Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG0968

Datum uitspraak2008-10-14
Datum gepubliceerd2008-10-21
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers07.620086-08 (P)
Statusgepubliceerd


Indicatie

promis vonnis poging doodslag / diefstal met geweld / bedreiging. bekennende verdachte bewijs en strafmaat motivering


Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer Parketnummer : 07.620086-08 (P) (+ ad informandum zaken) Uitspraak : 14 oktober 2008 Vonnis in de zaak van: het openbaar ministerie tegen [verdachte] [geboorteplaats], [woonplaats], [adres] Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 28 augustus 2008 en 30 september 2008. De verdachte is telkens verschenen, laatstelijk bijgestaan door mr. R.P.G. van der Weide, advocaat te Amsterdam.Voorts zijn aldaar verschenen de deskundigen mw. I. ten Doeschate, psycholoog en mw. F.M.J. Bruggeman, psychiater, mw. C. Steiger, medewerkster bij de Raad voor de Kinderbescherming en mw. K. van Noord, medewerkster Bureau Jeugdzorg. De officier van justitie, mr. N.M. van Collenburg, heeft ter terechtzitting gevorderd: - de veroordeling van verdachte ter zake het onder 1. ten laste gelegde medeplegen van poging tot doodslag én afpersing, het onder 3. ten laste gelegde, de onder 4. ten laste gelegde diefstal met geweld én afpersing, en het onder 5. ten laste gelegde, alsmede de zeven ad informandum ten laste gelegde feiten tot: - een jeugddetentie voor de duur van één jaar, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht; - oplegging aan verdachte van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen voor de duur van 2 jaar, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar met als bijzondere voorwaarden toezicht Jeugdreclassering Bureau Jeugdzorg Flevoland, ook indien dit inhoudt: a. volgen en voltooien van ITB harde Kern; b. individuele behandeling bij De Waag; c. behandeling door Tactus verslavingszorg; - alsmede toewijzing van de vordering: van de benadeelde partij [benadeelde part[benadeelde partij] (feit 1) tot een bedrag van € 1.295,--, en oplegging van de maatregel tot schadevergoeding ten behoeve van dit slachtoffer tot voornoemd bedrag; - de benadeelde partij [benadeelde partij] (feit 2) tot een bedrag van € 512,-- en deze voor het overige niet ontvankelijk te verklaren in de vordering, en oplegging van de maatregel tot schadevergoeding ten behoeve van dit slachtoffer tot voornoemd bedrag; TENLASTELEGGING De verdachte is ten laste gelegd dat: 1. hij op of omstreeks 17 februari 2008 in de gemeente Almere ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [benadeelde part[benadeelde partij] van het leven te beroven, met dat opzet: - die [benadeelde partij] een of meer (harde) klappen met een (wok)pan op de rug en/of het hoofd heeft gegeven, tengevolge waarvan die [benadeelde partij] voorover op de grond is gevallen en/of - (vervolgens) die [benadeelde partij] een of meer krachtige schoppen tegen de rug en/of het hoofd en/of de armen /handen heeft gegeven en/of - die [benadeelde partij] (door trappen en schoppen tegen diens lichaam) naar de rand van waterplas/gracht heeft gerold en/of gedwongen en/of - (vervolgens) die [benadeelde partij] heeft gedwongen het water in te gaan en/of het water in heeft geduwd en/of - een of meer stenen en/of een (wok)pan in de richting van die [benadeelde partij] heeft gegooid, tengevolge waarvan die [benadeelde partij] gedwongen is zich geruime tijd in het met een dunne laag ijs bedekte water op te houden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; en/of hij op of omstreeks 17 februari 2008 in de gemeente Almere tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (merk Sony Ericsson) en/of een sleutelbos en/of een rugzak met inhoud en/of meerdere pasjes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde part[benadeelde partij], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde part[benadeelde partij], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) - een mes, althans een dergelijk scherp voorwerp, heeft getrokken en/of opengeklapt en/of dit mes vervolgens in de richting van die [benadeelde partij] heeft gehouden en/of - daarbij tegen die [benadeelde partij] heeft gezegd: "Geef mij je telefoon maar." en/of - (vervolgens) heeft gezegd: "Geef mij je geld, geef mij je geld" en/of "Waar is je portemonnee? "en/of "Als je voor je leven vreest, geef je me je spullen." en/of - die [benadeelde partij] een of meer (harde) klappen met een pan op de rug en/of het hoofd heeft gegeven, tengevolge waarvan die [benadeelde partij] voorover op de grond is gevallen en/of - (vervolgens) die [benadeelde