Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG1109

Datum uitspraak2008-10-21
Datum gepubliceerd2008-10-22
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers97207 / KG ZA 08-275
Statusgepubliceerd


Indicatie

Gedaagde weigert medewerking aan juridische levering onroerende zaken. Vonnis treedt op grond van artikel 3:300 lid 2 in plaats van de notariële akte tot levering. Vordering medewerking aan levering aandelen afgewezen, geen belang.


Uitspraak

RECHTBANK ALMELO Sector Civiel zaaknummer: 97207 / KG ZA 08-275 datum vonnis: 21 oktober 2008 (sn) Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van: [eiseres], wonende te Enschede, eiseres, verder te noemen [eiseres], advocaat: mr. A.M. Kuipers, tegen [gedaagde], wonende te Enschede, gedaagde, verder te noemen [gedaagde], procederend in persoon. Het procesverloop [eiseres] heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding. De zaak is behandeld ter terechtzitting van 14 oktober 2008. Ter zitting zijn verschenen: [eiseres] vergezeld door mr. Kuipers en [gedaagde]. De standpunten zijn toegelicht. Het vonnis is bepaald op vandaag. Vaststaande feiten 1. In deze zaak staat het navolgende vast. - Partijen hebben met behulp van mr. Tijans, werkzaam bij accountantskantoor Holl & Gort, kantoorhoudende te Enschede, een overeenkomst opgesteld d.d. 17 oktober 2005 met betrekking tot de scheiding en deling van de gemeenschap van goederen. - Bij overeenkomst van scheiding en deling van 17 oktober 2005 zijn partijen overeengekomen dat de woning aan de [adres eiseres] te Enschede aan [eiseres] wordt toegedeeld en dat het appartement aan de [adres gedaagde] te Enschede aan [gedaagde] wordt toegedeeld. De aandelen in [aandelenfonds] zijn toegedeeld aan [gedaagde]. - Op de genoemde woningen rust geen hypotheekschuld. - Tussen partijen is op 21 december 2005 bij beschikking van de rechtbank Almelo de echtscheiding uitgesproken. De echtscheidingsbeschikking is op 21 december 2005 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. - [gedaagde] weigert medewerking aan de akte van verdeling en levering van genoemde onroerende zaken en aandelen. Standpunten van partijen 2. [eiseres] vordert om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad te bepalen dat, op de voet van artikel 3:300 lid 2 Burgerlijk Wetboek (hierna te noemen: BW), dit vonnis dezelfde kracht zal hebben als een in wettige vorm opgemaakte notariële akte, met betrekking tot de eigendomsoverdracht van de woning aan de [adres eiseres], het appartement aan de [adres gedaagde] en de aandelen [aandelenfonds], welk vonnis voor inschrijving vatbaar is in de openbare registers. Daarnaast vordert [eiseres] [gedaagde] op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst te veroordelen om binnen 2 weken na betekening van dit vonnis mee te werken aan de levering van de hiervoor genoemde (on)roerende zaken, één en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,-- voor iedere dag, een gedeelte van de dag daaronder begrepen, dat de man daarmee nalatig blijft, met een maximum van € 35.000,--. Daarnaast vordert [eiseres] [gedaagde] in de kosten van het geding te veroordelen. 3. [eiseres] voert hiertoe het volgende aan. Bij overeenkomst van scheiding en deling zijn partijen overeengekomen zoals in de overeenkomst van 17 oktober 2005 is bepaald. Op basis daarvan is [gedaagde] gehouden tot medewerking aan de levering van hierboven genoemde (on)roerende zaken. [eiseres] vreest dat zij financiële schade zal lijden, ten gevolge van het uitblijven van een juridische levering van het onverdeeld aandeel van de eigendom van [gedaagde] in het woonhuis aan de [adres eiseres] te Enschede aan [eiseres]. Daarnaast wil [eiseres] de volledige handelsvrijheid verkrijgen over haar eigendom omdat zij de verkoop van genoemde woning overweegt. 4. [gedaagde] voert verweer. Hij voert aan dat het huis aan de [adres eiseres] op naam van [eiseres] staat en dat het appartement aan de [adres gedaagde] en de aandelen [aandelenfonds] op zijn naam staan. [gedaagde] stelt zich op het standpunt dat hij niet hoeft mee te werken aan de levering van de genoemde (on)roerende zaken, nu de feitelijke situatie al is zoals partijen zijn overeengekomen. Subsidiair is [gedaagde] bereid om mee te werken onder de voorwaarde dat hij van de € 15.000,-- die hij teveel aan [eiseres] heeft betaald in verband met de aandelen [aandelenfonds], de helft, te weten € 7.500,--, van [eiseres] terug ontvangt en dat hij de kosten van dit geding niet hoeft te betalen. 