Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG1041

Datum uitspraak2008-10-16
Datum gepubliceerd2008-10-21
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers97118 / KG ZA 08-269
Statusgepubliceerd


Indicatie

Eiser vordert nakoming van het bepaalde in de huurovereenkomst dat gedaagde het pand aan huurder te koop moet aanbieden tegen de afgesproken prijs. Gedaagde verklaart niet de wil te hebben tot verkoop over te gaan. Vordering afgewezen, geen spoedeisend belang. Reconventionele vordering niet-ontvankelijk.


Uitspraak

RECHTBANK ALMELO Sector Civiel zaaknummer: 97118 / KG ZA 08-269 datum vonnis: 16 oktober 2008 (sn) Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van: [eiser], wonende te Nijverdal, eiser in conventie, verweerder in reconventie, verder te noemen [eiser], advocaat: mr. S.A. van Snippenburg, tegen [gedaagde], wonende te Rijssen, gedaagde in conventie, eiser in reconventie, verder te noemen [gedaagde], advocaat: mr. H.J.G.M. te Woerd. Het procesverloop [eiser] heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding. De zaak is behandeld ter terechtzitting van 9 oktober 2008. Ter zitting zijn verschenen: [eiser] vergezeld door mr. Van Snippenburg en [gedaagde] vergezeld door mr. Te Woerd. Ter zitting heeft [gedaagde] een reconventionele vordering ingesteld. De standpunten zijn toegelicht. Het vonnis is bepaald op vandaag. Vaststaande feiten 1. In deze zaak staat het navolgende vast. - [eiser] huurt het pand aan de [adres eiser] te Nijverdal van [gedaagde]. - De huurovereenkomst is op 28 september 1982 door [eiser] en [gedaagde] ondertekend en is door partijen voor onbepaalde tijd aangegaan. - Artikel 8 van deze huurovereenkomst luidt, voorzover hier van belang: “Indien verhuurder tot verkoop van het gehuurde wenst over te gaan, is hij verplicht het gehuurde aan de huurder te verkopen voor een koopsom van éénhonderd twee en zestig duizend vijfhonderd gulden (f. 162.500,--)”. Standpunten van partijen In conventie 2. [eiser] vordert om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde] te bevelen [adres eiser] onder de voorwaarden van artikel 8 van de overeenkomst van 28 september 1982 aan [eiser] aan te bieden, en wel binnen 24 uur na betekening van het in deze te wijzen vonnis. Dit onder verbeuring van een dwangsom van € 25.000,-- per dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] daarmee in gebreke is, een en ander met een maximum van € 1.000.000,--. [eiser] heeft eveneens een subsidiaire en meer subsidiaire vordering ingesteld met betrekking tot het aanbieden van [adres eiser] ter verkoop door [gedaagde]. Tevens vordert [eiser] om [gedaagde] te veroordelen in de kosten van het geding. 3. [eiser] stelt hiertoe het volgende. [eiser] heeft recentelijk vernomen dat [gedaagde] voornemens is het pand aan de [adres eiser] te verkopen. [gedaagde] heeft bij brief van 11 april 2008 jegens de gemeente Hellendoorn geuit dat het zijn wens is om op korte termijn over te gaan tot vervreemding van [adres eiser]. Dat de wens tot verkoop van [gedaagde] ook feitelijk en reëel is, blijkt uit het feit dat het pand aan de [naburig pand] inmiddels door [gedaagde] is verkocht. Daarnaast heeft [gedaagde] een belang bij de verkoop van het pand aan de [adres eiser] aan een derde, omdat de marktwaarde substantieel hoger ligt dan de eertijds overeengekomen prijs van f. 162.500,--. 4. [gedaagde] voert gemotiveerd verweer, welk verweer onder meer inhoudt dat [eiser] geen spoedeisend belang heeft, nu hij het pand niet wil verkopen. In reconventie 5. [gedaagde] vordert in reconventie om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [eiser] te veroordelen om binnen drie dagen na betekening van het vonnis, het gehuurde c.a. aan de [adres eiser] te Nijverdal te ontruimen en te verlaten met al de zijnen en het zijne en dit object onder afgifte van de sleutels, geheel ontruimd, ter vrije beschikking van [gedaagde] te stellen en te laten met machtiging op [gedaagde] die ontruiming zelf te doen bewerkstelligen door een deurwaarder, zonodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie, alles