partij] een of meer krachtige schoppen tegen de rug en/of het hoofd en/of de armen /handen heeft gegeven en/of - die [benadeelde partij] (door trappen en schoppen tegen diens lichaam) naar de rand van waterplas/gracht heeft gerold en/of gedwongen en/of - (vervolgens) die [benadeelde partij] heeft gedwongen het water in te gaan en/of het water in heeft geduwd en/of - een of meer stenen en/of een (wok)pan in de richting van die [benadeelde partij] heeft gegooid, tengevolge waarvan die [benadeelde partij] gedwongen is zich geruime tijd in het met een dunne laag ijs bedekte water op te houden, en/of hij op of omstreeks 17 februari 2008 in de gemeente Almere tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde part[benadeelde partij] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon (merk Sony Ericsson) en/of een sleutelbos en/of een rugzak met inhoud en/of meerdere pasjes, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde part[benadeelde partij], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) - een mes, althans een dergelijk scherp voorwerp, heeft getrokken en/of opengeklapt en/of dit mes vervolgens in de richting van die [benadeelde partij] heeft gehouden en/of - daarbij tegen die [benadeelde partij] heeft gezegd: "Geef mij je telefoon maar." en/of - (vervolgens) heeft gezegd: "Geef mij je geld, geef mij je geld" en/of "Waar is je portemonnee? "en/of "Als je voor je leven vreest, geef je me je spullen." en/of - die [benadeelde partij] een of meer (harde) klappen met een pan op de rug en/of het hoofd heeft gegeven, tengevolge waarvan die [benadeelde partij] voorover op de grond is gevallen en/of - (vervolgens) die [benadeelde partij] een of meer krachtige schoppen tegen de rug en/of het hoofd en/of de armen /handen heeft gegeven en/of - die [benadeelde partij] (door trappen en schoppen tegen diens lichaam) naar de rand van waterplas/gracht heeft gerold en/of gedwongen en/of - (vervolgens) die [benadeelde partij] heeft gedwongen het water in te gaan en/of het water in heeft geduwd en/of - een of meer stenen en/of een (wok)pan in de richting van die [benadeelde partij] heeft gegooid, tengevolge waarvan die [benadeelde partij] gedwongen is zich geruime tijd in het met een dunne laag ijs bedekte water op te houden, 3. hij op of omstreeks 13 februari 2008 in de gemeente Almere met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij] en/of [benadeelde pa[benadeelde partij] heeft gedwongen tot de afgifte van twee mobiele telefoons (merk Motorola en/of LG) en/of een fiets (merk Limit), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij] en/of [benadeelde pa[benadeelde partij], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte - op die [benadeelde partij] en/of [benadeelde partij] is toegelopen en/of (dreigend) de woorden heeft toegevoegd "Geef me je telefoon" en/of "Als je die telefoon niet geeft dan maak ik je kapot" en/of "Geef me je fiets" en/of "Je krijgt drie seconden" en/of - (daarbij) die [benadeelde partij] en/of [benadeelde partij] een mes heeft getoond en/of (de punt van) dat mes tegen de buik van die [benadeelde partij] heeft gedrukt; 4. hij op of omstreeks 3 februari 2008 in de gemeente Almere tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een MP3-speler (merk Difrnce) en/of een mobiele telefoon (merk Samsung) en/of een portemonnee en/of een Identiteitskaart en/of een pinpas (beiden op naam van [benadeeld[benadeelde partij]) en/of diverse andere pasjes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeeld[benadeelde partij], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeeld[benadeelde partij], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) - achter die [benadeelde partij] (die aan het fietsen was) aan is/zijn gerend en/of de bagagedrager van de fiets van die [benadeelde partij] heeft/hebben vastgepakt ten gevolge waarvan die [benadeelde partij] ten val is gekomen en/of - (vervolgens) op een afstand van (ongeveer) een halve meter, in ieder geval een (zeer) korte afstand voor die [benadeelde partij] is/zijn gaan staan en/of - die [benadeelde partij] (dreigend) de woorden heeft/hebben toegevoegd "Wat is je probleem tegen mij" en/of "Laat eens zien wat je allemaal in je zakken hebt zitten" en/of "Laat me niet mijn wapen pakken" en/of - aan de kleding en/of in de zakken van die [benadeelde partij] heeft/hebben gevoeld; en/of hij op of omstreeks 3 februari 2008 in de gemeente Almere tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeeld[benadeelde partij] heeft gedwongen tot de afgifte van een MP3-speler (merk Difrnce) en/of een mobiele telefoon (merk Samsung) en/of een portemonnee