Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BE8890

Datum uitspraak2008-05-07
Datum gepubliceerd2008-08-20
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers288926 / HA ZA 07-1805 van:
Statusgepubliceerd


Indicatie

fraude crediteurenadministratie bij Heineken. Vorderingen Heineken afgewezen. Zie ook LJN nrs. BB3189, BB3190 en BA9976.


Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE sector civiel recht – enkelvoudige kamer Vonnis van 7 mei 2008 in de zaak met zaaknummer / rolnummer 288926 / HA ZA 07-1805 van: de besloten vennootschap Heineken Nederland BV, mede handelend als lasthebber van de besloten vennootschap Heineken Beer Systems BV, eiseres gevestigd te Amsterdam, advocaat: mr. Ch.Y.M. Moons (Amsterdam), procureur: mr. E. Grabandt, tegen 1. de besloten vennootschap Vitatem BV, gedaagde gevestigd te ’s-Gravenhage, advocaat: mr. A.H. Westendorp (’s-Gravenhage), procureur: mr. A.H. Westendorp, 2. de heer [A.], gedaagde wonende te [woonplaats], advocaat: mr. H.L. Bakker (Rotterdam), procureur: mr. L.Ph.J. Baron van Utenhove, 3. de heer [B.] gedaagde wonende te [woonplaats], advocaat: mr. F.G.L. van Ardenne (Rotterdam), procureur: mr. H. Ferment. In deze zaak over een fraude bij Heineken van ruim € 2,5 miljoen heeft de rechtbank kennis genomen van alle gedingstukken met producties in het griffiedossier, waaronder ook het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 26 maart 2008. 1. De feiten 1.1 In de periode van januari t/m maart 2007 heeft bij Heineken fraude plaatsgevonden op de crediteurenadministratie met valse facturen, valse accounts en onrechtmatige overboekingen. Daarvoor zijn inmiddels twee door Heineken via een detacheringsbedrijf ingehuurde medewerkers door de strafrechter veroordeeld (zie LJN nummers BB3189 en BB3190). Aldus is op 6 februari 2007 frauduleus € 1.385.207,60 en op 22 februari 2007 nog eens € 1.171.997,44 overgemaakt van een bankrekening van Heineken naar een bankrekening van Alexander BV (voorheen genaamd Imexko BV) te Rosmalen. 1.2 Alexander BV heeft de hiervoor bedoelde in totaal door Heineken aan Alexander BV onverschuldigd betaalde € 2.557.204,04 binnen een of enkele dagen na ontvangst in gedeelten geheel doorgeboekt aan ongeveer 30 andere personen of rechtspersonen, waaronder de drie onderhavige gedaagden Vitatem BV, [A.] en [B.]. Tegen 13 andere gedaagden loopt bij deze rechtbank ook een procedure (met nummer 293952 / HA ZA 07-2672). Bestuurder van Alexander BV was de heer M.S. (initialen), die volgens Heineken in het verleden meermalen is veroordeeld wegens oplichting. Alexander BV en haar bestuurder M.S. zijn inmiddels failliet verklaard. 1.3 Aldus heeft Alexander BV (voorheen genaamd Imexko BV) omstreeks 9 maart 2007 in totaal € 70.000,- aan Vitatem BV overgemaakt. Volgens Vitatem BV lag hieraan een reële overeenkomst met (kort gezegd) de heren R.M. en C.J.K. (initialen) ten grondslag, die Vitatem BV desgevraagd beiden schriftelijk hebben bevestigd dat (kort gezegd) de betaling van “Imexko BV” wegens allerlei verrekeningen in orde was. 1.4 Ook heeft Alexander BV aldus omstreeks 23 februari 2007 in totaal € 100.000,- overgemaakt aan de heer [A.], die beroepsmatig als eenmanszaak handelt in exclusieve tweedehands auto’s. Volgens [A.] betreft de door Alexander BV overgemaakte € 100.000,- een betaling voor een reële overeenkomst met de voornoemde bestuurder M.S. van Alexander BV, dat wil zeggen de verkoop en levering van een tweedehands Rolls Royce Silver Seraph. 1.5 Voorts heeft Alexander BV aldus omstreeks 23 februari 2007 en 5 maart 2007 in totaal € 48.000,- overgemaakt aan de heer [B.], die naar eigen zeggen al vele jaren handelt in van alles en nog wat, waaronder sieraden en antieke klokken. Volgens [B.] betreft de door Alexander BV overgemaakte € 48.000,- een betaling voor een reële overeenkomst met Alexander BV via haar bestuurder M.S., dat wil zeggen de verkoop en levering van vier sieraden en twee antieke klokken. 1.6 Eind maart 2007 heeft Heineken conservatoire beslagen doen leggen ten laste van Vitatem BV, [A.] en [B.]. Het beslag ten laste van [A.] is in onderling overleg omgezet in een depot van € 120.000,- op de derdenrekening van zijn advocaat. Bij vonnis in kort geding van 19 juli 2007 heeft de voorzieningenrechter te Amsterdam de vordering van [A.] afgewezen, die strekte tot vrijgave van het gedeponeerde bedrag (zie LJN nummer BA9976). 