Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD8648

Datum uitspraak2008-07-22
Datum gepubliceerd2008-07-25
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
ZaaknummersHV 103.009.310
Statusgepubliceerd


Indicatie

Appellant niet-ontvankelijk nu beroepschrift niet aan de eisen van artikel 359 jo 278 Rv. voldoet.


Uitspraak

DvdH 22 juli 2008 Sector civiel recht Zaaknummer: HV 103.009.310/01 Zaaknummer eerste aanleg: 258138 GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH Beschikking in de zaak in hoger beroep van: [X.], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te noemen: [X.], procureur: mr. E.G.M. van Ewijk, t e g e n de Officier van Justitie te Maastricht, vertegenwoordigd door mr. M. Hendriks, gevestigd te Maastricht, geïntimeerde. 1. Het geding in eerste aanleg Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank Maastricht, sector kanton, locatie Maastricht van 18 juni 2007, waarvan de inhoud bij partijen bekend is. 2. Het geding in hoger beroep 2.1. Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie op 14 september 2007, heeft [X.] op nader aan te voeren gronden verzocht de bestreden beschikking te vernietigen. 2.2. Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van: - het proces-verbaal van de behandeling in eerste aanleg van 18 juni 2007; - de brieven met bijlagen d.dis 16 mei 2008 en 12 juni 2008 van de procureur van [X.]. 3. De beoordeling 3.1. Bij beschikking, waarvan beroep, heeft de kantonrechter met onmiddellijke ingang het bewind over de goederen van [X.] opgeheven. 3.2. [X.] heeft bij beroepschrift verzocht de bestreden beschikking, naar het hof begrijpt, te vernietigen en alsnog bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, hem te ontvangen met betrekking tot de door hem verzochte onderbewindstelling. Het beroepschrift voldoet niet aan de eisen van artikel 359 jo 278 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv), omdat het niet een omschrijving bevat van de gronden waarop het beroep rust. Hieraan kan niet afdoen het door [X.] in zijn beroepschrift gedane verzoek ‘deze schriftuur als een pro forma hoger beroepschrift te kwalificeren teneinde het recht op hoger beroep van appellant veilig te stellen’. Nu overigens niet is gebleken van feiten en omstandigheden die ertoe zouden nopen een uitzondering op deze regel te maken, dient [X.] in zijn verzoek in hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard te worden. 4. De beslissing Het hof: verklaart [X.] niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Maastricht, sector kanton, locatie Maastricht van 18 juni 2007. Deze beschikking is gegeven door mrs. Smeenk-van der Weijden, Everaars-Katerberg en Schaafsma-Beversluis en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van 22 juli 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.