
Jurisprudentie
BF8946
Datum uitspraak2008-10-07
Datum gepubliceerd2008-10-15
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200805775/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Datum gepubliceerd2008-10-15
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200805775/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Indicatie
Bij besluit van 3 juni 2008 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Den Haag (hierna: de raad) bij besluit van 11 oktober 2007 vastgestelde bestemmingsplan "Congresgebouw en omgeving".
Uitspraak
200805775/2.
Datum uitspraak: 7 oktober 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
de stichting wijkoverleg statenkwartier, gevestigd te Den Haag, en anderen,
verzoekers,
en
het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 3 juni 2008 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Den Haag (hierna: de raad) bij besluit van 11 oktober 2007 vastgestelde bestemmingsplan "Congresgebouw en omgeving".
Tegen dit besluit hebben onder meer de stichting wijkoverleg statenkwartier en anderen (hierna: de stichting en anderen) bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 29 juli 2008, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State eveneens ingekomen op 29 juli 2008, hebben de stichting en anderen de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 23 september 2008, waar de stichting en anderen, vertegenwoordigd door mr. R.B. van Heijningen, advocaat te Den Haag, en het college, vertegenwoordigd door mr. R.J.J. Aerts, advocaat te Den Haag, zijn verschenen.
Verder zijn de raad, eveneens vertegenwoordigd door mr. R.J.J. Aerts, en de Rijksgebouwendienst, vertegenwoordigd door mr. A.A.E. Spoor, als partijen gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. De stichting en anderen beogen met hun verzoek om voorlopige voorziening schorsing van het bestreden besluit voor zover daarbij goedkeuring is verleend aan het plandeel met de bestemming "Kantoren 1". Zij achten het ongewenst dat ter plaatse kantoren worden gerealiseerd voor de internationale organisatie Europol.
2.3. Bij besluit van 10 juli 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag beslist op de bezwaarschriften terzake van de verleende vergunning voor de bouw van de kantoren voor Europol. Tegen deze beslissing op bezwaar is door de stichting en anderen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag. De stichting en anderen zijn niet gebaat bij schorsing van het bestreden plandeel, aangezien daarmee de verwezenlijking van het voormelde niet wordt verhinderd. Schorsing kan evenmin meebrengen dat de grondslag aan de beslissing op bezwaar van 10 juli 2007 ontvalt. Ten tijde van deze beslissing op bezwaar gold immers nog het planologisch regiem dat aan het onderhavige plan vooraf ging en waaraan de aanvraag om de bouwvergunning moest worden getoetst. Een voorlopige voorziening die het door de stichting en anderen beoogde doel mogelijk maakt is te verstrekkend, aangezien dat doel niet met een uitspraak van de Afdeling in de bodemprocedure kan worden bewerkstelligd. In de bodemprocedure kan geen uitspraak worden gedaan in het geding over de beslissing op bezwaar van 10 juli 2007.
2.4. Gezien het voorgaande bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. B.S. Jansen, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Buuren w.g. Jansen
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 7 oktober 2008
399.