
Jurisprudentie
BF7324
Datum uitspraak2008-09-24
Datum gepubliceerd2008-10-08
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers299666 / HA ZA 08-211
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-10-08
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers299666 / HA ZA 08-211
Statusgepubliceerd
Indicatie
Kostenverhaal bestuursdwang ex artikel 5:25 Awb.
Uitspraak
Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 299666 / HA ZA 08-211
Uitspraak: 24 september 2008
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
[eiser 1],
[eiser 2],
beiden wonende te [woonplaats],
eisers,
advocaat mr. G.J. Houweling te Bleiswijk,
- tegen -
[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
beiden wonende te [woonplaats],
gedaagden,
advocaat mr. J.C. Moree te Rotterdam.
1 Het verloop van het geding
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- dagvaarding d.d. 12 november 2007 en de door eisers overgelegde productie;
conclusie van antwoord, met producties;
- conclusie van repliek;
- conclusie van dupliek, met producties;
de stukken van het op 26 oktober 2006 ten verzoeke van eisers en ten laste van gedaagden gelegde conservatoire beslag.
2 Het geschil
2.1 De vordering luidde bij dagvaarding – verkort weergegeven – om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
PRIMAIR
te verklaren voor recht dat tussen eisers en gedaagden een koopovereenkomst is tot stand gekomen met betrekking tot de onroerende zaak, staande en gelegen in de [kadastraal bekend] en wel voor een koopsom van € 795.000,-;
bij toewijzing van het onder a. gevorderde een nader door de rechtbank aan te wijzen notaris te machtigen tot het opmaken, ondertekenen en inschrijven van een akte tot levering van de onder a. bedoelde onroerende zaak;
SUBSIDIAIR
Gedaagden op straffe van een dwangsom te veroordelen om binnen twee dagen na het in dezen te wijzen vonnis verder te onderhandelen over de verkoop en levering aan eisers van de onder a. bedoelde onroerende zaak;
TERTIAIR
Gedaagden te veroordelen om aan eisers te betalen een schadevergoeding gelijk aan de tussen partijen overeengekomen koopsom van € 795.000,- en de opbrengst van de onder a. bedoelde onroerende zaak bij verkoop aan een derde.
PRIMAIR, SUBSIDIAIR EN TERTIAIR
Gedaagden te veroordelen in de kosten van de procedure.
2.2 Bij conclusie van antwoord hebben gedaagden de vorderingen gemotiveerd betwist en geconcludeerd tot afwijzing van de vordering, met veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad van eisers in de kosten van het geding.
2.3 Bij conclusie van repliek hebben eisers hun vorderingen vervolgens ingetrokken en de rechtbank verzocht de proceskosten tussen partijen te compenseren.
2.4 Bij conclusie van dupliek hebben gedaagden zich verzet tegen een compensatie van de proceskosten.
3 De beoordeling
3.1 Eisers hebben bij conclusie van repliek hun vorderingen ingetrokken, zodat het geschil tussen partijen, met uitzondering van de proceskostenveroordeling, geen bespreking meer behoeft. De vorderingen van eisers zullen worden afgewezen.
3.2 Eisers hebben aan hun verzoek de proceskosten te compenseren ten grondslag gelegd dat gedaagden niet wensen mee te werken aan een royement van de procedure. Gedaagden hebben dit gemotiveerd betwist.
De rechtbank overweegt als volgt. Op gedaagden rust geen enkele verplichting mee te werken aan royement van de procedure. Ook indien derhalve juist zou zijn dat gedaagden hieraan hun medewerking niet wensten te verlenen, ziet de rechtbank hierin geen aanleiding de proceskosten te compenseren. Nu eisers hun vorderingen hebben ingetrokken, zullen zij worden veroordeeld in de proceskosten.
3.3 Gedaagden hebben verzocht bij het vaststellen van de hoogte van de proceskosten uit te gaan van tariefgroep VII en voorts rekening te houden met de werkzaamheden die de advocaat heeft verricht/zal verrichten in het kader van het voorlopig getuigenverhoor. Eisers hebben zich hiertegen verzet.
De rechtbank zal bij het vaststellen van de hoogte van de proceskosten uitgaan van tariefgroep II, nu de oorspronkelijke vordering een verklaring voor recht betrof (primair en subsidiair), althans een nog onbekende geldsom (tertiair). Naast de conclusie van antwoord en de conclusie van dupliek, zal ook een zogenaamd “procespunt” worden toegekend aan het verweerschrift in de verzoekschriftprocedure, aangezien eisers het verzoekschrift hadden ingediend met het oog op onderhavige procedure. Aan het reeds geplande getuigenverhoor zal geen “procespunt” worden toegekend, nu dit verhoor nog niet heeft plaatsgevonden.
4 De beslissing
De rechtbank,
wijst af de vorderingen van eisers;
veroordeelt eisers in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van gedaagden bepaald op € 1.135,- aan vast recht en op € 1.356,- aan salaris voor de advocaat;
verklaart dit vonnis voor zover het de veroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Fiege.
Uitgesproken in het openbaar.
204