
Jurisprudentie
BF7466
Datum uitspraak2005-05-30
Datum gepubliceerd2008-10-09
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGemeensch. Hof van Justitie v.d. Ned. Antillen en Aruba
Zaaknummers62 HLAR 31/04
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-10-09
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGemeensch. Hof van Justitie v.d. Ned. Antillen en Aruba
Zaaknummers62 HLAR 31/04
Statusgepubliceerd
Indicatie
Beroep tegen uitblijven beslissing op bezwaar door indiener bezwaarschrift ontvankelijk.
Uitspraak
62 HLAR 31/04
Datum uitspraak: 30 mei 2005
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend in [ woonplaats],
appellant,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 25 augustus 2004 in het geding tussen:
appellant
en
de Minister van Sociale Zaken en Infrastructuur.
1. Procesverloop
Bij beschikking van 19 mei 2003 heeft de Minister van Sociale Zaken en Infrastructuur (hierna: de Minister) een verzoek van appellant om hem informatie te verstrekken afgewezen.
Bij uitspraak van 25 augustus 2004 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht) het door appellant tegen het uitblijven van een beslissing op zijn tegen de afwijzing ingediende bezwaarschrift ingestelde beroep niet ontvankelijk verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief van 23 september 2004, bij het Gerecht ingekomen op diezelfde dag, hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Bij brief van 5 november 2004 heeft de Minister van antwoord gediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 april 2005 waar appellant in persoon, bijgestaan door mr. A.A.D.A. Carlo, advocaat, en de Minister, vertegenwoordigd door mr. A.J. Swaen, advocaat, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 23, eerste lid, van de Landsverordening administratieve rechtspreek (hierna: de Lar) kan degene die rechtstreeks in zijn belang is getroffen door een op een bezwaarschrift genomen beslissing, als bedoeld in de artikelen 12, eerste lid, 14, tweede lid, of 20, daartegen beroep instellen bij het Gerecht.
Ingevolge het tweede lid wordt het uitblijven van een beslissing op een bezwaarschrift binnen de in artikel 20, eerste lid, bedoelde termijn, gelijkgesteld met een afwijzende beslissing.
2.2. Appellant klaagt dat het Gerecht ten onrechte heeft overwogen dat niet is gebleken dat hij door de weigering van de Minister rechtstreeks in zijn belang is getroffen en derhalve niet in zijn beroep kan worden ontvangen.
2.3. Appellant is als indiener van het bezwaarschrift belanghebbende bij de beslissing op dat bezwaarschrift. Ingevolge artikel 23, eerste en tweede lid, van de Lar kon hij ook tegen het uitblijven van zodanige beslissing beroep instellen bij het Gerecht. Het Gerecht heeft het beroep van appellant dan ook ten onrechte niet ontvankelijk verklaard.
2.4. Het hoger beroep is gegrond. De uitspraak van het Gerecht dient te worden vernietigd. Het beroepschrift wordt naar het Gerecht terugverwezen om door hem te worden behandeld en beslist met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen.
3. Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van het Gerecht van 25 augustus 2004 in zaak nr. LAR 2003/207; ;
III. wijst de zaak naar het Gerecht terug;
IV. gelast dat het Land Aruba aan appellant het door hem voor de behandeling van het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van Afl. 75,00 (zegge: vijfenzeventig gulden) teruggeeft.
Aldus vastgesteld door mr. W.P.M. ter Berg, Voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. A.W.M. Bijloos, Leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.B. de Haseth, griffier.
Voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 30 mei 2005.
Verzonden: