
Jurisprudentie
BG0966
Datum uitspraak2005-11-21
Datum gepubliceerd2008-10-21
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGemeensch. Hof van Justitie v.d. Ned. Antillen en Aruba
Zaaknummers90 HLAR10/05
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-10-21
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGemeensch. Hof van Justitie v.d. Ned. Antillen en Aruba
Zaaknummers90 HLAR10/05
Statusgepubliceerd
Indicatie
Mededeling dat op basis van een overeenkomst met taxivergunninghouders benutte taxivergunningen van rechtswege zijn komen te vervallen.
Deze mededelingen zijn niet op enig rechtsgevolg gericht, en houden derhalve geen beschikkingen in de zin van artikel 3, eerste lid, van de Lar in, aangezien het vervallen van de taxivergunningen het gevolg van rechtswege is van het overlijden van de desbetreffende vergunninghouders.
Nu tegen die mededelingen bezwaar is gemaakt, was appellant ingevolge artikel 55 van de Lar gehouden op de bezwaren te beslissen.
Deze mededelingen zijn niet op enig rechtsgevolg gericht, en houden derhalve geen beschikkingen in de zin van artikel 3, eerste lid, van de Lar in, aangezien het vervallen van de taxivergunningen het gevolg van rechtswege is van het overlijden van de desbetreffende vergunninghouders.
Nu tegen die mededelingen bezwaar is gemaakt, was appellant ingevolge artikel 55 van de Lar gehouden op de bezwaren te beslissen.
Uitspraak
90 HLAR10/05
Datum uitspraak: 21 november 2005
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Uitspraak op het hoger beroep van:
het Bestuurscollege van het Eilandgebied Curaçao,
appellant,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 22 februari 2005 in het geding tussen:
[belanghebbende sub 1], [belanghebbende sub 2], [belanghebbende sub 3] en [belanghebbende sub 4], allen wonend op [woonplaats],
en
appellant.
1. Procesverloop
Bij onderscheiden brieven van onderscheidenlijk 29 en 30 januari 2003 heeft appellant aan [belanghebbende sub 1], [belanghebbende sub 2], [belanghebbende sub 3] en [belanghebbende sub 4] (hierna: [belanghebbende sub 1 e.a.]) meegedeeld dat de door hen op basis van een overeenkomst met de vergunninghouders benutte taxivergunningen door het overlijden van de desbetreffende vergunninghouders zijn komen te vervallen.
Bij beschikking van 12 mei 2004 heeft appellant de daartegen door [belanghebbende sub 1 e.a.] gemaakte bezwaren kennelijk beoogd niet-ontvankelijk te verklaren.
Bij uitspraak van 22 februari 2005 heeft het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao (hierna: het Gerecht), het door [belanghebbende sub 1 e.a.] tegen deze beschikking ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en appellant alsnog onbevoegd verklaard een beschikking op de bezwaarschriften te geven.
Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief, bij het Hof ingekomen op 19 april 2005, hoger beroep ingesteld.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 21 september 2005, waar appellant, vertegenwoordigd door mr. K.R. Concincion, en [belanghebbende sub 1 e.a.], bijgestaan door E.J. Leito, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Appellant klaagt dat het Gerecht hem ten onrechte onbevoegd heeft geacht een beslissing op de door [belanghebbende sub 1 e.a.] ingediende bezwaarschriften te nemen.
2.1.1. Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (hierna: de Lar) wordt in deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen onder een beschikking verstaan: een schriftelijke besluit van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling die niet van algemene strekking is.
Ingevolge artikel 7, eerste lid, kunnen natuurlijke personen en rechtspersonen, die door een beschikking rechtstreeks in hun belang zijn getroffen, daartegen beroep instellen bij het Gerecht.
Ingevolge artikel 55 zijn natuurlijke en rechtspersonen, die door een beschikking rechtstreeks in hun belang zijn getroffen, bevoegd een bezwaarschrift in te dienen bij het bestuursorgaan dat de beschikking heeft genomen, en het beroep, als bedoeld in artikel 7, eerste lid, pas in te stellen nadat het bestuursorgaan op het bezwaarschrift heeft beslist.
2.1.2. [belanghebbende sub 1 e.a.] hebben bij onderscheiden brieven van onderscheidenlijk 10, 11 en 12 februari 2003 bezwaar gemaakt tegen de mededelingen van appellant dat de door hen benutte taxivergunningen zijn komen te vervallen. Het Gerecht heeft met juistheid overwogen dat deze mededelingen niet op enig rechtsgevolg gericht zijn, en derhalve geen beschikkingen in de zin van artikel 3, eerste lid, van de Lar inhouden, aangezien het vervallen van de taxivergunningen het gevolg van rechtswege is van het overlijden van de desbetreffende vergunninghouders.
Nu [belanghebbende sub 1 e.a.] tegen die mededelingen bezwaar hebben gemaakt, was appellant ingevolge artikel 55 van de Lar gehouden op de bezwaren te beslissen. Het Gerecht heeft appellant ten onrechte daartoe onbevoegd geacht.
2.2. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen het Gerecht had behoren te doen, zal het Hof het bij het Gerecht ingestelde beroep ongegrond verklaren.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van het Gerecht van 22 februari 2005 in zaak no. Lar 2004/133;
III. verklaart het bij het Gerecht in die zaak ingestelde beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. W.P.M. ter Berg, Voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. A.W.M. Bijloos, Leden, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Martinez, griffier.
w.g. Ter Berg
Voorzitter w.g. Martinez
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 21 november 2005