en/of een Identiteitskaart en/of een pinpas (beiden op naam van [benadeeld[benadeelde partij]) en/of diverse andere pasjes, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeeld[benadeelde partij], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) - achter die [benadeelde partij] (die aan het fietsen was) aan is/zijn gerend en/of de bagagedrager van de fiets van die [benadeelde partij] heeft/hebben vastgepakt ten gevolge waarvan die [benadeelde partij] ten val is gekomen en/of - (vervolgens) op een afstand van (ongeveer) een halve meter, in ieder geval een (zeer) korte afstand voor die [benadeelde partij] is/zijn gaan staan en/of - die [benadeelde partij] (dreigend) de woorden heeft/hebben toegevoegd "Wat is je probleem tegen mij" en/of "Laat eens zien wat je allemaal in je zakken hebt zitten" en/of "Laat me niet mijn wapen pakken" en/of - aan de kleding en/of in de zakken van die [benadeelde partij] heeft/hebben gevoeld; 5. hij op of omstreeks 4 februari 2008 in de gemeente Almere ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde p[benadeelde partij] te dwingen tot de afgifte van goederen en/of geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde p[benadeelde partij], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), - naar die [benadeelde partij] is/zijn toegelopen en/of heeft/hebben vastgepakt en/of om die [benadeelde partij] heen is/zijn gaan staan en/of - (met kracht) tegen een muur aan heeft/hebben gedrukt ten gevolge waarvan die [benadeelde partij] met zijn hoofd tegen die muur sloeg en/of - die [benadeelde partij] bij de keel heeft/hebben gepakt en/of - die [benadeelde partij] heeft/hebben toegevoegd dat hij/zij een pistool bij zich had(den) en dat die [benadeelde partij] zijn portemonnee af moest geven, anders zou(den) hij/zij die [benadeelde partij] overhoop schieten en/of dat hij/zij die [benadeelde partij] zou(den) neerschieten in het bijzijn van een passerende vrouw en dat het hem/hun niets zou interesseren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; De rechtbank duidt de drie feiten welke onder 1. cumulatief ten laste zijn gelegd aan als de feiten 1.A, 1.B en 1.C. De feiten 3 tot en met 5 worden hernummerd in feit 2, 3 en 4. De twee feiten welke onder 3. cumulatief ten laste zijn gelegd duidt de rechtbank aan als de feiten 3.A en 3.B. De verdachte wordt blijkens het onderzoek ter terechtzitting door het voorgaande niet in zijn verdediging geschaad. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor de schorsing van de vervolging. BEWIJSMOTIVERING De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een door verdachte ter terechtzitting met betrekking tot alle feiten gedane bekennende verklaring als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering. Gebezigde bewijsmiddelen: Ter zake van feit 1A., 1B.en 1C: - het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van politie Flevoland nr.2008012812, met diverse bijlagen, waaronder onder meer: - het proces-verbaal inhoudende het relaas van verbalisanten; - de verklaring van [benadeelde partij] [benadeelde partij] (aangifte); - de getuigen verklaring van [getuige]; - de als bijlage bij voormeld proces-verbaal van politie gevoegde geneeskundige verklaring met betrekking tot [benadeelde part[benadeelde partij]; - de getuigenverklaring van [getuige]; Ter zake van feit 2: - het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van politie Flevoland nr. 2008011679, met bijlagen, waaronder onder meer: de aangifte van [benadeelde pa[benadeelde partij] en [benadeelde partij] en getuige [getuige]; Ter zake van feit 3A en 3B: - het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van politie Flevoland nr. 2008008996, met bijlagen, waaronder onder meer: de aangifte van [benadeeld[benadeelde partij]; ter zake van feit 4: - het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van politie Flevoland nr. 2008009440, met bijlagen, waaronder onder meer: de aangifte van [benadeelde p[benadeelde partij]. A. Vaststaande feiten Feit 1. Op 17 februari 2008 rond 19.00 uur liep het slachtoffer [benadeelde part[benadeelde partij] van zijn ouderlijk huis naar de eigen woning aan de [adres]. Hij had een wokpan meegenomen. Er kwamen twee jongens aangefietst die hem passeerden. Een van de jongens bespuugde hem. Het slachtoffer zei daar iets van. De twee daders lieten daarop hun fiets vallen en gingen op het slachtoffer af. Verdachte pakte een (ingeklapt) mes, klapte dat open en eiste de telefoon van het slachtoffer. Het slachtoffer gaf hem daarop de telefoon. Hierna werd er door de daders om meer spullen en geld gevraagd. Het slachtoffer gaf daarop