
Jurisprudentie
BE8928
Datum uitspraak2008-08-20
Datum gepubliceerd2008-08-21
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers80340 / HA ZA 07-35
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-08-21
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers80340 / HA ZA 07-35
Statusgepubliceerd
Indicatie
Bestuurdersaansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad.
Uitspraak
RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 80340 / HA ZA 07-35
Vonnis van 20 augustus 2008
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VAN DER VELDEN SYSTEEMTECHNIEK B.V.,
gevestigd te Drachten,
eiseres,
procureur: mr. S.A. Roodhof,
advocaat: mr. P.W. Tubbergen te Rotterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KING METAAL BEHEER B.V.,
gevestigd te [woonplaats], kantoorhoudende te Franeker,
2. [x],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
procureur: mr. W.M. Sturms.
Partijen zullen hierna "Van der Velden" en "King Beheer c.s." genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek
- de akte uitlating producties zijdens Van der Velden.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De vordering
2.1. Van der Velden vordert dat de rechtbank, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a. King Beheer c.s. hoofdelijk veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Van der Velden te betalen een bedrag van € 15.342,57, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 december 2006 tot aan de dag der algehele voldoening;
b. King Beheer c.s. hoofdelijk veroordeelt in de kosten van het geding, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis en -voor het geval voldoening niet binnen bedoelde termijn plaatsvindt- te vermeerderen met de wettelijke rente daarover, te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
c. King Beheer c.s. hoofdelijk veroordeelt in de nakosten van dit geding, vast te stellen conform het liquidatietarief voor rechtbanken en hoven, althans te begroten op een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag.
2.2. King Beheer c.s. heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen van Van der Velden, met veroordeling van Van der Velden -uitvoerbaar bij voorraad- in de kosten van het geding.
3. De vaststaande feiten
In dit geding zal van de volgende vaststaande feiten worden uitgegaan.
3.1. Van der Velden drijft een onderneming op het gebied van het ontwikkelen, fabriceren, produceren en installeren van (hydraulische) scheepsbesturingssystemen en andere hydraulische systemen, alsmede de export hiervan.
3.2. King Beheer is een beheermaatschappij en bestuurder van King Metaal B.V. (hierna te noemen: King Metaal). King Beheer wordt op haar beurt bestuurd door [x].
3.3. In 2000 heeft Van der Velden van een klant, de werf Kuipers Woudsend B.V., het verzoek gekregen om een hydraulische telescopische kraan te leveren voor een schip genaamd m/v Beotug. Naar aanleiding daarvan heeft Van der Velden op 5 juli 2000 een offerteaanvraag neergelegd bij King Metaal en haar verzocht om op basis van de bijgevoegde vereisten een passende offerte uit te brengen ten behoeve van een 'hydraulic telescopic deckcrane type NCDT4000' (hierna te noemen: de kraan). Een van de gestelde vereisten is dat de kraan in uitgestrekte toestand een draagvermogen moet hebben van minimaal 890 kg. Bedoeling van partijen was dat Van der Velden alle elektrische en hydraulische aansluitmaterialen voor de mechanische en hydraulische componenten zou leveren, alsook de hydraulische componenten voor het zwenken van de kraan.
3.4. Op 6 juli 2000 heeft King Metaal schriftelijk een offerte uitgebracht aan Van der Velden. Deze offerte luidt -voor zover van belang- als volgt:
'Bij dezen hebben wij het genoegen u de volgende offerte vrijblijvend te mogen doen.
Voor de levering van het constructiewerk voor een deckcrane volgens ingesloten rekening.
Het constructiewerk is incl. 3 cilinders.
Prijs : f 35.000.-
Prijzen : netto ex. BTW
(…)
Materiaal : volgens tekening
Bijzonderheden : excl. aandrijving, hydr. aansluiting, kabel, haak, en schilderwerk.'
3.5. Op of omstreeks 28 maart 2001 heeft Van der Velden de kraan bij King Metaal besteld voor een bedrag van f 35.000,-. Van der Velden heeft daartoe een bestelbon aan King Metaal toegezonden, met een lijst met specificaties. Op deze lijst staat onder meer het volgende vermeld:
'(…)
- Hefvermogen bij giek uitgeschoven min 890 kg.
(…)
- Van der Velden Systeemtechniek is op geen enkele wijze verantwoordelijk voor constructievormen van bovengenoemde kraan. Zoals besproken met de heer [y] ligt de eindverantwoordelijkheid voor het ontwerp van de constructie bij King Metaal. Van der Velden Systeemtechniek draagt zorg voor de technische inpassingen en ontwerpen met betrekking tot het zwenken.'
