Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BF0141

Datum uitspraak2008-09-09
Datum gepubliceerd2008-09-09
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Maastricht
Zaaknummers03/993057-04
Statusgepubliceerd


Indicatie

Namaak Viagra. Verdachte wordt vrijgesproken van overtreding van de Auteurswet en de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening. Het enkele voorhanden hebben is nog niet strafbaar. De rechtbank heeft niet kunnen vaststellen dat verdachte deze pillen ter verspreiding aan derden voorhanden had. Het feit dat het een handelaarshoeveelheid betreft is niet doorslaggevend nu ook andere bewoners van het pand toegang hadden tot de plaats waar de namaak Viagra lag opgeslagen.


Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT Sector strafrecht parketnummer: 03/993057-04 vonnis van de meervoudige kamer d.d. 9 september 2008 in de strafzaak tegen [Naam verdachte], geboren te [Geboortegegevens verdachte], wonende [Woonadres verdachte], (blijkens de stukken is de hiervoor genoemde straatnaam inmiddels veranderd en tevens genoemd huisnummer, waardoor genoemd adres thans luidt: “[Adres]”. Raadsman Th.U Hiddema, advocaat te Maastricht. 1 Onderzoek van de zaak De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 26 augustus 2008. Verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen zijn gemachtigde raadsman. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. De zaak is aanvankelijk aangebracht ter terechtzitting van 21 augustus 2007. Gelet op het daartoe strekkend verzoek van de raadsman van verdachte heeft de rechtbank toen het onderzoek ter terechtzitting geschorst tot 30 november 2007. Vervolgens is verdachte opgeroepen om te verschijnen ter terechtzitting van 30 november 2007, maar die oproeping is toen nietig verklaard, omdat deze niet overeenkomstig de wettelijke bepalingen aan verdachte was uitgereikt. 2 De tenlastelegging Aan de verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat: 1. hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2002 tot en met 22 januari 2004 te Stein, en/of te Einighausen en/of te Oirsbeek en/of te Geleen (gemeente Sittard-Geleen), althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk a. valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken, en/of b. waren, die zelf of op hun verpakking valselijk waren voorzien van de handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht had, en/of c. waren, die ter aanduiding van herkomst, valselijk van de naam van een bepaalde plaats, met bijvoeging van een verdichte handelsnaam, waren voorzien, en/of d. waren, waarop of op de verpakking waarvan een handelsnaam van een ander of een merk waarop een ander recht had, zij het dan ook met een geringe afwijking, was nagebootst, en/of e. waren of onderdelen daarvan die valselijk hetzelfde uiterlijk vertoonden als een tekening of model waarop een ander recht had, dan wel daarmede slechts ondergeschikte verschillen vertoonden, te weten merkvervalste goederen (viagratabletten en/of pillen en/of verpakking(en) en/of etiketten van die viagratabletten en/of pillen) voorzien van het beschermde woord en/of beeldmerk Viagra en/of voorzien van het nagebootste beschermde woord en/of beeldmerk Fiagra, in elk geval een beschermd woord en/of beeldmerk, (binnen Nederland) heeft ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verkocht, te koop heeft aangeboden en/of heeft afgeleverd, uitgedeeld en/of in voorraad heeft gehad, zulks terwijl verdachte van het plegen van dit misdrijf zijn beroep heeft gemaakt en/of het plegen van dit misdrijf/misdrijven als bedrijf heeft uitgeoefend, immers heeft/hebben hij verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) in (een gedeelte(n) van) bovengenoemde periode een of meer (grote) partij(en) en/of een of meer (grote) hoeveelhe(i)d(en) (viagra)tabletten en/of pillen en/of verpakking(en) van die en/of etiketten van die (viagra)tablettenen/of pillen laten (na)maken en/of een of