zijn rugtas af. Het slachtoffer liet de wokpan vallen waarop de andere dader met de wokpan op zijn rug sloeg. Op een gegeven moment kreeg het slachtoffer zo’n harde klap van de medeverdachte met de wokpan dat hij op de grond viel. Direct daarop werd hij krachtig geschopt waardoor hij op zijn zij viel. Terwijl het slachtoffer zo lag, werd hij door beide daders tegen het hoofd geschopt. Uiteindelijk schopten de daders verdachte zo dat hij richting de waterkant rolde. Vlakbij de waterkant riep een van de daders dat hij het water in moest. Het slachtoffer zag geen andere uitweg en is, daartoe gedwongen door de daders het met een laagje ijs bedekte ijskoude water ingegaan. De daders scholden hem uit en gooiden stenen en de wokpan naar het slachtoffer zodat hij niet meer de kant op kon. Daarbij raakte een stuk tegel zijn been. Na ongeveer 30 meter door het water te zijn gewaad, waarbij hij het ijs weg moest breken, heeft het slachtoffer hulp in kunnen roepen. Vervolgens is hij vervoerd naar het ziekenhuis. Uit de medische verklaring blijkt dat het slachtoffer hematomen, striemen, een blauwe plek boven het linker oog, gezwollen en een pijnlijke linker oorschelp heeft opgelopen tengevolge van het door de daders op hem uitgeoefende geweld. Feit 2. Op woensdag 13 februari 2008 fietsten [benadeelde partij] [benadeelde partij] (13 jaar) en [benadeelde partij] [benadeelde partij] (14 jaar) en [getuige] [getuige] te Almere-Haven over het Burgerpad. Zij zien in de verte een man staan. Ze stoppen om een veter vast te maken. De man komt op hen aflopen en bedreigt [benadeelde partij] [benadeelde partij] met een op een stiletto gelijkend mes en voegt daaraan de woorden toe: “Als je de telefoon niet geeft, maak ik je kapot.” [benadeelde partij] geeft zijn telefoon af. Vervolgens gaat de dader (verdachte) naar [benadeelde partij] [benadeelde partij] toe. [benadeelde partij] is vreselijk bang omdat hij gezien heeft wat er met [benadeelde partij] gebeurde en geeft, na bedreiging met woorden door de dader, zijn telefoon en splinternieuwe fiets af aan de dader. Feit 3. In de nacht van 04 februari 2008 fietste [benadeelde partij] [benadeelde partij] (15 jaar) met een paar vrienden te Almere. Plotseling zien ze twee jongens staan. Een van de jongens zegt “wat kijk je me aan”. [benadeelde partij] zegt niets maar hoort dat er iemand achter hem aanrent. De dader (verdachte) pakt de fiets bij de bagagedrager waardoor het slachtoffer tot stilstand komt en tegen een auto valt. De dader gaat voor het slachtoffer staan en vraagt wat het slachtoffer in zijn zakken heeft zitten. Hij geeft daarop zijn MP3-speler af aan de dader. De dader bevoelt de kleding van het slachtoffer en pakt de portemonnee en de telefoon af. Het slachtoffer voelde zich bedreigd. Feit 4. Op 4 februari 2008 liep het slachtoffer [benadeelde partij] [benadeelde partij] (26 jaar) met zijn fiets aan de hand ter hoogte van een steegje in de Leemwierde te Almere. Hij werd door een jongen tegen een schuurtje gedrukt. Hij probeerde hem weg te duwen waarop de dader het slachtoffer weer tegen de muur duwde maar zo hard dat hij met zijn hoofd tegen de muur sloeg. De dader pakte hem bij de keel en zei dat hij een pistool bij zich had en dat het slachtoffer zijn portemonnee af moest geven. Hij zou hem anders overhoop schieten. Er kwamen meerdere mensen aanlopen waardoor het geweld stopte en de daders er vandoor gingen. B. Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft aangevoerd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen poging doodslag (1A), medeplegen van afpersing (1C) en dat verdachte, aldus de officier van justitie, dient te worden vrijgesproken van hetgeen onder 1B ten laste is gelegd. Voorts kan wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan afpersing (2) en medeplegen van gekwalificeerde diefstal (3A) en afpersing (3B) en poging tot afpersing (4). C Standpunt van de verdachte, de verdediging De verdachte heeft de feiten bekend. D Beoordeling van de tenlastelegging Verdachte dient te worden vrijgesproken van hetgeen onder 1B ten laste is gelegd, zijnde dit niet wettig en overtuigend bewezen. E Bewezenverklaring 1. A. hij op 17 februari 2008 in de gemeente Almere ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk [benadeelde part[benadeelde partij] van het leven te beroven, met dat opzet: - die [benadeelde partij] klappen met een wokpan op de rug en heeft gegeven, tengevolge waarvan die [benadeelde partij] voorover op de grond is gevallen en - vervolgens die [benadeelde partij] krachtige schoppen tegen de rug en het hoofd heeft gegeven en - die [benadeelde partij] door