Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BE8952

Datum uitspraak2008-06-23
Datum gepubliceerd2008-08-21
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers108.004.025
Statusgepubliceerd


Indicatie

Aan de betrokkene is een sanctie opgelegd ter zake van een snelheidsoverschrijding. Betrokkene betwist gemeten snelheid op basis van aan zijn autocomputer gekoppelde cruiscontrole. Sanctie terecht opgelegd. Aankondiging trajectcontrole niet vereist en geen strijd met gelijkheidsbeginsel. Geen matiging sanctie wegens omstandigheden waaronder gedraging is verricht in geval van plotselinge ziekenhuisopname familielid.


Uitspraak

WAHV 108.004.025 23 juni 2008 CJIB 49103376595 Gerechtshof te Leeuwarden Arrest op het hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Arnhem van 30 november 2007 betreffende [betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene), wonende te [woonplaats]. 1. De beslissing van de kantonrechter De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie in het arrondissement Arnhem genomen beslissing ongegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. 2. Het procesverloop De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld. De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen. Hiervan is geen gebruik gemaakt. 3. Beoordeling 3.1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 95,- opgelegd ter zake van “overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen, met 22 km/h (verkeersbord A1)”, welke gedraging zou zijn verricht op 18 februari 2007 om 09:34 uur op de trajectcontrole A12, Arnhem rechts te Arnhem met het voertuig met kenteken [AB-00-AB]. 3.2. De betrokkene heeft aangevoerd dat hij blijkens de aan de autocomputer gekoppelde cruisecontrole niet sneller heeft gereden dan 112 kilometer per uur. De betrokkene verklaart die snelheidsoverschrijding door de omstandigheid dat hij op die datum had vernomen dat zijn vader naar het ziekenhuis was gebracht en dat hij na die melding direct naar zijn moeder is gereden om haar bij te staan. Mogelijk heeft hij zonder dit te beseffen harder gereden dan toegestaan. De betrokkene klaagt voorts dat de trajectcontrole ter plaatse niet was aangeduid en dat niet, zoals op de ringweg rond Amsterdam, de maximumsnelheid op borden boven de weg was aangegeven. Daardoor is de meting strijdig met wetsregels van verkeer en waterstaat. De betrokkene beroept zich voorts op de wet van de ongelijke behandeling nu boven de A12 niet, en boven de ringweg Amsterdam wel wordt vermeld dat sprake is van trajectcontrole. 3.3. De ambtsedige verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht van het CJIB houdt - voor zover hier van belang - het volgende in: "De overtreding werd automatisch en langs electronische weg digitaal geconstateerd en vastgelegd. Het snelheidscontroletraject bevond zich in de gemeente Arnhem. De geconstateerde gemiddelde snelheid was het resultaat van een berekening die plaatsvond op basis van de tijdsduur en de afgelegde wegafstand van het controletraject. (…). De werkelijke snelheid stelde ik vast m.b.v. (het hof leest: met behulp van) een voor de meting geteste, geijkte en op de voorgeschreven wijze gebruikte trajectsnelheidsmeter op basis van de factoren tijd en afstand. Gemeten (afgelezen) gemiddelde snelheid: 126 km per uur. Gemiddelde snelheid: 122 km per uur. Toegestane snelheid: 100 km per uur. Overschrijding met 22 km per uur. (…).". 3.4. Niet in geding is dat de betrokkene de ter plaatse toegestane maximumsnelheid heeft overschreden. De betrokkene bestrijdt echter dat die overschrijding meer dan 12 kilometer per uur heeft bedragen. Voor zover de betrokkene zich in dat kader beroept op registratie door zijn autocomputer overweegt het hof dat, nog daargelaten dat niet aannemelijk is gemaakt dat genoemde autocomputer de gereden snelheid op een betrouwbare wijze heeft geregistreerd, de betrokkene zijn stelling ook overigens niet door middel van bewijsstukken aannemelijk heeft gemaakt. Het hof ziet daarom in hetgeen de betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van de trajectsnelheidsmeting. Dat die snelheidsmeting niet was aangekondigd, leidt niet tot onrechtmatigheid van de opgelegde sanctie, nu, zoals de kantonrechter terecht heeft overwogen, geen rechtsregel voorschrijft dat een trajectsnelheidsmeting wordt aangekondigd. Dat die controle op bepaalde plaatsen mogelijk wel wordt aangekondigd maakt dat niet anders, en brengt niet mee dat bestuurders van motorrijtuigen daaraan de aanspraak kunnen ontlenen dat zij voorafgaande aan een controle worden gewaarschuwd. Genoemde omstandigheid is evenmin in strijd met het gelijkheidsbeginsel, nu niet is gebleken dat zonder (juridisch) geldige reden ten nadele van de betrokkene is afgeweken van het met betrekking tot gedragingen als de onderhavige geldende beleid. 3.5. Het voorgaande in aanmerking genomen stelt het hof vast dat de gedraging is verricht en dat de beschikking terecht is opgelegd. Het hof ziet in de door de betrokkene overigens aangevoerde omstandigheid geen reden tot matiging van de sanctie. Van een weggebruiker mag immers worden verwacht dat hij zich ook onder voor hem emotionele omstandigheden aan de geldende regels houdt. Het hof zal de beslissing van de kantonrechter bevestigen. 4. De beslissing Het gerechtshof: bevestigt de beslissing van de kantonrechter. Dit arrest is gewezen door mr. Dijkstra, in tegenwoordigheid van mr. Zomer als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.