Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD7933

Datum uitspraak2008-07-18
Datum gepubliceerd2008-07-21
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/550077-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Dodelijk verkeersongeval in Eibergen op 17 mei 2007 leidt tot schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Sector Straf Meervoudige kamer Parketnummer: 06/550077-08 Uitspraak d.d.: 18 juli 2008 Tegenspraak/ dip VONNIS in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [plaats, 1925], wonende te [adres]. Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op in het openbaar gehouden terechtzitting van 4 juli 2008. De tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd dat: hij op of omstreeks 17 mei 2007 te Eibergen, gemeente Berkelland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een personenauto, daarmede rijdende over de weg, de Molenweg, althans enige weg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, immer is hij, verdachte zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, de kruising van de Molenweg en de Kiefteweg opgereden, terwijl op de Molenweg (kort) voor de kruising met de Kiefteweg door middel van een bord B6 van Bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 en/of door middel van op het wegdek aangebrachte haaientanden, was aangegeven, dat de Kiefteweg een voorrangsweg was, en/of terwijl op de Kiefteweg een wettelijke maximale toegestane snelheid gold van 80 kilometer per uur, waarbij hij, verdachte, zich er niet van heeft vergewist dat voornoemde kruising vrij was van verkeer en/of de heer [slachtoffer 1] in de door hem bestuurde personenauto, komende voor hem, verdachte, van rechts (vanuit de Kiefteweg) op die kruising reed, waarbij en/of waardoor een botsing en/of een aanrijding heeft plaatsgevonden tussen de door hem, verdachte, bestuurde personenauto en de door voornoemde heer [slachtoffer 1] bestuurde personenauto, waardoor mevrouw [slachtoffer 2] werd gedood, althans zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen en/of waardoor mevrouw [slachtoffer 3] zwaar lichamelijk letsel, te weten meerdere, althans een, aangezichtsbreuk(en) (gebroken neus en/of gebroken jukbeenderen en/of meerdere kaakbreuken) en/of een vierde borstwervelbreuk en/of meerdere, althans een, ribbreuk(en) of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan; art 6 Wegenverkeerswet 1994 ALTHANS, dat hij op of omstreeks 17 mei 2007 te Eibergen, gemeente Berkelland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee heeft gereden op de weg, de Molenweg, althans enige weg, waarbij hij, verdachte, de kruising van de Molenweg en de Kiefteweg is opgereden, terwijl op de Molenweg (kort) voor de kruising met de Kiefteweg door middel van een bord B6 van Bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 en/of door middel van op het wegdek aangebrachte haaientanden, was aangegeven, dat de Kiefteweg een voorrangsweg was, en/of terwijl op de Kiefteweg een wettelijke maximale toegestane snelheid gold van 80 kilometer per uur, waarbij hij, verdachte, zich er niet van heeft vergewist dat voornoemde kruising vrij was van verkeer en/of de heer [slachtoffer 1] in de door hem bestuurde personenauto, komende voor hem, verdachte, van rechts (vanuit de Kiefteweg) op die kruising reed, waarbij en/of waardoor een botsing en/of een aanrijding heeft plaatsgevonden tussen de door hem, verdachte, bestuurde personenauto en de door voornoemde heer [slachtoffer 1] bestuurde personenauto, waarbij mevrouw [slachtoffer 2] is overleden en/of waarbij mevrouw [slachtoffer 3] en/of de heer [slachtoffer 4] letsel heeft/hebben bekomen en/of schade heeft/hebben geleden en/of de heer [slachtoffer 1] schade heeft geleden door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd; De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd; art 5 Wegenverkeerswet 1994 Taal- en/of schrijffouten Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging. Bewijsmotivering (eindnoot 1) A. De vaststaande feiten Aanleiding voor het onderzoek (eindnoot 2) was een melding op 17 mei 2007 van een ongeval tussen twee personenauto’s op de