schoppen tegen diens lichaam naar de rand van de waterplas heeft gerold en - vervolgens die [benadeelde partij] heeft gedwongen het water in te gaan en - stenen en een wokpan in de richting van die [benadeelde partij] heeft gegooid, tengevolge waarvan die [benadeelde partij] gedwongen is zich geruime tijd in het met een dunne laag ijs bedekte water op te houden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; en C. hij op 17 februari 2008 in de gemeente Almere tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [benadeelde part[benadeelde partij] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon (merk Sony Ericsson) en een sleutelbos en een rugzak met inhoud toebehorende aan [benadeelde part[benadeelde partij], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader - een mes heeft getrokken en opengeklapt en dit mes vervolgens in de richting van die [benadeelde partij] heeft gehouden en - daarbij tegen die [benadeelde partij] heeft gezegd: "Geef mij je telefoon maar." en - vervolgens heeft gezegd: "Geef mij je geld, geef mij je geld" en "Als je voor je leven vreest, geef je me je spullen." 2. hij op 13 februari 2008 in de gemeente Almere met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [benadeelde partij] en [benadeelde pa[benadeelde partij] heeft gedwongen tot de afgifte van twee mobiele telefoons (merk Motorola en LG) en een fiets (merk Limit), toebehorende aan [benadeelde partij] en/of [benadeelde pa[benadeelde partij], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte - op die [benadeelde partij] en [benadeelde partij] is toegelopen en dreigend de woorden heeft toegevoegd "Geef me je telefoon" en "Als je die telefoon niet geeft dan maak ik je kapot" en "Geef me je fiets" en "Je krijgt drie seconden" en - daarbij die [benadeelde partij] en [benadeelde partij] een mes heeft getoond en de punt van dat mes tegen de buik van die [benadeelde partij] heeft gedrukt. 3. A. hij op 3 februari 2008 in de gemeente Almere tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (merk Samsung) en een portemonnee en een Identiteitskaart en een pinpas en andere pasjes, toebehorende aan [benadeeld[benadeelde partij], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [benadeeld[benadeelde partij], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en zijn mededader - achter die [benadeelde partij] (die aan het fietsen was) aan zijn gerend en de bagagedrager van de fiets van die [benadeelde partij] hebben vastgepakt ten gevolge waarvan die [benadeelde partij] ten val is gekomen en - vervolgens op een afstand van (ongeveer) een halve meter, in ieder geval een (zeer) korte afstand voor die [benadeelde partij] zijn gaan staan en - die [benadeelde partij] (dreigend) de woorden heeft/hebben toegevoegd "Wat is je probleem tegen mij" en "Laat eens zien wat je allemaal in je zakken hebt zitten" en "Laat me niet mijn wapen pakken" en - aan de kleding en in de zakken van die [benadeelde partij] heeft/hebben gevoeld; en B . hij op 3 februari 2008 in de gemeente Almere tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [benadeeld[benadeelde partij] heeft gedwongen tot de afgifte van een MP3-speler (merk Difrnce) toebehorende aan [benadeeld[benadeelde partij], welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte en zijn mededader - achter die [benadeelde partij] (die aan het fietsen was) aan zijn gerend en de bagagedrager van de fiets van die [benadeelde partij] hebben vastgepakt ten gevolge waarvan die [benadeelde partij] ten val is gekomen en - vervolgens op een afstand van (ongeveer) een halve meter, in ieder geval een (zeer) korte afstand voor die [benadeelde partij] zijn gaan staan en - die [benadeelde partij] (dreigend) de woorden heeft/hebben toegevoegd "Wat is je probleem tegen mij" en "Laat eens zien wat je allemaal in je zakken hebt zitten" en "Laat me niet mijn wapen pakken" en - aan de kleding en in de zakken van die [benadeelde partij] heeft/hebben gevoeld; 4. hij 4 februari 2008 in de gemeente Almere ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [benadeelde p[benadeelde partij] te dwingen tot de afgifte van goederen en/of geld, toebehorende aan [benadeelde p[benadeelde partij] - naar die [benadeelde partij] is toegelopen en heeft vastgepakt en - met kracht tegen een muur aan heeft gedrukt ten gevolge waarvan die [benadeelde partij] met zijn hoofd tegen die muur sloeg en - die [benadeelde partij] bij de keel heeft gepakt en - die [benadeelde partij] heeft toegevoegd dat hij een pistool bij zich had en dat die [benadeelde partij] zijn portemonnee af moest geven, anders zou hij die [benadeelde partij] overhoop