Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BE0070

Datum uitspraak2008-08-13
Datum gepubliceerd2008-08-14
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers551231 AC EXPL 07-6809
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Arbeidsovereenkomst; leaseauto; eenzijdige wijziging; afbouwregeling; goed-werknemerschap; zwaarwichtige reden.


Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT Sector kanton Locatie Utrecht zaaknummer: 551231 AC EXPL 07-6809 ev sdl vonnis d.d. 13 augustus 2008. inzake [eiser], wonende te [woonplaats], verder ook te noemen [eiser], eisende partij, gemachtigde: mr E.R. Ferwerda, tegen: de besloten vennootschap SIGMAKALON INDUSTRIAL COATINGS B.V., gevestigd te Veenendaal, verder ook te noemen Sigmakalon, Sigmakalon partij, gemachtigde: mr C.C. Zillinger Molenaar en mr. E.M.M. van der Lande. Verloop van de procedure De kantonrechter verwijst naar het tussenvonnis van 27 februari 2008. Partijen hebben voorafgaand aan de comparitie nog stukken in het geding gebracht. De comparitie is gehouden op 17 april 2008. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt. [eiser] heeft een akte en Sigmakalon heeft een akte genomen. Hierna is uitspraak bepaald. Het geschil en de beoordeling daarvan 1. Tussen partijen staat vast dat [eiser] op 1 juli 1988 in dienst is getreden bij Doelfray & Macostan Coatings en thans in dienst is bij Sigmakalonn. Het bedrijf is onderhevig aan veranderingen en veranderingsprocessen. Tengevolge van een nieuwe organisatiestructuur is de functie van [eiser], te weten Productie Manager, opgedeeld in drie nieuwe functies te weten Manager manufacturing, Manager logistics en Manager planning. De ondernemingsraad heeft op 5 februari 2007 positief geadviseerd. 2. [eiser] vordert, bij akte wijziging van eis, dat Sigmakalon wordt veroordeeld tot het weer tewerkstellen van [eiser] in de functie van Productie Manager op straffe van een dwangsom en subsidiair Sigmakalon te veroordelen tot het doen van een aanbod aan [eiser] met betrekking tot de functie van Manager Supply Operations en meer subsidiair Technology en Productmanager, onder gelijkblijvende primaire en secundaire voorwaarden c.a. Aan deze vordering legt [eiser] ten grondslag dat het in de rede ligt om hem de functie van Manager Supply Operations (and sitemanager) aan te bieden met behoud van zijn primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden uit hoofde van de functie die hij als Productie Manager bekleedt. 3. Sigmakalon betwist de vordering en voert allereerst aan dat [eiser] de functie van Hoofd procestechnologie ook wel Technology and productmanager heeft aanvaard en daar thans niet meer op kan terugkomen. [eiser] heeft medio januari 2007 uitvoering gegeven aan zijn taak. Bovendien wijst Sigmakalon erop dat de functie Product Manager niet meer bestaat. 4. De kantonrechter komt tot het volgende oordeel. 4.1. Het eerste verweer van Sigmakalon treft doel. Voldoende is komen vast te staan dat [eiser] begin januari 2007 daadwerkelijk begonnen is in de functie van Hoofd procestechnologie en dat hij de functie nu ruim anderhalf jaar bekleedt. Ook is voldoende komen vast te staan dat berichten in de organisatie zijn verspreid waarin vermeld is dat [eiser] de functie van Hoofd procestechnologie bekleedt en dat hij hier geen bezwaren tegen heeft gericht. Bovendien is [eiser] op 19 september 2007 beoordeeld. Uit het verslag blijkt dat [eiser] zowel ten aanzien van de inhoud van de baan (”the job”) als de functie positief staat. Ook al kan uit het voorgaande niet met zekerheid worden geconcludeerd dat [eiser] bewust en ondubbelzinnig heeft ingestemd met de functiewijziging, uit zijn gedrag gedurende anderhalf jaar moet worden opgemaakt dat hij, mede vanuit goed [werknemer]schap, niet meer terug kan komen op zijn gedurende geruime tijd tentoongespreid gedrag en alsnog aanspraak kan maken op zijn oude functie van Product Manager. Doordat [eiser] door Sigmakalon gehouden mag worden aan het op voormelde wijze aanvaarden en uitvoeren van de functie van Hoofd procestechnologie/Technology en P Product Manager dienen ook de subsidiair en meer subsidiair ingediende vorderingen met betrekking tot twee andere functies te worden afgewezen. Daaraan doet niet af dat de functie van Manufacturing Operation Manager inmiddels vrijgekomen is, doordat de werknemer die de functie vervulde is opgestapt. 