
Jurisprudentie
BF9287
Datum uitspraak2008-09-19
Datum gepubliceerd2008-10-15
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
ZaaknummersAWB 07/1486 WOB
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-10-15
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
ZaaknummersAWB 07/1486 WOB
Statusgepubliceerd
Indicatie
Verzoek om vergoeding proceskosten in bezwaar. WOB-verzoek ingediend per fax. Verweerder heeft niet kenbaar gemaakt dat de elektronische weg openstaat voor indiening aanvragen. Geen aanvraag in de zin van de Awb.
Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 07/1486 WOB
uitspraak van de enkelvoudige kamer
in de zaak tussen:
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
gemachtigde: mr. drs. C.M.J.E.P. Meerts
en
de korpsbeheerder van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland,
verweerder,
gemachtigde: mr. Y. Kuijt.
1. Procesverloop
Bij besluit van 1 maart 2007 (het bestreden besluit) heeft verweerder overwogen dat de brief van eiseres van 19 februari 2007 als eerste verzoek in de zin van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) dient te worden aangemerkt. Nu het besluit van 1 maart 2007 een beslissing op die aanvraag is en dus geen beslissing op bezwaar, ziet verweerder geen grond voor vergoeding van in bezwaar gemaakte kosten voor rechtsbijstand. Voorts zijn bij dit besluit de gevraagde gegevens met betrekking tot voornoemde beschikking openbaargemaakt.
Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft de zaak ter zitting behandeld op 4 september 2008. Eiseres en haar gemachtigde zijn – met kennisgeving – niet verschenen. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
2. Overwegingen
2.1. Feiten en standpunten van partijen
2.1.1. Aan eiseres is bij beschikking met nummer [nummer] een administratieve sanctie opgelegd ter zake van het ‘niet dragen van een autogordel’. Namens eiseres heeft gemachtigde bij faxbericht van 28 november 2006 een verzoek gedaan om de gegevens met betrekking tot deze beschikking. Dit faxbericht is gericht aan de regiopolitie Amsterdam-Amstelland (hierna: de regiopolitie) en is verzonden naar faxnummer [telefoonnummer].
2.1.2. In reactie op een telefoongesprek tussen gemachtigde van eiseres en een medewerker van het team Regionale Incasso, Controle en Opsporing (hierna: RICO) is door of namens de teamleider RICO bij brief van 13 december 2006 aan gemachtigde te kennen gegeven dat de gevraagde foto niet kan worden verstrekt, omdat de betreffende overtreding niet door middel van een foto is vastgelegd.
2.1.3. Bij faxbericht van 3 januari 2007 heeft gemachtigde namens eiseres bezwaar gemaakt tegen de brief van 13 december 2006, omdat daarin de overige informatie niet is verstrekt, en heeft eiseres verzocht om vergoeding van de proceskosten in bezwaar. Dit faxbericht is gericht aan de regiopolitie ten aanzien van de teamleider RICO en is verzonden naar het onder 2.1.1 genoemde faxnummer. Bij brief van 19 februari 2007 verzoekt gemachtigde om afhandeling van het bezwaarschrift. Deze brief is gericht aan de korpschef van de regiopolitie en is verzonden naar het algemene postadres.
2.1.4. Bij brief van 1 maart 2007 stelt verweerder zich op het standpunt dat het verzoek van 28 november 2006 terecht is aangemerkt en afgehandeld als een verzoek om het verstrekken van een foto van een verkeersovertreding, nu het faxnummer waaraan het verzoek is gericht uitsluitend is bedoeld voor het opvragen van foto’s. Verweerder betoogt dat de brief van gemachtigde van 19 februari 2007 als eerste verzoek in de zin van de WOB moet worden aangemerkt, zodat het besluit van 1 maart 2007 een beslissing op die aanvraag is. Nu geen sprake is van een beslissing op bezwaar, ziet verweerder geen grond voor het vergoeden van de proceskosten in bezwaar. Voorts heeft verweerder bij dit besluit de gevraagde gegevens – voor zover bestaand – openbaargemaakt.
2.1.5. In beroep betoogt gemachtigde van eiseres dat de brief van 19 februari 2007 een (herhaald) bezwaarschrift is en onmogelijk als eerste verzoek kan worden aangemerkt, nu verweerder schriftelijk op het faxbericht van 28 november 2006 heeft gereageerd. Gemachtigde stelt dat hij het betreffende faxnummer heeft gekregen van een administratief medewerkster van verweerder die normaliter de foto’s van bekeuringen toezendt. Nu het bezwaar (gedeeltelijk) gegrond is verklaard, dienen de proceskosten in bezwaar naar zijn mening voor vergoeding in aanmerking te komen.
2.2. Beoordeling van het beroep
2.2.1. Het geschil beperkt zich tot de vraag of verweerder het verzoek van (gemachtigde van) eiseres om vergoeding van de in bezwaar gemaakte kosten voor rechtsbijstand op goede gronden heeft afgewezen. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt.
