Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD8889

Datum uitspraak2008-07-25
Datum gepubliceerd2008-07-30
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200802832/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter


Indicatie

Bij besluit van 18 maart 2008 heeft het college van gedeputeerde staten van Zeeland (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Tholen (hierna: de raad) bij besluit van 20 september 2007 vastgestelde bestemmingsplan "Kom Oud-Vossemeer".


Uitspraak

200802832/2. Datum uitspraak: 25 juli 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen: [verzoeker], wonend te [woonplaats], en het college van gedeputeerde staten van Zeeland, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 18 maart 2008 heeft het college van gedeputeerde staten van Zeeland (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Tholen (hierna: de raad) bij besluit van 20 september 2007 vastgestelde bestemmingsplan "Kom Oud-Vossemeer". Tegen dit besluit heeft [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 24 april 2008, beroep ingesteld. De gronden van het beroep zijn aangevuld bij brieven, bij de Raad van State ingekomen op 28 april 2008 en 11 juli 2008. Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 24 april 2008, heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 18 juli 2008, waar [verzoeker] is verschenen. Voorts is daar gehoord de raad, vertegenwoordigd door drs. ing. G.H. Kooiker, ambtenaar in dienst van de gemeente. 2. Overwegingen 2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure. 2.2. Het plan voorziet, voor zover thans van belang, in de uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein Klaverveld (hierna: het bedrijventerrein) met ongeveer 1 ha en in een wijzigingsbevoegdheid die een verdere uitbreiding met 1,2 ha mogelijk maakt. 2.3. [verzoeker] stelt dat de bestaande ontsluiting van het bedrijventerrein via de Molenweg en Onder de Molen naar de Oud-Vossemeersedijk thans reeds verkeersonveilig is. De uitbreiding van het bedrijventerrein zal leiden tot een toename van de verkeersintensiteit op bovengenoemde wegen hetgeen volgens [verzoeker] een onaanvaardbare toename van de verkeersrisico's met zich brengt. Hij pleit dan ook voor een directe verbinding tussen het bedrijventerrein en de Oud-Vossemeersedijk. Hiervoor is een strook grond benodigd van 50 meter langs de Oud-Vossemeersedijk tussen de Gankelweg en het bestaande bedrijventerrein. Deze strook grond maakt deel uit van de gronden waar de uitbreiding van het bedrijventerrein is voorzien. Het verzoek strekt ertoe dat bij wijze van voorlopige voorziening wordt bepaald dat het het gemeentebestuur wordt verboden deze strook grond uit te geven aan derden voor de uitbreiding van het bedrijventerrein totdat de bodemprocedure is afgerond. 2.4. De voorzitter overweegt als volgt. Ter zitting heeft de vertegenwoordiger van de raad toegezegd dat bovengenoemde strook grond niet zal worden uitgegeven aan derden alvorens de Afdeling uitspraak in de hoofdzaak zal hebben gedaan. Gelet hierop bestaat thans geen spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening en dient het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening te worden afgewezen. 2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: wijst het verzoek af. Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. K.M. Gerkema, ambtenaar van Staat. w.g. Van Buuren w.g. Gerkema voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 25 juli 2008 472.