meer (grote) partij(en) en/of een of meer (na)gemaakte hoeveelhe(i)d(en) (viagra)tabletten en/of pillen en/of verpakking etiketten van die (viagra)tabletten en/of pillen (op grote schaal, in elk geval regelmatig) bedrijfsmatig in voorraad gehad en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of verkocht en/of te koop aangeboden en/of afgeleverd en/of uitgedeeld; (art. 337 lid 3 jo 47 Wetboek van Strafrecht) 2. hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2002 tot en met 22 januari 2004, te Stein en/of te Einighausen en/of te Oirsbeek en/of te Geleen (gemeente Sittard-Geleen), althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk (als een persoon, die niet bevoegd is tot uitoefening der artsenijbereidkunst), een of meer ongeregistreerde farmaceutische specialités en/of farmaceutische preparaten, welke onder meer als werkzaam bestanddeel sildenafil citraat bevatten, danwel geregistreerde farmaceutische specialités en/of farmaceutische preparaten, welke onder meer als werkzaam bestanddeel sildenafil citraat bevatten, waarvan de inschrijving is geschorst, heeft bereid en/of verkocht en/of afgeleverd en/of ingevoerd en/of verhandeld, althans ter aflevering in voorraad gehad; (art. 2 lid 3 en artikel 3 lid 4 onder a en b Wet op de Geneesmiddelenvoorziening juncto artikel 1, ten 1e, artikel 2 lid 1 en artikel 6 lid 1 onder 1 Wet op de Economische Delicten) 3. hij op of omstreeks 22 januari 2004 te Einighausen, gemeente Sittard-Geleen, in elk geval in Nederland, een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van een pistool van het merk CZ, model 83 en het kaliber 7,65 mm, voorhanden heeft gehad; (art. 26 jo 55 Wet Wapens en Munitie) 4. hij op of omstreeks 22 januari 2004 te Einighausen, gemeente Sittard-Geleen, althans in Nederland, in het bezit was van een reisdocument, te weten een Nederlands paspoort (met nummer [Paspoortnummer] ten name van [X.]), waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument vals of vervalst was, bestaande de valsheid of vervalsing hieruit dat: - voornoemd reisdocument een officieel reisdocument betreft en/of - voornoemd reisdocument (volgens het gautomatiseerd bestand van de gemeente Sittard) nimmer is afgegeven aan [X.] en/of - op voornoemd reisdocument een foto van hem, verdachte, was bevestigd; (art. 231 lid 2 Wetboek van Strafrecht) 5. hij in of omstreeks 1 januari 2002 tot en met 22 januari 2004 te Stein en/of te Einighausen en/of te Oirsbeek en/of te Geleen (gemeente Sittard-Geleen), in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk - het beroepsmatig handelen/prduceren/invoeren/doorvoeren/uitvoeren/verkopen/te koop aanbieden/afleveren/uitdelen/ in voorraad hebben van merkvervalste goederen (te weten viagratabletten) (strafbaar gesteld in artikel 337 lid 3 Wetboek van Strafrecht) en/of - het opzettelijk (als persoon niet bevoegd tot uitoefening der artsenijbereidkunst) bereiden en/of verkopen en/of afleveren en/of invoeren en/of verhandelen, althans in voorraad hebben van een of meer ongeregistreerde farmaceutische specialités en/of farmaceutische preparaten, welke onder meer als werkzaam bestanddeel sildenafil citraat bevatten, danwel geregistreerde farmaceutische specialités en/of famraceutische preparaten, welke onder meer als werkzaam bestanddeel sildenafil citraat bevatten waarvan de inschrijving is geschorst (strafbaar gesteld in de Wet op de Geneesmiddelenvoorzieing juncto de Wet op de Economische Delicten) (art. 140 Wetboek van Strafrecht). 