Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD9209

Datum uitspraak2008-08-01
Datum gepubliceerd2008-08-04
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers308445 / KG ZA 08-423
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Afsluiting Vissersbrug. Eisers vorderen: 1. ter plaatse van de Vissersbrug een noodbrug aan te leggen of andere maatregelen te treffen waardoor dit deel van de a straat weer voor alle verkeer kan worden opengesteld; 2. de a straat ter hoogte van de Vissersbrug voor alle verkeer open te stellen en daarop alle verkeer te dulden als voorgeschreven in artikel 14 van de Wegenwet, een en ander op straffe van een dwangsom. De gemeente heeft als meest verstrekkende verweer aangevoerd dat eiser c.s. niet in hun vorderingen kunnen worden ontvangen, nu er volgens de gemeente een bestuursrechtelijke rechtsgang openstaat. Met de gemeente is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat eiser c.s. niet kunnen worden ontvangen in hun vorderingen. In de gegeven omstandigheden had het op de weg van eiser c.s. gelegen dan wel ligt het alsnog op hun weg de gemeente te verzoeken een verkeersbesluit te nemen ten aanzien van de afsluiting van de Vissersbrug. De gemeente heeft ook te kennen gegeven daartoe alsnog over te willen gaan. Tegen zodanig besluit of tegen de weigering zodanig besluit te nemen kunnen eiser c.s. bezwaar en beroep instellen. In dat kader wijst de voorzieningenrechter voorts op het feit dat geschillen zoals de onderhavige, waarin de gemeente wordt aangesproken op haar publiekrechtelijke verplichtingen die zij heeft als wegbeheerder, normaal gesproken door de bestuursrechter worden beslecht. In het kader van zodanige bestuursrechtelijke procedure kunnen ook voorlopige voorzieningen worden gevraagd. Het voorgaande brengt met zich dat er op zo kort mogelijke termijn een verkeersbesluit in voormelde zin genomen dient te worden. Dit kan ofwel op verzoek van eiser c.s. gebeuren ofwel op initiatief van de gemeente zelf. De voorzieningenrechter acht partijen in staat daarover de nodige afspraken te maken, althans daartoe de benodigde maatregelen te treffen. Vervolgens kunnen eiser c.s. tegen dat besluit beroep instellen bij de bestuursrechter en hebben zij de mogelijkheid om een voorlopige voorziening bij de bestuursrechter te verzoeken. Mocht de bestuursrechter onverhoopt concluderen dat de civiele rechter in deze uiteindelijk dient te beslissen omtrent de (on)rechtmatigheid van de afsluiting en/of de verder daaraan verbonden gevolgen, dan kunnen eiser sub 1 c.s., als meest gerede partij, zulks aan deze rechtbank te kennen geven, waarna de behandeling van de onderhavige zaak zal worden hervat. De voorzieningenrechter houdt de zaak aan, pro forma, tot 1 november 2008, teneinde de gemeente, al dan niet naar aanleiding van een daartoe strekkend verzoek van eiser c.s., in de gelegenheid te stellen een verkeersbesluit te nemen ten aanzien van de afsluiting van de Vissersbrug, waarna eiser c.s. administratiefrechtelijke rechtsmiddelen kunnen aanwenden.


Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht - voorzieningenrechter Vonnis in kort geding van 1 augustus 2008, gewezen in de zaak met zaak- / rolnummer: 308445 / KG ZA 08-423 van: 1. [eiser sub 1], 2. [eiseres sub 2], beiden wonende te [woonplaats], eisers, procureur mr. D.G. Lasschuit, tegen: de publiekrechtelijke rechtspersoon de Gemeente Oegstgeest, zetelend en kantoorhoudende te Oegstgeest, gedaagde, procureur mr. R. Lever. Partijen zullen hierna respectievelijk ook worden aangeduid als '[eiser sub 1] c.s.' en 'de gemeente'. 1. De feiten Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 23 juli 2008 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan. 1.1. [eiser sub 1] c.s. zijn eigenaar en bewoner van het woonhuis gelegen aan de [a-straat 1] te Oegstgeest. De woning van [eiser sub 1] c.s. was tot medio november 2006 voor alle verkeer bereikbaar via de Lange Voort en de Vissersbrug. 1.2. De [a straat] ligt op het grondgebied van de gemeente Oegstgeest. De gemeente Leiden was krachtens de wegenlegger onderhoudsplichtig. De gemeente Leiden en de gemeente Oegstgeest zijn in oktober 2006 overeengekomen dat de gemeente Oegstgeest verantwoordelijk is voor het onderhoud van de [a straat] en daarmee van de Vissersbrug. Sinds februari 2008 is de gemeente Oegstgeest ook eigenaar van de [a straat] en daarmee van de Vissersbrug. 1.3. In opdracht van de gemeente zijn door Technisch Adviesbureau [A] B.V. gedurende de periode 27 januari tot en met 4 februari 2004 inspecties verricht naar de staat van de Vissersbrug. In het hiervan opgemaakte inspectierapport van 4 maart 2004 is geconstateerd dat er, om de veiligheid van de weggebruiker te borgen, op korte termijn renovatie-, nieuwbouw en onderhoudsactiviteiten aan de brugconstructie ten uitvoer moeten worden gebracht en dat er op dat moment een beperking dient te worden opgelegd en de brug niet meer toegankelijk is voor zwaar en intensief verkeer. 1.4. Bij brief van 6 november 2006 heeft de gemeente aan (een deel van) de bewoners van de [a straat], waaronder [eiser sub 1] c.s., bericht dat onder andere de Vissersbrug in slechte staat van onderhoud verkeert en dat de voorbereidingen voor de vervanging ervan inmiddels zijn gestart, alsmede dat de Vissersbrug geheel zal worden afgesloten voor autoverkeer. 1.5. De gemeente heeft de [a straat] voorbij de Vissersbrug medio november 2006 voor autoverkeer afgesloten door het plaatsen van een betonnen obstakel tussen het perceel van [eiser sub 1] c.s. en het naastgelegen perceel [a-straat 2]. De bewoner van laatstgenoemd perceel kon vanaf dat moment zijn perceel nog wel met een auto via de Vissersbrug bereiken, maar [eiser sub 1] c.s. niet. De ontsluiting van de woning van [eiser sub 1] c.s. en de overige woningen aan de [a straat], gelegen ten oosten van het perceel van [eiser sub 1] c.s., werd vanaf dat moment gerealiseerd door een tijdelijke aansluiting op de [b-weg]. 1.6. Bij brief van 3 mei 2007 heeft de gemeente onder meer aan [eiser sub 1] c.s. meegedeeld dat de werkzaamheden aan de Vissersbrug zijn uitgesteld, nu deze gecombineerd worden met mogelijke bouwplanontwikkelingen, 'De Lange Voortse Driehoek' genaamd. Verder bericht de gemeente dat de Vissersbrug afgesloten blijft voor autoverkeer. 1.7. [eiser sub 1] c.s. hebben hierop gereageerd bij brief van 7 mei 2007 en meegedeeld dat zij dit onacceptabel vinden. Zij dringen erop aan de werkzaamheden aan de Vissersbrug zo spoedig mogelijk aan te vangen, dan wel de Vissersbrug weer open te stellen voor personenauto’s of bestemmingsverkeer. 1.8. Bij brief van 6 juni 2007 heeft de gemeente aan [eiser sub 1] c.s. meegedeeld dat de Vissersbrug niet zal worden opgeknapt, omdat deze op korte termijn wordt gesloopt. De brug zal volgens de gemeente op korte termijn verwijderd worden en de dijk langs de [a straat] zal worden hersteld. 1.9. Nadien is er tussen partijen gecorrespondeerd over de afsluiting van de Vissersbrug en de volgens [eiser sub 1] c.s. hierdoor ontstane schade aan hun oprit. 