Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BE8819

Datum uitspraak2008-08-14
Datum gepubliceerd2008-08-20
RechtsgebiedBouwen
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200804847/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter


Indicatie

Bij besluit van 11 juli 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Franekeradeel (hierna: het college) aan [vergunninghouder] vrijstelling en bouwvergunning verleend voor het oprichten van een woning op een bouwwerk op het perceel [locotie] te [plaats].


Uitspraak

200804847/2. Datum uitspraak: 14 augustus 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van: [verzoekster], wonend te [plaats], tegen de uitspraak in de zaken nrs. 08/519 en 08/538 van de voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden van 14 april 2008 in het geding tussen: verzoekster en het college van burgemeester en wethouders van Franekeradeel. 1. Procesverloop Bij besluit van 11 juli 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Franekeradeel (hierna: het college) aan [vergunninghouder] vrijstelling en bouwvergunning verleend voor het oprichten van een woning op een bouwwerk op het perceel [locotie] te [plaats]. Bij besluit van 23 januari 2008 heeft het college het door [verzoekster] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 14 april 2008, verzonden op 15 mei 2008, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden (hierna: de voorzieningenrechter) het door [verzoekster] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft [verzoekster] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 25 juni 2008, hoger beroep ingesteld. Voorts heeft zij de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek is ter zitting behandeld op 7 augustus 2008, waar [verzoekster], bijgestaan door mr. I.J. Woltman, advocaat te Bolsward, en het college, vertegenwoordigd door mr. D. la Crois, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen. Voorts is daar [vergunninghouder], vertegenwoordigd door F.H. Kamp en Tj. Keuning, gehoord. 2. Overwegingen 2.1. Besluiten zijn in het algemeen uitvoerbaar, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. Dit uitgangspunt geldt temeer indien, zoals in dit geval, de rechter in eerste aanleg het besluit in stand heeft gelaten. Daarbij geldt overigens dat een vergunninghouder op eigen risico van een vergunning gebruik maakt, zolang deze niet in rechte onaantastbaar is, ook als een verzoek, als thans aan de orde, wordt afgewezen. 2.2. Hetgeen [verzoekster] heeft aangevoerd, geeft geen aanleiding om thans aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet bevestigd zal worden, althans uiteindelijk zal blijken dat geen vrijstelling en bouwvergunning mocht worden verleend. Voorts is gebleken dat de bouw van de woning in een gevorderd stadium verkeert. [vergunninghouder] heeft onweersproken gesteld dat hij bij stillegging van de bouw in dit stadium daarvan aanzienlijk financieel nadeel ondervindt. Onder die omstandigheden geeft afweging van de betrokken belangen aanleiding om het verzoek af te wijzen. 2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: wijst het verzoek af. Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. D.A.B. Montagne, ambtenaar van Staat. w.g. Loeb w.g. Montagne voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 14 augustus 2008 374.