Kiefteweg te Eibergen, gemeente Berkelland. B. Het standpunt van het openbaar ministerie De officier van justitie heeft aangevoerd dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder primair ten laste gelegde. Overeenkomstig het arrest van 29 april 2008 (LJN: BD0544) acht de Hoge Raad culpa alleen dan bewezen indien er sprake is van meer dan één enkele verkeersovertreding, dan wel een zeer zware verkeersovertreding. In het onderhavige geval is er naar het oordeel van de officier van justitie geen sprake van meerdere verkeersovertredingen, dan wel een zeer zware verkeersovertreding. De officier van justitie acht het onder subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, aangezien verdachte geen voorrang heeft verleend en daardoor een aanrijding heeft veroorzaakt. C. Het standpunt van de verdachte, de verdediging Door de verdediging is gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. D. Beoordeling van de tenlastelegging De rechtbank acht voor het bewijs voorhanden de navolgende redengevende feiten en omstandigheden. Uit de verkeersongevalsanalyse (eindnoot 3) is gebleken dat het ten tijde van het ongeval droog en helder was. Het voertuig (eindnoot 4) , merk Volkswagen, type Passat, kenteken [kenteken]vertoonde geen gebreken die eventueel de oorzaak of van invloed zouden kunnen zijn geweest op het ontstaan dan wel het verloop van het ongeval. Het voertuig (eindnoot 5) , merk Mercedes Benz, type C180, kenteken [kenteken], vertoonde geen gebreken die eventueel de oorzaak of van invloed zouden kunnen zijn geweest op het ontstaan dan wel het verloop van het ongeval. De bestuurder van de Volkswagen (eindnoot 6) reed over de Molenweg tussen Eibergen en Groenlo, richting Borculo. De bestuurder van de Mercedes reed over de Kiefteweg in de richting van Groenlo. Op het kruispunt met de Kiefteweg verleende de bestuurder van de Volkswagen geen voorrang aan de Mercedes. De getuige/slachtoffer (eindnoot 7) [slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij in zijn Mercedes C180 over de Kiefteweg in de richting van Groenlo reed met een snelheid van ongeveer 60 km/h. Bij hem in de auto zaten [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3]. Ter hoogte van de kruising met de Molenweg kwam een auto van links de voorrangsweg, waar hij op reed, oprijden. Hij werd door de auto op de linkervoorzijde geraakt. Hierdoor draaide zijn auto om zijn as en kwam in een weiland terecht. De getuige/slachtoffer (eindnoot 8) [slachtoffer 4] heeft verklaard dat hij bij [slachtoffer 1] in de auto zat. Van de aanrijding zelf heeft hij niets gezien. Hij heeft door de aanrijding wat kneuzingen en snijwondjes in zijn gezicht. De getuige/slachtoffer (eindnoot 9) [slachtoffer 3] heeft verklaard dat zij als passagier achter in de auto bij [slachtoffer 1] zat. Van de aanrijding kan zij zich niets meer herinneren. Door de aanrijding heeft zij haar neus gebroken, haar gehemelte is gespleten, haar jukbeenderen zijn gebroken, zij heeft 3 ribben gebroken en een gebroken rug opgelopen. Uit de medische informatie (eindnoot 10) betreffende [slachtoffer 3] blijkt dat zij aangezichtsbreuken heeft geleden, wonden in haar gelaat heeft, de 4e borstwervel is gebroken en 3 gebroken ribben heeft gekregen. De verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij en zijn vrouw een eindje gingen rijden. Bij een kruising wilde hij rechtsaf slaan. Hij heeft naar links gekeken. Hierna heeft hij naar rechts gekeken. Hij wilde eerst rechtsaf slaan, maar bedacht zich op het laatst dat hij rechtdoor zou rijden. Hij heeft de auto die van rechts kwam niet gezien. Vrijspraak Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder primair ten laste gelegde heeft begaan. In het arrest van 28 april 2008 concludeert de Hoge Raad dat slechts dan tot het bewijs van culpa in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 kan worden gekomen, indien er sprake is van meer dan één verkeersovertreding dan wel een zeer zware verkeersovertreding. In het onderhavige geval heeft verdachte gekeken of hij veilig de weg op kon rijden. Hij heeft daarbij de van links komende personenauto niet gezien en deze