Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BF9748

Datum uitspraak2006-10-04
Datum gepubliceerd2008-10-16
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers175293TV1
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Tussenvonnis. Zie vonnissen d.d. 25 april 2007, 22 augustus 2007 en 5 maart 2008. Gedaagde in conventie wordt geacht tijdig beroep te hebben gedaan op een gebrekkige prestatie van eiseres in conventie. Aan de hand van een deskundigenrapport wordt geoordeeld dat eiseres in conventie bij de uitvoering van de overeenkomst niet te werk is gegaan zoals gedaagde in conventie dat op grond van de overeenkomst in de gegeven omstandigheden mocht verwachten.


Uitspraak

RECHTBANK ASSEN Sector kanton Locatie Emmen zaaknummer 175293 CV EXPL 06/714 uitspraak van 4 oktober 2006 in de zaak van de besloten vennootschap COMPROMISE ICT SOLUTIONS B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Assen, eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie, gemachtigde: mr. M. Zuidema (Pranger Gerechtsdeurwaarders te Assen) tegen de besloten vennootschap BASIC SUPPLY GROUP B.V., statutair gevestigd te Coevorden, zaakdoende te Emmen, gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie, gemachtigde: (K) Partijen worden hierna Compromise en Basic Supply Group genoemd. Het verloop van de procedure 1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit: 1.2 de dagvaarding van 1 februari 2006 met producties; 1.3 de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie van 22 maart 2006 met producties ; 1.4 de conclusie van repliek in conventie, tevens conclusie van antwoord in reconventie van 17 mei 2006 met productie; 1.5 de conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in reconventie van 14 juni 2006 met producties; 1.6 de conclusie van dupliek in reconventie van 6 scptember 2006. De vaststaande feiten 2.1 De kantonrechter stelt als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken het volgende vast: 2.2 Compromise heeft twee servers, een back-up unit software, licenties en overige producten aan Basic Supply Group verkocht en geleverd en deze geïnstalleerd. een en ander is gespecificeerd op de factuur van 16 augustus 2005 ad e 21.198,66 inclusief BTW. Compromise heeft de servers geïnstalleerd op 30 augustus, 6 september, 16 september en 21 september 2005; 2.3 Compromise heeft voor door haar op voormelde data verrichte werkzaamheden aan Basic Supply Group de volgende facturen gezonden: nummer 27026 d.d. 22-9-2005 ad € 1291 ,63, nummer 27175 d.d. 26-10-2005 ad € 17 ,85, nummer 27220 d.d. 31-10- 2005 ad € 200,81, nummer 27231 d.d. 1-11-2005 ad € 30, 70, nummer 27245 d.d. 3- 11-2005 ad € 1640, 71, nummer 27259 d.d. 4-11-2005 ad € 655,45 en nummer 27271 d.d. 8-11-2005 ad € 80,32. Bij rekening overzicht van 20-10-2005 heeft Compromise Basis Supply Group er op gewezen dat de facturen tot een bedrag van € 1291 ,63 nog niet waren voldaan. Bij rekening overzicht van 17-11-2005 is Basic Supply Group door Compromise dringend verzocht om het toen op grond van voormelde facturen verschuldigde totaalbedrag van € 3917 ,47 te voldoen. Bij rekening overzicht van 22-11-2005 heeft Compromise Basic Supply Group nogmaals dringend verzocht om betaling van € 3917,4 1 en bij rekening overzicht van 20-12 2005 is Basic Supply Group door Compromise in gebreke gesteld en zijn incassomaatregelen aangekondigd; 2.4 Bij brief van 15-11-2005 heeft Basic Supply Group aan Compromise het gesprek van 11 november 2005 bevestigd tussen de heren [G] en [K] van Basic Supply Group en de heren [P] en [T] van Compromise, waarin te kennen is gegeven dat Basic Supply Group op geen enkele manier verder met Compromise wilde samenwerken. In dat kader heeft de heer [K] het volgende betalingsvoorstel gedaan: de openstaande facturen ad € 3917,48 zouden niet worden voldaan, maar omdat de problemen niet opgelost waren zou tegen finale kwijting een overboeking van.e 1549,17 ruimschoots moeten volstaan. Compromise heeft dat voorstel van de hand gewezen en heeft evenmin de buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst aanvaardbaar geacht. Bij brief van 7 december 2005 heeft de gemachtigde van Compromise een schikkingsvoorstel gedaan, in welk verband Basic Supply Group een bedrag van € 2975,- inclusief BTW zou moeten betalen. De vordering en het verweer in conventie 3.1 Compromise vordert op de in de dagvaarding vermelde gronden om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Basic Supply Group te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Compromise te betalen een bedrag van € 4590,12 met de vertragingsrente sedert 19/0 1/2006 over € 80,32 en kosten rechtens. 