Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD8726

Datum uitspraak2008-07-22
Datum gepubliceerd2008-07-28
RechtsgebiedFaillissement
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers76158 FT-RK 08.5153
Statusgepubliceerd


Indicatie

dwangakkoord WSNP


Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT Sector civiel recht zaaknummer: 76158 FT-RK 08.5153 dwangakkoord schuldsaneringsregeling Op 3 juli 2008 is ter griffie binnengekomen het verzoekschrift tot vaststelling van een dwangakkoord als bedoeld in artikel 287a Faillissementswet (Fw) met bijlage van [verzoeker] wonende te [woonplaats], [adres] verzoeker; tegen: Vodafone Libertel N.V. gevestigd te 5038 AA Tilburg aan de Heuvelstraat 21/a, verweerder, vertegenwoordigd door Vesting Finance, te Almere-Stad, aan de Luidsprekerstraat 18-24. Het verzoekschrift is behandeld ter terechtzitting van 22 juli 2008. Daarbij is verzoeker gehoord. Verweerder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen. Bij de beoordeling van het onderhavige verzoek gaat de rechtbank uit van de navolgende vaststaande feiten. - verzoeker heeft 8 concurrente schuldeisers, die in totaal een bedrag van € 7.780,68 van hem te vorderen hebben. Tot deze concurrente schuldeisers behoort Vodafone Libertel N.V. met een vordering van € 2.184,70. - verzoeker heeft op of omstreeks 11 maart 2008 een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, inhoudende een betaling van 16,81 % tegen finale kwijting. Dit voorstel is gebaseerd op een aan hem te verlenen saneringskrediet van € 1.307,74 netto, waarvan de hoogte is bepaald aan de hand van de op grond van zijn situatie berekende aflossingscapaciteit. - Vodafone is de enige schuldeiser die geweigerd heeft in te stemmen met de aangeboden schuldregeling. Vodafone heeft als reden opgegeven dat zij de schuldeiser is met de hoogste vordering en dat zij van mening is dat verzoeker geen problematische schuldenlast heeft. Verzoeker heeft ter zitting verklaard dat hij thans geen aflossingscapaciteit heeft, maar toch bereid is maandelijks af te dragen. Op grond daarvan verstrekt de Sociale Dienst verzoeker een saneringskrediet van € 1.307,74 netto, zodat hij zijn schuldeisers een bedrag ineens kan aanbieden. Verzoeker heeft verklaard dat dit thans het maximaal haalbare is. Hij volgt een hulpverleningstraject in verband met zijn verslavingsproblematiek en psychische klachten, waardoor hij thans niet in staat is om betaald werk te verrichten en hij alleen een bijstandsuitkering ontvangt. Tevens heeft verzoeker aangevoerd dat niet Vodafone maar dat Orange zijn grootste schuldeiser is. De rechtbank ziet zich gesteld voor het beantwoorden van de vraag of Vodafone in redelijkheid tot weigering van instemming met de schuldregeling heeft kunnen komen, in aanmerking genomen de het belang dat zij heeft bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en het belang van de schuldenaar dat door de weigering wordt geschaad alsmede het belang van de overige schuldeisers – die wel met de minnelijke regeling hebben ingestemd. De door Vodafone opgegeven redenen van weigering zijn niet juist. De vordering van één van de andere schuldeisers is hoger en – hoewel de omvang van de schuldenlast in absolute zin niet zeer hoog is, kan deze gelet op de (inkomens-)situatie van verzoeker en gelet op zijn thans geringe perspectief op verbetering ervan toch problematisch worden geacht. Verzoeker beschikt thans niet over betaald werk en werkt een beperkt aantal uren met behoud van uitkering. Hij heeft – onderbouwd met stukken – voldoende aannemelijk gemaakt dat hij een persoonlijkheidsstoornis heeft en dat die stoornis ervoor zorgt dat de kans dat hij op afzienbare termijn meer kan werken of succesvol naar betaald werk kan worden geleid, waarmee hij meer kan verdienen dan de bijstandsuitkering die hij thans heeft, niet groot is. Nu toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling van verzoeker indien geen dwangakkoord zou worden opgelegd niet onwaarschijnlijk kan worden geacht en nu toepassing van die wettelijke regeling ook aanzienlijke kosten met zich meebrengt die in mindering komen op hetgeen verzoeker thans aan afloscapaciteit heeft of wat hij nog zou kunnen verwerven, zou toepassing van de schuldsaneringsregeling de schuldeisers naar verwachting niet meer opleveren dan thans bij het akkoord wordt aangeboden. Daarbij geldt nog dat een eventuele bate voor de schuldeisers pas aan het eind van de schuldsaneringsregeling wordt uitgekeerd terwijl het akkoord erin voorziet dat het aangeboden bedrag ineens en op korte termijn betaalbaar wordt gesteld. Alle andere schuldeisers van verzoeker hebben wel ingestemd met de aangeboden regeling. Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank niet welk redelijk belang Vodafone heeft bij haar weigering van de aangeboden regeling. Nu het belang van schuldeiser bij het verkrijgen van zekerheid omtrent een regeling en bij het voorkomen van de hogere kosten van toepassing van de wettelijke regeling duidelijk zijn en het belang van de schuldeisers bij het verkrijgen van een uitkering ineens op korte termijn voor de hand ligt, acht de rechtbank het geboden het verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord toe te wijzen. Vodafone zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Nu voor het onderhavige verzoekschrift geen griffierecht verschuldigd is en verzoeker niet is bijgestaan door een procureur, worden de kosten begroot op nihil. De beslissing De rechtbank: - beveelt Vodafone om in te stemmen met de door verzoeker aangeboden schuldregeling; - veroordeelt Vodafone in de kosten van deze procedure, aan de zijde van verzoeker bepaald op nihil; - verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Gewezen door mr. R.P. Broeders en uitge¬spro¬ken ter open¬bare te¬rechtzit¬ting van 22 juli 2008 in tegen¬woor¬dig¬heid van de griffier .