
Jurisprudentie
BE9269
Datum uitspraak2008-08-27
Datum gepubliceerd2008-08-27
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200708225/1
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-08-27
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200708225/1
Statusgepubliceerd
Indicatie
Bij besluit van 11 september 2006 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap Hunze en Aa's (hierna: het dagelijks bestuur) schouwkaarten vastgesteld en daarbij een aan de percelen van [appellanten] grenzende sloot (hierna: de sloot) aangewezen als schouwsloot.
Uitspraak
200708225/1.
Datum uitspraak: 27 augustus 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellanten], allen wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak in zaak nr. 06/1469 van de rechtbank Groningen van 11 oktober 2007 in het geding tussen:
[appellanten]
en
het dagelijks bestuur van het Waterschap Hunze en Aa's.
1. Procesverloop
Bij besluit van 11 september 2006 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap Hunze en Aa's (hierna: het dagelijks bestuur) schouwkaarten vastgesteld en daarbij een aan de percelen van [appellanten] grenzende sloot (hierna: de sloot) aangewezen als schouwsloot.
Bij uitspraak van 11 oktober 2007, verzonden op 17 oktober 2007, heeft de rechtbank Groningen (hierna: de rechtbank) het daartegen door [appellanten] ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben [appellanten] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 november 2007, hoger beroep ingesteld.
Het dagelijks bestuur heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 8 augustus 2008, waar [een van de appellanten], en het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door I. Vlieg, werkzaam bij het Waterschap Hunze en Aa's, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 78, eerste lid, van de Waterschapswet maakt het algemeen bestuur de verordeningen die het nodig oordeelt voor de behartiging van de taken die het waterschap zijn opgedragen.
Ingevolge artikel 1 van de Schouwverordening Waterschap Hunze en Aa's (hierna: de Schouwverordening) staan de wateren en de daarin gelegen duikers en de kaden onder jaarlijkse, meerjaarlijkse of onder een extra zomerschouw voor zover ze als zodanig aangegeven zijn op de schouwkaarten. In de toelichting op dit artikel is vermeld dat onder de jaarlijkse schouw de wateren vallen die aan weerszijden verschillende eigenaren hebben of, zo niet, water van derden afvoeren.
Ingevolge artikel 2, eerste lid, worden de schouwkaarten jaarlijks uiterlijk in de maand september vastgesteld door het dagelijks bestuur.
Ingevolge het tweede lid is op de voorbereiding van de vaststelling van de schouwkaarten afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
2.2. De notitie "Een vernieuwde schouw voor Waterschap Hunze en Aa's" (hierna: de notitie) bevat het ter zake door het dagelijks bestuur gevoerde beleid. In deze notitie zijn onder meer de criteria opgenomen aan de hand waarvan wordt bepaald of een sloot onder schouw wordt gebracht. Een sloot wordt volgens dit beleid aangewezen als schouwsloot indien deze functioneel is, geen binnensloot is en in bebouwd gebied ligt. In de notitie is verder toegelicht dat in dit verband onder functioneel wordt verstaan: het vervullen van een waterhuishoudkundige functie, hetgeen nader te definiëren is als waterafvoer, wateraanvoer, waterberging, infiltratie en ontwatering.
2.3. [appellanten] betogen - samengevat weergegeven - dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het dagelijks bestuur de onderhavige sloot op de schouwkaart mocht opnemen. Daartoe voeren zij aan dat ten aanzien van de sloot gedurende 52 jaar geen schouw heeft plaatsgevonden. Ook bestaat volgens hen gezien het lage grondwaterpeil ter plaatse geen noodzaak om de sloot aan te wijzen als schouwsloot. Verder wijzen zij erop dat de afvoer van regenwater vanaf een nabijgelegen perceel naar de sloot onnodig is.
2.3.1. Vooropgesteld wordt dat de stelling van [appellanten] dat gedurende 52 jaar geen schouw is uitgevoerd, onverlet laat dat het dagelijks bestuur op grond van de Schouwverordening bevoegd is jaarlijks schouwkaarten vast te stellen en daarbij sloten die voldoen aan de daarvoor geldende criteria onder een schouw te brengen. Uit de stukken blijkt dat de sloot in ieder geval gedurende een gedeelte van het jaar water bevat. Dat de afvoer van regenwater vanaf een nabijgelegen perceel naar de sloot onnodig zou zijn, doet er niet aan af dat de sloot dit water afvoert en aldus functioneel is. Verder is de sloot geen binnensloot, nu het een scheidingssloot tussen twee percelen betreft. Ook is de sloot in de bebouwde kom van Vlagtwedde gelegen. Nu de sloot aan de in het beleid genoemde criteria voldoet, mocht het dagelijks bestuur deze als schouwsloot aanwijzen. De rechtbank is met juistheid tot hetzelfde oordeel gekomen.
2.4. Het hoger beroep in ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.F.J. Bindels, ambtenaar van Staat.
w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek w.g. Bindels
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 27 augustus 2008
85-496.