voor rekening en risico van [eiser]. Daarnaast vordert [gedaagde] voorwaardelijk om [eiser] bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad te veroordelen om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis, [gedaagde] en zijn advocaat en een door [gedaagde] aan te wijzen bouwkundige toe te laten tot het gehuurde zodat [gedaagde] de exacte staat van het gehuurde kan opnemen, zulks op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,-- per dag of gedeelte daarvan dat gedaagde in gebreke mocht blijven aan dit bevel te voldoen. Tevens vordert [gedaagde] om [eiser] te veroordelen in de proceskosten. 6. [eiser] maakt bezwaar tegen de vordering in reconventie. De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing In conventie 7. De voorzieningenrechter zal in kort geding eerst het spoedeisende belang bij (toewijzing van) de vordering dienen te beoordelen. 8. [eiser] heeft aangevoerd dat hij heeft vernomen dat [gedaagde] voornemens is het pand te vervreemden. [eiser] leidt dit af uit de brief van 11 april 2008 en uit de daadwerkelijke verkoop van het pand aan de [naburig pand]. 9. Ter zitting van 9 oktober 2008 heeft [gedaagde] meegedeeld dat hij niet voornemens is het pand aan de [adres eiser] te verkopen. [gedaagde] is zich terdege bewust van de inhoud van artikel 8 van de huurovereenkomst. In de brief van 11 april 2008, welke is opgesteld door de boekhouder van [gedaagde], wordt abusievelijk gesproken over vervreemding van het pand aan de [adres eiser]. [gedaagde] heeft bij de gemeente willen informeren over de mogelijkheden om het pand aan [naburig pand] te vervreemden. Dit pand is ook daadwerkelijk verkocht. Ter zitting heeft [gedaagde] verklaard dat de koopovereenkomst ten aanzien van dat pand op 18 augustus 2008 is getekend. 10. De voorzieningenrechter komt tot het oordeel dat geen sprake is van voldoende spoedeisend belang. Uit de verklaringen van [gedaagde] blijkt immers dat er geen sprake is van een wil en een uiting van die wil om het pand aan de [adres eiser] te verkopen. Zijn stelling dat de brief van 11 april 2008 vooral ziet op [naburig pand] is geloofwaardig, omdat dit pand na 11 april 2008 ook is verkocht en er verder geen aanwijzingen zijn dat [adres eiser] te koop wordt aangeboden. Nu niet is gebleken van een spoedeisend belang zal de voorzieningenrechter de vordering afwijzen. In reconventie 11. [gedaagde] heeft bij brief van 8 oktober 2008 aangekondigd dat hij voornemens is een reconventionele vordering in te stellen. Ter zitting van 9 oktober 2008 heeft hij zijn reconventionele vordering toegelicht. Gelet op de aard en de strekking van de vordering in reconventie en het tijdstip waarop deze vordering is ingesteld wordt de vordering in reconventie niet toegelaten, nu deze in strijd met de beginselen van een behoorlijke procesorde. [eiser] heeft immers niet de gelegenheid gehad zich voor te bereiden op een verweer tegen deze vordering, terwijl de vordering eenvoudig eerder aan [eiser] kenbaar had kunnen worden gemaakt. De voorzieningenrechter zal [gedaagde] niet-ontvankelijk verklaren in zijn reconventionele vordering. In conventie en reconventie 12. De voorzieningenrechter zal [eiser], als de in het ongelijk gestelde partij in conventie, veroordelen in de proceskosten. Daarnaast zal de voorzieningenrechter [gedaagde], als de in het ongelijk gestelde partij in reconventie, veroordelen in de proceskosten. De beslissing De voorzieningenrechter: In conventie I. wijst de vordering af; II. veroordeelt [eiser] in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 254,-- aan verschotten en € 527,-- aan salaris van de advocaat; In reconventie III. verklaart [gedaagde] niet-ontvankelijk in de vordering; IV. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van dit geding tot op deze uitspraak aan de zijde van [eiser] in totaal begroot op nihil. Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. Haarhuis, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 oktober 2008, in tegenwoordigheid van de griffier.