schieten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; Van het onder 1.A., 1.C, 2., 3.A, 3.B en 4 meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht. STRAFBAARHEID Het bewezene levert op: Feit 1.: (A) Medeplegen van poging tot doodslag, strafbaar gesteld bij artikel 287, juncto artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht en (C) Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, strafbaar gesteld bij artikel 317, juncto artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht. Feit 2.: Afpersing, strafbaar gesteld bij artikel 317 van het Wetboek van Strafrecht. Feit 3.: (A) Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, strafbaar gesteld bij artikel 312, juncto artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht. en (B) Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, strafbaar gesteld bij artikel 317, juncto artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht. Feit 4: Poging tot afpersing, strafbaar gesteld bij artikel 317 juncto artikel 45 van het Wetboek van strafrecht. De verdachte is deswege strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden gebleken zijn die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten. OPLEGGING VAN STRAF OF MAATREGEL Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend. Naast de hierboven genoemde bewezen en strafbaar verklaarde feiten heeft de verdachte zich ook schuldig gemaakt aan een zevental ad informandum gevoegde feiten, te weten afpersing, een poging tot afpersing, een openlijke geweldpleging in vereniging tegen personen, een openlijke geweldpleging in vereniging tegen goederen, een woninginbraak, een winkeldiefstal en opzetheling, zoals valt af te leiden uit de ter kennisneming van de rechtbank gebrachte processen-verbaal van politie, welke zich in het onderhavige dossier bevinden, en zoals ook door de verdachte ter terechtzitting zijn bekend. De verdachte heeft aldus in een tijdbestek van nog geen maand zich schuldig gemaakt aan acht ernstige tot zeer ernstige geweldsdelicten. Daarnaast heeft verdachte zich nog schuldig gemaakt aan een drietal vermogensdelicten zonder geweldpleging. Een van de delicten (feit 1) betreft zelfs een poging doodslag op een toevallige voorbijganger, die verdachte of zijn mededader helemaal niets had aangedaan. Toch heeft verdachte met zijn mededader -zeer laf - gemeend deze man zo flink te moeten toetakelen en hem te dwingen ijskoud water in te gaan en daarin te blijven, dat de aanmerkelijke kans bestond dat deze man daarbij zijn leven had kunnen laten. Dat zou ook tot een onnoemlijk verdriet bij zijn naasten hebben geleid Een ander delict (feit 2) betreft een zeer laffe beroving van twee jonge kinderen van 13 en 14 jaar, waarbij verdachte ook niet heeft geschroomd een mes te gebruiken. Ook de andere bewezen en strafbaar verklaarde delicten betreffen laffe berovingen, waarvan een 15 jarige jongen het slachtoffer is geworden (feit 3) en waarbij flink geweld is gebruikt (feit 4). Dergelijke delicten plegen naast fysiek letsel en pijn, ook psychische en veelal zelfs ernstige psychische gevolgen te hebben voor slachtoffers. Daarnaast worden dit soort delicten als zeer schokkend ervaren door getuigen en anderen in de samenleving die hier kennis van dragen. Gelet op het bovenstaande zal onder meer het vergeldingsaspect in de op te leggen straf tot uitdrukking dienen te komen. Een onvoorwaardelijke jeugddetentie van een flinke duur ligt dan ook in de rede. Bij haar beslissing heeft de rechtbank voorts rekening gehouden met: - een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 13 mei 2008; - een rapport raadsonderzoek strafzaken d.d. 21 februari 2008 uitgebracht door de Raad voor de Kinderbescherming locatie Lelystad met daarbij gevoegd de rapportage van Bureau Jeugdzorg Flevoland; - een psychiatrisch rapport d.d. 09 mei 2008, uitgebracht door drs. F.M.J. Bruggeman, psychiater en vast gerechtelijk deskundige; - een psychologisch rapport d.d. 09 mei 2008, uitgebracht door drs. I. ten Doeschate, Gz-psycholoog; - de overige stukken van het de verdachte betreffend persoonsdossier. Het rapport van de deskundige Bruggeman houdt als conclusie onder meer in dat bij verdachte sprake is van een gestoorde persoonlijkheidsontwikkeling. Er is een toename van de antisociale gedragsproblemen, zoals stelen, liegen en het gebruik van geweld. Voorts is er een afwijkende ontwikkeling op het gebied van agressieregulatie, gewetensvorming en emotionele huishouding bij verdachte te zien. De recidivekans is hoog indien verdachte geen adequate behandeling zal ondergaan. Het rapport van de deskundige Ten Doeschate houdt als