derhalve geen voorrang verleend. Deze enkele verkeersovertreding is niet van dien aard en ernst dat daaruit kan worden afgeleid dat de verdachte aanmerkelijk onoplettend en onvoorzichtig heeft gereden. De verdachte behoort hiervan te worden vrijgesproken. Bewezenverklaring Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat: hij op 17 mei 2007 te Eibergen, gemeente Berkelland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee heeft gereden op de weg, de Molenweg, waarbij hij, verdachte, de kruising van de Molenweg en de Kiefteweg is opgereden, terwijl op de Molenweg (kort) voor de kruising met de Kiefteweg door middel van een bord B6 van Bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 en door middel van op het wegdek aangebrachte haaientanden, was aangegeven, dat de Kiefteweg een voorrangsweg was, en terwijl op de Kiefteweg een wettelijke maximale toegestane snelheid gold van 80 kilometer per uur, waarbij hij, verdachte, zich er niet van heeft vergewist dat voornoemde kruising vrij was van verkeer en de heer [slachtoffer 1] in de door hem bestuurde personenauto, komende voor hem, verdachte, van rechts (vanuit de Kiefteweg) op die kruising reed, waardoor een aanrijding heeft plaatsgevonden tussen de door hem, verdachte, bestuurde personenauto en de door voornoemde heer [slachtoffer 1] bestuurde personenauto, waarbij mevrouw [slachtoffer 2] is overleden en waarbij mevrouw [slachtoffer 3] en de heer [slachtoffer 4] letsel hebben bekomen en de heer [slachtoffer 1] schade heeft geleden. Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde Wat subsidiair meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het bewezene levert op: Overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994. Strafbaarheid van de verdachte Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Oplegging van straf en/of maatregel 1. De officier van justitie heeft gevorderd verdachte schuldig te verklaren zonder oplegging van straf en maatregel. 2. Door en namens de verdachte is gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. 3. De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen de aanzienlijke gevolgen die het door verdachte veroorzaakte ongeval hebben gehad. 4. In het voordeel van verdachte weegt dat hij niet eerder voor dit soort delicten met justitie in aanraking is gekomen. 5. Gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank schuldig verklaring zonder oplegging van straf en maatregel op zijn plaats. De verdachte is door het ongeval al zeer zwaar getroffen, aangezien zijn echtgenote hierbij om het leven is gekomen. Toepasselijke wettelijke voorschriften Deze beslissing is gegrond op de artikelen 9a en 91 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 5, 177 en 178 van de Wegenverkeerswet 1994. Beslissing De rechtbank: • Verklaart, zoals hiervoor overwogen, niet bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan en spreek verdachte hiervan vrij. • Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan. • Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. • Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar. • Verklaart de verdachte schuldig zonder oplegging van straf en maatregel. Aldus gewezen door mrs. Buijs, voorzitter, Kuiken en Eijkelestam, rechters, in tegenwoordigheid van Damink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 juli 2008. (eindnoot 1) Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen bij (stam)proces-verbaal nr. PL0649/07-205501, Politie Team Oost Gelre, gedateerd 17 januari 2008 (eindnoot 2) (stam)proces-verbaal nr. PL0613/07-204555, doorgenummerde pag. 3 (eindnoot 3) Verkeersongevalsanalyse, doorgenummerde pag. 20 (eindnoot 4) Verkeersongevalsanalyse, doorgenummerde pag. 24 (eindnoot 5) Verkeersongevalsanalyse, doorgenummerde pag. 28 (eindnoot 6) Verkeersongevalsanalyse, doorgenummerde pag. 37 (eindnoot 7) Proces-verbaal verhoor [slachtoffer 1], doorgenummerde pagina 44 (eindnoot 8) Proces-verbaal verhoor [slachtoffer 4]. Doorgenummerde pagina 45 (eindnoot 9) Proces-verbaal verhoor [slachtoffer 3], doorgenummerde pagina 46 (eindnoot 10) Medische informatie [slachtoffer 3], doorgenummerde pagina 48