Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BE9076

Datum uitspraak2008-08-05
Datum gepubliceerd2008-08-25
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers08-4989
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Beslissing tot herinrichting van erftoegangsweg. Het bezwaar van verzoeker richt zich tegen de ondergrondse afvalcontainers. Tegen dit besluit staat uitsluitend beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd.


Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM Sector bestuursrecht zaaknummer: AWB 08 - 4989 proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 5 augustus 2008 in de zaak van: [naam verzoekster], wonende te [woonplaats verzoekster], verzoekster, tegen: het college van burgemeester en wethouders van Beverwijk, verweerder. Tegenwoordig: mr. A.C. Terwiel-Kuneman, voorzieningenrechter, en mr. D. Krokké, griffier. Zitting: 5 augustus 2008 Verschenen: Verzoekster in persoon, vergezeld door haar dochter [naam ]. Verweerder vertegenwoordigd door G. Willemse en E. Visser, beiden werkzaam bij de gemeente Beverwijk. Voorts is verschenen [naam], verzoeker in zaak AWB 08-4957. Het geschil betreft de beslissing van 2 juli 2008 tot herinrichting van de [straat naam] te Beverwijk, voor zover daarbij is besloten dat in de nabijheid van de woning van verzoekster ondergrondse afvalcontainers zullen worden geplaatst. Bij mondelinge uitspraak van 5 augustus 2008 heeft de voorzieningenrechter zich onbevoegd verklaard en bepaald dat de gemeente Beverwijk het door verzoekster betaalde griffierecht aan haar vergoed. De voorzieningenrechter heeft daartoe het volgende overwogen. Het bezwaarschrift van verzoekster richt zich tegen de te plaatsen ondergrondse afvalcontainers. Het besluit dat is vervat in de “Vaststelling van het definitieve ontwerp herinrichting [straat naam]” om in de nabijheid van de woning van verzoekster ondergrondse afvalcontainers te plaatsen is een besluit, waartegen op grond van artikel 20.1, eerste lid, van de Wet Milieubeheer uitsluitend beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Omdat de rechtbank niet bevoegd kan worden in de hoofdzaak, zal de voorzieningenrechter zich – gelet op het bepaalde in artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht – onbevoegd dienen te verklaren. Verzoekster heeft ter zitting gewezen op het feit dat het besluit is voorzien van een rechtsmiddelenclausule, waarin op de mogelijkheid wordt gewezen een bezwaarschrift in te dienen bij verweerder en de voorzieningenrechter van de rechtbank Haarlem te verzoeken een voorlopige voorziening te treffen. Gemachtigde van verweerder heeft ter zitting verklaard dat bij het besluit een onjuiste rechtsmiddelenclausule is meegezonden. Voorts heeft gemachtigde van verweerder toegezegd dat de afdeling Verzekeringen van de gemeente Beverwijk contact zal opnemen met verzoekster inzake de te verrichten nulmeting in het kader van de vaststelling van mogelijke schade aan de woning van verzoekster tengevolge van het plaatsen van de ondergrondse afvalcontainers. Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, (griffier) (voorzieningenrechter) afschrift verzonden op: Rechtsmiddel Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.