3.6. King Metaal is in week 43 van 2001 met de productie van de kraan begonnen. Van der Velden was op grond van haar afspraken met haar opdrachtgeefster Kuipers Woudsend verplicht om de kraan in week 50 te leveren. Uiteindelijk is er een andere kraan geproduceerd dan was besteld (zwaarder), met onder meer zwaarder uitgevoerde gieken en een grotere reikwijdte van de giek.
3.7. Bij memo van 29 november 2001 aan Van der Velden heeft King Metaal meerwerk aan Van der Velden kenbaar gemaakt. Het meerwerk is aldus gespecificeerd:
Zwaardere cilinderbuis f 160,-
Zwaardere zuigerstang f 1.260,-
Zwaardere rvs giek f 1.575,-
Zwaardere aluminium giek f 540,-
Extra uren betr. zwaardere giek en cilinders f 2.040,-
Extra engineering betr. toe te leveren onderdelen f 11.400,-
Van der Velden
Totaal f 16.975,-
3.8. Van der Velden heeft King Metaal vervolgens herhaaldelijk schriftelijk om een onderbouwing van het meerwerk verzocht, maar hierop is niet gereageerd. Bij brief van 12 december 2001 heeft de werf Kuipers Woudsend aan Van der Velden bericht:
'Hierbij delen wij u mede dat naar aanleiding van de door u toe gefaxte motivatie en correspondentie met King Metaal, dd. 10 december jl., niet voldoende aanleiding geeft om in te stemmen met een gesprek.
Er vanuit gaande dat u samen met de directie van King Metaal het ontstane geschil zult oplossen, gaan wij er vanuit dat de kraan deze week (week 50) geleverd gaat worden, zoals door u telefonisch bevestigd d.d. 26 november jl.'
3.9. De factuur van King Metaal van 14 december 2001 vermeldt het volgende:
Voor de levering van 1 set constructieonderdelen en
3 stuks hydr. cilinders voor een dekkraan KC 4 R. f 40.575,-
Engineering inz. uw hydr. componenten. f 11.400,-
Levering en montage van hydr. componenten f 4.000,-
BTW f 10.635,25
Totaal f 66.610,25
3.10. King Metaal heeft bij memo van gelijke datum aan Van der Velden laten weten dat er niet eerder tot levering van de kraan zou worden overgegaan dan nadat het volledige factuurbedrag zou zijn voldaan. Vervolgens heeft de raadsman van Van der Velden bij faxbericht van 18 december 2001 aan King Metaal laten weten dat iedere grondslag voor de opschorting van de verplichting tot levering van de kraan ontbrak, en dat Van der Velden bereid was om het overeengekomen bedrag van f 35.000,- te voldoen en voor de door King Metaal geclaimde meerkosten een bankgarantie te stellen.
3.11. King Metaal heeft het voorstel van Van der Velden afgewezen. Omdat Van der Velden jegens haar opdrachtgeefster Kuipers Woudsend verplicht was om de kraan per direct te leveren, heeft de raadsman van Van der Velden telefonisch contact gehad met King Metaal -in de persoon van de heer [x]- omtrent de betaling van het geclaimde bedrag van f 66.610,25.
3.12. De raadsman van Van der Velden heeft het telefonisch contact met [x] bij faxbericht van 19 december 2001 als volgt bevestigd:
'Voor de goede orde bevestig ik hierbij ons telefoongesprek van hedenochtend. Cliënte is teleurgesteld door uw opstelling maar zal onder protest heden het door u gevorderde bedrag van f 66.610,25 telefonisch betalen op uw rekening bij de Rabobank N.W.-Friesland, nummer 32.04.52.700. U zegde mij toe dat u ogenblikkelijk na de telefonische bevestiging door de bank van deze betaling nog heden voor aflevering van de kraan aan het adres van Van der Velden Systeemtechniek B.V. te Drachten zult zorgdragen.
Ik verzoek u deze brief bij blijke van uw instemming per telefax ondertekend te retourneren.'
3.13. King Metaal heeft het hiervoor genoemde faxbericht aldus gewijzigd:
'Voor de goede orde bevestig ik hierbij ons telefoongesprek van hedenochtend. Cliënte is akkoord heden het door u gevorderde bedrag van f 66.610,25 telefonisch betalen op uw rekening bij de Rabobank N.W.-Friesland, nummer 32.04.52.700. U zegde mij toe dat u ogenblikkelijk na de telefonische bevestiging door de bank van deze betaling nog heden voor aflevering van de kraan aan het adres van Van der Velden Systeemtechniek te Drachten zult zorgdragen. Tegen finale kwijting over en weer. Ik verzoek u deze brief bij blijke van uw instemming per telefax ondertekend te retourneren.'
