Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD8828

Datum uitspraak2008-07-15
Datum gepubliceerd2008-07-29
RechtsgebiedVreemdelingen
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsDordrecht
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
ZaaknummersAWB 07/11281
Statusgepubliceerd


Indicatie

Termijnoverschrijding / adreswijziging / niet verschoonbaar
Termijnoverschrijding in bezwaar. Nu niet blijkt dat adreswijziging aan gemeente of verweerder is doorgegeven, is de termijnoverschrijding niet verschoonbaar.


Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Nevenzittingsplaats Dordrecht Sector Bestuursrecht Vreemdelingenkamer procedurenummer: AWB 07/11281, V-nummer: 180.201.7813, uitspraak van de enkelvoudige kamer inzake [eiseres], wonende te Dordrecht, eiseres, gemachtigde: mr. C.F.M. van den Ekart, advocaat te Dordrecht, tegen de Minister van Justitie, thans de Staatssecretaris van Justitie, verweerder, gemachtigde: mr. W. Graafland, ambtenaar bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst. 1. Ontstaan en loop van het geding Verweerder heeft bij besluit van 5 november 2002 afwijzend beslist op de aanvraag van eiseres tot verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met als doel ‘verblijf bij vader [vader]’. Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 27 oktober 2006 bezwaar gemaakt bij verweerder. Bij besluit van 14 februari 2007 heeft verweerder het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard. Tegen dit besluit heeft eiseres bij faxbericht van 13 maart 2007 beroep ingesteld. De zaak is op 24 juni 2008 ter zitting van een enkelvoudige kamer behandeld. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verweerder is verschenen bij gemachtigde. 2. Overwegingen 2.1. Wettelijk kader Ingevolge artikel 69 van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw 2000), in samenhang met artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) bedraagt de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift vier weken. Ingevolge artikel 6:8, eerste lid, van de Awb, vangt de termijn aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. Ingevolge artikel 6:11 van de Awb blijft ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend bezwaarschrift niet-ontvankelijkverklaring van een bezwaarschrift op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. Ingevolge artikel 3:41, eerste lid, van de Awb geschiedt de bekendmaking van besluiten die tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, door toezending of uitreiking aan hen, onder wie begrepen de aanvrager. Ingevolge artikel 3:41, tweede lid, van de Awb geschiedt de bekendmaking, indien zij niet kan geschieden op de wijze als voorzien in het eerste lid, op een andere geschikte wijze. Ingevolge artikel 3.104, vierde lid van het Vreemdelingenbesluit 2000 wordt de beschikking, ten aanzien van een vreemdeling die niet of niet langer woont op het door hem opgegeven adres, waarbij de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen, bekendgemaakt door toezending naar het laatst bekende adres van de vreemdeling. Het beleid dat verweerder voert inzake de bekendmaking van beschikking is neergelegd in de Vreemdelingencirculaire 2000 (hierna: Vc 2000). Ingevolge hoofdstuk B1/4.51 is de hoofdregel dat een beschikking in reguliere zaken aan de belanghebbende wordt toegezonden. Bij minderjarige vreemdelingen geldt het adres van de wettelijke vertegenwoordiger. 2.2. Het bestreden besluit Verweerder heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaar buiten de wettelijke termijn is ingediend. De beschikking van 5 november 2002 is verzonden naar de wettelijk vertegenwoordiger van eiseres, [vader] (hierna: de vader), conform het beleid van verweerder zoals verwoord in B1/9.7.7.1 van de Vc 2000. Diens laatst bekende adres was volgens registratie in het GBA [adres 1] te Dordrecht. De vader van eiseres heeft verzuimd zijn adreswijziging door te geven. In dat geval geldt dat verzending aan het laatst bekende adres als rechtsgeldige bekendmaking van de beschikking moet worden beschouwd. Er is voorts geen reden om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Dat de vader de beschikking niet heeft ontvangen, komt voor rekening en risico van eiseres. 