Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BF9858

Datum uitspraak2008-10-07
Datum gepubliceerd2008-10-16
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGemeensch. Hof van Justitie v.d. Ned. Antillen en Aruba
ZaaknummersAR 32/06 - H 42/08
Statusgepubliceerd


Indicatie

De vordering van Autolease heeft betrekking op de omvang van de schade. Verklaring waarop zij die baseert is echter aan verzekeraar gericht en daar mocht Autolease geen verwachting aan ontlenen. De auto kon echter worden hersteld tegen lagere kosten dan de total loss kosten. In redelijkheid kan daarom daarvoor worden gekozen. Schadebegroting daarom op herstelkosten. Autolease vordert ook een time loss vergoeding. De verzekeraar wilde maximaal 5 dagen vergoeden. Het Hof is van oordeel dat Autolease in redelijkheid mocht wachten met een beslissing totdat zij van de verzekeraar een standpunt had vernomen en geeft 45 dagen time loss.


Uitspraak

Registratienummer: AR 32/06 - H 42/08 Uitspraak: 7 oktober 2008 GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA Vonnis in de zaak van: de naamloze vennootschap AUTOLEASE (CURAÇAO) N.V., gevestigd op Curaçao, oorspronkelijk eiseres, thans appellante, gemachtigde: mr. E.R. van Arkel, - tegen - 1. [naam eerste geïntimeerde], wonende op Curaçao, 2. de rechtspersoon NAGICO INSURANCE, kantoorhoudende op Curaçao, oorspronkelijk gedaagden, thans geïntimeerden, gemachtigde: mr. S.C. Limon. Partijen worden hierna "Autolease" en "Nagico c.s." genoemd. Geïntimeerde 2 wordt "Nagico" genoemd. 1. Het verloop van de procedure 1.1 Op 8 mei 2006 en 14 mei 2007 heeft het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao (verder: GEA), tussen partijen vonnis gewezen. Voor hetgeen in eerste aanleg is gesteld en gevorderd, de procesgang aldaar en de overwegingen en beslissingen van het GEA wordt verwezen naar die vonnissen. 1.2 Autolease is in hoger beroep gekomen van voornoemd vonnis van 14 mei 2007 door op 21 juni 2007 een akte van hoger beroep in te dienen. Bij op 1 augustus 2007 ingekomen memorie van grieven, met producties, heeft zij vijf grieven tegen het vonnis aangevoerd en toegelicht en haar eis gewijzigd. Haar conclusie strekt - kort gezegd - ertoe dat het Hof het vonnis zal vernietigen en Nagico c.s. hoofdelijk zal veroordelen, uitvoerbaar bij voorraad, tot betaling van NAF. 25.517,20, althans NAF. 23.395,60, een en ander met rente en kosten. 1.3 Nagico c.s. hebben bij memorie van antwoord de grieven bestreden. Hun conclusie strekt ertoe dat het Hof het vonnis zal bevestigen, met veroordeling van Autolease in de proceskosten in hoger beroep. 1.4 Op de voor pleidooi nader bepaalde dag hebben de gemachtigden van partijen pleitnotities overgelegd. Vonnis is gevraagd en nader bepaald op heden. 2. De grieven Voor de grieven wordt verwezen naar de memorie van grieven. 3. De beoordeling 3.1 Geen grieven zijn gericht tegen de door het GEA bij vonnis van 14 mei 2007 onder 1 als vaststaand aangenomen feiten. De vaststelling komt het Hof juist voor. Het Hof gaat daarom van die vaststelling uit. 3.2 De vordering van Autolease betreft vergoeding van schade die zij heeft geleden door de aanrijding van 28 januari 2005. Het geschil heeft slechts betrekking op de omvang van de schade. Het GEA heeft de vordering van Autolease gedeeltelijk afgewezen. Daartegen is het hoger beroep gericht. 3.3 De grieven I tot en met IV lenen zich voor gezamenlijke bespreking. Volgens Autolease moet de schade worden begroot op basis van total loss, omdat schade-expert S.J. Josepha in het rapport van 2 februari 2005 heeft verklaard: "This vehicle shall be considered as a total loss" en partijen ook naar deze verklaring hebben gehandeld. Dit betoog faalt. Het rapport van 2 februari 2005 is, mede gelet op de zinsnede "Suggest to negotiate with the owner ...", kennelijk niet aan Autolease gericht, maar aan Nagico, zodat Autolease er geen verwachtingen aan mocht ontlenen. Indien, zoals Autolease stelt, Nagico op 14 maart 2005 telefonisch heeft bericht dat de auto total loss was verklaard en dat een schadeuitkering kon plaatsvinden van NAF. 9.250,-, mocht Autolease daaraan redelijkerwijze niet de verwachting ontlenen dat Nagico ook gebonden zou zijn een uitkering op basis van total loss te doen, indien die (aanmerkelijk) hoger zou uitvallen dan NAF. 9.250,-. Uit de briefwisseling van 14 en 21 maart 2005 kan slechts worden opgemaakt dat Nagico het aangeboden bedrag van NAF. 9.250,- nader heeft toegelicht, zodat Autolease daaraan geen verdergaande verwachting mocht ontlenen. 