3.14. Na aflevering van de kraan heeft -bij faxbericht van 11 januari 2002- de raadsman van Van der Velden onder meer het volgende aan King Metaal medegedeeld:
'Aangezien cliënte van haar kant verplicht was per direct de kraan aan haar opdrachtgever op te leveren heeft cliënte zoals hierboven reeds vermeld noodgedwongen, zij het onder protest, het bedrag van f 66.610,25 aan uw vennootschap betaald, teneinde van uw vennootschap de kraan geleverd te krijgen. Cliënte is van mening dat zij een bedrag van
f 24.960,25/€ 11.325,47 onverschuldigd aan uw vennootschap heeft betaald. Mocht uw vennootschap menen zich op het standpunt te kunnen stellen dat cliënte akkoord zou zijn gegaan met de betaling van het bedrag van f 66.610,25 tegen finale kwijting, omdat u nota bene in naam van cliënte en tegen de wil van cliënte in mijn fax van 19 december jl. heeft gewijzigd, dan kan ik u reeds op voorhand berichten dat deze stelling van uw kant geen kans van slagen heeft, nu er van overeenstemming geen sprake is en de afgedwongen overeenstemming vernietigbaar is. Voor zover nodig vernietigt cliënte hierbij al de vermeende overeenkomsten die haar tot betaling van f 66.610,25 zou verplichten op grond van dwang en misbruik van omstandigheden.'
3.15. Op 25 januari 2002 heeft Van der Velden King Metaal gedagvaard voor de rechtbank Rotterdam en zij heeft in die procedure het hiervoor genoemde bedrag van
€ 11.325,47 -als onverschuldigd betaald- teruggevorderd van King Metaal. Bij tussenvonnis van 12 november 2003 heeft de rechtbank onder meer het volgende overwogen:
'4.5.
Van der Velden heeft deze factuur betaald op 20 december 2001 en de aldus geleverde kraan in week 51/2001 in ontvangst genomen en behouden. Van der Velden zat, naar de rechtbank begrijpt, ingeklemd tussen enerzijds een dreigende uitoefening van een opschortingsrecht bij haar leverancier (King Metaal) en anderzijds een dreigende boete van haar opdrachtgever (Kuipers), doch dat doet niet af aan de gemaakte keuze. Langs de weg van aanbod en aanvaarding is aldus een rechtsverhouding tussen partijen tot stand gekomen die een rechtsgrond oplevert voor de gedane betaling en die thans in de weg staat aan een succesvol beroep op onverschuldigde betaling. Dat de betaling onder protest heeft plaatsgevonden, maakt dit niet anders. Of voor het verrichten van meerwerk opdracht of toestemming is verleend, kan de rechtbank gelet op het zojuist overwogene dan ook in het midden laten.
(…)
Het vorenstaande leidt ertoe dat de vordering voorzover deze is gebaseerd op een beroep op onverschuldigde betaling (€ 11.325,47 inclusief BTW) zal worden afgewezen.'
Hierna zijn er in deze zaak nog twee vonnissen door de rechtbank Rotterdam gewezen, op 28 april 2004 en 8 december 2004.
3.16. Van der Velden is bij het gerechtshof te 's-Gravenhage is in hoger beroep gegaan tegen de door de rechtbank Rotterdam gewezen vonnissen.
3.17. Op 27 januari 2005 is King Metaal in staat van faillissement verklaard door de rechtbank Leeuwarden, met benoeming van mr. T.H. Pasma te Harlingen tot curator. Van der Velden heeft haar vordering ter verificatie ingediend bij de curator. De curator heeft de vordering van Van der Velden op de lijst van voorlopig erkende concurrente crediteuren geplaatst.
