Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD8443

Datum uitspraak2008-06-26
Datum gepubliceerd2008-07-23
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers07/1326 VEROR
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verleende kapvergunning voor het kappen van 63 Amerikaanse eiken en 139 Douglassparren op Park Stakenberg blijft in stand. Eiseres is geen belanghebbende omdat zij geen zicht heeft op de te kappen bomen en niet directe nabijheid bomen woont. Andere gestelde belangen maken dit oordeel niet anders.


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Sector Bestuursrecht Enkelvoudige kamer Reg.nr.: 07/1326 VEROR Uitspraak in het geding tussen: [eiseres] te Rijswijk, eiseres, en Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet verweerder. 1. Bestreden besluit Besluit van verweerder van 29 juni 2007. 2. Feiten Bij besluit van 7 februari 2007 heeft verweerder aan [naam], exploitant van Hotel Stakenberg Vastgoed BV, vergunning verleend voor het kappen van 63 Amerikaanse eiken en 139 Douglassparren op het perceel [adres] te Elspeet. Hiertegen heeft eiseres bezwaar gemaakt. Bij het bestreden besluit heeft verweerder – overeenkomstig het advies van de Commissie Bezwaarschriften – het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard. 3. Procesverloop Eiseres heeft beroep ingesteld op de in het aanvullend beroepschrift van 4 september 2007 vermelde gronden. Het beroep is behandeld ter zitting van 18 maart 2008, waar eiseres is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door P. Kokkes en M.A. Hagens. 4. Motivering Ter beoordeling ligt voor de vraag of verweerder de bezwaren van eiseres terecht bij het thans bestreden besluit niet-ontvankelijk heeft verklaard, op de grond dat eiseres niet kan worden aangemerkt als belanghebbende bij het besluit van 7 februari 2007. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Eiseres heeft sinds juni 2002 een vakantiewoning op Landgoed Stakenberg in eigendom. Zij heeft aangevoerd dat zij wel belanghebbende is bij het besluit van 7 februari 2007, omdat de voorgestane kap directe invloed heeft op haar leefomgeving. Om als belanghebbende te kunnen worden aangemerkt dient eiseres een haar persoonlijk aangaand belang te hebben, waarmee zij zich van anderen onderscheidt. Gelet op bestendige jurisprudentie (Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, 17 september 2003, AB 2004/229) is daarvan bij een besluit tot kapvergunning als hier aan de orde in de regel slechts sprake, wanneer zij op geringe afstand van de bomen woont of daarop vanuit haar woning direct zicht heeft. Onder bijzondere omstandigheden kan dat anders liggen. Gelet op hetgeen eiseres heeft gesteld in het aanvullend beroepschrift, alsmede de ter zitting getoonde kaart van het landgoed, staat vast dat eiseres vanaf haar woning geen zicht heeft op de te kappen houtopstand, waarop de verleende kapvergunning betrekking heeft. Eveneens staat vast dat de woning van eiseres weliswaar ligt binnen een straal van 1 kilometer, maar niet in de directe nabijheid van de te kappen bomen. Naar het oordeel van de rechtbank is eiseres derhalve in beginsel niet aan te merken als belanghebbende bij het besluit tot kapvergunning. Het feit dat eiseres bij het oprijden van het landgoed wel zicht heeft op de te kappen bomen onderscheidt haar niet van overige bewoners of willekeurige gebruikers van het landgoed. Het door eiseres gestelde financiële belang, gelegen in de kosten van de houtkap op het landgoed, de invloed op de waarde van haar woning en de bijdrage in de kosten van het onderhoud van park, is naar het oordeel van de rechtbank geen rechtstreeks bij de onderhavige kapvergunning betrokken belang, maar steeds afhankelijk van nog nadere met betrekking tot de overige houtopstand op het landgoed te nemen beslissingen. Evenmin onderscheidt de door eiseres als persoonlijk gekenschetste band met het streven naar behoud van de natuurwaarden van het landgoed het belang van eiseres in voldoende mate van andere bewoners of gebruikers van het landgoed. De rechtbank ziet daarin derhalve geen bijzondere omstandigheden gelegen om van het hiervoor vermelde oordeel af te wijken. Het vorenstaande leidt tot de slotsom, dat beslist moet worden als hierna is aangegeven. 5. Beslissing De rechtbank: - verklaart het beroep ongegrond; Aldus gegeven door mr. A.H.J.J. van de Wetering en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2008 in tegenwoordigheid van mr. M.E.M.T. Duindam - Vossen als griffier.