3 De voorvragen De ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie Door de raadsman is een beroep gedaan op de niet ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie vanwege het overschrijden van de redelijke termijn. Daartoe is, kort samengevat, het volgende aangevoerd: In januari 2004 heeft in de woning [Adres woning], waar verdachte regelmatig zou verblijven, een doorzoeking plaatsgevonden. Daarbij is onder andere een grote hoeveelheid namaak Viagrapillen aangetroffen. Op de dag daarna is een kopie van de kennisgeving inbeslaggenomen voorwerpen aan verdachte toegestuurd. Vanaf dat moment mocht verdachte dus verwachten dat hij zou worden vervolgd en is de redelijke termijn aangevangen. Verdachte is begin 2004 aangehouden en hij is op 10 juli 2004 door de politie gehoord. Reeds in 2004 was de zaak rond en daarna is niets meer gebeurd. De zaak tegen verdachte is eenvoudig van aard. Toch is deze zaak pas in augustus 2007, dus ongeveer 3 ½ jaar later, voor het eerst op zitting gebracht. Dit was niet te wijten aan de proceshouding van verdachte. Het arrest van de Hoge Raad d.d. 17 juni 2008 (NJ 2008, 358) waarin kort gezegd wordt bepaald dat op overschrijding van de redelijke termijn nooit de sanctie van niet ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie mag staan, betreft “nieuw recht” en mag daarom, mede gelet op artikel 7 EVRM, niet op feiten die gelegen zijn vóór de datum van die uitspraak worden toegepast. Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de redelijke termijn is overschreden. Echter, de rechtbank is niet van oordeel dat genoemd arrest van de Hoge Raad in het onderhavige geval nog geen toepassing zou hebben. Het betreft immers een regel van strafvorderlijke aard. Wijzigingen van strafvorderlijke aard hebben, anders dan wijzigingen van strafrechtelijke aard, onmiddellijke werking. Artikel 7 EVRM, dat ziet op strafrechtelijke regels, maakt dat niet anders. Al om deze reden dient het beroep op de niet ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie te worden verworpen. 4 De beoordeling van het bewijs 4.1 Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie acht het onder 3, 4 en 5 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en heeft voor die feiten vrijspraak gevorderd. De officier van justitie acht het onder 1 sub a en d ten laste gelegde, alsmede het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, en wel gepleegd vanaf 9 oktober 2003 tot en met 22 januari 2004. De officier van justitie heeft daartoe aangevoerd dat op 22 januari 2004 in het pand aan de [Adres woning] twee kartonnen dozen zijn aangetroffen onder meer inhoudende een groot aantal, te weten 10.548 pillen (een zeer groot aantal dat dus niet bestemd is voor eigen gebruik), een groot aantal doosjes en doordrukverpakkingen met het opschrift “Fiagra”. Verder is in dit pand nog aangetroffen een plastic flacon met opschrift “Viagra 100mg”, een afgescheurd gedeelte van een stickervel en drie ontwerptekeningen van een tabletstempel. Aangevoerd is verder dat verdachte deze feiten heeft begaan vanaf 9 oktober 2003, aangezien uit bescheiden is gebleken dat hij vanaf die dag in een open inrichting verbleef en voor 38 uren tewerk werd gesteld bij de heer [M.], alsmede dat verdachte vanaf die datum tijdens zijn weekendverlof op genoemd adres te Oirsbeek verbleef. Voorts is (uit ambtshandeling 119) vast komen te staan dat [J.], wonend op genoemd adres te Oirsbeek, destijds de partner van verdachte was en uit haar verklaring is ook gebleken dat verdachte haar vriend was en dat verdachte tijdens genoemde periode in (een deel van) haar woning verbleef. Uit de door [P.] gedane aangifte en het omtrent de aangetroffen pillen gedane onderzoek blijkt dat de aangetroffen pillen namaak Viagrapillen, met de werkzame stof sildenafil, betroffen en dat derhalve sprake is van vervalsing van de beeldmerken “Viagra”, “[P.]”, “VGR 50” en “VGR100”. Deze beeldmerken zijn merkenrechtelijk beschermd. “[P.]” heeft het alleenrecht met betrekking tot de zich in deze pillen bevindende werkzame stof “Sildenafil”, een geneesmiddel. Voorts blijkt dat aan verdachte geen vergunning is afgegeven betreffende dit geneesmiddel, alsmede dat hij niet als arts geregistreerd staat. De officier heeft verder aangevoerd dat uit processen-verbaal is gebleken dat [K.] de producent van namaak Viagrapillen was en dat sprake is geweest van handel in de onderhavige namaak Viagrapillen. Uit diverse