4.2. Met betrekking tot de eis tot handhaving van primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden die [eiser] genoot bij de uitoefening van de functie van Productie Manager, meer in het bijzonder de eis tot behoud van de leaseauto, stelt de kantonrechter voorop dat het verlies van de leaseauto voortvloeit uit het verkrijgen van een andere functie. Dit maakt niet per definitie dat het verlies van een leaseauto geen arbeidsvoorwaarde kan zijn als bedoeld in artikel 7:613 BW. De kantonrechter sluit zich aan bij de collegae in den lande die, ook al is een leaseauto geen instemmingsrechtelijk onderwerp in de zin van artikel 27 Wet op de ondernemingsraden, haar toch opvatten als een arbeidsvoorwaarde in de zin van art. 7:613 BW (kantonrechter Den Haag 27 juni 2005, JAR 2005/237, Kantonrechter te Gouda 28 september 2006 RAR 2007, 8 en kantonrechter te Amersfoort 4 september 2006 JAR 2006/246). Derhalve moet dan beoordeeld worden of Sigmakalon een zwaarwichtig belang heeft waarvoor het belang van de [eiser] zal moeten wijken. De kantonrechter is van oordeel dat zulks het geval is. Niet vanwege de door de werkgever geuite wens tot harmonisatie en de wens tot gelijke behandeling, die beide een onvoldoende zwaarwichtig belang vormen, maar wel nu Sigmakalon er blijk van heeft gegeven dat ze inziet dat de arbeidsvoorwaarde zo belangrijk is dat een afbouwregeling wordt aangeboden tot 2011 (en zelfs later, waarover hieronder meer) terwijl ook onweersproken is gebleven dat een werkgroep waarin onder andere werknemers die lid zijn van de ondernemingsraad en sociale partners vertegenwoordigd waren, zich heeft gebogen over de wijziging van de arbeidsvoorwaarden en kennelijk geen overwegende bezwaren tegen deze wijziging van deze arbeidsvoorwaarde heeft gezien. De kantonrechter is evenwel van oordeel dat de omstandigheid dat de leaseauto aan [eiser] is toegezegd tot 26 juli 2011 niet gezien kan worden als een redelijke afbouw bij een overgangstermijn. De afbouwregeling dient betrekking te hebben op de periode na 26 juli 2011. Het aanbod van een afbouwregeling van twee jaar na afloop van het lease contract per 26 juli 2011 van 25% van het lease bedrag ad € 780,- bruto, per zesmaandelijkse periode, acht de kantonrechter een zodanige regeling dat daarvoor het belang van [eiser] redelijkerwijs moet wijken. 4.3. [eiser] heeft tenslotte nog de eigen bijdrage aan de leaseauto aan de orde gesteld. [eiser] heeft dat gedaan in de vorm van een verzoek, maar de kantonrechter leest het in dit geval als een vordering tot handhaving van de toezegging tot verval van de eigen bijdrage. Sigmakalon heeft bezwaar gemaakt tegen deze wijziging van eis, omdat ze in haar verdediging wordt geschaad dan wel de vermeerdering een onredelijke vertraging van het geding oplevert. De kantonrechter verwerpt dit verweer, nu beide niet het geval zijn. De vordering zal derhalve inhoudelijk wordt behandeld. De vordering wordt afgewezen op grond van de omstandigheid dat het verval van de eigen bijdrage ad € 69,19 per maand, zoals blijkt uit de door [eiser] zelf aan de akte houdende uitlating de dato 4 juni 2008 gehechte productie 47, ”vooralsnog” is toegekend. Dit ”vooralsnog” is als voorwaarde gesteld aan de tijd dat [eiser] verbonden was als medewerker aan de D&M organisatie. Daaraan is per 1 januari 2008 een einde gekomen. [eiser] is dus een eigen bijdrage van € 69,19 per maand verschuldigd (vanaf 1 januari 2008) aan de tot 26 juli 2011 te behouden leaseauto. 4.4. [eiser] wordt als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure veroordeeld. Beslissing De kantonrechter wijst de vordering tot wedertewerkstelling af. wijst de vordering tot behoud van de bij de functie van Productie Manager behorende primaire en subsidiaire arbeidsvoorwaarden in die zin toe, dat [eiser] het recht behoudt tot het rijden van de hem toegekende leaseauto tot 26 juli 2011 onder betaling van een eigen maandelijkse bijdrage van € 69,19 en dat na afloop van 26 juli 2011 aan [eiser] gedurende twee jaar, tot 26 juli 2013, een afbouwregeling wordt betaald in die zin, dat in de eerste periode van zes maanden vanaf 26 juli 2011 nog 100% procent van het leasebedrag ad € 780,- per maand wordt betaald, het daarop volgende halfjaar 75%, het daarop volgende halfjaar nog 50 procent, en het daaropvolgend halfjaar 25 procent van € 780,- per maand en daarna, vanaf 26 juli 2013, niets meer. veroordeelt [eiser] in de kosten van de procedure tot op heden aan de zijde van de Sigmakalon begroot op op € 800,- aan salaris gemachtigde; verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; wijst het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis is gewezen door mr. J.J.M. de Laat, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 13 augustus 2008.