conclusie onder meer in dat de persoonlijkheidsontwikkeling van verdachte kenmerken vertoont van een gedragsstoornis. Met name in perioden dat verdachte zich in meer existentiële zaken emotioneel gekwetst voelt, lijkt hij zijn frustraties en agressie niet onder controle te hebben. Verdachte is iets verminderd toerekeningsvatbaar. Beide deskundigen adviseren de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen voorwaardelijk op te leggen. Een stevige ambulante behandeling in dat kader zal verdachte stimuleren zijn gedrag aan te passen en om de behandeling te accepteren. Beide deskundigen zijn ter terechtzitting gehoord en hebben hun standpunten ter terechtzitting bevestigd. De deskundige Bruggeman heeft daarbij haar rapportage aangevuld in die zin dat zij verdachte licht verminderd toerekeningsvatbaar acht. De rechtbank neemt de conclusies en de adviezen van de deskundigen op de daarvoor in voornoemde rapporten bijeengebrachte gronden over en maakt die tot de hare. De rechtbank concludeert op grond van deze rapporten dat de bewezen verklaarde feiten in licht verminderde mate aan verdachte kunnen worden toegerekend. De rechtbank acht verdachte in zoverre strafbaar. De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat de algemene veiligheid van personen het opleggen aan verdachte van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdi¬gen eist en voorts dat bedoelde maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikke¬ling van verdachte. De rechtbank heeft daarbij mede in overweging genomen dat uit de rapportages blijkt dat verdachte langdurig hulp nodig heeft om de dreigende scheefgroei in zijn ontwikkeling bij te kunnen sturen en de kans op recidive te verminderen. In deze behandeling zou aandacht moeten zijn voor de persoonlijke problematiek van verdachte, de relatie met zijn ouders en vriendenkeuze. Gelet op de inhoud van de rapportages acht de rechtbank het aangewezen voornoemde maatregel in voorwaardelijke vorm op te leggen, met oplegging van bijzondere voorwaarden zoals hierna omschreven. Voorts acht de rechtbank in dit geval, naast de voorwaardelijke maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, oplegging van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur noodzakelijk gelet op hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van de aard en ernst van de be¬wezen en strafbaar verklaarde feiten. De rechtbank overweegt ten slotte dat ter zake van de onder 3.A en 3.B ten laste gelegde en bewezen verklaarde feiten sprake is van eendaadse samenloop als bedoeld in artikel 55 van het Wetboek van Strafrecht en dat zij – gelet op het bepaalde in voornoemd artikel – bij de bepaling van de strafmaat zal uitgaan van de strafbepaling waarop de zwaarste hoofdstraf is gesteld. De oplegging van de maatregel is, behalve op de reeds aange¬haalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 27, 36f, 77a, 77g, 77h, 77i, 77s, 77w, 77y, 77z, 77aa, 77dd en 77gg van het Wetboek van Strafrecht. Benadeelde partij [benadeelde partij] Voor aanvang van de terechtzitting heeft [benadeelde part[benadeelde partij] zich als benadeelde partij in dit geding gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van schade ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde. De hoogte van die schade wordt door de benadeelde partij begroot op een bedrag van € 1.295,--, bestaande uit materiële schade ter hoogte van € 770,-- en immateriële schade ter hoogte van € 525,--. Bij het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partij [benadeelde part[benadeelde partij] rechtstreeks schade heeft geleden ten gevolge van het onder 1.A en 1.C. bewezen verklaarde. De hoogte van die schade is genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van € 1.295,--, bestaande uit € 770,-- materiële schade en € 525,-- immateriële schade, vermeerderd met de kosten die – tot op heden – worden begroot op nihil. De vordering van de benadeelde partij, die in die vordering ontvankelijk is, is in dier voege toewijsbaar. De verdachte is voor de schade, voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk. De rechtbank zal voorts aan de verdachte op de voet van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een geldsom van € 1.295,-- ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde part[benadeelde partij]. Benadeelde partij [benadeelde partij] Voor aanvang van de terechtzitting heeft [benadeelde partij], zich als benadeelde partij in dit geding gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van schade, welke schade wordt begroot op een bedrag van € 532,--. Bij het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partij [benadeelde partij] rechtstreeks schade heeft geleden ten gevolge van het onder 2. bewezen verklaarde. De hoogte van die schade is genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van € 512,--, bestaande uit € 262,-- materiële schade en € 250,-- immateriële schade, vermeerderd met de kosten die – tot op heden – worden begroot op nihil. De vordering van de benadeelde partij, die in die vordering ontvankelijk is, is in dier voege toewijsbaar. De verdachte is voor de schade, voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk. De vordering van de benadeelde partij is naar het oordeel van de rechtbank ter zake van de meer gevorderde materiële kosten, te weten extra vervoer taxi, niet van zo eenvoudige aard dat deze zich leent voor behandeling in het strafgeding. De rechtbank zal bepalen dat de benadeelde partij in dit deel van de vordering niet ontvankelijk is en dat de vordering ter zake van dit deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. De rechtbank zal voorts aan de verdachte op de voet van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een geldsom van € 512,-- ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij]. BESLISSING Het onder 1.B. ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken. Het onder 1.A., 1.C, 2., 3.A en 3.B en 4 ten laste gelegde is bewezen zoals hiervoor aangegeven en levert de strafbare feiten op, zoals hiervoor vermeld. De verdachte is deswege strafbaar. Het onder 1.A., 1.C, 2., 3.A en 3.B en 4 meer of anders ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 1 (één) jaar. De tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, zal bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde jeugddetentie in mindering worden gebracht. De rechtbank legt aan de verdachte op de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen. De maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen zal niet worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 jaar aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd. Als bijzondere voorwaarden worden gesteld dat de verdachte gedurende de proeftijd zich zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door het Bureau Jeugdzorg Flevoland, jeugdreclassering, zulks zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt, ook indien dit inhoudt: - deelname aan ITB harde kern; - het volgen van een individuele behandeling en multisystem therapie bij De Waag of een soortgelijke instelling; - meewerken aan de door Tactus verslavingszorg uit te voeren urinecontroles en de door die instelling noodzakelijk geachte begeleiding. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde part[benadeelde partij], [woonplaats], van een bedrag van € 1.295,-- (zegge: twaalfhonderdenvijfennegentig euro), hoofdelijk met dien verstande dat indien en voor zover verdachtes mededader betaalt, verdachte in zoverre van deze verplichting zal zijn bevrijd, met veroordeling tevens van verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken. De rechtbank legt op aan verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 1.295,-- ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde part[benadeelde partij] voornoemd, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 25 dagen hechtenis. De rechtbank bepaalt dat, indien verdachte en/of zijn mededader heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde part[benadeelde partij] in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte en/of zijn mededader heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde part[benadeelde partij], daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij], [woonplaats], van een bedrag van € 512,-- (zegge: vijfhonderdentwaalf euro), met veroordeling tevens van verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken. De rechtbank legt op aan verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 512,-- ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij] voornoemd, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 dagen hechtenis. De rechtbank bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij] in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij], daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen. De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde partij] voor wat het meer gevorderde betreft in zijn vordering niet ontvankelijk is en dat hij zijn vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. Aldus gewezen door mr. G.H. Meijer, voorzitter tevens kinderrechter, mrs. G.J.J.M. Essink en H.M. Schaak, rechters, in tegenwoordigheid van M. Smit, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 oktober 2008.