door de politie gedane onderzoeken en observaties is gebleken dat onder [K.] grote aantallen namaak Viagrapillen aangetroffen zijn en dat verdachte en genoemde [K.] elkaar regelmatig hebben bezocht en/of contact met elkaar hadden. Ook is uit een gedane observatie gebleken dat [K.] en [Naam verdachte] een Mercedes open gemaakt hebben en dat [Naam verdachte] daarna wegliep met een plastic zak. Verder is een afgescheurd deel van een stickervel en ontwerptekeningen van een tabletstempel, gelijk aan dergelijke onder genoemde [K.] aangetroffen voorwerpen, aangetroffen in genoemde woning in Oirsbeek. De officier van justitie heeft, desgevraagd, nog naar voren gebracht dat hem uit de inhoud van het dossier niet duidelijk geworden is of een of meer anderen toegang konden hebben tot (het deel van) de kelder van genoemde woning te Oirsbeek waar de onderhavige kartonnen dozen aangetroffen zijn. 4.2 Het standpunt van de verdediging De verdediging heeft tot vrijspraak van alle ten laste gelegde feiten gepleit, stellende dat deze feiten niet wettig en overtuigend bewezen te achten zijn. De verdediging heeft betreffende de feiten het volgende aangevoerd. [K.] en zijn echtgenote en verdachte en zijn vriendin gingen gewoon vriendschappelijk met elkaar om. [Naam verdachte] kon wellicht toegang hebben tot de kelder van de woning aan de [Adres woning], maar er kan niet uitgesloten worden dat de hoofdbewoonster van dit pand, mevrouw [J.], of een of meer anderen, de onderhavige voorwerpen in de kelder van deze woning hebben gelegd of daarover beschikten. Mevrouw [J.] kende immers [K.] heel goed. Misschien had verdachte weet van de aanwezigheid van bepaalde voorwerpen in deze woning of kelder, echter van betrokkenheid bij het plegen van de onderhavige feiten is uit het dossier niets gebleken. Verdachte was niet strafrechtelijk betrokken bij de onderhavige “handel van [K.]”. Dat verdachte na een contact met [K.] met een plastic zak wegliep heeft daarmee niets te maken. De verdediging heeft nog aangevoerd dat onder feit 3 het op of omstreeks 22 januari 2004 te Einighausen voorhanden hebben van een vuurwapen, in de vorm van een pistool van het merk CZ, model 83 en het kaliber 7,65 mm, ten laste is gelegd. Weliswaar is op 22 januari 2004 in genoemde woning te Oirsbeek een revolver aangetroffen, maar dit wapen is geen pistool als ten laste is gelegd. De verdediging heeft ter zake van feit 4 gesteld dat uit het dossier niets blijkt van betrokkenheid van verdachte bij het te Einighausen aangetroffen paspoort ten name van [X.]. De verdediging heeft betreffende feit 5 verder aangevoerd dat niet bewezen geacht kan worden dat verdachte betrokken was bij een criminele organisatie, zelfs niet indien met betrekking tot de feiten 1 en 2 medeplegen bewezen geacht zou worden. 4.3 Het oordeel van de rechtbank Vrijspraakoverweging met betrekking tot de feiten 1, 2 en 5. Tijdens de doorzoeking op 22 januari 2004 in de woning [Adres woning] zijn, voor zover hier van belang, gevonden: - 2 kartonnen dozen inhoudende in totaal 1.241 opgevouwen doosjes met opschrift “Fiagra” met bijsluiter en 2.637 stuks doordrukverpakking à 4 tabletten per verpakking. Opschrift “Fiagra 100mg Sildenafil Citrate Tablet” in de kelder; - 5 doordrukverpakkingen Fiagra 100mg Sildenafil Citrate Tablet met in totaal 18 blauwe ruitvormige tabletten in de keuken. - Doosje met opschrift Fiagra 50mg filmcoated tablets Sildenafil (as citrate) waarin 2 doordrukverpakkingen met ieder 4 blauwe ruitvormige tabletten, naast de wastafel op de 1e verdieping; - Een zelfde doosje, leeg, in de keuken; - Vierkante witte plastic flacon met opschrift “Viagra 100mg” in de keuken; - Afgescheurd gedeelte van een stickervel op bureau in de werkkamer; - 3 ontwerptekeningen van een tabletstempel in de werkkamer. Deze woning behoort toe aan [J.]