4. Het standpunt van Van der Velden
4.1. Toen de kraan in december 2001 moest worden afgeleverd, weigerde King Metaal plotseling om de kraan af te leveren, tenzij Van der Velden een bedrag van f 66.610,25 zou betalen, waarin vermeend -en door Van der Velden betwist- meerwerk was begrepen. Van der Velden stond op dat moment met de rug tegen de muur, omdat een vertraging in de oplevering tot aanzienlijke boetes voor de werf Kuipers Woudsend jegens haar opdrachtgever zou leiden, welke boetes Kuipers Woudsend weer op Van der Velden zou kunnen verhalen. King Metaal was van deze afhankelijke positie van Van der Velden op de hoogte. Onder protest heeft Van der Velden toen het door King Metaal geclaimde bedrag betaald. King Beheer heeft onrechtmatig jegens Van der Velden gehandeld door -in de hoedanigheid van bestuurder van King Metaal- misbruik makend van een feitelijke machtspositie een onverschuldigde betaling terzake van meerwerk van Van der Velden af te dwingen.
4.2. Van meerwerk dat voor rekening van Van der Velden zou moeten komen, is geen sprake. De omstandigheid dat de kraan van het type NCDT 4000 een lager hefvermogen (600 kg) in uitgestrekte toestand bleek te hebben dan gewenst (890 kg), komt voor rekening van King Metaal, nu overeengekomen is dat er een kraan met een minimaal hefvermogen in uitgestrekte toestand van 890 kg zou worden geleverd voor een bedrag van f 35.000,-. Voorts zou King Metaal meerwerk hebben uitgevoerd doordat zij genoodzaakt was om extra engineeringkosten te maken. Partijen zijn echter overeengekomen dat Van der Velden op geen enkele wijze verantwoordelijk zou zijn voor de constructievormen (engineering) van de kraan. De engineering berustte geheel bij King Metaal. Hetzelfde geldt voor de engineeringskosten die King Metaal heeft moeten maken vanwege de door Van der Velden aangeleverde onderdelen. Ook daarbij is King Metaal verantwoordelijk voor de engineering.
4.3. Partijen zijn nimmer overeengekomen dat de meerwerksom tegen finale kwijting over en weer aan King Metaal zou worden voldaan. King Metaal heeft namelijk de brief van de raadsman van Van der Velden van 19 november 2001 -waarin de betaling onder protest vermeld staat- eenzijdig aangevuld met een zinsnede omtrent finale kwijting over en weer. Deze wijziging is niet goedgekeurd door Van der Velden. Van der Velden heeft dan ook nooit de wil gehad om een dergelijke afwijkende afspraak met King Metaal te maken.
4.4. Op grond van artikel 2:11 BW rust de aansprakelijkheid voor vorenbedoelde onrechtmatige daad tevens hoofdelijk op [x]. Hij is namelijk de uiteindelijke bestuurder van King Metaal en de initiator van het onrechtmatig handelen jegens Van der Velden. Indien de rechtbank zou oordelen dat artikel 2:11 BW niet van toepassing is op de aansprakelijkheid van tweedelijns bestuurders, indien de aansprakelijkheid voortvloeit uit artikel 6:162 BW, dan geldt dat [x] zelf onrechtmatig heeft gehandeld jegens Van der Velden door -als bestuurder van [x] Beheer- [x] Beheer opzettelijk onrechtmatig te laten handelen jegens Van der Velden.
4.5. De schade van Van der Velden als gevolg van het onrechtmatig handelen van King Beheer c.s. bestaat uit het bedrag aan meerwerk dat Van der Velden onverschuldigd aan King Metaal heeft voldaan, zijnde € 11.325,47. Voorts vordert Van der Velden betaling van de wettelijke rente over dit bedrag en buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van
€ 904,00.
5. Het standpunt van King Beheer c.s.
5.1. King Beheer c.s. stelt in de eerste plaats dat van een onverschuldigde betaling geen sprake is geweest, aangezien tussen Van der Velden en King Metaal is overeengekomen dat het bedrag aan meerwerk bovenop de aanvankelijk overeengekomen aanneemsom tegen finale kwijting over en weer door Van der Velden aan King Metaal zou worden voldaan. Dit is in een telefoongesprek tussen [x] en de raadsman van Van der Velden zo afgesproken, en deze afspraak is door [x] in zijn antwoord op het faxbericht van 19 december 2001 neergelegd.
5.2. De keuze voor betaling van het meerwerkbedrag aan King Metaal dient voor rekening van Van der Velden te blijven. Via aanbod en aanvaarding is een rechtsverhouding tussen partijen ontstaan die een rechtsgrond oplevert voor de aldus gedane betaling. Ook om deze reden is er geen sprake van onverschuldigde betaling.
