Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BE9297

Datum uitspraak2008-08-27
Datum gepubliceerd2008-08-27
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200708463/1
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij brief van 15 februari 2006 heeft [appellant] bezwaar gemaakt tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn verzoek van 27 december 2005 om toepassing van bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen met betrekking tot de inrichting van [vergunninghouder], gelegen aan de [locatie] te [plaats].


Uitspraak

200708463/1. Datum uitspraak: 27 augustus 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: [appellante], wonend te [woonplaats], en het college van burgemeester en wethouders van Lopik, verweerder. 1. Procesverloop Bij brief van 15 februari 2006 heeft [appellant] bezwaar gemaakt tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn verzoek van 27 december 2005 om toepassing van bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen met betrekking tot de inrichting van [vergunninghouder], gelegen aan de [locatie] te [plaats]. Bij besluit van 15 januari 2007, verzonden op 17 januari 2007, in samenhang met zijn aanvullende brief van 9 februari 2007, heeft het college van burgemeester en wethouders van Lopik (hierna: het college) beslist op het bezwaar van [appellant]. De Afdeling heeft voornoemd besluit bij uitspraak van 10 oktober 2007, nr. 200702051/1, vernietigd voor zover afwijzend is beslist op het verzoek om toepassing van bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen. Bij besluit van 20 november 2007, verzonden op 22 november 2007, heeft het college opnieuw beslist op het bezwaar van [appellant]. Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 30 november 2007, hebben [appellant] en [appellante] (hierna: [appellante]) beroep ingesteld tegen het besluit van het college van 20 november 2007. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 21 juli 2008, waar [appellant] in persoon, die zijn beroep aldaar heeft ingetrokken, en [appellante], vertegenwoordigd door E. Verkaik, en het college, vertegenwoordigd door G.A.J. Bovens, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [vergunninghouder], vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door A. Voerman, als belanghebbende gehoord. 2. Overwegingen 2.1. [appellante] heeft geen bezwaar gemaakt tegen het niet tijdig nemen van een besluit op het verzoek om toepassing van bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen. Er bestaat geen grond voor het oordeel dat haar dit redelijkerwijs niet kan worden verweten. [appellante] kan daarom, gelet op artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht, geen beroep instellen tegen het op bezwaar genomen besluit. 2.2. Het beroep is niet-ontvankelijk. 2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Aldus vastgesteld door mr. M. Oosting, voorzitter, en mr. H.Ph.J.A.M. Hennekens en mr. S.F.M. Wortmann, leden, in tegenwoordigheid van mr. W.G. Timmerman, ambtenaar van Staat. w.g. Oosting w.g. Timmerman voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 27 augustus 2008 431.