. Zij heeft onder meer verklaard dat verdachte een goede vriend van haar is, dat hij een deel van haar woning heeft gehuurd en hierin ook verbleef. Het staat voor de rechtbank daarmee vast dat verdachte met regelmaat aanwezig was op het adres [Adres woning]. Echter, uit het proces verbaal blijkt niet dat verdachte als enige toegang had tot de kelder waar de grote partij namaak Viagrapillen is aangetroffen. De rechtbank gaat er daarom van uit dat ook anderen, in de eerste plaats de huiseigenaresse [J.], toegang tot deze kelder hadden en daar dus de namaak Viagrapillen (ter aflevering) in voorraad (kunnen) hebben gehad. Gelet op deze mogelijkheid heeft de rechtbank gekeken of er in het dossier andere concrete aanwijzingen zijn op grond waarvan de rechtbank verdachte “beyond reasonable doubt” kan aanwijzen als degene die de aangetroffen namaak Viagrapillen in voorraad heeft gehad. Dergelijke aanwijzingen heeft de rechtbank echter niet aangetroffen. De mogelijkheid dat verdachte in de woning de namaak Viagrapillen heeft gezien, desgewenst over die pillen zou hebben kunnen beschikken en ze dus voorhanden heeft gehad, is eveneens onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. De betreffende strafbepalingen stellen immers -zogezegd op zijn minst- het “in voorraad hebben” (art. 337 Wetboek van Strafrecht) en het “ter aflevering in voorraad hebben”(de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening) strafbaar. Dit zijn beide begrippen die niet zien op het enkele voorhanden hebben, zoals bijvoorbeeld in de Opiumwet en de Wet Wapens en Munitie het geval is, maar op het in voorraad hebben ter verstrekking aan derden. En voor het bestaan van deze laatstgenoemde intentie bij verdachte, die dus wezenlijk is voor een bewezenverklaring, ontbreekt het wettig bewijs. Ook voor de mogelijkheid dat verdachte de namaak Viagrapillen tezamen en in vereniging met een ander, die toegang tot het huis had, in voorraad heeft gehad, heeft de rechtbank niet voldoende aanwijzingen gevonden. De rol van verdachte met betrekking tot de in de woning aangetroffen namaak Viagrapillen is immers volledig duister gebleven. Dat verdachte betrokken is bij de aanwezigheid van die pillen op zodanige wijze dat van bewuste en nauwe samenwerking met een derde kan worden gesproken kan dus evenmin vastgesteld worden. Tenslotte constateert de rechtbank met de officier van justitie en de raadsman dat in het dossier onvoldoende bewijsmiddelen zijn aangetroffen om te kunnen oordelen dat verdachte lid is geweest van de in de tenlastelegging aangeduide criminele organisatie. Het bovenstaande brengt met zich mee dat verdachte van de feiten onder 1, 2 en 5 zal worden vrijgesproken. Vrijspraakoverweging met betrekking tot de feiten 3 en 4. Bij de doorzoeking van het pand gelegen aan de [Straat] te Einighausen is onder meer een pistool, een vals paspoort, een vals rijbewijs en een duikerspas gevonden. De documenten staan allen op naam van [X.], de foto op de documenten is echter steeds een foto van verdachte. Genoemde zaken bevonden zich in een schoenendoos, geheel omwikkeld met tape. Het feit dat de documenten een foto van verdachte tonen wijst op een verband tussen verdachte en de (inhoud van) de schoenendoos. Verdachte had bovendien toegang tot het pand waar deze doos met inhoud is gevonden. Verdachte werkte daar immers. Echter, meer aanwijzingen ontbreken. Zo heeft de rechtbank bijvoorbeeld niet kunnen vaststellen dat verdachte ooit betrokken is geweest bij het samenstellen van deze doos met inhoud en evenmin of verdachte ten tijde van het aantreffen ervan door de politie wist waar de doos zich bevond. Onder die omstandigheden kan de rechtbank niet toekomen tot het oordeel dat verdachte een vals paspoort in zijn bezit had en een vuurwapen, merk CZ, voorhanden had. De rechtbank zal verdachte ook van deze feiten vrijspreken. 