Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD8088

Datum uitspraak2008-07-21
Datum gepubliceerd2008-07-22
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
ZaaknummersZaaknummer: 384499/ON 08-329pk
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Een verzoek tot onderbewindstelling kan niet worden toegewezen als de verzoeker niet achter zijn verzoek staat. Het is ook niet toewijsbaar op grond van toekomstverwachtingen. De noodzaak tot onderbewindstelling moet bestaan op het moment van behandeling van het verzoek.


Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM Sector kanton Locatie Haarlem Zaaknummer: 384499/ON 08-329pk datum uitspraak: 21 juli 2008 BESCHIKKING VAN DE KANTONRECHTER De procedure Op 16 mei 2008 is een verzoek met bijlagen ontvangen van: [verzoeker] geboren op [geboortedatum], te [geboorteplaats], wonende te [adres] hierna te noemen: [verzoeker] Het verzoek strekt tot het instellen van een bewind over de goederen die hem (zullen) toebehoren. De mondelinge behandeling van het verzoekschrift heeft plaatsgevonden op 14 juli 2008. De beoordeling Het gaat in deze zaak om een eigen verzoek. [verzoeker] heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat een bewind eigenlijk niet nodig is en dat hij getekend heeft omdat het CAV dit nodig vond. Dit is voldoende reden om het verzoek af te wijzen Een verzoeker moet ook tegenover de kantonrechter verklaren dat en waarom hij wil dat er een bewind wordt ingesteld. Ten overvloede overweegt de kantonrechter als volgt. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de woningbouwvereniging Amstelduin en Amstelland beleidsafspraken hebben gemaakt, ertoe strekkende dat Amstelduin bereid is cliƫnten van Amstelland zelfstandige woonruimte te verhuren indien een bewind is ingesteld. Tevens is gebleken dat [verzoeker] nu nog begeleid woont, en zelf meent in staat te zijn tezijnertijd zijn financiƫle belangen te behartigen. Voor het instellen van een bewind op grond van artikel 1:431 BW is vereist dat bij de meerderjarige sprake moet zijn van een geestelijk of lichamelijk gebrek waardoor hij tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen. ________________________________________________________________________ _ De kantonrechter heeft op grond van de inhoud van het verzoekschrift, de zich in het griffiedossier bevindende stukken en de verklaringen zoals afgelegd tijdens de mondelinge behandeling van het verzoekschrift niet kunnen vaststellen dat op dit moment sprake is van een situatie die de wet vereist. De kantonrechter is van oordeel dat [verzoeker] thans voldoende in staat is om zijn belangen van vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen omdat hij begeleid wordt. Het feit dat de gebleken beleidsafspraken zijn gemaakt is onvoldoende grond om een bewind in te stellen. Het verzoek zal daarom worden afgewezen. Beslissing De kantonrechter: wijst het verzoek af. Deze beschikking is gegeven en ondertekend door mr. C.J. Harts, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in tegenwoordigheid van de griffier. U kunt binnen drie maanden na de hiervoor vermelde uitspraakdatum tegen deze beslissing in hoger beroep gaan bij het Gerechtshof te Amsterdam. Het beroep moet namens u worden ingesteld door een advocaat.