1.10. In opdracht van de gemeente heeft [A B.V.] op 20 mei 2008 nogmaals een inspectie verricht naar de staat van de Vissersbrug. Hierbij is geconstateerd dat herstelwerkzaamheden of het aanbrengen van tijdelijke voorzieningen om de brug functioneel te houden voor de gebruikers ervan niet meer valt te realiseren. In het hiervan opgemaakte inspectierapport heeft [A B.V.] geadviseerd de Vissersbrug per direct af te sluiten. 1.11. Bij brief van 22 mei 2008 heeft de gemeente aan de bewoners van de [a straat], waaronder [eiser sub 1] c.s., te kennen gegeven dat de Vissersbrug per 23 mei 2008 voor al het verkeer (autoverkeer, voet- en fietsgangers) wordt afgesloten in verband met acuut instortingsgevaar. 1.12. De gemeente heeft 'De Lange Voortse Driehoek' verkocht aan een projectontwikkelaar. Deze projectontwikkelaar heeft ook het naast [eiser sub 1] c.s. gelegen perceel [a straat] nummer [2] aangekocht. Op 24 juni 2008 is een bouwvergunning eerste fase aangevraagd voor de bouw van twaalf woningen in de omgeving van de Vissersbrug. 2. De vordering, de gronden daarvoor en het verweer 2.1. Eisers vorderen, na wijziging van eis, - zakelijk weergegeven - gedaagde te veroordelen: 1. ter plaatse van de Vissersbrug een noodbrug aan te leggen of andere maatregelen te treffen waardoor dit deel van de [a straat] weer voor alle verkeer kan worden opengesteld; 2. de [a straat] ter hoogte van de Vissersbrug voor alle verkeer open te stellen en daarop alle verkeer te dulden als voorgeschreven in artikel 14 van de Wegenwet, een en ander op straffe van een dwangsom. 2.2. Daartoe voeren [eiser sub 1] c.s. het volgende aan. De ontsluiting van de [a straat] via de [b-weg] voldoet in geen enkel opzicht aan de eisen die redelijkerwijs aan een ontsluiting mogen worden gesteld. De verkeerssituatie bij de kruising met de [b-weg] is zeer gevaarlijk. De [a straat] is bovendien vanaf de ontsluiting onverlicht, zeer smal en slecht berijdbaar. Tegemoetkomend verkeer kan elkaar nauwelijk passeren. Daarbij komt dat vastlopend verkeer op de oprit van [eiser sub 1] c.s. draait, waardoor schade aan hun oprit is ontstaan. De woning van [eiser sub 1] c.s. is niet bereikbaar voor hulpdiensten als ambulance en brandweer. De gemeente handelt aldus in strijd met de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 14 van de Wegenwet. Zij heeft de Vissersbrug ook niet aan de openbare bestemming onttrokken, noch heeft zij een verkeersbesluit of een verkeersmaatregel genomen. Sinds de constatering van de gebreken aan de Vissersbrug zijn inmiddels vier jaren verstreken. Naar verwachting zal het nog zeker enkele jaren duren voordat de bestaande bouwplannen daadwerkelijk kunnen worden uitgevoerd. De gemeente veronachtzaamt aldus haar wettelijke verplichtingen tot onderhoud en openstelling van de weg en wil dit nog geruime tijd laten voortduren. De gemeente handelt daarmee onrechtmatig jegens [eiser sub 1] c.s. 2.3. De gemeente voert gemotiveerd verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken. 3. De beoordeling van het geschil 3.1. Vast staat dat de Vissersbrug, en daarmee de toegang tot de [a straat] ter hoogte van die brug, sinds 23 mei 2008 voor alle verkeer is afgesloten wegens de daaraan geconstateerde gebreken, zoals vastgelegd in het door [A B.V.] opgemaakt inspectierapport van 20 mei 2008 (genoemd onder 1.10). Vast staat voorts dat dit betreft een tijdelijke afsluiting, die de gemeente gerealiseerd heeft door middel van het plaatsen van hekken voor de Vissersbrug. Vast staat eveneens dat daardoor de [a straat] niet meer ter hoogte van die brug bereikbaar is. Uitgangspunt voor de verdere beoordeling is tenslotte dat de gemeente niet voornemens is de toegang tot de [a straat] ter hoogte van de Vissersbrug voor autoverkeer tijdelijk te herstellen door middel van de aanleg van een noodbrug of het treffen van andere - voorlopige - maatregelen. 3.2. Ingevolge artikel 15 lid 2 van de Wegenverkeerswet (WVW) geschieden maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer krachtens een verkeersbesluit, indien die maatregelen leiden tot een beperking van het aantal categorieën weggebruikers dat van de weg of het weggedeelte gebruik kan maken. Ingevolge artikel 20 WVW kan een belanghebbende onder meer tegen een verkeersbesluit tot het treffen van maatregelen op of aan de weg ter regeling van het verkeer beroep instellen bij de rechtbank. 