2.3. De gronden van het beroep Eiseres heeft gesteld dat er geen sprake is van een termijnoverschrijding bij het indienen van het bezwaarschrift. Zij heeft de beschikking van 5 november 2002 eerst via haar gemachtigde ontvangen in oktober 2006. Aangezien de beschikking toen pas rechtsgeldig is bekendgemaakt, heeft zij daartegen tijdig bezwaar ingediend. De beschikking is in 2002 ten onrechte niet naar haar, maar naar haar vader gezonden. Eiseres stond op dat moment blijkens het VAS ingeschreven op het adres [adres 2] in Dordrecht. De vader van eiser is eind oktober 2002 verhuisd naar het adres [adres 3] te Dordrecht. De vermelding in het GBA van zijn adres was derhalve onjuist. Subsidiair beroept eiseres zich op de verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding, omdat zij de beschikking niet kon kennen. Op het adres [adres 1] woonden meerdere personen en was de situatie onoverzichtelijk. Post voor de vader kwam vaak niet aan. De bewoners van het adres [adres 1] stellen de beschikking niet te hebben ontvangen. 2.4. Beoordeling Gesteld noch gebleken is dat het beleid van verweerder, inhoudende dat een beschikking over de aanvraag van een verblijfsvergunning voor een minderjarige vreemdeling wordt verzonden naar diens wettelijk vertegenwoordiger, kennelijk onredelijk of anderszins in strijd met het recht is. Conform dit beleid heeft verweerder met recht de beschikking van 5 november 2002 verzonden naar het adres van de vader van eiseres. Nu uit de stukken van de gemachtigde van eiseres en het verhandelde ter zitting blijkt dat de vader van eiseres ten tijde van de verzending van het besluit van 5 november 2002 niet op het adres [adres 2] te Dordrecht woonde, heeft verweerder terecht de genoemde beschikking verzonden naar het laatst bekende adres van de vader van eiseres, [adres 1] te Dordrecht. Verweerder mocht daarbij uitgaan van de gegevens, zoals deze in het GBA waren opgenomen. Dat deze adresgegevens niet juist (meer) waren, komt voor rekening en risico van eiseres, nu het op de weg van haar vader lag om tijdig een adreswijziging te laten registreren, dan wel door te geven aan verweerder. De stelling, zoals ter zitting naar voren gebracht, dat de vader van eiseres zijn adreswijziging wel heeft doorgegeven aan verweerder, kan, wat daar ook van zij, niet leiden tot het oordeel dat verweerder de beschikking van 5 november 2002 niet aan het juiste adres heeft verzonden. Eiseres heeft deze stelling op geen enkele wijze nader onderbouwd, noch blijkt de juistheid ervan uit de gedingstukken. Het is, anders dan eiseres stelt, in deze omstandigheden niet aan verweerder om nader onderzoek te doen naar de verblijfplaats van de vader van eiseres. Gelet op het voorgaande is de beschikking van 5 november 2002 met de aangetekende verzending van 11 november 2002 rechtsgeldig bekendgemaakt. Dat de beschikking op 6 december 2002 aan verweerder is geretourneerd, kan aan deze conclusie niet afdoen. De termijn voor het maken van bezwaar is ingegaan op 12 november 2002. De laatste dag van de termijn voor het maken van bezwaar was 24 december 2002. Nu het bezwaar is ingediend op 27 oktober 2006, is het bezwaar te laat ingediend. Hetgeen eiseres heeft aangevoerd omtrent de situatie op het adres [adres 1] is geen reden om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Het is aan de vader van eiseres om maatregelen te nemen ten einde de post op het opgegeven adres te kunnen ontvangen. Verweerder heeft gelet op het voorgaande het bezwaar terecht niet-ontvankelijk geacht. Het beroep dient ongegrond verklaard te worden. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75, eerste lid, van de Awb. Gezien het vorenstaande beslist de rechtbank als volgt. 3. Beslissing De rechtbank 's-Gravenhage, - verklaart het beroep ongegrond. Aldus gegeven door mr. M.G.L. de Vette, rechter, en door deze en mr. M.L. Bosman-Schouten, griffier, ondertekend. De griffier, De rechter, Uitgesproken in het openbaar op: Afschrift verzonden op: Rechtsmiddel Partijen kunnen tegen deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt vier weken na verzending van de uitspraak door de griffier. Het beroepschrift dient een of meer grieven tegen de uitspraak van de rechtbank te bevatten en moet geadresseerd worden aan de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Hoger beroep vreemdelingenzaken, Postbus 16113, 2500 BC 's-Gravenhage. Men wordt verzocht een afschrift van de uitspraak mee te zenden.