2.2.2. Zoals verweerder ter zitting aan de hand van de stukken in het dossier heeft toegelicht heeft verweerder op de website een “Contact”-pagina waar een postadres is vermeld, waar alle verzoeken kunnen worden ingediend. De organisatie van verweerder, waar dagelijks honderden, zo niet duizenden verzoeken worden ingediend, is zo ingericht dat de schriftelijke, op het postadres ingediende, verzoeken naar de juiste afdeling worden doorgeleid. Uitdrukkelijk is op de website bij “Contact” door verweerder geen faxnummer vermeld, omdat de organisatie er niet op is ingericht dat ook per fax ingediende verzoeken ter bestemde plaatse aankomen. Eiseres heeft niettemin een faxnummer gebruikt, dat staat vermeld op een digitaal formulier, dat slechts via verder doorklikken op de website kan worden bereikt, en welk formulier uitdrukkelijk uitsluitend bestemd is voor het opvragen van de politiefoto die is gemaakt van een verkeersovertreding.
2.2.3. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de kopieën van de website-pagina’s in het dossier duidelijk dat het door eiseres gebruikte faxnummer niet is bestemd voor gewone correspondentie met verweerder. Voorts blijkt uit het digitale formulier, waarop het door eiseres gebruikte faxnummer is vermeld, duidelijk dat dat faxnummer alleen is bestemd voor het indienen van dat formulier, en mitsdien voor het opvragen van een foto. Voorts is gebleken dat verweerder in het kader van andere WOB-verzoeken meerdere malen contact heeft opgenomen met gemachtigde om hem er nadrukkelijk op te wijzen waartoe voornoemd faxnummer dient en dat de verzoeken moeten worden ingediend via het algemene postadres. Eiseres had mitsdien kunnen en moeten weten dat het wob-verzoek niet kon worden ingediend door louter een faxbericht naar het faxnummer dat slechts voor het opvragen van foto’s was bestemd.
2.2.4. Anders dan gemachtigde van eiseres betoogt, kan ook het gestelde dat hij het betreffende faxnummer heeft gekregen van een administratief medewerkster van verweerder die hem normaliter de foto’s van bekeuringen toezendt, geen grond bieden voor het oordeel dat aan hem kenbaar is gemaakt dat de elektronische weg voor dergelijke verzoeken is geopend. Het is de rechtbank niet gebleken en gemachtigde van eiseres heeft niet aangevoerd dat sprake is van een bestendige bestuurlijke praktijk waarbij WOB-verzoeken reeds vele malen via de elektronische weg bij de politieregio zijn ingediend én hierop is besloten.
2.2.5. De rechtbank stelt vast dat gemachtigde van eiseres eerst op 19 februari 2007 een brief naar het algemene postadres van de regiopolitie heeft verstuurd. Bij deze brief is de brief van gemachtigde van 3 januari 2007 gevoegd, waaruit blijkt welke stukken het WOB-verzoek behelst. Hieruit volgt dat eiseres eerst op 19 februari 2007 op de juiste wijze een aanvraag in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Awb heeft ingediend terzake van de overige stukken. Verweerder heeft zich naar het oordeel van de rechtbank dan ook terecht op het standpunt gesteld dat de antwoordbrief van verweerder van 1 maart 2007 als de primaire beslissing op de aanvraag van 19 februari 2007 moet worden aangemerkt. Nu verweerder binnen twee weken op het verzoek om informatie heeft beslist, is voorts voldaan aan de wettelijke beslistermijn van artikel 6, eerste lid, van de WOB.
Ten aanzien van de proceskosten in bezwaar
2.2.6. Gemachtigde heeft in beroep slechts betoogd dat verweerder ten onrechte de in bezwaar gemaakte kosten voor rechtsbijstand niet heeft vergoed.
2.2.7. Ingevolge artikel 7:15, tweede lid, van de Awb worden de kosten, die de belanghebbende in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken, door het bestuursorgaan uitsluitend vergoed op verzoek van de belanghebbende voor zover het bestreden besluit wordt herroepen wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid.
2.2.8. Nu gelet op het bovenstaande geen sprake is van ‘herroeping van het bestreden besluit wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid’ in de zin van artikel 7:15, tweede lid, van de Awb, heeft verweerder het verzoek van eiseres om vergoeding van de in bezwaar gemaakte kosten voor rechtsbijstand dan ook op goede gronden afgewezen. Gelet op het voorgaande kan het bestreden besluit standhouden en zal de rechtbank het beroep ongegrond verklaren.
2.2.9. De rechtbank ziet geen aanleiding om gebruik te maken van de bevoegdheid tot veroordeling in de proceskosten. Evenmin is er een grond aanwezig om te bepalen dat het griffierecht moet worden vergoed.
3. Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 19 september 2008 door mr. Y.A.A.G. de Vries, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. C.J. Baijens, griffier,
en bekend gemaakt door verzending aan partijen op de hieronder vermelde datum.
De griffier, De rechter,
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan gedurende zes weken na toezending van deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State te ’s-Gravenhage.
Afschrift verzonden op:
DOC: B