplan. Daaruit is gebleken dat verdachte na zijn detentie met een schone lei wil beginnen en een positieve invulling aan zijn nog jonge leven wil geven, hetgeen ondersteuning verdient in de vorm en de wijze zoals hierna zal blijken. De rechtbank zal als bijzondere voorwaarde aan het voorwaardelijke gedeelte van na te noemen straf verbinden dat verdachte zich gedurende de proeftijd laat begeleiden door het Bureau Psychosociale Hulpverlening Humany te Heerlen in de persoon van [Naam psychosociaal werker], zolang deze zulks gedurende de proeftijd nodig oordeelt. Tenslotte heeft de rechtbank bij het bepalen van de op te leggen straf laten meewegen dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Alle bovenstaande factoren in haar oordeel betrokken hebbend, komt de rechtbank tot de hierna te noemen straf. Het beslag Het in de beslissing als zodanig te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven mes is vatbaar voor verbeurdverklaring. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat hiermee het onder 1 primair bewezen verklaarde is begaan. De rechtbank heeft bij deze beslissing rekening gehouden met de financiële draagkracht van de verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting is gebleken. De toepasselijke wettelijke bepalingen De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 45, 57, 285, 317 van het Wetboek van Strafrecht. DE BESLISSINGEN: De rechtbank - verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde, zoals hiervoor is omschreven, heeft begaan; - verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij; - verklaart dat het bewezenverklaarde de hiervoor vermelde strafbare feiten oplevert en dat de verdachte strafbaar is; - veroordeelt de verdachte voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van VIJTIEN MAANDEN; - beveelt dat van de opgelegde gevangenisstraf een deel, groot elf maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op de grond dat de veroordeelde niet heeft nageleefd de voorwaarde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren niet schuldig te maken aan een strafbaar feit dan wel de volgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd; - stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde gedurende de proeftijd zich laat begeleiden door het Bureau Psychosociale Hulpverlening Humany te Heerlen in de persoon van [Naam psychosociaal werker], zolang deze zulks gedurende de proeftijd nodig oordeelt; - beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de aan veroordeelde opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht; - verklaart verbeurd het inbeslaggenomene, te weten: 2008012425 1 mes, GINSU 2000, zwart heft met gekarteld lemmet stainless; - heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden. Dit vonnis is aldus gewezen door mr. W.L.J. Voogt, voorzitter, mr. M.C.A.E. van Binnebeke en mr. F.A.G.M. Vluggen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Schmeets, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank op 20 juni 2008.