5. [eiseres] gaat niet akkoord met het voorstel van [gedaagde]. Zij stelt zich op het standpunt dat uit de overeenkomst van scheiding en deling d.d. 17 oktober 2005 blijkt dat partijen zijn overeengekomen dat zij over en weer niets meer te vorderen hebben. Beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing 6. De levering van onroerende zaken, zoals de woning aan de [adres eiseres] en het appartement aan de [adres gedaagde], geschiedt op grond van artikel 3:89 BW door een daartoe tussen partijen opgemaakte notariële akte, gevolgd door de inschrijving van de akte in de daartoe bestemde openbare registers. De eigendom gaat pas op het moment van de inschrijving over. 7. In de onderhavige zaak hebben [eiseres] en [gedaagde] bij de hierboven genoemde overeenkomst van scheiding en deling, niet zijnde een notariële akte, afspraken gemaakt met betrekking tot de te verdelen onroerende zaken. [eiseres] woont in het aan haar toebedeelde huis aan de [adres eiseres] en [gedaagde] woont in het aan hem toebedeelde appartement aan de [adres gedaagde]. Dit betreft de feitelijke situatie van de onroerende zaken. Uit de overgelegde Kadasterberichten, d.d. 2 oktober 2008, blijkt dat de eigendom van de onroerende zaken weliswaar op de juiste naam staat conform de overeenkomst van scheiding en deling, maar dat ten aanzien van beide onroerende zaken onder aantekening van recht staat vermeld dat de burgerlijke staat van de eigenaar is: gehuwd. Als betrokken persoon wordt in deze berichten de gewezen echtgeno(o)t(e) vermeld. Hieruit blijkt dat de juridische levering van de onroerende zaken nog niet is geschied. 9. Nu de juridische levering van de onroerende zaken nog niet heeft plaatsgevonden, is [gedaagde] gehouden mee te werken aan de levering conform de overeenkomst van scheiding en deling. [gedaagde] heeft pas ter zitting een voorwaarde gesteld voor zijn medewerking. Deze voorwaarde is niet als voorwaarde in de overeenkomst van 17 oktober 2005 opgenomen en kan geen afbreuk doen aan zijn verplichting tot medewerking aan de levering. Verder heeft [gedaagde] geen argumenten genoemd op grond waarvan hij geen medewerking zou hoeven te verlenen. 10. Nu [gedaagde] is gehouden om tezamen met [eiseres] een notariële akte op te maken ter levering van beide onroerende zaken bepaalt de voorzieningenrechter dat dit vonnis in de plaats van de benodigde notariële akte zal treden. Een veroordeling tot medewerking van [gedaagde] is derhalve niet meer nodig. Dit deel van de vordering zal daarom worden afgewezen. 11. De voorzieningenrechter overweegt ten aanzien van de medewerking van [gedaagde] aan de levering van de bovengenoemde aandelen het volgende. Uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel blijkt dat [gedaagde] enig en zelfstandig aandeelhouder is van de aandelen in [aandelenfonds]. Uit de stukken blijkt niet dat de aandelen mede op naam van [eiseres] staan, danwel dat nog ergens staat geregistreerd dat deze aandelen in enige gemeenschap vallen. Vooralsnog is niet, althans onvoldoende gebleken dat levering van de aandelen nog nodig is. Daarnaast is niet gebleken dat [eiseres] een belang heeft bij de medewerking van [gedaagde] aan de levering van de aandelen. De vordering ten aanzien van de aandelen wordt om die reden dan ook afgewezen. 12. De voorzieningenrechter overweegt nog ten overvloede dat dit vonnis geen oordeel bevat over de ter zitting door [gedaagde] gestelde vorderingen ter hoogte van € 7.500,-- en € 90.000,-- die hij op [eiseres] zou hebben. 13. In de omstandigheid dat het een geding betreft tussen twee personen die gehuwd zijn geweest, ziet de voorzieningenrechter aanleiding de proceskosten tussen partijen te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt. De beslissing De voorzieningenrechter: I. bepaalt, op de voet van artikel 3:300 lid 2 BW dat dit vonnis dezelfde kracht zal hebben als in een wettige vorm opgemaakte notariële akte: * tot eigendomsoverdracht van het aandeel van [gedaagde] in de woning aan de [adres eiseres] te Enschede, kadastraal bekend gemeente [kadastrale gegevens adres eiseres], aan [eiseres]; * tot eigendomsoverdracht van het aandeel van [eiseres] in de woning aan de [adres gedaagde] te Enschede, kadastraal bekend gemeente [kadastrale gegevens adres gedaagde], aan [gedaagde]; welk vonnis voor inschrijving vatbaar is in de registers van de openbare registers; II. bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de notariële akte tot levering van de onroerende zaken; III. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad; IV. compenseert de kosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt; V. wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. Haarhuis, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 oktober 2008, in tegenwoordigheid van de griffier.