Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD7934

Datum uitspraak2008-07-18
Datum gepubliceerd2008-07-21
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/536128-07
Statusgepubliceerd


Indicatie

Algehele vrijspraak in verband met een verkeersongeval op 2 maart 2007 in Beekbergen


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Sector Straf Meervoudige kamer Parketnummer: 06/536128-07 Uitspraak d.d.: 18 juli 2008 Tegenspraak/ dip VONNIS in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [plaats, 1979], wonende te [adres]. Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 4 juli 2008. De tenlastelegging hij op of omstreeks 02 maart 2007 te Beekbergen, althans in de gemeente Apeldoorn, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een bestelauto, althans een motorrijtuig, daarmede rijdende over de weg, de Arnhemseweg, althans enige weg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, immers heeft hij, verdachte, zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, op voornoemde Arnhemseweg, waar een wettelijke maximale snelheid gold van 80 kilometer per uur, en terwijl hij, verdachte, de kruising van de Arnhemseweg en de Stoppelbergweg naderde en voor hem, verdachte, een personenauto (merk: Audi), bestuurd door de heer [naam 1], (langzaam) reed, althans stilstond, en/of voor de door de heer [naam 1] bestuurde personenauto een personenauto (merk: Audi), bestuurd door mevrouw [slachtoffer 1], (langzaam) reed, althans stilstond, een inhaalmanoeuvre ingezet waarbij hij met de door hem, verdachte, bestuurde bestelauto, geheel of gedeeltelijk een doorgetrokken streep -die de rijbaan verdeelde in twee rijstroken- heeft overschreden, en/of geheel of gedeeltelijk op de rijstrook voor tegemoetkomend verkeer heeft gereden, waarbij hij, verdachte, zich er niet van heeft vergewist dat voornoemde rijstrook voor tegemoetkomend verkeer en/of voornoemde kruising van de Arnhemseweg en de Stoppelbergweg vrij was van verkeer en/of voornoemde mevrouw [slachtoffer 1] richting aangaf naar links en afsloeg, waarbij en/of waardoor een botsing en/of aanrijding heeft plaatsgevonden tussen de door hem, verdachte, bestuurde bestelauto en/of de door voornoemde [slachtoffer 1] bestuurde personenauto, waardoor mevrouw [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel, te weten nekletsel en/of schouderletsel en/of hoofdletsel, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan; art 175 lid 3 Wegenverkeerswet 1994 art 6 Wegenverkeerswet 1994 ALTHANS, dat hij op of omstreeks 02 maart 2007 te Beekbergen, gemeente Apeldoorn, als bestuurder van een voertuig (bestelauto), daarmee heeft gereden op de weg, de Arnhemseweg, althans enige weg, waarbij hij, verdachte, op voornoemde Arnhemseweg, waar een wettelijke maximale snelheid gold van 80 kilometer per uur, en terwijl hij, verdachte, de kruising van de Arnhemseweg en de Stoppelbergweg naderde en voor hem, verdachte, een personenauto (merk: Audi), bestuurd door de heer [naam 1], (langzaam) reed, althans stilstond, en/of voor de door de heer [naam 1] bestuurde personenauto een personenauto (merk: Audi), bestuurd door mevrouw [slachtoffer 1], (langzaam) reed, althans stilstond, een inhaalmanoeuvre heeft ingezet waarbij hij met de door hem, verdachte, bestuurde bestelauto, geheel of gedeeltelijk een doorgetrokken streep -die de rijbaan verdeelde in twee rijstroken- heeft overschreden, en/of geheel of gedeeltelijk op de rijstrook voor tegemoetkomend verkeer heeft gereden, waarbij hij, verdachte, zich er niet van heeft vergewist dat voornoemde rijstrook voor tegemoetkomend verkeer en/of voornoemde kruising van de Arnhemseweg en de Stoppelbergweg vrij was van verkeer en/of voornoemde mevrouw [slachtoffer 1] richting aangaf naar links en afsloeg, waarbij en/of waardoor een botsing en/of aanrijding heeft plaatsgevonden tussen de door hem, verdachte, bestuurde bestelauto en/of de door voornoemde [slachtoffer 1] bestuurde personenauto, waarbij mevrouw [slachtoffer 2] en/of mevrouw [slachtoffer 1] letsel heeft/hebben bekomen en/of schade heeft/hebben geleden, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd; De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd; art 5 Wegenverkeerswet 1994 Vrijspraak Naar het oordeel van de rechtbank kan geen bewezenverklaring volgen voor het onder primair en subsidiair ten laste gelegde, nu uit de bewijsmiddelen niet is komen vast te staan dat de verdachte zich er niet van heeft kunnen vergewissen dat de rijstrook voor het tegemoetkomende verkeer en/of de kruising in kwestie vrij was van verkeer en/of [slachtoffer 1] richting aangaf naar links en afsloeg. Immers volgt uit de getuigenverklaringen als wel uit de eigen verklaring van verdachte dat zijn zicht op de auto van de slachtoffers werd ontnomen door de voor hem rijdende auto. Voorts wordt daarbij in aanmerking genomen dat volgens de verklaringen de auto van de slachtoffers plotseling en op onvoorzienbaar voor verdachte, die reeds de inhaalmanoeuvre had ingezet, naar links is afgeslagen. BESLISSING De rechtbank beslist als volgt. Zij verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte één der ten laste gelegde feiten heeft begaan, zodat hij van de gehele tenlastelegging wordt vrijgesproken. Aldus gewezen door mr. Buijs, voorzitter, en mrs. Kuiken en Eijkelestam, rechters, in tegenwoordigheid van Damink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 juli 2008.