Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG1184

Datum uitspraak2008-10-01
Datum gepubliceerd2008-10-22
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers181816/HA ZA 02-1825
Statusgepubliceerd


Indicatie

Eindvonnis tussenkomende partij inzake levering verkeerde MDO.


Uitspraak

Uitspraak Rechtbank Rotterdam Sector civiel recht Zaak-/rolnummer: 181816/HA ZA 02-1825 Uitspraak: 1 oktober 2008 VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ALLROUND FUEL TRADING CHEMOIL B.V., thans genaamd CHEMOIL EUROPE B.V., gevestigd te Rotterdam, eiseres, advocaat mr P.W. Tubbergen, - alsmede - 1. de vennootschap ERASMUS VERZEKERINGEN B.V. Q.Q., handelende als lasthebber van Erasmus Verzekeringen N.V. te Rotterdam, gevestigd te Rotterdam, 2. de naamloze vennootschap FORTIS CORPORATE INSURANCE N.V., gevestigd te Amstelveen, 3. de naamloze vennootschap NIEUWE HOLLANDSE LLOYD SCHADEVERZEKERING N.V., namens en als rechtsopvolger van Eagle Star Reinsurance Company Limited te Londen, gevestigd te Woerden, 4. de naamloze vennootschap ALLIANZ NEDERLAND SCHADEVERZEKERING N.V., gevestigd te Rotterdam, 5. de naamloze vennootschap AEGON SCHADEVERZEKERING N.V., gevestigd te 's-Gravenhage, 6. de naamloze vennootschap AVÉRO SCHADEVERZEKERING BENELUX N.V., voorheen genaamd Royal & SunAlliance Schadeverzekering N.V., gevestigd te Rotterdam, 7. de naamloze vennootschap NATIONALE-NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V., gevestigd te 's-Gravenhage, 8. de vennootschap N.A.G. NEDERLANDSE ASSURADEUREN GROEP B.V. Q.Q., gevestigd te Amsterdam, 9. de naamloze vennootschap HANNOVER INTERNATIONAL INSURANCE (NEDERLAND) N.V., gevestigd te Rotterdam, 10. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ABN AMRO ASSURADEUREN B.V., gevestigd te Zwolle, tussengekomen partijen aan de zijde van eiseres, advocaat mr P.W. Tubbergen, - tegen - de vennootschap naar het recht van de plaats van vestiging OILKO MINERALÖLPRODUKTE VERTRIEBSGESELLSCHAFT MBH, gevestigd te Haan, Duitsland, gedaagde, advocaat mr R.A. Klaassen. Partijen worden hierna aangeduid als "AFT", "de verzekeraars" en "Oilko". 1. Het verdere verloop van het geding De rechtbank heeft kennisgenomen van de in deze zaak gewezen vonnissen van 25 april 2007 en 12 maart 2008, alsmede de daaraan ten grondslag liggende stukken. Na laatstgenoemd vonnis heeft Oilko een akte genomen en hebben de verzekeraars een antwoordakte genomen. 2. De verdere beoordeling 2.1 In het vonnis van 12 maart 2008 heeft de rechtbank in de zaak tussen AFT en Oilko een einduitspraak gedaan, waarbij voor recht is verklaard dat Oilko toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de met AFT gesloten koopovereenkomst en waarbij Oilko is veroordeeld om aan AFT alle door deze als gevolg daarvan geleden schade te vergoeden, op te maken bij staat. 2.2 De zaak tussen de verzekeraars als tussenkomende partij en Oilko is naar de rol verwezen opdat Oilko zich - desgewenst - zou uitlaten over de vordering van de verzekeraars. Oilko heeft dat gedaan en de verzekeraars hebben daarop gereageerd. 2.3 De vordering van de verzekeraars strekt ertoe dat Oilko wordt veroordeeld tot vergoeding aan hen van de schade die is of wordt geleden door AFT en die door de verzekeraars uit hoofde van verzekering aan AFT is vergoed, nader op te maken bij staat. 2.4 De aansprakelijkheid van Oilko jegens AFT staat vast, zie het vonnis van 12 maart 2008. Oilko heeft niet betwist dat de verzekeraars gehouden zijn om krachtens verzekerings-overeenkomst - de in het geding gebrachte doorlopende goederentransportpolis d.d. 19 oktober 1999 nr. 6.445.468.9 - aan AFT de door deze als gevolg van de wanprestatie van Oilko geleden en te lijden schade te vergoeden. Dat betekent dat indien en voorzover de verzekeraars tot vergoeding van die schade zijn overgegaan of nog zullen overgaan, zij in de rechten van AFT zijn of worden gesubrogeerd en gerechtigd zijn het betaalde te verhalen op Oilko. 2.5 Dat op dit moment (in dit geding) nog niet vaststaat welke schade AFT heeft geleden of zal lijden en welke uitkering de verzekeraars ter zake aan AFT hebben gedaan of zullen doen, staat aan toewijzing van de vordering van verzekeraars niet in de weg. Deze punten zullen - indien nodig - aan de orde dienen te komen in de schadestaatprocedure(s). Het spreekt vanzelf dat Oilko niet dezelfde schade dubbel behoeft te vergoeden. 3. De beslissing De rechtbank, in de zaak tussen de verzekeraars en Oilko veroordeelt Oilko aan de verzekeraars te betalen de door AFT geleden en nog te lijden schade als gevolg van het toerekenbaar tekortschieten door Oilko in de nakoming van de met AFT gesloten koopovereenkomst betreffende leverantie van Monomer Topsel (MDO Blend) zoals opgenomen in de schriftelijke bevestiging d.d. 4 november 1999, zulks voorzover die schade door de verzekeraars is vergoed krachtens de goederentransportpolis d.d. 19 oktober 1999, op te maken bij staat; veroordeelt Oilko in de kosten van het geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van de verzekeraars begroot op nihil aan vast recht en op € 678,- aan salaris van de advocaat; verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr Van Zelm van Eldik. Uitgesproken in het openbaar. 10.