5.3. Aangezien Van der Velden niet bereid was om haar verplichting tot betaling van het meerwerk na te komen, was King Metaal gerechtigd om haar verplichting tot levering van de kraan aan Van der Velden op te schorten. Deze opschorting was legitiem en in het belang van King Metaal. Van onrechtmatig handelen te dezen van King Beheer c.s. -in die zin dat aan haar een ernstig verwijt kan worden gemaakt van haar handelen- is dan ook geen sprake.
5.4. Van onrechtmatig handelen van [x] is evenmin sprake. De enkele omstandigheid dat [x] heeft bewerkstelligd dat tegenover de levering van de kraan meerwerk door Van der Velden werd betaald, betekent niet dat hij zelf onrechtmatig jegens Van der Velden heeft gehandeld.
5.5. De BTW-component van het bedrag aan meerwerk (€ 1.808.27, zijnde 19% van
€ 11.325,47) kan geen schade zijn voor Van der Velden. Van der Velden heeft de factuur van King Metaal betaald en de BTW over deze factuur is voor haar aftrekbaar, en naar mag worden aangenomen in aftrek gebracht bij de fiscus. Betaalde BTW kan geen schade vormen voor Van der Velden.
6. De beoordeling
6.1. De rechtbank stelt voorop dat King Beheer en [x] als (indirecte) bestuurders slechts dan aansprakelijk kunnen worden gehouden voor een handelen of nalaten van de vennootschap (King Metaal B.V.) wanneer hen terzake van de daardoor ontstane schade een persoonlijk verwijt treft: het zal van de concrete omstandigheden van het geval afhangen of het aan de bestuurder te maken verwijt voldoende ernstig is om hem persoonlijk aansprakelijk te houden (HR 18 februari 2000, NJ 2000, 295).
6.2. Naar het oordeel van de rechtbank kan aan King Beheer c.s. -als (indirecte) bestuurders van King Metaal- niet een ernstig verwijt worden gemaakt van de wijze waarop betaling van het meerwerk door Van der Velden is verkregen, alvorens de kraan aan Van der Velden is afgegeven.
6.3. Daartoe is allereerst van belang dat de omstandigheid dat Van der Velden in een afhankelijke positie van haar opdrachtgeefster Kuipers Woudsend verkeerde -zij diende de kraan (uiterlijk) in week 50 van 2001 af te leveren, bij overschrijding van welke termijn zij boetes verschuldigd zou raken- niet aan King Beheer c.s. kan worden tegengeworpen. King Metaal had hierdoor weliswaar een sterke(re) onderhandelingspositie, maar het voert te ver om het gebruikmaken van deze positie als onrechtmatig te duiden.
6.4. Daarnaast stond het King Beheer c.s. naar het oordeel van de rechtbank vrij om als bestuurder van King Metaal te beslissen de kraan niet eerder aan Van der Velden af te geven dan nadat de factuur inclusief de kosten van het meerwerk was betaald. Tot dusver is niet komen vast te staan dat King Metaal jegens Van der Velden ten onrechte een beroep heeft gedaan op haar retentierecht omdat geen kosten voor meerwerk in rekening gebracht hadden mogen worden. Reeds daarom is de vordering van Van der Velden jegens King Beheer c.s. niet toewijsbaar. Maar ook als de rechtbank er in dezen veronderstellenderwijs van uitgaat dat zulks in hoger beroep (van de vonnissen van de rechtbank Rotterdam) wèl vast komt te staan, dan is de vordering van Van der Velden jegens King Beheer c.s. evenmin voor toewijzing vatbaar. King Metaal zou met het ten onrechte inroepen van een retentierecht weliswaar onrechtmatig kunnen hebben gehandeld jegens Van der Velden, maar Van der Velden heeft onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld die met zich brengen dat, los daarvan, aan King Beheer c.s. persoonlijk een ernstig verwijt dienaangaande kan worden gemaakt, dat persoonlijke aansprakelijkheid van King Beheer c.s. rechtvaardigt.
6.5. Uit het vorenstaande volgt dat van onrechtmatig handelen van King Beheer c.s. niet is gebleken, zodat de de daarop gestoelde vorderingen van Van der Velden zullen worden afgewezen.
6.6. Van der Velden zal als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van King Beheer c.s. als volgt vastgesteld:
- vast recht € 340,00
- salaris procureur € 904,00 (2 punten x € 452,00, tarief II)
-----------
totaal € 1.244,00
7. De beslissing
De rechtbank:
wijst af het gevorderde;
veroordeelt Van der Velden in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van King Beheer c.s. vastgesteld op
€ 1.244,00
verklaart dit vonnis voor wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Jansen en in het openbaar uitgesproken op 20 augustus 2008.
fn 343