Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG0798

Datum uitspraak2008-04-02
Datum gepubliceerd2008-11-13
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers141549 / HA ZA 08-156
Statusgepubliceerd


Indicatie

Procederen in een gerechtelijke rangregeling: Uit de strekking van het bepaalde in art. 486 Rv, welk artikel is ontleend aaan art. 122 Fw, volgt dat de erkenning vragende schuldeiser als eiseres optreedt en hij die de vordering heeftt betwist als verweerder. Hieruit volgt dat PCS als schuldeiseres als eerste een conclusie dient te nemen.


Uitspraak

rolbeslissing RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 141549 / HA ZA 08-156 Rolbeslissing van 2 april 2008 in de zaak van de vennootschap naar buitenlands recht PRECISION CAMERA SUPPORTS INC., gevestigd te Granada Hills, Californië (Verenigde Staten van Amerika), schuldeiseres na verwijzing, procureur mr. J.M. van Raaijen, advocaat mr. P.M. Smits te Amsterdam, tegen ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST/ONDERNEMINGEN LELYSTAD, wonende te Lelystad, kantoorhoudende te Lelystad, verweerster na verwijzing, procureur mr. M.F.H.M. van Haastert, advocaat mr. H. De Coninck-Smolders te Amsterdam. Partijen zullen hierna PCS en de ontvanger genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - het proces-verbaal van gerechtelijke rangregeling tot verwijzing van het geding naar de terechtzitting van de rechtbank van 28 januari 2008. 1.2. De beschikking is bepaald op heden. 2. De beoordeling 2.1. Nadat de ontvanger de plaatsing van PCS had tegengesproken, heeft de rechter-commissaris, gelet op de door de ontvanger gevoerde tegenspraak en het door PCS ingenomen standpunt, inhoudende dat van een vereniging geen sprake kan zijn, partijen verwezen naar de rolzitting van woensdag 27 februari 2008. 2.2. Nadat ieder van partijen procureur had gesteld, is de zaak verwezen naar de rol van 12 maart 2008 voor het nemen van een conclusie aan de zijde van PCS. Vervolgens is aan PCS een laatste uitstel verleend tot 26 maart 2008. PCS heeft geen conclusie genomen. 2.3. Voor zover aan de zijde van PCS onduidelijkheid bestaat over de vraag welke partij als eerste een conclusie dient te nemen overweegt de rechtbank als volgt. 2.4. Ingevolge het bepaalde in artikel 486, eerste lid, Rv. verwijst de rechter-commissaris de partijen in geval van tegenspraak, zo hij ze niet kan verenigen, en voor zoveel het geschil niet reeds aanhangig is, naar een door hem te bepalen terechtzitting van de rechtbank, zonder dat daartoe een dagvaarding is vereist. In het tweede lid is de wijze bepaald waarop partijen in de procedure dienen te verschijnen. In het derde lid is het (rechts)gevolg geregeld indien hetzij de schuldeiser, wiens vordering is tegengesproken, hetzij hij die tegenspraak heeft gedaan, niet in de procedure verschijnt. 2.5. De strekking van het bepaalde in artikel 486 Rv.,welk artikel is ontleend aan art. 122 van de Faillissementswet, laat geen andere uitleg toe dan dat de erkenning vragende schuldeiser, in casu PCS, als eiseres optreedt, en hij die de vordering heeft betwist als verweerder. Deze strekking is ook in overeenstemming met het in het derde lid van artikel 486 gegeven gevolg voor het geval een van partijen niet bij procureur op de daarvoor bepaalde terechtzitting verschijnt. Hieruit volgt dat PCS als schuldeisers als eerste een conclusie dient te nemen. 3. De beslissing De rechtbank 3.1. bepaalt dat PCS als schuldeiseres een conclusie dient te nemen, 3.2. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 7 mei 2008 voor conclusie aan de zijde van PCS, met de aantekening 3 AP (ambtshalve peremptoir), 3.3. houdt iedere verdere beslissing aan. Deze beslissing is gegeven door mr. M.H.S. Lebens-de Mug en in het openbaar uitgesproken op 2 april 2008.