5 Het beslag Bij gelegenheid van het onderzoek naar het misdrijf waarvoor verdachte is vervolgd, zijn de op de beslaglijst onder de nummers 1 tot en met 8, 10, 11 en 26 genoemde, in de beslissing als zodanig te noemen, voorwerpen in beslag genomen. Vastgesteld kan worden dat met betrekking tot de hiervoor genoemde voorwerpen een strafbaar feit is begaan, te weten overtreding van artikel 337 van het Wetboek van Strafrecht, de Wet op de Geneesmiddelenvoorzieing en/of de Wet Wapens en Munitie. Deze voorwerpen zijn in haar gezamenlijkheid van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. Uit de aard van de voorwerpen volgt dat zij kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke misdrijven. Deze voorwerpen zullen daarom aan het verkeer worden onttrokken. Ten aanzien van de overige in beslag genomen voorwerpen, op de beslaglijst vermeld onder de nummers 9 en 12 tot en met 25, zal de rechtbank teruggave aan verdachte gelasten. 6 De wettelijke voorschriften De op te leggen maatregel berust op de artikelen 36b en 36d van het Wetboek van Strafrecht. 7 De beslissing De rechtbank: Vrijspraak - spreekt verdachte vrij van de onder 1 tot en met 5 tenlastegelegde feiten; Beslag - verklaart aan het verkeer onttrokken de volgende inbeslaggenomen voorwerpen, te weten: (03-100553) volgnr. 1: (nr.233) 2 bruine dozen met Fiagra Pillen; volgnr. 2: (nr.234) 1 pillendoos "Fiagra" verpakking; volgnr. 3: (nr.241) 1 pistoolholster, zwarte holster; volgnr. 4: (nr.245) 18 Fiagra tabletten in strips; volgnr. 5: (nr.246) 2 doordrukstrips inhoudend 4 Fiagra-tabletten; volgnr. 6: (nr.247) verpakkingsmateriaal, verpakking Fiagra met Health Care logo; volgnr. 7: (nr.248) drukwerk, bijsluiter Fiagra met Health Care logo; volgnr. 8: (nr.249) pillenfles, witkleurig, met opschrift Viagra, zonder inhoud;. volgnr.10: (nr.253) 1 doos, Fiagra 50mg met Ultratech logo met 2 doordrukstrips; volgnr.11: (nr.254) drukwerk, bijsluiter Fiagra met Ultratech logo; volgnr.26: (nr.294 en 296 telkens) tekening van een stempel voor een tabletteermachine; volgnr.27: (nr.295) tekening dwarsdoorsnede van een stempel voor een tabbletteermachine; volgnr.28: (nr.298) 1 wapen, kleur zwart, zwart hoesje met klein wapen inclusief munitie; - beveelt de teruggave aan verdachte [Naam verdachte], voornoemd, van de volgende inbeslaggenomen voorwerpen, te weten: volgnr. 9: (nr.252) papier, aantekening m.b.t. code arlarm 7311 en telnr.Toscane; volgnr.12: (nr.259) papier, aantekening, special security en code alarm 7311; volgnr.13: (nr.261) Nederlands geld, in totaal 3.376,= Euro; volgnr.14: (nr.276) 1 bon, kwitantie ING polis 2001103396 ten name van [Naam verdachte], [Adresgegevens verdachte]; volgnr.15: (nr.277) 1 bon, afschrift RBTT Bank ten name van [Naam verdachte], [Adresgegevens verdachte]; volgnr.16: (nr.278) 1 document, aanslag grondbelasting 1999 van Eilandsontvanger Bonaire voor eigendom [Adresgegevens verdachte], ten name van Boer [E.]; volgnr.17: (nr.279) 1 document, aanslag grondbelasting 2000 van Eilandsontvanger Bonaire, voor het eigendom [Adresgegevens verdachte], ten name van Boer [E.]; volgnr.18: (nr.280) 1 document, aanslag grondbelasting 2001 van Eilandsontvanger Bonaire voor het eigendom [Adresgegevens verdachte] ten name van Boer [E.]; volgnr.19: (nr.281) 1 brief Eilandgebied Bonaire d.d. 18-08-2003 ten name van Boer [E.]; volgnr.20: (nr.282) 1 stukje papier met opdruk: www.averygraphics.com; volgnr.21: (nr.283) 1 document, specificatie Nationale Nederlanden met daarop de naam [J.] en beschrijvingen van diverse sieraden; volgnr.22: (nr.284) 1 brief ten name van Mrs. [J.], [Adresgegevens verdachte]; volgnr.23: (nr.289) kopie van diverse duikerspassen ten name van [Naam verdachte]; volgnr.24: (nr.290) kopie achterzijde van diverse duikerspassen ten name van [Naam verdachte]; volgnr.25: (nr.291) visitekaartje CED Bergweg en visitekaartje ten name van [Z.]. Dit vonnis is gewezen door mr. R.A.J. van Leeuwen, voorzitter, mr. B.G.L. van der Aa en mr. N.I.B.M. Buljevic, rechters, in tegenwoordigheid van C.S.G.M. Wouters-Debougnoux, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 9 september 2008. Buiten staat Mr. Buljevic is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.