Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BE9830

Datum uitspraak2008-08-27
Datum gepubliceerd2008-09-04
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers353288/CV EXPL 07-6509 en 383807/CV EXPL 08-5522
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Het recht op verhaal op de goederen van de gemeenschap ex artikel 1:96 lid 1 BW brengt niet mee dat de echtgenoot-niet schuldenaar persoonlijk schuldenaar is en dus onvoorwaardelijk kan worden veroordeeld tot betaling van het bedrag van de privéschuld van de andere echtgenoot.


Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM Sector kanton Locatie Haarlem zaak/rolnr.: 353288/CV EXPL 07-6509 en 383807/CV EXPL 08-5522 datum uitspraak: 27 augustus 2008 VONNIS VAN DE KANTONRECHTER in de zaak met zaaknummer 353288 van Intermatic Holland B.V. te Nieuwegein eiseres hierna te noemen Intermatic gemachtigde H. Terhoeven tegen 1. [gedaagde 1] zonder bekende woonplaats in en buiten Nederland gedaagde hierna te noemen [gedaagde 1] niet verschenen 2. [gedaagde 2] te [woonplaats] gedaagde hierna te noemen [gedaagde 2] gemachtigde mr. N.O. Vogelaar en in de zaak met zaaknummer 383807 van [gedaagde 2] te [woonplaats] eiseres hierna te noemen [gedaagde 2] gemachtigde mr. N.O. Vogelaar tegen [gedaagde 1] zonder bekende woonplaats in en buiten Nederland gedaagde hierna te noemen [gedaagde 1] niet verschenen In de zaak met zaaknummer 353288 De verdere loop van de procedure Op 7 november 2007 is een incidenteel vonnis gewezen. Op 19 december 2007 is een verbetervonnis uitgesproken. In verband met het aanvaarden van een functie elders door de kantonrechter die deze zaak behandelde heeft kantonrechter mr. C.J. Harts de behandeling van de zaak overgenomen. Op 23 januari 2008 is een rolbeschikking gegeven. Bij tussenvonnis van 28 mei 2008 is een comparitie van partijen gelast die heeft plaats gevonden op 14 juli 2008. Intermatic heeft tevoren een akte toegestuurd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen door Intermatic en [gedaagde 2] is verklaard. De beoordeling van het geschil Op grond van het over en weer gestelde staat vast dat [gedaagde 1], die in dienst was van Intermatic, in de nacht van zaterdag 13 mei 2006 op zondag 14 mei 2006 een bedrag van in totaal € 7.420,-- heeft ontvreemd van Intermatic, en dat na verrekening door Intermatic met een [gedaagde 1] nog toekomend bedrag Intermatic nog € 5.849,02 tegoed heeft. Eveneens staat vast dat [gedaagde 2] niet betrokken is geweest bij de verduistering, dat zij in gemeenschap van goederen was getrouwd met [gedaagde 1], dat de echtscheiding is uitgesproken tussen [gedaagde 2] en [gedaagde 1], dat er nog geen verdeling heeft plaats gevonden van de huwelijksgoederengemeenschap en dat [gedaagde 2] (nog) geen afstand heeft gedaan van de gemeenschap. Het verweer van [gedaagde 2] dat sprake is van een aan [gedaagde 1] verknochte schuld wordt gehonoreerd. [gedaagde 2] wist niet dat [gedaagde 1] wilde gaan verduisteren of dat hij verduisterd had. De dag na de verduistering, op 14 mei 2006, ging [gedaagde 1] een boodschap doen, hij kwam echter niet terug naar [gedaagde 2]. De samenleving is toen feitelijk beëindigd. [gedaagde 1] bleek voorbereidingen te hebben getroffen en al van plan te zijn geweest om niet terug te keren naar de echtelijke woning. [gedaagde 1] heeft ook andere schulden gemaakt buiten medeweten van [gedaagde 2]. Gezien de aard van de schuld, het op geen enkele wijze betrokken zijn van [gedaagde 2] bij de verduistering, de kennelijke verwerping door [gedaagde 2] van de misdraging van [gedaagde 1] en de overige omstandigheden, waaronder het feit dat [gedaagde 2] niet heeft geprofiteerd van de opbrengst van de verduistering, is er sprake van een aan [gedaagde 1] verknochte schuld. De verknochtheid verzet zich ertegen dat deze schuld in de gemeenschap van goederen zou vallen. De schuld is dus een privé-schuld van [gedaagde 1]. Intermatic stelt zich op het standpunt dat zij ingevolge artikel 1:96 BW een recht op verhaal op de goederen van de gemeenschap heeft. Dit is op zich juist. Dit brengt echter nog niet met zich mee dat [gedaagde 2] persoonlijk schuldenaar zou zijn en dus onvoorwaardelijk kan worden veroordeeld tot betaling van het bedrag van de privéschuld van [gedaagde 1]. De vordering wordt daarom jegens [gedaagde 2] afgewezen. De vordering kan jegens [gedaagde 1] als niet ongegrond of onrechtmatig worden toegewezen met dien verstande dat de buitengerechtelijke kosten op grond van Rapport Voorwerk II € 700,--bedragen dus slechts tot dat bedrag verschuldigd zijn. [gedaagde 1] wordt als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure. In de zaak met zaaknummer 383807 De procedure [gedaagde 2] heeft [gedaagde 1] gedagvaard op 12 februari 2008. Tegen [gedaagde 1] is verstek verleend. De vordering van [gedaagde 2] [gedaagde 2] vordert [gedaagde 1] te veroordelen om aan Intermatic te betalen datgene waartoe zij als gedaagde in de zaak met zaaknummer 353288 mocht worden veroordeeld, met inbegrip van de kostenveroordeling, met veroordeling van [gedaagde 1] in de proceskosten. Nu de vordering jegens [gedaagde 2] is afgewezen, is zij niet ontvankelijk in haar vordering jegens [gedaagde 1]. [gedaagde 2] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. Beslissing De kantonrechter: in de zaak met zaaknummer 353288 veroordeelt [gedaagde 1] tot betaling aan Intermatic van € 6.549,-- te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 5.849,-- vanaf 14 mei 2006 tot aan de dag van de algehele voldoening en over een bedrag van € 700,-- vanaf 9 mei 2007 tot aan de dag van de algehele voldoening; veroordeelt [gedaagde 1] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van Intermatic tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd: dagvaarding € 141,70 vastrecht € 199,-- salaris gemachtigde € 500,--; veroordeelt Intermatic tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde 2] tot en met vandaag worden begroot op een bedrag van € 500,-- wegens salaris van de gemachtigde; verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; wijst af het meer of anders gevorderde; en in zaak met zaaknummer 383807 verklaart [gedaagde 2] niet ontvankelijk in haar vordering; Dit vonnis is gewezen door mr. C.J. Harts en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.