
Jurisprudentie
BE2745
Datum uitspraak2008-08-04
Datum gepubliceerd2008-08-15
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 108.004.699
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-08-15
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 108.004.699
Statusgepubliceerd
Indicatie
Het is vaste jurisprudentie van het hof dat tegen een beslissing van de kantonrechter ex artikel 13b WAHV geen hoger beroep openstaat.
De enkele omstandigheid dat de kantonrechter het besluit proceskosten bestuursrecht niet juist zou hebben toegepast wettigt niet het doorbreken van het appelverbod.
Uitspraak
WAHV 108.004.699
4 augustus 2008
CJIB 59105353025
Gerechtshof te Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Haarlem
van 11 april 2008
betreffende
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene),
gevestigd te [plaatsnaam]
voor wie als gemachtigde optreedt: mr. C.M.J.E.P. Meerts, kantoorhoudende te Beegden
1. De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het verzoek van de betrokkene om de officier van justitie te veroordelen in de kosten toegewezen tot een bedrag van € 161,-.
2. Het procesverloop
De gemachtigde van de betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld. Tevens is verzocht om vergoeding van proceskosten.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De gemachtigde van de betrokkene is in de gelegenheid gesteld het beroep schriftelijk nader toe te lichten. Hiervan is geen gebruik gemaakt.
3. Beoordeling
3.1. Het hof stelt vast dat de bestreden beslissing is gestoeld op artikel 13b van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV).
3.2. Zoals het hof reeds meermalen heeft overwogen, -waaronder in zijn arrest van 13 november 2002, LJN AF0697, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl- staat tegen een beslissing ex artikel 13b WAHV geen hoger beroep open. Het onderhavige beroep dient derhalve in beginsel niet-ontvankelijk te worden verklaard.
3.3. De gemachtigde van de betrokkene stelt zich op het standpunt dat hij niettemin dient te worden ontvangen in zijn hoger beroep, nu de kantonrechter het Besluit proceskosten bestuursrecht niet juist heeft toegepast. De kantonrechter heeft namelijk maar één procespunt toegekend, terwijl dit in de visie van de gemachtigde twee procespunten hadden moeten zijn.
3.4. Het hof is van oordeel dat, wanneer een beroep wordt gedaan op schending van zo fundamentele beginselen van behoorlijke rechtspleging dat geen sprake is van een eerlijke en onpartijdige behandeling en dit beroep gegrond moet worden geacht, doorbreking van het appelverbod is gewettigd. Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
3.5. De kantonrechter heeft bij de bestreden beslissing inhoudelijk beslist op het kostenverzoek van de gemachtigde. De enkele omstandigheid dat de kantonrechter het van toepassing zijnde Besluit proceskosten bestuursrecht niet juist zou hebben toegepast, wettigt niet het doorbreken van het appelverbod. Derhalve zal het hof het verzoek van de gemachtigde tot doorbreking van het appelverbod verwerpen.
3.6. Nu de betrokkene niet in het gelijk wordt gesteld, ziet het hof geen aanleiding tot het vergoeden van de proceskosten.
4. De beslissing
Het gerechtshof:
verwerpt het beroep;
wijst het verzoek tot vergoeding van de proceskosten af.
Dit arrest is gewezen door mr. Van Wagtendonk, in tegenwoordigheid van
mr. Arntz als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.