3.3. De gemeente heeft als meest verstrekkende verweer aangevoerd dat [eiser sub 1] c.s. niet in hun vorderingen kunnen worden ontvangen, nu er volgens de gemeente een bestuursrechtelijke rechtsgang voor [eiser sub 1] c.s. openstaat. 3.4. Vast staat dat de gemeente ten aanzien van de afsluiting van de Vissersbrug, met alle gevolgen die dat heeft voor de bereikbaarheid van de [a straat] ter hoogte van die brug, nog geen verkeersbesluit heeft genomen. Naar eigen zeggen van de gemeente zal daartoe alsnog worden overgegaan. De gemeente heeft betoogd dat het op de weg van [eiser sub 1] c.s. ligt een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht uit te lokken, waartegen vervolgens bezwaar en beroep kan worden ingesteld. Volgens de gemeente is het aan de bestuursrechter om te beoordelen of de gemeente al dan niet terecht tot afsluiting van de Vissersbrug is overgegaan en of zij gehouden is een noodbrug te plaatsen. 3.5. Met de gemeente is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat [eiser sub 1] c.s. niet kunnen worden ontvangen in hun vorderingen. In de gegeven omstandigheden had het op de weg van [eiser sub 1] c.s. gelegen dan wel ligt het alsnog op hun weg de gemeente te verzoeken een verkeersbesluit te nemen ten aanzien van de afsluiting van de Vissersbrug. De gemeente heeft ook te kennen gegeven daartoe alsnog over te willen gaan. Tegen zodanig besluit of tegen de weigering zodanig besluit te nemen kunnen [eiser sub 1] c.s. bezwaar en beroep instellen. In dat kader wijst de voorzieningenrechter voorts op het feit dat geschillen zoals de onderhavige, waarin de gemeente wordt aangesproken op haar publiekrechtelijke verplichtingen die zij heeft als wegbeheerder, normaal gesproken door de bestuursrechter worden beslecht. In het kader van zodanige bestuursrechtelijke procedure kunnen ook voorlopige voorzieningen worden gevraagd. De voorzieningenrechter ziet in de omstandigheid dat thans nog geen verkeersbesluit voorligt onvoldoende aanleiding daarvan af te wijken. In het onderhavige geval staat voor [eiser sub 1] c.s., nadat het betreffende verkeersbesluit is genomen, maar ook indien de gemeente weigert zodanig besluit te nemen, een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang open. In een dergelijk geval is er geen plaats voor een vordering bij de burgerlijke rechter. Wel ziet de voorzieningenrechter in de gegeven situatie aanleiding de zaak voor bepaalde tijd aan te houden, pro forma, voor het geval de bestuursrechter voormeld oordeel ten aanzien van de ontvankelijkheid van [eiser sub 1] c.s. niet zou delen. 3.6. Het voorgaande brengt met zich dat er op zo kort mogelijke termijn een verkeersbesluit in voormelde zin genomen dient te worden. Dit kan ofwel op verzoek van [eiser sub 1] c.s. gebeuren ofwel op initiatief van de gemeente zelf. De voorzieningenrechter acht partijen in staat daarover de nodige afspraken te maken, althans daartoe de benodigde maatregelen te treffen. Vervolgens kunnen [eiser sub 1] c.s. tegen dat besluit beroep instellen bij de bestuursrechter en hebben zij de mogelijkheid om een voorlopige voorziening bij de bestuursrechter te verzoeken. Mocht de bestuursrechter onverhoopt concluderen dat de civiele rechter in deze uiteindelijk dient te beslissen omtrent de (on)rechtmatigheid van de afsluiting en/of de verder daaraan verbonden gevolgen, dan kunnen [eiser sub 1] c.s., als meest gerede partij, zulks aan deze rechtbank te kennen geven, waarna de behandeling van de onderhavige zaak zal worden hervat. 3.7. Elke verdere beslissing zal worden aangehouden. 4. De beslissing De voorzieningenrechter: - houdt de onderhavige zaak aan, pro forma, tot 1 november 2008, teneinde de gemeente, al dan niet naar aanleiding van een daartoe strekkend verzoek van [eiser sub 1] c.s., in de gelegenheid te stellen een verkeersbesluit te nemen ten aanzien van de afsluiting van de Vissersbrug, waarna [eiser sub 1] c.s. administratiefrechtelijke rechtsmiddelen kunnen aanwenden; - houdt iedere verdere beslissing aan. Dit vonnis is gewezen door mr. M.T. Nijhuis en in het openbaar uitgesproken op 1 augustus 2008. hf