3.4 Ingevolge art. 3 lid 3 LAM moet de verzekering de wettelijke aansprakelijkheid voor de door het motorrijtuig veroorzaakte schade dekken zoals die aansprakelijkheid voortvloeit uit de toepasselijke wet. Niet is gesteld of gebleken dat de verzekering op grond waarvan Nagico tot uitkering gehouden is, niet aan dat wettelijk voorschrift voldoet. Anders dan Nagico c.s. bij conclusie van dupliek hebben betoogd, moet de schade daarom worden begroot op de wijze als voortvloeit uit Boek 6, titel 1, afdeling 10 BW. Ingevolge art. 6:97 BW wordt de schade begroot op de wijze die het meest met de aard ervan in overeenstemming is. 3.5 Indien de schade wordt begroot op basis van total loss, kunnen de door Nagico c.s. genoemde afschrijvingspercentages niet zonder meer worden gehanteerd op grond van de enkele stelling dat deze in de verzekeringsbranche gebruikelijk zijn. De schade dient dan zo concreet mogelijk te worden begroot, zodat de verkoopprijzen die Autolease in werkelijkheid kan bedingen voor vergelijkbare auto's van vergelijkbare leeftijd en met vergelijkbare kilometerstand, dan relevant zijn, evenals de verkoopprijs die in werkelijkheid voor de beschadigde auto kon worden verkregen. Aannemelijk is dat in het onderhavige geval de schadebegroting op basis van total loss op een aanmerkelijk hoger bedrag zou uitkomen dan de herstelkosten. In redelijkheid kan de auto daarom worden hersteld, zodat een schadebegroting op basis van herstelkosten moet worden gekozen. Onbetwist staat vast dat deze herstelkosten NAF. 10.078,- bedragen. Niet aannemelijk is dat bij de auto ook na volledig herstel sprake is van een waardevermindering. De in dat verband gevorderde (niet toegelichte) schadepost van NAF. 3.103,50 wordt daarom afgewezen. 3.6 Autolease heeft een time loss vergoeding gevorderd van NAF. 56,25 per dag, welk bedrag op zichzelf niet is bestreden. Zij heeft deze gevorderd over de periode van 28 januari 2005 (datum aanrijding) tot 4 mei 2005 (datum waarop Nagico aanbood de herstelkosten te vergoeden). Nagico c.s. menen dat maximaal een time loss vergoeding over vijf dagen dient te worden vergoed. Het Hof is van oordeel dat Autolease in redelijkheid mocht wachten met een beslissing over wat met de beschadigde auto moest gebeuren, totdat zij een standpunt van Nagico had vernomen. Nagico c.s. hebben daarover niets gesteld. Volgens de eigen stelling van Autolease heeft Nagico op 14 maart 2005 haar op de hoogte gesteld van het standpunt van Nagico over de schadeuitkering. Niet is betwist dat Nagico Autolease ook in het geval van schadevergoeding op basis van total loss de mogelijkheid bood de beschadigde auto zelf te houden, desgewenst voor herstel. Het Hof zal daarom de volgende time loss vergoeding toewijzen: 45 dagen (28 januari 2005-14 maart 2005) x 56,25 per dag = NAF. 2.531,25. 3.7 Nu een hoger bedrag toewijsbaar is dan Nagico bereid was te betalen, en Nagico overigens ook dat bedrag niet voorafgaand aan de procedure heeft betaald, zijn buitengerechtelijke incassokosten toewijsbaar. Naast het daarvoor reeds toegewezen bedrag zal het Hof 15% van NAF 2.531,25 toewijzen, hetgeen uitkomt op NAF. 379,69. Het totaal van NAF. 2.531,25 en NAF. 379,69 komt uit op NAF. 2.910,94. 3.8 Tegen de ingangsdatum van de wettelijke rente is geen (duidelijk) verweer gevoerd, ook al wordt die datum wel genoemd op de laatste pagina van de pleitnota in hoger beroep van Nagico c.s. Het Hof zal die datum dus hanteren. 3.9 Grief V faalt. Nagico c.s zijn noch in eerste aanleg, noch in hoger beroep op zo veel punten in het ongelijk gesteld dat een veroordeling in de proceskosten van Autolease aangewezen zou zijn. Zowel in eerste aanleg als in hoger beroep zijn partijen over en weer op enige punten in het ongelijk gesteld. De beslissing dienaangaande van het GEA kan in stand blijven. Ook in hoger beroep zullen de proceskosten worden gecompenseerd. BESLISSING: Het Hof: vernietigt het bestreden vonnis, doch slechts voorzover daarbij het meer of anders gevorderde is afgewezen; veroordeelt Nagico en Thijssen hoofdelijk om aan Autolease tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de som van NAF. 2.910,94, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag gerekend vanaf 28 januari 2005 tot de dag der voldoening; verklaart dit vonnis, voorzover het deze veroordeling betreft, uitvoerbaar bij voorraad; bevestigt het bestreden vonnis voor het overige; compenseert de proceskosten in hoger beroep aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt; wijst het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis is gewezen door mrs. G.C.C. Lewin, F.J.P. Lock en U.I.D. Luydens, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba en ter openbare terechtzitting van het Hof op Curaçao uitgesproken op 7 oktober 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.