2. De geschillen en het procesverloop 2.1 Heineken vordert bij inleidende dagvaarding van 10 april 2007 hoofdelijke veroordeling van deze drie gedaagden tot betaling aan haar van € 2.557.207,04, met rente en kosten. Volgens Heineken hebben gedaagden onrechtmatig jegens haar gehandeld door in samenspanning met anderen op frauduleuze wijze gelden aan Heineken te onttrekken, terwijl gedaagden wisten of redelijkerwijs moesten weten dat de ontvangen betalingen van onrechtmatige herkomst waren. 2.2 Nadat de rechtbank bij incidenteel vonnis van 3 oktober 2007 een door Vitatem BV opgeworpen incident tot vrijwaring had afgewezen, hebben de drie gedaagden bij afzonderlijke conclusies van antwoord van 14 november 2007 inhoudelijk verweer gevoerd. 2.3 Ter comparitie van 26 maart 2008 zijn de drie zaken tegelijkertijd behandeld. Daarbij zijn de feitelijke en juridische geschilpunten uitgebreid nader besproken – ook aan de hand van de akte met nieuwe producties van Heineken - en is een schikking beproefd. Vonnis is toen bepaald op heden, tenzij tussentijds alsnog een of meer schikkingen zouden worden getroffen. Op 14 en 15 april 2008 zijn ter griffie ontvangen de schriftelijke berichten van de advocaten van Vitatem BV en Heineken, die inhouden dat tussen die twee partijen alsnog een schikking is getroffen en dat die zaak derhalve kan worden “geroyeerd”. 3. De beoordeling 3.1 Nu tussen Heineken en Vitatem BV blijkens rov. 2.3 alsnog een schikking is getroffen, zal die zaak hierna onder de beslissingen op verzoek van beide partijen worden doorgehaald. Ter inhoudelijke beoordeling door de rechtbank resteren aldus de zaken van Heineken tegen de gedaagden [A.] en [B.]. 3.2 Naar het oordeel van de rechtbank heeft – alles afwegende – eiseres Heineken in deze procedure onvoldoende concrete feiten en omstandigheden gesteld die – indien bewezen – zouden kunnen leiden tot de conclusie dat gedaagden [A.] en/of [B.] jegens Heineken individueel of in groepsverband onrechtmatig hebben gehandeld. Voor hoofdelijke terugbetaling door [A.] en/of [B.] van de door interne fraude bij Heineken verdwenen ruim € 2,5 miljoen, of subsidiair terugbetaling van de door ieder van gedaagden van Alexander BV daadwerkelijk ontvangen bedragen, is naar het oordeel van de rechtbank ook overigens geen goede reden of rechtsgrond gesteld of gebleken. 3.3 Naar het oordeel van de rechtbank hebben [A.] en [B.] ter zitting bovendien vooralsnog genoegzaam aannemelijk gemaakt, dat aan de door hen ontvangen bedragen reële overeenkomsten met Alexander BV en/of diens bestuurder M.S. ten grondslag lagen, terwijl zij beiden op het moment van ontvangst van de betalingen niet wisten of redelijkerwijs moesten weten dat die betalingen van onzuivere of onrechtmatige herkomst waren, laat staan dat die girale betalingen (indirect) afkomstig waren van Heineken. Anders dan Heineken ter zitting nog heeft betoogd, ziet de rechtbank niet in dat hier sprake zou zijn van in de dagelijkse praktijk zeer uitzonderlijke transacties met betalingen die deze gedaagden [A.] en [B.] onmiskenbaar moesten doen denken aan witwassen van door misdrijf verkregen gelden. Anders ook dan Heineken ziet de rechtbank voorts onvoldoende goede redenen voor de namens Heineken ter zitting nog bepleite “omkering van de bewijslast”. 3.4 Heineken moet als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van [A.] én [B.] afzonderlijk, tot heden begroot op € 1.136,- aan griffierecht en € 6.422,- aan salaris procureur, dat is ieder in totaal € 7.558,-. Zoals verzocht zal de rechtbank deze proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaren. 4. De beslissingen De rechtbank: - haalt de zaak tussen Heineken en Vitatem BV per heden door wegens een tussen die partijen alsnog getroffen schikking; - wijst de vorderingen van Heineken op [A.] en [B.] af; - veroordeelt Heineken om aan [A.] te betalen een bedrag van € 7.558,- aan proceskosten, zoals hiervoor begroot in rov. 3.4; - veroordeelt Heineken om aan [B.] te betalen een bedrag van € 7.558,- aan proceskosten, zoals hiervoor begroot in rov. 3.4; - verklaart die beide proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. H. Wien en uitgesproken ter openbare zitting in het bijzijn van de griffier op 7 mei 2008