3.2 Basic Supply Group betwist de vordering stellende dat Compromise tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen, dat Compromise fouten heeft gemaakt en dat zij storingen niet tijdig heeft opgelost. Voorts stelt Basic Supply Group als gevolg hiervan schade te hebben geleden en heeft zij de tussen partijen gesloten overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden. De vordering en het verweer in reconventie 4.1 Basic Supply Group vordert om Compromise te veroordelen tot terugbetaling van een bedrag van € 2390,- terzake van een factuur voor support ad € 1440,- en terzake van herstelwerkzaamheden door de firma [P] ten bedrage van € 950,-. 4.2 Compromise betwist de vordering stellende dat Basic Supply Group terzake van de voor installatie en ondersteuning in rekening gebrachte kosten ad € 1440,- door Basic Supply Group geen bezwaren zijn geuit en dat Compromise niet aansprakelijk is voor de herstelkosten ad € 950,-. De beoordeling van het geschil in conventie en in reconventie 5.1 Aan de hand van de beschikbare gedingstukken stelt de kantonrechter vast dat partijen weliswaar hebben geprobeerd om buiten rechte een minnelijke regeling te treffen, maar dat partijen geen overeenstemming hebben kunnen bereiken over het bedrag dat nog door Basic Supply Group zou moeten worden betaald tegen finale kwijting over en weer. Basic Supply Group was bereid tot betaling van een bedrag van € 1549, 17, terwijl Compromise de zaak wilde schikken tegen betaling door Basic Supply Group van een bedrag van € 2975,- inclusief BTW. 5.2 Overigens vindt de kantonrechter in de beschikbare gedingstukken nog niet alle informatie die hij nodig heeft om tot definitieve beslissingen te kunnen komen in conventie en in reconventie. Zo is uit de gedingstukken op zichzelf niet op te maken of de factuur van 18-8-2005 ad € 21.198,66 is betaald en in welke verhouding deze factuur moet worden gezien met de aan de vorderingen in conventie en reconventie ten grondslag liggende facturen. evenmin is uit de beschikbare gedingstukken genoegzaam op te maken dat Basic Supply Group met het oog op het bepaalde in artikel 6:89 van het Burgerlijk Wetboek (BW) geacht kan worden tijdig en terecht een beroep te hebben gedaan op een gebrek in de prestatie van Compromise, waar het gaat om de in de aan de vordering van Compromise ten grondslag liggende facturen in rekening gebrachte werkzaamheden en materialen. Dat geldt vervolgens ook voor de vragen of de vermeende tekortkoming van Compromise aan Compromise kan worden toegerekend, of nakoming van de overeenkomst door Compromise blijvend onmogelijk was en/of BasicSupply Group Compromise in de gelegenheid heeft gesteld de vermeende tekortkoming te herstellen. 5.3 De kantonrechter ziet op grond van het vorenstaande reden om nu eerst een comparitie van partijen te bevelen. Die comparitie is in de eerste plaats nodig om partijen alsnog in de gelegenheid te stellen de voor de beslissingen in conventie en in reconventie van belang zijnde informatie te verstrekken. In dit verband wil de kantonrechter er overigens op wijzen dat die comparitie ook zal (kunnen) worden aangewend om partijen in de gelegenheid te stellen om alsnog een minnelijke regeling te bewerkstelligen. en waar partijen het er in feite over eens zijn dat Basic Supply Group in elk geval nog een betaling aan Compromise verschuldigd is, maar eigenlijk alleen het verschil van mening over de hoogte daarvan tot nu toe aan de totstandkoming van een minnelijke regeling in de weg stond, wil de kantonrechter niet nalaten partijen op te roepen te proberen in hun eigen belang die minnelijke regeling toch nog zonder zijn verdere tussenkomst te bewerkstelligen. Niet uitgesloten kan namelijk worden dat na de comparitie van partijen nog verdere proceshandelingen van partijen nodig zullen zijn (te denken valt aan eventuele conclusies na comparitie, bewijsopdracht, getuigenverhoren en conclusies na enquête), hetgeen niet alleen nog meer (onnodige) tijd en energie van partijen zal vergen, maar waar ook nog het nodige geld mee gemoeid zal zijn, dat weer moet worden afgezet tegen het bedrag (€ 1425,83) dat partijen tot nu toe in feite verdeeld hield en waardoor geen minnelijke regeling kon worden getroffen. 5.4 Het voorgaande geeft de kantonrechter aanleiding om de zaak te verwijzen naar de rolzitting van 1 november 2006 teneinde partijen in de gelegenheid te stellen om zich nader uit te laten. Indien partijen er niet in slagen om zonder verdere tussenkomst van de kantonrechter een minnelijke regeling te treffen, dan zullen zij ter dagbepaling van de comparitie hun verhinderdata op moeten geven, indien zij daar wel in slagen, dan zullen zij moeten aangeven dat de zaak in conventie en in reconventie kan worden doorgehaald. ledere verdere beslissing zal worden aangehouden. De beslissing De kantonrechter: in conventie en in reconventie verwijst de zaak naar de rolzitting van l november 2006 voor uitlating van partijen te weten: a. het opgeven van hun verhinderdata ter dagbepaling van de comparitie van partijen; of b. het laten doorhalen van de zaak in conventie en in reconventie; iedere verdere beslissing wordt aangehouden. Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. J.M.H. Pauw en in het openbaar uitgesproken op 4 oktober 2006. typ/conc54hp